Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tielen over de rapportage ‘Eindrapportage verdeling fonds tekortgemeenten’
Vragen van het lid Tielen (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de rapportage «Eindrapportage verdeling fonds tekortgemeenten» (ingezonden 8 november 2018).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 12 november
2018).
Vraag 1
Bent u bekend met de rapportage van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
«Eindrapportage verdeling fonds tekortgemeenten»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de verdeling van de middelen van het fonds tekortgemeenten?
Antwoord 2
Aan de verdeling van de middelen van het Fonds Tekortgemeenten ligt een zorgvuldig
proces ten grondslag. Vooraf zijn criteria opgesteld welke door gemeenten op de algemene
ledenvergadering (ALV) van de VNG op 27 juni 2018 zijn geaccordeerd. De rapportage
van de Commissie Fonds Tekortgemeenten over het proces van beoordeling en de verdeling verantwoord daarnaast hoe zij te
werk zijn gegaan en welke keuzes zij gemaakt hebben.
Vraag 3
Kunt u aangeven om welke brongegevens gevraagd is bij de aanvragen, en of de door
de betreffende gemeenteraad vastgestelde begrotingen en jaarrekeningen daar onderdeel
van waren? Hoe beoordeelt u de waarde van deze democratisch vastgestelde documenten
in de beoordeling van de aanvragen?
Antwoord 3
Met een aanvraag voor het Fonds Tekortgemeenten moesten de volgende documenten worden
meegestuurd:
– Ingevuld format fonds tekortgemeenten
– Bewijs dat het college de aanvraag indient (ondertekende brief of collegebesluit)
– Jaarrekening over 2016 en 2017
– Accountantsverklaringen over 2016 en 2017
– Eventuele andere toelichting of bewijsstukken bij uw aanvraag
(bron: website VNG (hier is ook het format terug te vinden) – https://vng.nl/fonds-tekortgemeenten-jeugd-en-wmo-een-aanvraag-indienen)
Een door de gemeenteraad vastgestelde begroting hoefde niet te worden ingediend, omdat
bij de beoordeling inkomsten van gemeenten vergeleken zijn met uitgaven van gemeenten.
De door de gemeenteraad vastgestelde jaarrekeningen vormen een onderdeel van de beoordeling
van de aanvragen, maar bieden op zichzelf onvoldoende informatie om de volledige aanvraag
te kunnen toetsen. Daarom is ook gebruik gemaakt van andere informatiebronnen.
Vraag 4
Klopt het dat een goedkeurende accountantsverklaring geen absolute vereiste was voor
het toekennen van compensatie voor de gemelde tekorten? Zo ja, deelt u de mening dat
een accountantsverklaring iets zegt over de financiële situatie en daarmee het beleid
dat is gevoerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het klopt dat ook aanvragen van gemeenten zonder goedkeurende accountantsverklaring
gehonoreerd zijn. De Commissie Fonds Tekortgemeenten die de aanvragen heeft beoordeeld, heeft aan deze aanvragen bijzondere aandacht besteed
om te kunnen vaststellen of het niet hebben van een goedkeurende accountantsverklaring
ook moet leiden tot de conclusie dat de aanvraag onvoldoende betrouwbaar is. Hier
besteed de Commissie bijzondere aandacht aan in hun rapportage over de uitkomsten
van het Fonds Tekortgemeenten.
Accountantsverklaringen zeggen met name iets over de rechtmatigheid van de door gemeenten
uitgegeven budgetten. Het zegt niets over het beleid. Daar gaat het college en de
gemeenteraad over.
Vraag 5
Klopt het dat geen inhoudelijke toets is uitgevoerd op het gevoerde beleid van de
gemeente die een aanvraag heeft ingediend, omdat het gaat om een eenmalige toekenning?
Zo ja, deelt u de mening dat ook een incidenteel fonds van 200 miljoen euro inhoudelijk
moet worden getoetst? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het kabinet heeft parallel aan het IBP afspraken met gemeenten gemaakt over het inrichten
van een tijdelijke voorziening voor gemeenten die geconfronteerd worden met een stapeling
van tekorten in de uitvoering van de taken in het sociaal domein. Hiertoe heeft het
kabinet € 100 miljoen beschikbaar gesteld, en is eveneens € 100 miljoen vanuit de
algemene uitkering van het gemeentefonds vrijgemaakt.
Afgesproken is dat de VNG de uitwerking van het fonds voor haar rekening zou nemen.
Op de algemene ledenvergadering (ALV) van de VNG van 27 juni 2018 is het door de VNG
ontwikkelde voorstel voor het Fonds Tekortgemeenten goedgekeurd. Een grote meerderheid
(82%) van de gemeenten stemden hier mee in.
Gemeenten hebben er hierbij niet voor gekozen om een beleidsinhoudelijke toets uit
te voeren op de oorzaak van het tekort. Hierbij heeft de afweging meegespeeld dat
het een eenmalige toekenning betreft.
De keus om de aanvragen niet te toetsen op het door de gemeente gevoerde beleid is
door gemeenten genomen. Ik kan mij hier enerzijds in vinden. Ik zie dat hier grote
praktische ingewikkeldheden aan vast zitten. Anderzijds zie ik ook het nut om ook
het door een gemeente gevoerde beleid mee te wegen in de beoordeling van de aanvragen.
Al was het maar omdat hier kennis uit gedestilleerd kan worden waarmee verbeteringen
in de toekomst kunnen worden doorgevoerd.
Gemeenten hebben, alles overziend, om redenen van uitvoerbaarheid de afweging gemaakt
dat het niet toetsen op gemeentelijk beleid uiteindelijk de voorkeur had.
Vraag 6
Kunt u toelichten waarom is gekozen om tekorten boven het bedrag van 108,26 euro per
inwoner voor 100% te compenseren en tekorten onder dit bedrag voor 50% of niet? Deelt
u de mening dat een dergelijke staffel het aangaan van tekorten onder gemeenten aanmoedigt?
Zo nee, hoe komt het gevoel van onredelijkheid bij gemeenten die tijdig hebben ingegrepen
in hun jeugdbeleid op u over?
Antwoord 6
In de criteria die door gemeenten zijn opgesteld, is het financiële kader (€ 200 miljoen)
als uitgangspunt genomen. Er was € 200 miljoen beschikbaar voor het Fonds Tekortgemeenten.
Dit budget kon niet overschreden worden.
In de criteria is er voor gekozen om met een vaste drempel te werken (tekort van € 40
per inwoner), en vervolgens met een flexibele staffel indien het beschikbare budget
overvraagd zou worden. Hierbij is vanuit het oogpunt dat de hoogste tekorten ook het
meest urgent zijn er voor gekozen om met staffels van 50% en 100% te werken.
De € 108,26 is het resultaat van de precieze uitkomsten van de aanvragen. Dit bedrag
was niet vooraf vastgesteld.
Ik deel niet de mening dat een dergelijke staffel het aangaan van tekorten onder gemeenten
aanmoedigt. Allereerst zullen gemeenten uiteindelijk nog steeds een deel van het tekort
zelf zullen moeten opvangen (dat deel van het tekort dat onder de drempel van € 40
per inwoner valt + dat deel van het tekort waarover 50% compensatie wordt ontvangen).
Daarnaast veronderstelt dit dat gemeenten in 2016 en 2017 al zouden hebben geanticipeerd
op een Fonds Tekortgemeenten dat pas in februari 2018 is afgesproken.
Vraag 7
Kunt u toelichten waarom de gemeenten Venlo en Leeuwarden een tekort van ongeveer
200 euro per inwoner hebben en daarom met twee van de 88 gemeenten die een aanvraag
hebben ingediend, 20 miljoen euro, ongeveer 10% van het totale fonds gecompenseerd
krijgen? Wat is anders in deze gemeenten dat de tekorten substantieel groter zijn
dan bij naar inwonertal vergelijkbare gemeenten als Leiden, Westland, Emmen of Zoetermeer?
Antwoord 7
Hier is geen simpel antwoord op te geven. In de criteria van het Fonds Tekortgemeenten
wordt geen rekening gehouden met de oorzaken van de tekorten. En deze zijn dan ook
niet bekend.
Ik ben het met u eens dat er tussen ogenschijnlijk vergelijkbare gemeenten grote verschillen
optreden in de mate waarin zij met hun budgetten binnen het sociaal domein uitkomen.
In het onderzoek Jeugd, onderdeel benchmark, waar ik uw Kamer in het AO Financiën
Sociaal Domein van 3 oktober 2018 heb geïnformeerd is het mede de bedoeling om hier
meer inzicht in te verkrijgen.
Vraag 8
Deelt u de mening van wethouders in het land dat deze regeling passief beleid of slecht
gedrag beloont? Zo nee, hoe verantwoordt u dat deze regeling de moeilijke keuzes bestraft
die niet gecompenseerde gemeenten hebben gemaakt om de financiën op orde te houden?
Antwoord 8
Ik ben het er niet mee eens dat het Fonds Tekortgemeenten per definitie passief beleid
of slecht gedrag beloont. Ik ben mij er wel van bewust dat zeker niet uitgesloten
kan worden dat gemeentelijk beleid oorzaak is van tekorten.
Vraag 9
Kunt u aangeven op welke wijze hij het proces en de toekenningen zou willen verbeteren,
mocht een soortgelijke afspraak zich opnieuw voordoen?
Antwoord 9
Zoals ik eerder aan uw Kamer heb gemeld ben ik bezig met een onderzoek Jeugd. Dit
moet in het voorjaar 2019 afgerond zijn, waarna dit bestuurlijk gewogen kan worden.
Ik wil niet vooruitlopen op de uitkomsten van dit onderzoek. Dit komt de zorgvuldigheid
van het onderzoek niet te goede. Ik wil dan ook niet nu al zinspelen op een vervolg
van het Fonds Tekortgemeenten.
Vraag 10
Kunt u deze vragen vóór het Wetgevingsoverleg Jeugd en aanverwante zaken op 12 november
2018 beantwoorden?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.