Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raan over het bericht dat VNO-NCW is aangesloten bij een machtige lobbygroep die het verhogen van de Europese klimaatambitie actief tegenwerkt
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Buitenlandse Zaken over het bericht dat VNO-NCW is aangesloten bij een machtige lobbygroep die het verhogen van de Europese klimaatambitie actief tegenwerkt (ingezonden 24 september 2018).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Ministers
            van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen
            7 november 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 395.
         
Vraag 1
            
Kent u het bericht «Strategie bedrijven tegen klimaatactie onthuld»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Kunt u bevestigen dat de Nederlandse werkgeversorganisatie VNO-NCW is aangesloten
               bij de invloedrijke lobbygroep Business Europe?2
Antwoord 2
            
Ja, VNO-NCW is net als 39 andere ondernemersorganisaties uit de Europese landen lid
               van Business Europe.
            
Vraag 3, 4
            
Kent u de recent uitgelekte notitie van Business Europe waarin hun lobbystrategie
               uit de doeken wordt gedaan om een verhoging van de Europese klimaatambitie tegen te
               werken?3
Erkent u dat het tegenwerken van een verhoogde Europese klimaatambitie (van 40% naar
               45% CO2-reductie in 2030) haaks staat op het in het regeerakkoord benoemde voornemen om op
               Europees niveau het voortouw te nemen het CO2-reductiedoel op 55% in 2030 te krijgen?4 Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 3, 4
            
Ik ben bekend met de notitie waarin Business Europe een standpunt inneemt ten aanzien
               van de verhoging van de Europese klimaatambitie. Het is van groot belang dat de klimaatambities
               en bijbehorende nationale en Europese doelstellingen breed worden gedragen door de
               samenleving. De doelstelling kan immers alleen succesvol worden gerealiseerd als bedrijfsleven,
               overheden en maatschappelijke organisaties hier gezamenlijk de schouders onder zetten.
               In Nederland werkt het kabinet met vele partijen, waaronder VNO-NCW, constructief
               samen om invulling te geven aan 49% broeikasgasreductie in 2030.
            
Vraag 5
            
Wat is uw inzet tot nu toe geweest om het in het regeerakkoord genoemde pleidooi voor
               55% CO2-reductie in 2030 in de praktijk te brengen?
            
Antwoord 5
            
Zoals aangegeven in het regeerakkoord, wil dit kabinet in de EU het voortouw nemen
               om het reductiedoel voor 2030 te verhogen van 40% naar 55% ten opzichte van 1990.
               Besluitvorming over deze verhoging moet plaatsvinden op basis van unanimiteit. Dit
               betekent dat we uiteindelijk het gesprek met alle lidstaten aangaan. Insteek daarbij
               is om uiterlijk in 2020 – als onderdeel van de mondiale ambitiecyclus – te komen tot
               een meer ambitieuze bijdrage vanuit de EU aan de doelen van het Akkoord van Parijs.
            
De klimaatonderhandelingen die eind dit jaar in Polen plaatsvinden zijn een eerste
               stap in dit traject. De faciliterende dialoog die daar zal plaatsvinden (Talanoa-dialoog)
               is het eerste formele moment om naar de collectieve inzet en die van de EU te kijken.
            
In 2019 wil ik op basis van het voorstel van de Europese Commissie voor een langetermijnstrategie
               voor Klimaat een discussie starten over het broeikasgasreductiedoel voor 2030. In
               mijn streven voor het ophogen van de EU klimaatambities werk ik nauw samen met Frankrijk,
               Zweden, Finland, Spanje, Portugal en Luxemburg. Nederland wil deze coalitie uitbreiden
               en zet zich hiervoor in.
            
Vraag 6
            
Erkent u dat het blokkeren van een verhoging van de Europese klimaatambitie vervolgens
               door diezelfde tegenkrachten van ambitieus klimaatbeleid gebruikt kan worden als argument
               om hier in Nederland op de rem te trappen bij het tot stand brengen van Nederlands
               klimaatbeleid? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 6
            
Ja. Voor internationaal concurrerende bedrijven zijn de concurrentieverhoudingen met
               bedrijven in andere lidstaten van belang. Zij zijn daarom gebaat bij een gedeelde
               Europese ambitie en een gelijk speelveld. Een gedeelde Europese ambitie die in lijn
               is met het akkoord van Parijs draagt ook bij aan effectief klimaatbeleid. Daarom zet
               het kabinet zich in voor 55% broeikasgasreductie in 2030. We werken hierin nauw samen
               met andere lidstaten die zich hier ook voor willen inzetten. Zoals ook bij het antwoord
               op de vragen 3 en 4 vermeld, werkt het kabinet in Nederland met vele partijen constructief
               samen om invulling te geven aan 49% broeikasgasreductie in 2030.
            
Vraag 7
            
Wat is uw boodschap aan de Europese Unie met betrekking tot de door Business Europe
               gebezigde strategie om de Europese klimaatambitie niet eens naar 45% te tillen? Deelt
               u de mening dat het juist nu belangrijk is om publiekelijk afstand te nemen van deze
               doelstelling van Business Europe? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 7
            
De Nederlandse klimaatboodschap aan de Europese Unie is helder: verhoog het 2030-broeikasgasreductiedoel
               naar 55%.
            
Vraag 8
            
Hoe beoordeelt u de woordkeuze van Business Europe zoals het gebruik maken van de
               «gebruikelijke argumenten» om het proces tegen te werken en «het belang van extra
               ambitie te minimaliseren»?5
Antwoord 8
            
De woordkeuze past niet bij de ambities van het Nederlandse kabinet. Zowel in Nederland
               als in Europa streeft dit kabinet naar een ambitieus klimaatbeleid.
            
Vraag 9
            
Is het waar dat Unilever in 2014 uit deze klimaatonvriendelijke lobbygroep is gestapt
               omdat het zelf voorstander is van strenger klimaatbeleid? Zo nee, hoe zit het dan?
            
Antwoord 9
            
Unilever is een bedrijf dat eigenstandig haar afwegingen maakt om al of niet lid te
               zijn van een belangenorganisatie. Ik verwijs u voor de beantwoording van deze vraag
               dus ook naar Unilever zelf.
            
Vraag 10
            
Kunt u uitsluiten dat VNO-NCW bij de totstandkoming van de hoofdlijnen van het voorlopige
               Nederlandse Klimaatakkoord gehandeld heeft in lijn met de recent uitgelekte notitie
               van Business Europe? Zo nee, bent u bereid de specifieke inbreng van VNO-NCW na te
               gaan? Zo ja, kunt u dat toelichten?
            
Antwoord 10
            
VNO-NCW is een constructief lid aan de klimaattafels. Zoals aangegeven in de kabinetsappreciatie
               vraagt het kabinet alle partijen aan de tafels in de tweede ronde om tot een akkoord
               te komen om nadrukkelijker in beeld te brengen welke aanvullende maatregelen nog mogelijk
               zijn. Dit geldt dus ook voor VNO-NCW. De aanvullende maatregelen zijn van belang zodat
               we goed zijn voorbereid als de Europese doelstelling wordt aangescherpt. Omdat de
               uitkomst van de internationale gesprekken in 2019 nog niet vaststaat, kan de uiteindelijke
               doelstelling voor 2030 afwijken van de 49% waar het kabinet nu van uit gaat.
            
Vraag 11, 12
            
Bent u bereid om de onderhandelaars van het Klimaatakkoord te waarschuwen voor dergelijke
               tegenkrachten door hen te wijzen op het specifieke voorbeeld van de genoemde lobbystrategie
               van Business Europe? Zo nee, waarom niet?
            
Bent u bereid om ook alle overheidsvertegenwoordigers die in contact staan met VNO-NCW
               te wijzen op dergelijke tegenkrachten? Zo nee, waarom mag overheidspersoneel niet
               worden geïnformeerd over strategieën die niet alleen haaks staan op ambitieus klimaatbeleid,
               maar zelfs de bescheiden klimaatambitie in het regeerakkoord ondermijnen?
            
Antwoord 11, 12
            
Zowel overheidsvertegenwoordigers die in contact staan met VNO-NCW als de partijen
               aan de Industrietafel zijn zich bewust van de internationale context waarbinnen de
               industrie opereert. Over tal van onderwerpen op nationaal en internationaal niveau
               wordt een lobby gevoerd door diverse maatschappelijke- en belangenorganisaties om invloed uit te oefenen op beleidsvorming.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat - 
              
                  Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking - 
              
                  Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.