Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over de deal met Shell en Exxon
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de deal met Shell en Exxon (ingezonden 1 oktober 2018).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 7 november
2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de (openbare) technische briefing op woensdag 26 september
2018 die door uw departement werd verzorgd over de deal met Shell en Exxon?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat ambtenaren stelden dat het een reële dreiging of mogelijkheid
zou zijn dat Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) in de toekomst niet meer aan
haar verplichtingen zou kunnen voldoen?
Antwoord 2
Tijdens de technische briefing is door het lid Nijboer de vraag gesteld of het een
reëel risico was dat NAM in de toekomst niet meer aan haar verplichtingen zou kunnen
voldoen. Mijn ambtenaren hebben vervolgens aangegeven dat er een risico bestaat. Ik
deel dit beeld. Door de afname van de winning van het Groningengas dalen de inkomsten
van NAM en door de aardbevingen zijn de kosten sterk toegenomen. Dit heeft bedrijfseconomische
gevolgen voor NAM. In combinatie met onzekerheid over de toekomstige aardbevingskosten
is het niet uitgesloten dat NAM op een gegeven moment niet meer aan haar verplichtingen
voor schade en versterken kan voldoen. Zoals aangegeven in mijn brief van 25 juni
jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 493) is in het Akkoord op Hoofdlijnen overeengekomen dat Shell en ExxonMobil garanties
afgeven voor het geval dat NAM niet meer aan deze verplichtingen kan voldoen.
Vraag 3, 4, 5
Hoe verhoudt deze taxatie zich tot de uitgebreide verklaringen in de Kamer van met
name de president-directeur van Shell tijdens de hoorzitting naar aanleiding van de
intrekking van de zogenaamde 401-verklaring?
Deelt u de mening dat Shell keer op keer, zowel in als buiten de Kamer, heeft verklaard
garant te staan voor de NAM zodat de huidige en toekomstige schades, versterking en
alle privaatrechtelijke verantwoordelijkheden nagekomen zouden worden?
Hoe is het mogelijk dat tijdens de onderhandelingen over de deal dit aspect toch als
serieuze mogelijkheid werd meegenomen door uw departement? Heeft dit risico op enigerlei
wijze een rol gespeeld in de onderhandelingen?
Antwoord 3, 4, 5
Het Akkoord op Hoofdlijnen is een tripartiete overeenkomst tussen de Staat, Shell
en ExxonMobil. Deze overeenkomst zorgt ervoor dat Shell en ExxonMobil als achterliggende
aandeelhouders hun verantwoordelijkheid blijven nemen voor de gevolgen van de gaswinning.
Hierbij is voor het kabinet van belang dat zo geborgd is dat NAM altijd kan blijven
betalen voor schade en versterken. In het Akkoord op Hoofdlijnen is daarom opgenomen
dat Shell en ExxonMobil toezien op de financiële robuustheid van NAM en hebben Shell
en ExxonMobil garanties afgegeven voor de situatie dat NAM onverhoopt niet aan haar
verplichtingen voor schade en versterken kan voldoen. Met het Akkoord op Hoofdlijnen
en met de uitwerking van de garanties in aparte overeenkomsten (zie mijn brief van
1 oktober jl., Kamerstuk 33 529, nr. 525) zijn de garanties juridisch bindend en zijn heldere afspraken gemaakt over de vorm
van de garanties.
Het klopt dat Shell in het publieke debat heeft aangegeven garant te staan voor NAM.
Shell heeft echter in het publiek geen uitlatingen gedaan onder welke specifieke financiële
en juridische voorwaarden zij bereid zouden zijn om garant te staan. Deze punten zijn
uitgebreid onderwerp geweest van de onderhandelingen met Shell en ExxonMobil.
In de onderhandelingen ging het ook over meer dan alleen het verkrijgen van afdwingbare
garanties voor schade en versterken. De nieuwe afspraken staan in het teken van verantwoorde
afbouw van de gaswinning met het oog op het verbeteren van de veiligheid, rekening
houdend met zowel de veiligheid van omwonenden van het Groningenveld als de veiligheidsrisico’s
en het maatschappelijk belang van de levering van gas. In dit verband zijn afspraken
gemaakt over het verplicht voortzetten door NAM van de winning van Groningengas en
de voorwaarden waaronder NAM in staat is om de winning voort te zetten om te komen
tot een verantwoorde insluiting van het veld. Deze elementen gezamenlijk hebben geleid
tot het totaalpakket aan afspraken uit het Akkoord op Hoofdlijnen.
Vraag 6, 7
Wilt u ingaan op de berekeningen in de rubriek «Bartjens» in het Financiële Dagblad
van 25 april 2018? Hoe verhoudt de geboden compensatie van enkele miljarden zich tot
de inschatting van Bartjens op basis van de balans van Shell dat als er geen druppel
gas meer werd gewonnen slechts 1,4 miljard afgeboekt hoefde te worden?
Hoe verhoudt zich dat ertoe dat de winning nog tot 2030 doorgaat, de operationele
kosten daarvan nog afgetrokken moeten worden en de netto betaling van Shell en Exxon
aan het toekomstfonds geen 500 miljoen euro maar slechts 135 miljoen euro bedraagt?
Antwoord 6, 7
De aanpassing van de financiële afdrachten is geen compensatie voor de waarde die
Shell toekent aan de waarde van NAM, maar is onderdeel van een gebalanceerd pakket
aan afspraken die volgens het kabinet noodzakelijk zijn voor een verantwoorde afbouw
van de gaswinning. Zonder aanpassing van de financiële afspraken had de Staat hogere
afdrachten op het Groningengas ontvangen dan de winst die NAM op het Groningengas
maakt. Met de aanpassing van de financiële afdrachten is voorkomen dat NAM een nettoverlies
had geleden, waarmee de energievoorziening in Nederland en een verantwoorde afbouw
van de gaswinning in het gedrang hadden kunnen komen. Zie ook mijn brief van 3 juli
jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 499).
In de rubriek van Bartjens wordt verwezen naar cijfers uit het jaarverslag van Shell
over de niet ontwikkelde gasreserves in Europa. Ik herken deze hoeveelheden niet.
De in het artikel genoemde hoeveelheid van 1605 miljard kubieke voet gas voor 2015
komt overeen met ongeveer 50 miljard m3. Voor ultimo 2017 wordt in het artikel een hoeveelheid aangegeven van 70 miljard
kubieke voet, hetgeen overeenkomt met ongeveer 2 miljard m3. Zoals ook gemeld in mijn brief van 25 juni jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 493) wordt er echter circa 450 miljard m3Groningengas niet gewonnen. Ten aanzien van de genoemde 1,4 miljard euro plaatst Shell
in haar verslag op pagina 189 de kanttekening dat geen conclusies kunnen worden verbonden
aan deze opgestelde berekening voor de Amerikaanse beurstoezichthouder SEC.
Vraag 8
Bent u inmiddels ook tot het inzicht gekomen dat u deze deal beter nooit had kunnen
sluiten?
Antwoord 8
Nee.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.