Schriftelijke vragen : Het artikel 'Beroepsgroep gynaecologen: IVF-draagmoederschap ook mogelijk voor homostellen'
Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid over het artikel «Beroepsgroep gynaecologen: IVF-draagmoederschap ook mogelijk voor homostellen» (ingezonden 14 november 2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Beroepsgroep gynaecologen: IVF-draagmoederschap
ook mogelijk voor homostellen»1 en het genoemde modelreglement?2
Vraag 2
Wat is er concreet gewijzigd in het modelreglement waardoor IVF-draagmoederschap met
een donorgeslachtscel voortaan wel mogelijk zou zijn?
Vraag 3
Kunt u toelichten waarom in de modelrichtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie
& Gynaecologie (NVOG) de eis is losgelaten dat beide wensouders genetisch verwant
moeten zijn met het kind? Wat zijn precies de argumenten geweest om het tot op heden
niet mogelijk te maken?
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat de modelrichtlijn dit mogelijk maakt, onder meer gelet op de
situatie dat draagmoederschap met andermans eicel niet zonder gevaar is en vanwege
de situatie dat IVF-draagmoederschap voor de kinderen op latere leeftijd wellicht
lastige vragen oproept over hun afkomst?
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat de kosten die gemaakt worden bij zo’n gecompliceerde zwangerschap
hoog zijn? Klopt het dat die voor rekening van de samenleving komen, en zo ja: vindt
u dat wenselijk?
Vraag 6
Waarom is niet eerst gewacht tot de resultaten van de diverse onderzoeken rond draagmoederschap
bekend zijn, voordat er verdere concrete stappen gezet worden om draagmoederschap
mogelijk te maken?
Vraag 7
Zijn op dit moment de psychische en juridische vragen rond draagmoederschap zodanig
uitgekristalliseerd dat deze mogelijkheid in Nederland aangeboden zou moeten worden?
Is het risico niet groot dat er een juridisch getouwtrek ontstaat bij verschil van
inzicht over het kind, het niet afstaan van het kind of problemen rond de gezondheid
van het kind en dergelijke?
Vraag 8
Wat vindt de regering ervan dat in een aantal gevallen de draagmoeder een zus van
één van de wensvaders is? Kan dit ook betekenen dat een broer en een zus samen het
ouderlijk gezag dragen? Vindt de regering deze mogelijkheid gewenst? Hoe moet in dit
verband het belang van het kind beoordeeld worden?
Vraag 9
Hoe beziet de regering publicaties waarin de ontstaansgeschiedenis van een kind met
volledige naam en toenaam wordt genoemd, in het licht van de Algemene verordening
gegevensbescherming?3
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.