Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Renkema en Jasper van Dijk over "vingerscan-affaire in Spijkenisse"
Vragen van de leden Renkema (GroenLinks) en Jasper vanDijk (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de «vingerscan-affaire in Spijkenisse» (ingezonden 19 oktober 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
15 november 2018).
Vraag 1
Kent u de artikelen «Vingerscan-affaire Spijkenisse: vingerafdruk eisen is beestachtig»1 en «Gemeenten verzamelden illegaal vingerafdrukken»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat er vier jaar lang illegaal vingerafdrukken van bijstandsgerechtigden
zijn verzameld?
Antwoord 2
Het scannen en verzamelen van vingerafdrukken van bijstandsgerechtigden ter controle
van hun aanwezigheid bij een werkbedrijf acht ik onwenselijk en bovendien in strijd
met de geldende privacywetgeving.
In de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) worden vingerafdrukken aangemerkt
als biometrische gegevens. Op grond van artikel 9, eerste lid, AVG worden dergelijke
gegevens beschouwd als bijzondere persoonsgegevens waarvoor in principe een verwerkingsverbod
geldt. Dit verbod is op grond van het tweede lid van artikel 9 niet van toepassing
bij nadrukkelijke toestemming van de betrokkene, of als dit op grond van het recht
van een lidstaat is bepaald, waarbij beoordeeld moet worden of dit evenredig is en
de privacy is gewaarborgd. Toestemming van de bijstandsgerechtigde kan geen grondslag
zijn voor verwerking van vingerafdrukken, omdat in deze verhouding tussen overheid
en burger immers sprake is van een afhankelijkheidsrelatie en het dus geen in vrijheid
gegeven toestemming betreft. In Nederland is de AVG nader uitgewerkt in de Uitvoeringswet
Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG). In artikel 29 UAVG is geregeld dat
dit verwerkingsverbod niet van toepassing is indien de verwerking noodzakelijk is
voor authenticatie of beveiligingsdoeleinden. Deze bepaling geldt ook in de verhouding
tussen gemeente en bijstandsgerechtigde, waarbij toestemming niet aan de orde is.
De regeling in de AVG en UAVG verzet zich dus tegen het gebruik van vingerafdrukken
van een bijstandsgerechtigde voor andere doelen dan authenticatie en beveiligingsdoeleinden,
zoals een aanwezigheidscontrole in het kader van de bijstandsverplichtingen.
Vraag 3
Zijn er meer gemeenten die biometrische gegevens verzamelen van bijstandsgerechtigden?
Antwoord 3
Het Ministerie van SZW beschikt, behoudens de situatie bij werkleerbedrijf Voorne-Putten
Werkt, niet over de informatie of, en zo ja in welke mate, het voorkomt dat gemeenten
biometrische gegevens verzamelen van bijstandsgerechtigden.
Vraag 4
Heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) inmiddels al actie ondernomen tegen deze
gemeenten?
Antwoord 4
De Autoriteit Persoonsgegevens is een onafhankelijk opererende, toezichthoudende instantie
die in principe geen informatie over lopende zaken deelt. Deze informatie wordt door
de Autoriteit Persoonsgegevens beschouwd als niet-openbare informatie en wordt dus
ook niet op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens gepubliceerd. Tot op heden
heeft er ook geen publicatie op de website plaatsgevonden van afgeronde onderzoeken
en/of acties in dit kader. Ik kan dan ook geen uitspraken doen over eventuele door
de Autoriteit Persoonsgegevens ondernomen acties.
Vraag 5
Heeft u actie ondernomen naar aanleiding van dit nieuws? Zo ja, welke actie heeft
u ondernomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De genoemde werkwijze bij werkleerbedrijf Voorne-Putten Werkt is inmiddels beëindigd.
Ik zie daarom geen aanleiding voor nadere actie. Het is de verantwoordelijkheid van
elke gemeente om de geldende privacyregels op een juiste wijze toe te passen. Desgewenst
kunnen gemeenten hiervoor een beroep doen op de expertise van de VNG. Daarnaast kunnen
zij uiteraard vragen voorleggen aan de Autoriteit Persoonsgegevens.
Vraag 6
Vindt u ook dat de kortingen die zijn opgelegd omdat uitkeringsgerechtigden weigerden
een vingerafdruk af te geven ongedaan moeten worden gemaakt?
Antwoord 6
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. Dit betreft
ook de handhaving op de (arbeids-)verplichtingen. Controle op de rechtmatigheid van
de uitvoering is de primaire bevoegdheid van de gemeenteraad. Wanneer in de uitvoeringspraktijk
situaties ontstaan die naar de mening van de belanghebbende niet conform de wet zijn,
staat er voor hem of haar een rechtsgang open. Het is uiteindelijk aan de rechter
en niet aan de Staatssecretaris van SZW om op individueel niveau te toetsen of de
gemeentelijke besluitvorming in dit kader voldoet aan de geldende wet- en regelgeving.
Vraag 7, 8
Vindt u ook dat bijstandsgerechtigden op deze manier worden behandeld als criminelen?
Denkt u dat dergelijke maatregelen bijstandsontvangers ook daadwerkelijk aan het werk
helpen? Deelt u de mening dat vanuit vertrouwen handhaven effectiever is?
Antwoord 7, 8
Het is het doel van de Participatiewet om eenieder in staat te stellen als volwaardig
burger mee te doen in de samenleving en, daar waar kan, zo snel mogelijk aan het werk
te helpen. Gemeenten bieden ondersteuning bij het vinden van werk, maar in de eerste
plaats geldt een inspanningsverplichting van de bijstandsgerechtigde zelf om zo snel
mogelijk uit de uitkering te komen. Aan het bijstandsrecht zijn namelijk arbeidsverplichtingen
verbonden. Zo is de uitkeringsgerechtigde ook verplicht om gebruik te maken van een
door de gemeente aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling, zoals een
re-integratietraject bij een werkleerbedrijf. Wordt een verplichting niet of onvoldoende
nagekomen, dan kan de gemeente een maatregel opleggen.
Ik vind het belangrijk dat de regels worden nageleefd, want misbruik tast het maatschappelijk
draagvlak onder onze sociale voorzieningen aan. Het regeerakkoord onderstreept dan
ook dat handhaving op de naleving van de verplichtingen van uitkeringsgerechtigden
een randvoorwaarde is voor een werkend stelsel van sociale zekerheid.
Bij zowel de ondersteuning bij het vinden van werk als bij handhaving op de naleving
van verplichtingen is vertrouwen tussen de uitkeringsinstantie en de uitkeringsgerechtigde
een relevante factor. Ik vind het met name belangrijk dat handhaving zoveel mogelijk
effect resulteert. Daarom is «effectief handhaven» één van de hoofdlijnen in de SZW
handhavingskoers 2018–2021.3 Het is van groot belang dat handhaving ook zorgvuldig en binnen de kaders van de
wet geschiedt. De rechtszekerheid van een individu moet worden gewaarborgd en tegelijkertijd
moeten uitkeringen rechtmatig worden verstrekt. De uitvoering is de primaire verantwoordelijkheid
van het lokale bestuur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.