Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Von Martels over getroffen rozentelers door Ralstonia en crisisaanpak plantenziekten
Vragen van het lid Von Martels (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over getroffen rozentelers door Ralstonia en crisisaanpak plantenziekten (ingezonden 26 september 2018).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 7 november
2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het aan u gerichte verzoek van de acht door Ralstonia getroffen
snijrozentelers en LTO Glaskracht Nederland van 26 juli 2018?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat op basis van artikel 26 van Verordening (EU) nr. 702/2014 steun kan
worden gegeven aan getroffen snijrozentelers, zelfs als onder artikel 4 van de Plantenziektenwet
de mogelijke besmetting van rozen met Ralstonia als voorzienbaar wordt gezien?
Antwoord 2
Het oordeel van het College van Beroep voor het bedrijfsleven in de door telers aangespannen
zaken naar aanleiding van de afwijzing van nadeelcompensatie op grond van artikel
4 Plantenziektenwet (dat een mogelijke besmetting van snijrozen met Ralstonia als
voorzienbaar kan worden beschouwd), staat niet in de weg dat de overheid kan beslissen
financiële steun te verlenen op grond van artikel 26 van Verordening (EU) nr. 702/2014
aan ondernemers die verliezen hebben geleden als gevolg van bestrijdingsmaatregelen
voor plantenziekten. Zoals eerder aangegeven in de beantwoording van de vragen naar
aanleiding van het bericht «Bruinrot vastgesteld bij rozenbedrijf» (Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2017–2018, nr. 2376), zijn er voorwaarden aan deze steun verbonden. Deze steun kan alleen worden toegekend
voor plantenziekten waarvoor wettelijke, bestuursrechtelijke of administratief vastgestelde
uniale of nationale voorschriften gelden en de steun onderdeel is van een uniaal,
nationaal of regionaal openbaar programma voor preventie, beheersing of uitroeiing
van de betrokken plantenziekte.
Vraag 3
Kunt u een inschatting geven van de schade van de getroffen telers? Zo nee, bent u
bereid de schade inzichtelijk te maken?
Antwoord 3
Negen snijrozentelers en vermeerderaars van teeltmateriaal hebben in de periode 2016–2017
een verzoek tot nadeelcompensatie ingediend op grond van artikel 4 Plantenziektenwet
in verband met Ralstonia in de snijrozenteelt bij het Ministerie van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit (dan wel zijn rechtsvoorganger). In bijna alle gevallen hebben
de verzoekers een taxatierapport van de schade bijgevoegd. De schade die verzoekers
op grond van deze rapporten claimen bedroeg € 13.137.662,–. In deze groep verzoekers
zitten de snijrozentelers die via Cees advocaten N.V. om een steunregeling hebben
verzocht.
Vraag 4
Bent u bereid op korte termijn met een regeling te komen voor de door Ralstonia getroffen
rozentelers, gezien het feit dat een steunregeling volgens de Europese regelgeving
(Verordening (EU) nr. 702/2014) binnen 3 jaar na uitbraak van de plaag of ziekte moet
worden ingesteld?
Antwoord 4
In juli dit jaar hebben de getroffen snijrozentelers mij verzocht mijn eerder genomen
besluit om geen financiële steunregeling in het leven te roepen te heroverwegen. In
mijn reactie op dit verzoek heb ik aangegeven mijn besluit te zullen handhaven.
Daarbij ben ik mij er van bewust dat de gevolgen van het handhaven van mijn besluit
voor individuele ondernemers, die getroffen zijn door Ralstonia in hun rozenteelt,
helaas groot zijn.
Vraag 5, 6
Bent u ermee bekend dat de financiering van het bedrijf is opgezegd, waarvan u in
de beantwoording van de eerder gestelde vragen antwoordde dat de schade als gevolg
van de aangezegde maatregelen niet onevenredig zwaar op het bedrijf drukt?1
Bent u ermee bekend dat de vennoten van de vennootschap onder firma als gevolg van
de Ralstonia-besmetting persoonlijk met een omvangrijke schuld worden geconfronteerd?
Antwoord 5, 6
In de brief van Cees advocaten N.V. van 26 juli 2018 werd melding gemaakt van de benarde
financiële omstandigheden waarin enkele bedrijven verkeren als gevolg van het afwijzen
van nadeelcompensatie op grond van artikel 4 Plantenziektenwet en van een steunregeling.
Hoezeer ik deze ontwikkelingen voor de getroffen ondernemers betreur, het past mij
niet op individuele situaties in te gaan.
Vraag 7
Wanneer is volgens u wel sprake van een situatie dat schade als gevolg van de aangezegde
maatregelen onevenredig zwaar op getroffen bedrijven drukt?
Antwoord 7
Tot op heden is er op grond van jurisprudentie ten aanzien van artikel 4 Plantenziektenwet
één voorbeeld te noemen waarbij de schade ten gevolge van de opgelegde bestrijdingsmaatregelen
onevenredig zwaar op de getroffen bedrijven drukte. In 2009 werd Potato spindle tuber
viroid (PSTVd) aangetroffen in kuipplanten. Dit schadelijk organisme was symptoomloos
aanwezig in de planten. De opgelegde bestrijdingsmaatregelen waren mede bedoeld om
te voorkomen dat de besmetting van kuipplanen zou worden overgedragen naar andere
waardplanten, zoals tomaat en aardappel. Dit zou tot grote consequenties voor de teelt
en export van uiteenlopende producten hebben kunnen leiden. De kuipplantentelers ondervonden
nadeel van de opgelegde maatregelen in het belang van andere sectoren. Om die reden
is nadeelcompensatie op grond van artikel 4 toegekend.
Vraag 8
Welke beweegredenen hebben telers volgens u om Ralstonia te melden als zij helemaal
niet geholpen worden?
Antwoord 8
Het is de professionele verantwoordelijkheid en de wettelijke plicht van een ondernemer
in de plantaardige sector bij een (vermoeden van) een schadelijk organisme dit te
melden bij de bevoegde instantie (de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit). Het
is belangrijk een schadelijk organisme te melden omdat verdere verspreiding daarvan
ook gevolgen kan hebben voor bedrijven in de directe omgeving of zelfs kan leiden
tot gevolgen voor de hele sector.
Deze meldplicht is verankerd in artikel 3 van de Regeling bestrijding schadelijke
organismen en is gebaseerd op Europese regelgeving (artikel 15 bis uit Richtlijn 2000/29/EG).
Vraag 9
Welk risico is er voor uitbraken van Ralstonia bij andere rozentelers en acht u dit
risico dragelijk? Kan dit risico het einde betekenen van de snijrozenteelt in Nederland?
Antwoord 9
Naar aanleiding van de uitbraken van Ralstonia is de rozensector zich zeer bewust
geworden van de fytosanitaire risico’s van dit specifieke schadelijk organisme en
van schadelijke organismen in het algemeen voor de rozenteelt. Er is door de sector
een preventie aanpak ontwikkeld die de ondernemer handvatten biedt om hygiënisch te
werken op zijn bedrijf en schoon teeltmateriaal te gebruiken. Daarnaast is er een
vrijwillig kwaliteitssysteem ontwikkeld, het «Select Plant Teeltmateriaal Rosa», waarin
voorwaarden zijn opgenomen waaraan het plantmateriaal moet voldoen voordat kwekers
dit als vermeerderingsmateriaal kunnen gebruiken.
Deze aanpak moet ertoe bijdragen dat uitbraken van schadelijke organismen in de toekomst
worden voorkomen en de risico’s voor de rozensector aanzienlijk worden verkleind,
al zal het risico op een schadelijk organisme nooit volledig kunnen worden uitgebannen.
Vraag 10
Welk risico is er op nieuwe uitbraken van Ralstonia, mogelijk ook in andere teelten?
Welke potentiële financiële risico’s hangen daarmee samen?
Antwoord 10
Van het schadelijk organisme Ralstonia solanacearum is al langer bekend dat het een
brede en zich steeds meer uitbreidende reeks waardplanten (planten die gevoelig zijn
voor deze ziekte) kent. Dit blijkt onder meer uit onderzoeken die wereldwijd zijn
uitgevoerd.
In de aardappelteelt veroorzaakt Ralstonia de ziekte bruinrot. Bekende voorbeelden
van andere gewassen die gevoelig zijn voor (varianten van) Ralstonia zijn naast roos,
bijvoorbeeld tomaat, paprika, aubergine, anthurium, gerbera, curcuma en geranium.
Omdat op grond van EU-regelgeving (Richtlijn 2000/29 EG) bij het aantreffen van een
schadelijk organisme de planten die daarmee zijn besmet, vernietigd moeten worden
om verdere verspreiding van dat organisme te voorkomen, is er altijd sprake van financiële
risico’s bij het telen van deze gewassen.
Vraag 11
Is er al duidelijkheid over de bron van de besmetting?
Antwoord 11
Bij een uitbraak van Ralstonia solanacearum in snijrozen wordt bij iedere nieuwe besmetting
een traceringsonderzoek uitgevoerd om de herkomst van rozenplanten vast te stellen
om op die manier te onderzoeken wat de mogelijke bron van de aangetroffen besmetting
zou kunnen zijn geweest. Ook naar aanleiding van de meest recente besmettingen is
dergelijk onderzoek in gang gezet. Het traceringsonderzoek heeft helaas niet de bron
van de besmettingen kunnen achterhalen.
Vraag 12, 13
Hoe staat het met het onderzoek dat u bent gestart naar de ruimte binnen het kabinetsbeleid
en Europese en nationale wet- en regelgeving om tot de realisatie van een risicoafdekking
door de sector zelf bij schade als gevolg van plantenziekten te komen?
Bent u voornemens om evenals uw voorganger, zoals bleek uit de beantwoording van eerdere
schriftelijke vragen, de tuinbouw te ondersteunen bij het komen tot risicoafdekking?
Zou dit opgezet kunnen worden in vergelijking met het Diergezondheidsfonds?2
Antwoord 12, 13
Zoals ik in eerdere beantwoording van vragen (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2017–2018, nr. 2376) heb aangegeven, ben ik bereid de plantaardige sector waar mogelijk te faciliteren
in een door de sector zelf in te richten en te financieren fonds of andere vorm van
risicoafdekking. Het is aan de plantaardige sector te bepalen hoe de risicoafdekking
vorm krijgt. Zoals in overleg met vertegenwoordigers van de plantaardige sector is
aangegeven zal er echter vanuit het ministerie geen financiering beschikbaar worden
gesteld.
In het licht van het bovenstaande loopt er op dit moment onderzoek naar de ruimte
binnen het kabinetsbeleid, en met name naar de ruimte binnen Europese en nationale wet- en regelgeving, om de sector de mogelijkheden te bieden zelf een risicoafdekking
te realiseren voor schade als gevolg van plantenziekten.
Het idee is om samen met de sector in Brussel het gesprek over de mogelijkheden te
gaan voeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.