Schriftelijke vragen : Straffen en belonen in de jeugdzorg
Vragen van de leden Westerveld en Buitenweg (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Rechtsbescherming over straffen en belonen in de jeugdzorg (ingezonden 14 november 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat jongeren in een jeugdhulpinstelling uren lang moesten
stilzitten zonder te praten?1 Wordt deze methode nog steeds toegepast?
Vraag 2
Uit het artikel in de Stentor blijkt dat de rechter al in 2010 negatief oordeelde
over het gebruik van deze methode; heeft er sindsdien extra toezicht plaatsgevonden?2
Vraag 3
Bent u bereid om de Inspecte Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) te vragen om in kaart
te brengen of en hoe vaak jongeren in jeugdhulpinstellingen dergelijke straffen ondergaan?
Vraag 4
Omdat deze jongeren gesloten zitten is er vaak weinig contact met de buitenwereld;
wie komt op voor het belang van deze jongeren? Hoe vaak komen de vertrouwenspersonen
jeugdhulp van het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) op bezoek bij jongeren
in open en gesloten instellingen?3 Hebben zij signalen ontvangen over deze klachten? Zo ja, wat is daarmee gebeurd?
Vraag 5
Is de methode waarbij jongeren door goed gedrag privileges kunnen verdienen die bij
wijze van straf weer kunnen worden ingetrokken toegestaan? Is deze methode wetenschappelijk
bewezen effectief en niet schadelijk voor jongeren?
Vraag 6
In hoeverre zijn jeugdhulpinstellingen verplicht om bij strafmaatregelen en behandeling
in het algemeen aan te sluiten op wetenschappelijk bewezen effectieve methodes?
Vraag 7
Bent u bereid om kennisdeling te stimuleren en zorg te dragen dat behandelmethodes
waarvan wetenschappelijk vaststaat dat zij niet in het belang van de jongeren zijn
niet worden toegepast?
Vraag 8
Is er een relatie tussen werkdruk van de jeugdhulpmedewerkers en de gekozen behandelmethode?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Lisa Westerveld, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
K.M. Buitenweg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.