Schriftelijke vragen : Fraude met inburgeringsexamens
Vragen van het lid Becker (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over fraude met inburgeringsexamens (ingezonden 14 november 2018).
Vraag 1
            
Is het waar dat de besloten Facebookgroep waarop examenvragen voor het inburgeringsexamen
               werden gedeeld door inburgeraars nog steeds online is?1 Zo ja, hoe voorkomt u dat wanneer de vanwege fraude gestaakte examens weer beginnen,
               deelnemers opnieuw op illegale wijze vragen met elkaar delen?
            
Vraag 2
            
Is u bekend of naast Facebook ook via YouTube, dan wel andere kanalen, examenvragen
               van de inburgering of illegale opnames hiervan gedeeld worden? Zo nee, kunt u hier
               onderzoek naar doen?
            
Vraag 3
            
Hoeveel sets vragen en/of aantal vragen zijn er in totaal voor de verschillende examenonderdelen
               in omloop? Hoe vaak worden de verschillende examenonderdelen en de respectievelijke
               vragen vernieuwd?
            
Vraag 4
            
Heeft u ook signalen ontvangen dat er bij het examen spreekvaardigheid op B2-niveau
               mogelijk ook wordt gefraudeerd, onder andere met behulp van zenders, bluetooth en
               koptelefoontjes? Zo ja, op welke wijze grijpt u in?
            
Vraag 5
            
Constaterende dat de Inspectie SZW in juli 2018 bekendmaakte dat een taalbureau uit
               Amsterdam ervan verdacht wordt sinds 2016 examenfraude te plegen, kunt u aangeven
               op welke onderdelen en op welke taalniveaus het inburgeringsexamen dan wel staatsexamen
               op fraude worden onderzocht? Kunt u aangeven waarom er niet eerder ingegrepen is in
               de examinering van de verschillende inburgeringsonderdelen, al dan niet uit voorzorg,
               om er zeker van te zijn dat inburgeraars het examen op eigen kracht halen en niet
               omdat er gefraudeerd is?
            
Vraag 6
            
Kunt u aangeven of de taalbureaus die worden onderzocht in verband met fraude het
               Blik op Werk keurmerk hadden? Kan het zijn dat wanneer een taalschool zijn keurmerk
               verliest of er zelf niet een heeft, zij toch kunnen meeliften op de voordelen ervan,
               doordat zij gelieerd zijn aan een andere school of een overkoepelend orgaan welke
               nog wel in het bezit is van een keurmerk? Om hoe veel scholen gaat het?
            
Vraag 7
            
Hoe verhouden de doorzoekingen door de recherche van de Inspectie SZW in juli 2018
               zich tot het bericht dat het College voor Toetsen en Examens (CvTE) pas eind september
               2018 signalen ontving van onregelmatigheden in het onderdeel Schrijven van het NT2
               examen?
            
Vraag 8
            
Kunt u aangeven of er direct na het eerste signaal van fraude op een examenonderdeel
               van de inburgering proactief onderzoek is gedaan naar fraude met andere examenonderdelen
               van de inburgering? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 9
            
Ontvangt u breder signalen dat taalscholen inburgeraars slechts trainen op het geven
               van antwoorden op examenvragen, in plaats van ze te begeleiden bij het daadwerkelijk
               leren en beheersen van de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse maatschappij
               zodat zij zo snel mogelijk integreren en meedoen in de Nederlandse samenleving? Zo
               ja, wat gaat u doen om deze situatie te veranderen?
            
Vraag 10
            
Zou u deze, en eerder ingediende schriftelijke vragen over uitgelekte inburgeringsexamens2, willen beantwoorden voor het wetgevingsoverleg Integratie en maatschappelijke samenhang
               op 19 november 2018?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 
              
                  Indiener
Bente Becker, Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.