Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Peters over de toegang tot schuldsanering
Vragen van het lid Peters (CDA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de toegang tot schuldsanering (ingezonden 26 september 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens
de Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 16 november 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Meer mensen in de schulden, maar minder in de schuldsanering»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het bericht.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat in het artikel wordt geschetst, namelijk dat de schuldenproblematiek
toeneemt terwijl het aantal aanvragen voor de schuldsanering bij de rechter daalt?
Wat vindt u van deze ontwikkeling?
Antwoord 2
Ik herken dit beeld. De instroom in de wettelijke schuldsanering (Wsnp) is de afgelopen
jaren gedaald, terwijl het aantal aanmeldingen voor de buitenrechtelijke schuldhulpverlening
bij de gemeente juist is gestegen. Hier is geen eenduidige verklaring voor.
Het verhogen van het aantal schuldhulpverleningstrajecten of de instroom in de Wsnp
is geen doel op zich. Het zijn middelen om te zorgen dat mensen op een effectieve
en efficiënte wijze uit een problematische schuldsituatie komen. De beschreven ontwikkeling
zou er echter op kunnen duiden dat een groep mensen die kampt met problematische schulden
niet optimaal wordt geholpen.
Als onderdeel van actielijn 2 «Ontzorgen en Ondersteunen» van de Brede Schuldenaanpak2 wil het kabinet daarom de aansluiting tussen de schuldhulpverlening bij de gemeente
en de wettelijke schuldsanering zorgvuldig verkennen en kijken of verbetering daarin
aan de orde is. Deze verkenning is aan uw Kamer toegezegd in de Kamerbrief Brede Schuldenaanpak
(d.d. 23 mei 2018) en zal ik samen met de Minister voor Rechtsbescherming laten uitvoeren.
Met een verkenning kan er inzicht worden verkregen in de oorzaken van de daling en
in de knelpunten in de aansluiting tussen de schuldhulpverlening en wettelijk schuldsanering.
Op basis daarvan kunnen, indien gewenst en zo nodig, maatregelen genomen worden.
Vraag 3
Is hier volgens u sprake van een probleem, namelijk dat mensen die in aanmerking zouden
moeten komen voor schuldsanering er niet toe worden toegelaten? Of worden deze mensen
op een andere, beter passende manier, geholpen?
Antwoord 3
We zullen deze vragen meenemen in de verkenning die het kabinet laat uitvoeren. Ik
wil niet vooruitlopen op de uitkomsten van deze verkenning.
Vraag 4
Op welke manier garandeert u dat mensen met schulden toegang hebben en houden tot
hulp bij het saneren van schulden?
Antwoord 4
Ik vind dat iedereen met problematische schulden toegang moet hebben tot hulp. Het
kabinet zet zich in voor een brede toegankelijkheid van de schuldhulpverlening. U
kunt dit onder andere lezen in mijn beantwoording van de vragen van het lid Gijs van
Dijk over de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening.3
Gemeenten zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor de schuldhulpverlening aan
hun inwoners. Zij kunnen mensen met schulden vaak helpen zonder tussenkomst van de
rechter. Bijvoorbeeld met een saneringskrediet of met een schuldregeling krijgen mensen
perspectief op het oplossen van hun schulden. Aan schuldenaren die geen schuldregeling
hebben kunnen treffen met hun schuldeisers, biedt de Wsnp de mogelijkheid om een wettelijke
schuldsanering aan te vragen bij een rechtbank. De wettelijke schuldsanering is aldus
een instrument binnen de schuldhulpverlening waarmee de schuldenaar – geconfronteerd
met weigerachtige schuldeiser, onder voorwaarden – toch het perspectief van een schone
lei kan worden geboden. De schuldsanering functioneert op deze wijze ook als stok
achter de deur om schuldeisers te prikkelen akkoord te gaan met een voorstel tot een
minnelijke schuldregeling. Het is aan de rechtbank om te toetsen of de schuldenaar
voldoet aan de voorwaarden van de Wsnp.
Vraag 5
Welke acties kunt u daartoe uitzetten en op welke termijn?
Antwoord 5
Ik verwacht, zoals ook reeds aangegeven in mijn brief van 7 november 2018 inzake voortgang
diverse maatregelen Brede Schuldenaanpak, waaronder implementatie vereenvoudiging
beslagvrije voet en verbreding beslagregister, de verkenning naar de aansluiting van
de schuldhulpverlening op de wettelijke schuldsanering in de eerste helft van 2019
met u te kunnen delen. Dit is in afwijking van mijn eerder geuite verwachting om aan
u in het vierde kwartaal van 2018 een eerste verkenning te kunnen aanbieden. De aanvullende
maanden zijn noodzakelijk om de verkenning op een zorgvuldige wijze uit te kunnen
voeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.