Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hermans over het fors toenemend aantal ZZP’ers in de zorg
Vragen van de leden Hermans, ArnoRutte en De Lange (allen VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het fors toenemend aantal ZZP’ers in de zorg (ingezonden 26 oktober 2018).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 6 november
            2018).
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Aantal ZZP’ers in de zorg neemt sterk toe»?1
Antwoord 1
            
Ja
Vraag 2
            
Hoe duidt u deze ontwikkeling in het licht van het grote arbeidsmarktvraagstuk in
               de zorg?
            
Antwoord 2
            
Het is lastig voor veel zorgorganisaties om voldoende zorgpersoneel te krijgen. Bemiddelingsbureaus
               spelen hier op in. Dat geldt overigens niet alleen voor de zorg, maar speelt in tijden
               van hoogconjunctuur economiebreed. Wat ik daarbij van belang vind, is:
            
1. Dat de medewerkers precies weten waar ze aan beginnen als zij ZZP-er worden. Zij moeten
                     zich dus bewust zijn van de risico’s en daar een goede afweging in kunnen maken. Een
                     bewuste en goed geïnformeerde keuze noem ik dat.
                  
2. Dat een ZZP’er ook echt een ZZP’er is. Men moet dus gewoon voldoen aan de eisen die
                     de wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) stelt. En we willen schijnconstructies
                     voorkomen. Dus ook de werkgever moet precies weten waar hij aan begint.
                  
3. Dat werkgevers zo snel mogelijk werk maken van goed werkgeverschap. Door een gezonde
                     werkomgeving, aantrekkelijke werk, voldoende uitdaging en autonomie. Om te voorkomen
                     dat medewerkers zich gedwongen voelen om als ZZP’er aan de slag te gaan.
                  
Vraag 3
            
Zijn er nog andere redenen bekend naast werkdruk, administratieve lasten en omstandigheden
               binnen de organisatie, waarom mensen kiezen zelfstandige zonder personeel (zzp’er
               te worden? Welke redenen zijn in welke sector de belangrijkste?
            
Antwoord 3
            
De keuze om al dan niet ZZP’er te willen worden vergt voor iedereen een eigen afweging,
               waarbij allerlei factoren een rol kunnen spelen. Ik heb geen uitputtend overzicht
               van de redenen per sector. Voor wat betreft ZZP’ers in de zorg: naast de in de vraag
               genoemde redenen wordt door hen ook wel aangegeven dat autonomie en vrijheid in het
               bepalen van werktijden van belang zijn. In sommige gevallen speelt ook het benutten
               van fiscale faciliteiten of de hoogte van de vergoeding een rol. Overigens is het
               uurtarief van een ZZP’er niet zo maar te vergelijken met een netto of bruto uurtarief
               van een medewerker. Een ZZP’er is zelf verantwoordelijk voor afdracht pensioenpremie,
               premie voor
            
arbeidsongeschiktheidsverzekering etc. ZZP’ers krijgen bij ziekte en vakantie niet
               doorbetaald. Een ZZP’er moet dat allemaal betalen uit het uurtarief voor de uren die
               hij daadwerkelijk werkt. Per definitie moet het uurtarief van een ZZP-er dus hoger
               liggen dan het brutoloon van een werknemer. Een medewerker moet derhalve goed nadenken
               over de consequenties op de korte en langere termijn.
            
Vraag 4
            
Welke administratieve lasten worden met name bedoeld om de overstap naar het zzp-schap
               te maken? Waarom gelden bepaalde administratieve handelingen wel voor mensen die vast
               in dienst zijn en niet voor mensen die als zzp’er in de zorg werken?
            
Antwoord 4
            
Op niveau van de wet is er geen verschil tussen administratieve lasten die gelden
               voor mensen die vast in dienst zijn en zzp’ers. Op aanvullende administratieve lasten
               die gelden vanuit de verschillende zorginstellingen heb ik geen zicht.
            
Vraag 5
            
Deelt u het uitgangspunt dat voor mensen die afhankelijk zijn van zorg, of dat nu
               in de GGZ, de gehandicaptenzorg of de ouderenzorg is, het niet mag uitmaken of zij
               zorg krijgen van iemand die in dienst is bij de zorgorganisatie of een zelfstandige?
               Hoe wordt de kwaliteit van zorg gegarandeerd, ongeacht het dienstverband?
            
Antwoord 5
            
Op grond van de Wet kwaliteit klachten geschillen zorg (Wkkgz) dienen zorgaanbieders
               goede zorg te leveren. Goede zorg is zorg van goede kwaliteit en van goed niveau.
               De wettelijke verplichting zorg van goede kwaliteit te leveren geldt evenzeer voor
               ZZP’ers als voor zorginstellingen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt
               toezicht op de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van de zorg en maakt daarbij
               geen onderscheid naar de aard van het dienstverband.
            
Daarnaast is de Wet op de Beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) bedoeld
               om de kwaliteit van de beroepsuitoefening in de individuele gezondheidszorg te bevorderen
               en te bewaken en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen
               door beroepsbeoefenaren. De bepalingen in de Wet BIG over zaken als titelbescherming,
               registratie, herregistratie, voorbehouden handelingen en tuchtrecht gelden voor alle
               BIG-geregistreerden, ongeacht of ze in loondienst zijn of als ZZP’er werken.
            
Vraag 6
            
Deelt u de mening dat juist voor bijvoorbeeld mensen met dementie of mensen met een
               handicap iedere dag hetzelfde gezicht een belangrijke bijdrage kan leveren aan de
               ervaren kwaliteit van de zorg? Zo ja, op welke wijze kan dit worden geborgd met de
               inzet van vele zzp’ers?
            
Antwoord 6
            
Met u ben ik van mening dat in bepaalde deelsectoren van de zorg het aantal gezichten
               van zorgverleners bijdraagt aan de ervaren kwaliteit van de zorg. Daar is echter geen
               eensluidende conclusie aan te verbinden over de wenselijkheid van de inzet van ZZP’ers.
               In de palliatief terminale zorg is namelijk de conclusie dat juist door de inzet van
               ZZP’ers het aantal gezichten voor de patiënt beperkt kan blijven.
            
Vraag 7
            
Deelt u de mening dat de inzet van vele zzp’ers in één team kan leiden tot mindere
               kwaliteit van zorg en afnemende patiëntveiligheid, omdat de teamleden onvoldoende
               op elkaar zijn ingespeeld of zzp’ers ervoor kiezen meerdere diensten achter elkaar
               te draaien? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 7
            
Een dergelijke conclusie is niet zonder meer te trekken zonder de specifieke aspecten
               van de individuele casus te kennen. Het is in zijn algemeen belangrijk dat teamleden
               goed op elkaar zijn ingespeeld.
            
Vraag 8 en 9
            
Bent u al in gesprek met de diverse zorgsectoren om scenario’s te ontwikkelen hoe
               met de groei van het aantal zzp’ers wordt omgegaan en wat voor consequenties dit heeft
               op de continuïteit van de zorg en de werkdruk voor het vaste personeel. Zo ja, kunt
               u inzicht geven in de resultaten en oplossingsrichtingen. Zo nee, waarom niet en gaat
               u dit alsnog doen?
            
Wat doet u om ervoor te zorgen dat personeel in loondienst bij zorginstellingen niet
               onder de werkdruk bezwijkt nu het aantal onprettige diensten en onderbezetting verder
               toenemen?
            
Antwoord 8 en 9
            
Via het actieprogramma Werken in de Zorg zijn we met alle zorgsectoren in overleg
               om het tekort aan medewerkers in de sector zorg en welzijn terug te dringen. De groei
               van het aantal ZZP’ers en de werkdruk zijn daarbij enkele van de vele onderwerpen
               waaraan aandacht wordt besteed.
            
Het zwaartepunt van de aanpak van het actieprogramma ligt in de regio's met de regionale
               actieplannen aanpak tekorten (RAAT). Via de RAAT worden ambities neergezet en concrete
               acties afgesproken zodat samenwerkende zorginstellingen in de regio aantrekkelijke
               werkgevers kunnen zijn. We ondersteunen de regionale aanpak met een actie-leer-netwerk
               waarin goede voorbeelden podium wordt gegeven en knelpunten worden aangepakt.
            
Vraag 10
            
Wat zijn redenen voor mensen die werken in de zorg om juist niet als zelfstandige
               verder te gaan?
            
Antwoord 10
            
Er is mij geen onderzoek bekend waarin de vraag aan de orde is gekomen waarom medewerkers
               in de zorg besluiten niet langer als zelfstandige verder te gaan. Anders dan de te
               maken persoonlijke afweging zoals beschreven bij het antwoord op vraag 3 heb ik hierover
               geen inzicht.
            
Vraag 11 en 12
            
Wat gaat u eraan doen om de uitstroom van verpleegkundigen en de overstap naar het
               zzp-schap een halt toe te roepen?
            
Klopt de bewering dat het de zzp-vertegenwoordigers niet lukt om met werkgevers in
               de zorg in gesprek te komen over de problemen die mensen die besluiten zelfstandig
               door te gaan ervaren? Zo ja, bent u bereid de werkgevers daarop aan te spreken? Zo
               nee, wat voor gesprekken worden hierover gevoerd?
            
Antwoord 11 en 12
            
Zie hiervoor het antwoord op vraag 8.
Vraag 13
            
Kunt u in dit kader een stand van zaken geven van de uitvoering van het programma
               Ontregel de zorg?
            
Antwoord 13
            
Eind mei lanceerden mijn collega’s en ik samen met alle betrokken organisaties het
               programma (Ont)Regel de Zorg, dat als doel heeft om de ervaren regeldruk in de zorg
               merkbaar terug te dringen. Dat is een ambitieus en concreet programma, waarin zo’n
               160 maatregelen beschreven staan die aan dat doel moeten bijdragen, door knelpunten
               weg te nemen die zorgprofessionals en patiënten dagelijks ervaren. Een substantiële
               vermindering van de regeldruk is essentieel voor het oplossen van de arbeidsmarktproblematiek,
               het terugdringen van wachtlijsten en het vergroten van het werkplezier van zorgprofessionals.
            
Het programma is momenteel volop in uitvoering. De eerste resultaten zijn al zichtbaar:
               voor huisartsen is er een vereenvoudigd formulier voor het vergoeden van zorg aan
               onverzekerden. Het invullen van dit formulier kostte de huisarts veel tijd. En voor
               de wijkverpleegkundigen bevat het programma een actie om het niet meer standaard afvinken
               van een risicosignaleringslijst uit de praktijk te bannen. Ook dat heeft een groot
               bereik onder wijkverpleegkundigen. Om het effect van de maatregelen te monitoren,
               wordt gebruik gemaakt een merkbaarheidsscan per sector. Met de merkbaarheidsscan wordt
               de ervaren regeldruk zowel met een door zorgverleners gegeven rapportcijfer als in
               tijdsbesteding per maatregel uitgedrukt. De eerste 0-meting van de merkbaarheidsscan
               vindt begin 2019 plaats.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.