Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Smeulders en Nijboer over het definitieve energielabel voor woningen
Vragen van de leden Smeulders (GroenLinks) en Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het definitieve energielabel voor woningen (ingezonden 10 oktober 2018).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
19 november 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 459.
Vraag 1
Kent u de uitzending van het tv-programma Radar over het definitieve energielabel
voor woningen?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het belangrijk is dat mensen kunnen vertrouwen op de juistheid
van het definitieve energielabel dat ze van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
ontvangen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
De rijksoverheid geeft geen energielabels af, maar registreert deze. De betrouwbaarheid
van de in de database van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) geregistreerde
energielabels moet uiteraard wel zo hoog mogelijk zijn. Op 25 oktober 2017 is een
rapport verschenen2 over de betrouwbaarheid van het vereenvoudigd energielabel.
Zie ook antwoord op vraag 5 van het lid Kops (PVV), Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2018–2019, nr. 670.
Vraag 3
Bent u tevreden over het functioneren van het huidige energielabelsysteem? Zo ja,
waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het vereenvoudigd energielabel is in 2015 op verzoek van de Kamer geïntroduceerd om
de administratieve lasten en de complexiteit van het aanvragen van het energielabel
voor de burger te verminderen. Het vereenvoudigde energielabel voor woningen voldoet
als bewustwordingsinstrument. Uit gegevens van de Inspectie Leefomgeving en Transport
blijkt dat tegenwoordig bij ongeveer 90% van de woningverkopen een energielabel wordt
overlegd door de verkoper aan de koper. Dit hoge nalevingspercentage stemt tot tevredenheid
en is voor mij een indicatie dat het registreren van een vereenvoudigd energielabel
laagdrempelig en betaalbaar is.
De energie-index is uitgebreider en nauwkeuriger en werkt naar behoren als instrument
om de energieprestatie van een woning te onderbouwen bij de koppeling aan een financiële
regeling, zoals het Woningwaarderingsstelsel en de STEP-regeling. Hoewel het energielabelsysteem
voor deze twee doeleinden naar behoren functioneert, is de vraag legitiem of het onderscheid
tussen een vereenvoudigd en uitgebreide methode ook voor de toekomst gewenst is en
houdbaar. Zie ook het antwoord op vraag 15.
Daarnaast verdient het handhavingsinstrumentarium aandacht en verbetering. Tot voor
kort werd als handhavingsinstrument de last onder dwangsom ingezet, een herstelsanctie.
Deze last onder dwangsom werd opgelegd aan woningeigenaren die hun woning hadden verkocht
zonder een geldig energielabel. Zij kregen de mogelijkheid om achteraf alsnog een
energielabel voor de verkochte woning te registreren. De Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State heeft op 17 oktober jl. een uitspraak gedaan, waarin gesteld
wordt dat er geen juridische grondslag is om een dergelijke last onder dwangsom toe
te passen. De last onder dwangsom wordt daarom niet langer opgelegd. Momenteel bekijk
ik wat de gevolgen van de uitspraak zijn voor de handhaving. Ik onderzoek daarbij
of de bestuurlijke boete ingezet kan worden als alternatief voor de last onder dwangsom.
Vraag 4
Hoeveel definitieve energielabels zijn er in 2015, 2016, 2017 en tot nu toe in 2018
verstrekt?
Antwoord 4
In de onderstaande tabel is het aantal geregistreerde energielabels vanaf 2015 aangegeven.
In totaal, dus vanaf de introductie van het energielabel eind 2007, is voor ruim 3,6
miljoen woningen in Nederland een energielabel geregistreerd.
Vereenvoudigd energielabel (VEL)
Energielabel op basis van energie-index (EI)
2015
283.900
172.900
2016
242.000
245.600
2017
237.000
343.500
2018 (t/m september)
161.000
333.500
Vraag 5
Hoeveel Energieprestatieadvies-adviseurs (EPA-adviseurs) zijn er op dit moment gemachtigd
om een energielabel te verstrekken?
Antwoord 5
Er zijn bijna 900 erkend deskundigen actief, een groot deel daarvan is ook EPA-adviseur.
Er is een verschil tussen EPA-adviseurs en erkend deskundigen. Het bepalen van energie-indexen
gebeurt door een EPA-adviseur. Om EPA-adviseur te worden moet een bewijs van vakbekwaamheid
worden behaald volgens BRL 9500-01. Bij het laten registreren van een vereenvoudigd
energielabel via www.energielabelvoorwoningen.nl worden de door de woningeigenaar ingevoerde woningkenmerken en bewijsstukken gecontroleerd
door een erkend deskundige. Er zijn twee manieren om erkend deskundige te worden:
op basis van het bewijs van vakbekwaamheid als EPA-adviseur of door het succesvol
afleggen van het examen «Erkend Deskundige Energielabel Woningbouw».
Vraag 6
Op welke manier wordt gecontroleerd of de EPA-adviseurs hun werk naar behoren doen?
Hoeveel controles zijn er in 2015, 2016, 2017 en tot nu toe in 2018 in dit kader uitgevoerd?
En hoeveel boetes zijn er opgelegd?
Antwoord 6
In de beantwoording van deze vraag ga ik in op de controles op het werk van de erkend
deskundigen, omdat de vorige vragen betrekking hadden op het vereenvoudigd energielabel
voor woningen. Voor de controles op het werk van de EPA-adviseurs verwijs ik naar
de beantwoording van de vragen 4 en 5 van het lid Van Eijs met kenmerknummer (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 668). De Inspectie Leefomgeving en Transport voert steekproefsgewijs controles uit op
de dossiers die door de erkend deskundigen zijn behandeld. Het aantal controles is
in de onderstaande tabel te vinden. Wanneer fouten worden ontdekt, kan de ILT een
bestuurlijke boete opleggen aan de erkend deskundige. De hoogte van de boete is afhankelijk
van het aantal gemaakte fouten. Tot nu toe zijn er 134 boetebeschikkingen opgelegd.
Inspectieronde
Aantal erkend deskundigen
Totaal aantal onderzochte dossiers
Ronde 1
(energielabels afgemeld in periode januari 2015 – mei 2016)
200
1.571
Herinspectie ronde 1
(energielabels afgemeld in periode januari 2017 – augustus 2017)
60
639
Ronde 2
(energielabels afgemeld in periode maart 2017 – november 2017)
200
1.144
Ronde 3
(energielabels afgemeld in periode maart 2017 – maart 2018)
390
2.248
Vraag 7
Hoe beoordeelt u het feit dat mensen, waarvoor het definitieve energielabel achteraf
niet blijkt te kloppen, het gevoel hebben dat zij van het kastje naar de muur worden
gestuurd? Hoe kan dit gevoel bij mensen worden weggenomen?
Antwoord 7
Ik vind het vervelend om te horen dat mensen dit gevoel hebben. Het is niet een signaal
dat mij vaak bereikt, maar ik ga bezien op welke manier de communicatie richting kopers
en verkopers van woningen verder verbeterd kan worden.
Vraag 8
Waarom kan iemand met een klacht over het definitieve energielabel niet bij de geschillencommissie
terecht? Bent u bereid om te bezien of dit in de toekomst alsnog mogelijk is? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 8
Een erkende deskundige moet op grond van het consumentenrecht voorzien in een klachtenregeling.
Vraag 9
Kunt u in algemene zin aangeven wie aansprakelijk is voor eventueel geleden schade
wanneer achteraf blijkt dat een definitief energielabel niet blijkt te kloppen? Kunt
u daarbij ook specifiek ingaan op de rol die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO) hierbij heeft?
Antwoord 9
Dat hangt van de omstandigheden af en de vraag door wiens toedoen een verkeerd label
is afgegeven. De woningeigenaar is verantwoordelijk voor de invoer van de juiste woningkenmerken
en de bewijzen daarvan. De erkend deskundige is verantwoordelijk voor het controleren
van de juistheid van de door de woningeigenaar ingevulde woningkenmerken en aangeleverde
bewijsstukken. Wanneer een energielabel niet blijkt te kloppen kan de opdrachtgever,
de eigenaar van de woning, de erkend deskundige die de gegevens en bewijsstukken heeft
gecontroleerd hierop aanspreken. Het energielabel is geen besluit in de zin van Algemene
wet bestuursrecht. Het staat daarmee niet open voor bezwaar en beroep. De Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) registreert de energielabels in de database. RVO.nl
is niet aansprakelijk voor de juistheid van de energielabels.
Vraag 10
Hoe kan het dat er zoveel beunhazen actief zijn? Deelt u de mening dat men voor 10
euro geen fatsoenlijke analyse van de energieprestaties van een woning kan verwachten?
Waarom zijn deze zogenaamde energiedeskundigen überhaupt gecertificeerd? Dit ondermijnt
toch het draagvlak voor duurzaamheidsmaatregelen?
Antwoord 10
Zoals ik eerder aangaf is het registreren van het vereenvoudigd energielabel op verzoek
van de Kamer zo laagdrempelig en goedkoop mogelijk gehouden. Bij het vereenvoudigd
energielabel is het aantal handelingen dat de erkend deskundige moet uitvoeren beperkt.
De erkend deskundige moet de tien door de woningeigenaar ingevoerde woningkenmerken
en het aangeleverde bewijs controleren. Doordat het toetsen van het bewijs door de
erkend deskundige volledig digitaal wordt uitgevoerd en het systeem «dwingend» is
ingericht, is de benodigde tijd voor het beoordelen van het bewijs relatief beperkt.
Het bepalen van de hoogte van de prijs voor de geleverde dienst is aan de erkend deskundige
zelf.
Vraag 11
Waarom is het geen praktijk – net als in andere Europese landen – dat, zeker voor
de hogere labels, iemand thuis komt inspecteren?
Antwoord 11
In Nederland is een onderscheid gemaakt tussen het vereenvoudigd energielabel en de
energie-index. Bij het vereenvoudigd energielabel is geen huisbezoek nodig. Het is
een bewustwordingsinstrument dat een indicatie geeft van de energieprestatie van de
woning. Het vereenvoudigd energielabel is betrouwbaar, maar minder nauwkeurig.
Voor het bepalen van een energie-index is wel een huisbezoek nodig, onafhankelijk
van de labelklasse. De energie-index is nauwkeuriger en wordt gevraagd wanneer aan
de energieprestatie van een woning een financiële regeling gekoppeld is, zoals bij
het Woningwaarderingsstelsel en de STEP-subsidie.
Vraag 12
Wat is de actuele stand van zaken voor wat betreft de inbreukprocedure van de Europese
Commissie tegen Nederland ten aanzien van de Europese richtlijn energieprestatie gebouwen
(EPBD-richtlijn)?
Antwoord 12
Op 16 juli 2018 heeft Nederland een reactie aan de Europese Commissie gestuurd op
het Met Redenen Omkleed Advies. Op 20 augustus 2018 heb ik de Tweede Kamer per brief
geïnformeerd over de hoofdlijnen van deze reactie (Kamerstuk 30 196, nr. 609). De Europese Commissie is de Nederlandse reactie op dit moment nog aan het bestuderen.
Op basis van de reactie kan de Europese Commissie besluiten de inbreukprocedure verder
voort te zetten of te beëindigen. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de ontwikkelingen
in deze procedure.
Vraag 13 en 14
Wat vindt u van de kritiek dat het stelsel onvoldoende functioneert en de vergelijking
met de Europese autotests: op papier rijden de auto’s 1 op 20, in de praktijk wordt
1 op 14 nauwelijks gehaald?
Kent u het Onderzoek voor de gebouwde omgeving (OTB-onderzoek) waaruit blijkt dat
het werkelijk energiegebruik bij de hogere A en B labels veel hoger ligt dan verwacht
en dat het omgekeerde geldt voor de lagere labels? Bent u bereid het systeem zo aan
te passen dat meer gekeken wordt naar het werkelijke, in plaats van het theoretische
energieverbruik van een woning?
Antwoord 13 en 14
Ja, ik ken het onderzoek. Ik wil opmerken dat de bepaling van de energieprestatie
van gebouwen, die de basis vormt van zowel het energielabel als bewijs dat aan energetische
eisen in de regelgeving wordt voldaan, niet het daadwerkelijk energiegebruik aangeeft.
De bepaling van het energiegebruik van gebouwen geeft het gebouwgerelateerde energiegebruik
aan, dus de energie die nodig is om het gebouw te verwarmen, te koelen, te ventileren
en het energiegebruik voor warmtapwater. Het energiegebruik van bewoners, zoals de
energie voor de koelkast en overige apparatuur wordt niet meegerekend. Verder wordt,
conform de eisen van de Europese richtlijn energieprestatie gebouwen (EPBD), uitgegaan
van een normaal gebruik onder standaard-aannamen. Door bovengenoemde uitgangspunten
wijkt de theoretisch berekende energieprestatie af van het werkelijke energiegebruik
«op de meter».
Bij de ontwikkeling van de nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen
(NTA 8800) die per 2020 in werking zal treden, heb ik meegegeven dat deze beter moet
aansluiten bij de gemiddelde werkelijkheid dan de huidige bepalingsmethoden (NEN 7120
en Nader Voorschrift). Ook bij de NTA 8800 wordt, conform de Europese richtlijn, alleen
het gebouwgerelateerde energiegebruik onder normaal gebruik en standaard-aannamen
bepaald.
Vraag 15
Wat gaat u doen om het vertrouwen van mensen in het energielabelsysteem te vergroten?
Antwoord 15
Ik vind het van belang dat er vertrouwen is in het energielabelsysteem. Aan energielabels
wordt in het economische verkeer een steeds grotere waarde toegekend, en naarmate
de betekenis van het energielabel voor de woningwaarde en voor de nog te nemen verduurzamingsmaatregelen
toeneemt, stijgt het belang van de nauwkeurigheid van het energielabel. Dit is voor
mij aanleiding om de communicatie over het onderscheid tussen vereenvoudigd energielabel
en de energie-index, als uitgebreidere en nauwkeuriger methode, te verbeteren. Tevens
zal ik meer ten principale bezien of (op termijn) het vereenvoudigd energielabel kan
vervallen. Ik zal dit betrekken bij de introductie van de nieuwe bepalingsmethode
voor de energieprestatie van gebouwen (NTA 8800) die ook van invloed is op de wijze
waarop zowel het vereenvoudigd energielabel als de energie-index tot stand komt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.