Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Alkaya over het bericht dat Tanzania het investeringsverdrag met Nederland opzegt
Vragen van lid Alkaya (SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat Tanzania het investeringsverdrag met Nederland opzegt (ingezonden 12 oktober 2018).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen
12 november 2018).
Vraag 1
Kent u het bericht «Tanzania ends investment treaty with the Netherlands»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het argument dat het beschermingsmechanisme voor investeerders
(ISDS) wordt genoemd als reden om het verdrag op te zeggen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
De schriftelijke opzegging van het investeringsakkoord tussen de Republiek van Tanzania
en het Koninkrijk der Nederlanden door Tanzania is gedateerd op 26 september 2018.
Voor de opzegging is geen reden opgegeven. Evenmin is van Tanzania eerder een voornemen
tot opzegging vernomen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat een ontwikkelingsland op zijn minst moet worden uitgezonderd
van het ISDS-mechanisme op zaken van algemeen publiek belang, zoals gezondheidzorg,
milieu, infrastructuur, mensenrechten en corruptiebestrijding? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, wat gaat u daar voor conclusies aan verbinden?
Antwoord 3
Nederland hecht eraan dat de beleidsvrijheid van overheden om maatregelen in het publiek
belang, waaronder gezondheidszorg, milieu, infrastructuur, mensenrechten en corruptiebestrijding
te nemen, gegarandeerd is onder investeringsakkoorden. Die beleidsvrijheid geldt voor
ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen. In de nieuwe modeltekst investeringsakkoorden
wordt het recht om te reguleren van overheden geëxpliciteerd en de bescherming voor
investeerders verduidelijkt.
Vraag 4
Waarom stond in dit investeringsverdrag opgenomen dat er geen meer «voordelige verdragen
met andere landen» mochten worden afgesloten door Tanzania op straffe van een rechtszaak?
Hoe is dit te verenigen met haar soevereine recht haar economie te ontwikkelen door
meer investeringen aan te trekken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Een dergelijke bepaling is niet opgenomen in dit investeringsakkoord of in een ander
investeringsakkoord van het Koninkrijk der Nederlanden. Wel is er in het investeringsakkoord
een bepaling opgenomen dat Nederlandse investeerders niet gediscrimineerd mogen worden
ten opzichte van investeerders uit Tanzania of investeerders uit andere landen. Dit
is de zogenaamde «meest begunstigde clausule». Een dergelijke bepaling is gebruikelijk
in bilaterale investeringsakkoorden.
Vraag 5
Is een dergelijke clausule wel of niet aanwezig in het nieuwe modelverdrag voor bilaterale
investeringsverdragen («model-BIT»), evenals de andere zorgen en argumenten die zijn
aangedragen door Tanzania? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Een dergelijke bepaling is niet opgenomen in de nieuwe modeltekst investeringsakkoorden.
Tanzania heeft geen argumenten of zorgen aangedragen bij of voorafgaand aan de opzegging.
Vraag 6
Bent u het eens met de uitspraak dat elk investeringsverdrag dat Nederland sluit voor
beide partijen voordelig moet zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is dat in het
verdrag met Tanzania niet het geval gebleken en welke conclusies trekt u daaruit?
Antwoord 6
Nederlandse investeerders hebben met name baat bij investeringsakkoorden in landen
waar nationale wetgeving en instituties in hun ogen onvoldoende rechtszekerheid bieden,
terwijl hun investeringen in hoge mate afhankelijk zijn van overheidsoptreden. Investeringsakkoorden
leveren zo een bijdrage aan een stabiel investeringsklimaat. Het land van vestiging
profiteert hiervan doordat buitenlandse investeringen kunnen leiden tot extra werkgelegenheid
en vanwege het aantrekken van kennis en innovatie. Dit is met name van belang voor
ontwikkelingslanden, waar het binnenhalen van private investeringen onontbeerlijk
is voor het behalen van de Sustainable Development Goals (SDG’s). Tegelijkertijd is het niet aan het kabinet maar aan de regering van Tanzania
om een eigen onderhandelingsinzet te bepalen.
Tanzania lijkt investeringsakkoorden ook te beschouwen als een instrument ter verbetering
van het investeringsklimaat. Tegelijkertijd met de opzegging van het huidige investeringsakkoord
heeft Nederland immers een verzoek van Tanzania ontvangen om een modern investeringsakkoord
af te sluiten. De nieuwe modeltekst zal de Nederlandse inzet vormen in deze onderhandelingen.
Formele onderhandelingen kunnen pas van start gaan nadat autorisatie van de Europese
Commissie is ontvangen op grond van artikel 8, lid 3, van Verordening 1219/2012.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.