Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Smeulders over het bericht ‘Met sociale koopwoningen gaat veel mis’
Vragen van het lid Smeulders (GroenLinks) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Met sociale koopwoningen gaat veel mis» (ingezonden 1 november 2018).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
13 november 2018).
Vraag 1
Kent u het bericht «Met sociale koopwoningen gaat veel mis»?1
Antwoord 1
Ja, ik ken het bericht.
Vraag 2
Herkent u het uit deze uitzending naar voren komende beeld dat de regels voor sociale
koop gemakkelijk misbruikt kunnen worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Gemeenten beschikken over diverse instrumenten om te sturen op de beschikbaarheid
van woningen, bijvoorbeeld als een gemeente ziet dat de schaarste van bepaalde woningen
leidt tot onevenwichtigheden voor bepaalde groepen. De maatregelen variëren van afspraken
op basis van vrijwilligheid tot afdwingbare afspraken. Een voorbeeld van een maatregel
is dat een gemeente sociale koop opneemt in het bestemmingsplan. Een marktpartij is
dan wettelijk gehouden om woningen voor maximaal 200.000 euro te bouwen op die bestemming.
Afhankelijk van de keuze die de gemeente maakt, blijft de woning tussen de één en
tien jaar behouden in de categorie. Een gemeente kan deze maatregel combineren met
een zelfbewoningsplicht, waardoor alleen de eigenaar het huis mag bewonen. Ook kan
een gemeente in een woonvisie opnemen dat een bepaald percentage van de nieuwbouw
bestemd is voor sociale koop. De gemeente maakt voor het realiseren van de woonvisie
privaatrechtelijke afspraken met een ontwikkelaar. Juridisch is de ontwikkelaar niet
gebonden aan het realiseren van de woonvisie, wel aan de privaatrechtelijke afspraken.
Ik heb Platform 31 gevraagd om een onderzoek uit te voeren naar het gebruik van de
categorie sociale koop in het bestemmingsplan en de handhaving ervan. Ook werk ik
samen met gemeenten aan het vergroten van het passende woningaanbod en het beter benutten
van de bestaande voorraad. Het is van belang dat gemeenten bestaande en eventuele
nieuwe wettelijke mogelijkheden daadwerkelijk handhaven.
Vraag 3
Is het waar dat gemeenten niet altijd de juiste deskundigheid in huis hebben om waterdichte
juridische afspraken te maken? Zo ja, hoe komt dit volgens u? Zo nee, hoe is de situatie
dan?
Antwoord 3
Er kan niet worden gezegd dat gemeenten niet over de juiste juridische deskundigheid
beschikken. Dat kan per gemeente en per complexiteit van het woningbouwproject wisselen.
Via het Expertteam woningbouw bied ik ondersteuning aan, gemeenten kunnen daar een
beroep op doen als zij bijvoorbeeld juridische vraagstukken hebben in het kader van
de woningbouw.
Het is van belang dat gemeenten, corporaties en marktpartijen samen afspraken maken
over het bouwen van meer woningen, de inzet van de bestaande voorraad en doorstroming.
Ik hoop te zien dat deze partijen goed met elkaar samenwerken, luisteren naar elkaars
perspectief, samen naar oplossingen zoeken en hun verantwoordelijkheden nemen om het
woningtekort terug te dringen en daarbij oog te houden voor de kwaliteit van de woonmilieus.
Daarbij is het van belang dat partijen ervan uit kunnen gaan dat een gemaakte afspraak
stand houdt, vanuit de kant van een gemeente en ook vanuit de kant van een marktpartij.
Vraag 4
Hoeveel sociale koopwoningen zijn er de afgelopen vijf jaar bijgekomen en hoeveel
zijn er de afgelopen vijf jaar verdwenen?
Antwoord 4
Ik beschik niet over data waaruit blijkt hoeveel sociale koopwoningen er op basis
van de bestemmingscategorie de afgelopen vijf jaar zijn bijgekomen en verdwenen. Ik
beschik wel over de verkooptransacties van nieuwbouwwoningen naar prijsklasse, maar
dat geeft geen indicatie van het gebruik van de bestemmingscategorie sociale koop.
Het marktaandeel van goedkope koopwoningen tot 200.000 euro is tijdens de crisis opgelopen
naar circa 40 procent. Het laatste jaar is het marktaandeel afgenomen naar het pre-crisisaandeel
van rond de 20 procent2.
Vraag 5
Ziet u sociale koopwoningen als een belangrijk instrument om de betaalbaarheid op
de woningmarkt te vergroten? Zo ja, wat gaat u doen om het aantal sociale koopwoningen
te vergroten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De bestemmingscategorie sociale koop is één van de instrumenten die een gemeente kan
inzetten om te sturen op de beschikbaarheid van betaalbare woningen in de lokale woningmarkt.
Andere instrumenten zijn bijvoorbeeld de erfpachtvoorwaarden, waarbij het aantal vierkante
meters en de prijs bepaald kan worden door een gemeente. Of prestatieafspraken, waarbij
een gemeente met corporaties en huurdersorganisaties afspraken kunnen maken over de
woningtoewijzing of de verkoop van woningen aan bijvoorbeeld starters. Het is van
belang dat gemeenten actief afwegen welke wettelijke mogelijkheden voor hen passend
zijn, en daarnaast ook stevig handhaven op de naleving ervan om de toegankelijkheid
en betaalbaarheid langdurig te borgen. Zoals gezegd heb ik Platform 31 gevraagd in
beeld te brengen in hoeverre gemeenten gebruik maken van de bestemmingscategorie sociale
koop en hoe zij handhaven. Ik zal uw Kamer komend jaar informeren over de resultaten
van het onderzoek.
Vraag 6
Bent u van plan om gemeenten te ondersteunen bij het vergroten van het aantal sociale
koopwoningen? Zo ja, op welke manier gaat u dat concreet doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Via het Expertteam Woningbouw bied ik deze ondersteuning reeds aan. Dat Expertteam
biedt specifiek kennis en ervaring op tal van gebieden in het kader van de woningbouw,
zoals bouwbegeleiding, plantoetsing, gemeentelijke procedures en juridische mogelijkheden.
Gemeenten met een ondersteuningsbehoefte, ook als het gaat om sociale koop, kunnen
het Expertteam via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland benaderen.
Vraag 7
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het Wetgevingsoverleg Wonen en ruimte
op 12 november 2018?
Antwoord 7
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.