Amendement : Amendement van het lid Stoffer over asbestsanering
35 029 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale vergroeningsmaatregelen 2019)
Nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID STOFFER
Ontvangen 13 november 2018
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel VII wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel A wordt «€ 31,39» vervangen door «€ 32,12».
2. Na onderdeel A wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Na artikel 29a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 29b
1. Vrijgesteld is de afgifte ter verwijdering of overbrenging ter verwijdering van afzonderlijk
aangeboden asbest en asbesthoudende producten die toegepast zijn geweest als dakbedekking.
2. Bij of krachtens op voordracht van Onze Minister vast te stellen algemene maatregel
van bestuur worden voorwaarden en beperkingen gesteld waaronder de vrijstelling, bedoeld
in het eerste lid, wordt verleend.
II
In artikel IX wordt «€ 31,39» vervangen door «€ 32,12».
Toelichting
Verwering van asbestdaken en het vrijkomen van asbestdeeltjes kan risico's opleveren
voor de volksgezondheid. Asbestdaken moeten, onder voorbehoud van definitieve besluitvorming,
uiterlijk eind 2024 gesaneerd zijn. Het zal een grote uitdaging worden om de sanering
op tijd te realiseren. Niet voor niets is de datum een jaar naar achteren verplaatst.
Een knelpunt is de hoge kostprijs van sanering. Provincies verwachten dat zo’n 5 tot
10% van de eigenaren onvoldoende draagkracht heeft om sanering te financieren. De
afvalstoffenbelasting vormt een onderdeel van de kosten. Vanwege vergroeningsmaatregelen
gaat de afvalstoffenbelasting fors omhoog. Maar als het gaat om asbestdaken is er
geen sprake van het stimuleren van minder gebruik, het is immers al lang verboden.
In plaats daarvan wordt de sanering onnodig extra duur gemaakt. Met als bijkomend
risico dat (meer) asbest illegaal gedumpt wordt in de vrije natuur. Er wordt daarom
voorgesteld om een vrijstelling voor asbestdaken op te nemen om daarmee het saneringsbeleid
te ondersteunen, in plaats van tegen te werken, en dumpingen in de vrije natuur te
voorkomen.
Met dit amendement wordt in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) een vrijstelling
van afvalstoffenbelasting opgenomen voor de afgifte ter verwijdering of overbrenging
ter verwijdering van afzonderlijk aangeboden asbest en asbesthoudende producten afkomstig
van asbestdaken die uiterlijk eind 2024 gesaneerd moeten zijn. Daartoe wordt een onderdeel
Aa ingevoegd in artikel VII van het voorstel van wet.
In onderdeel Aa van artikel VII van het voorstel van wet wordt in de Wbm een nieuw
artikel 29b ingevoegd, inhoudende dat de afgifte ter verwijdering of overbrenging
ter verwijdering van afzonderlijk aangeboden asbest en asbesthoudende producten die
toegepast zijn geweest als dakbedekking is vrijgesteld. Dit wordt geregeld in het
eerste lid van artikel 29b Wbm. Voor het begrip asbest zij verwezen naar artikel 1,
onderdeel a, van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 of, wanneer het bij koninklijke
boodschap van 2 februari 2017 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de
Wet milieubeheer tot wet is verheven en in werking is getreden 1, naar artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer. De vrijstelling geldt niet
voor grond die met asbest is verontreinigd of voor te verwijderen asbesthoudende dakbedekking
die na afneming van het dak is vermengd met andere stoffen. Hiermee wordt voorkomen
dat puin en bouwafval worden vermengd met asbest en asbesthoudende producten om ook
dat puin en bouwafval onder de vrijstelling te laten vallen. Overigens is het niet
toegestaan asbestdaken zodanig onzorgvuldig te verwijderen dat asbest of asbesthoudende
producten in ander puin en sloopafval terechtkomen. Ingevolge het tweede lid van genoemd
artikel 29b wordt de vrijstelling verleend onder bij of krachtens algemene maatregel
van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen. Naast voorwaarden die een juiste
toepassing en handhaving van de vrijstelling verzekeren, zal de vrijstelling daarbij
nader worden afgebakend. Zo zal de vrijstelling beperkt kunnen worden tot asbest en
asbesthoudende producten die met inachtneming van de daarvoor geldende regels van
een asbesthoudend dak zijn verwijderd door daartoe gecertificeerde bedrijven, met
een melding in het Landelijk Asbestvolgsysteem. Dit betekent dat de vrijstelling niet
zal gelden voor asbest en asbesthoudende producten die door een ander dan een daartoe
gecertificeerd bedrijf van een asbesthoudend dak zijn verwijderd. De vrijstelling
zal mede van toepassing zijn op de overbrenging ter verwijdering buiten Nederland
van afzonderlijk aangeboden asbest en asbesthoudende producten. Op dit moment is het
weliswaar op grond van de Europese verordening voor de overbrenging van afvalstoffen
(EVOA)2 niet toegestaan om te storten afvalstoffen zoals asbest en asbesthoudende producten
en stoffen ter verwijdering over te brengen uit Nederland, maar mocht dit veranderen
dan geldt de vrijstelling ook in die situatie.
De vrijstelling leidt met betrekking tot de in de jaren 2019 tot en met 2024 nog te
saneren asbesthoudende daken tot een derving van in totaal zo’n € 38 miljoen. Dit
betreft asbest en asbesthoudende producten die toegepast zijn geweest als dakbedekking
en die naar verwachting in de jaren 2019 tot en met 2025 ter verwijdering zullen worden
aangeboden bij stortplaatsen. Ter dekking van deze maatregel wordt in artikel VII,
onderdeel A, van het voorstel van wet het tarief van de afvalstoffenbelasting verhoogd
met 73 cent tot € 32,12 per 1.000 kilogram afvalstoffen. Artikel IX van het voorstel
van wet wordt overeenkomstig aangepast met betrekking tot de wijziging van het tarief
bij overbrenging van afvalstoffen ter verwijdering buiten Nederland, opgenomen in
artikel IX, onderdeel H, van het Belastingplan 2018.
Stoffer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Chris Stoffer, Tweede Kamerlid