Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van het lid Nijboer ter vervanging van nr. 11 over verlaging overdrachtsbelasting
35 026 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019)
Nr. 17 AMENDEMENT VAN HET LID NIJBOER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 111
Ontvangen 31 oktober 2018
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel XXIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XXIIIA
Artikel 14 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting voor de verkrijging van een
woning en van rechten waaraan deze is onderworpen:
a. nihil, indien iedere verkrijger nooit eerder een woning en rechten waaraan deze is
onderworpen verkreeg en een natuurlijk persoon is;
b. 10 percent, indien de verkrijger, dan wel één van de verkrijgers, twee of meer woningen,
heeft op het moment van de verkrijging;
c. 2 percent, anders dan bedoeld in de onderdelen a en b.
2. Er worden drie leden toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting 10 percent voor de verkrijging
van aandelen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, voor zover deze aandelen
middellijk of onmiddellijk woningen vertegenwoordigen.
4. De verkrijging van rechten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, wordt
voor de toepassing van dit artikel aangemerkt als de verkrijging van een woning, voor
zover deze rechten appartementsrechten zijn waarbij ingevolge de splitsingsakte de
appartementen een woonbestemming hebben.
5. De belasting voor de verkrijging van aanhorigheden die tot een woning behoren of
gaan behoren is gelijk aan de belasting die is geheven over die woning.
Toelichting
Algemeen deel
Iedereen moet zeker kunnen zijn van een goede woning. Maar dat grondrecht staat onder
druk. Er zijn te weinig sociale huurwoningen en vrije sector huurwoningen zijn dikwijls
te duur. Starters hebben het moeilijk om een huis te kopen. Beleggers kopen in de
grote steden inmiddels één op de vijf huizen op en in de rest van Nederland één op
de tien. Dit amendement zorgt ervoor dat starters een overdrachtsbelastingtarief van
0 percent gaan betalen. Beleggers gaan juist 10 percent overdrachtsbelasting betalen.
Zo verkrijgen starters een voordeel ten opzichte van beleggers en in mindere mate
ten opzichte van doorstromers. Zo beoogt de initiatiefnemer de kansen van starters
te vergroten.
Artikelsgewijs
Onderdeel 1 (artikel 14, tweede lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer)
Artikel 14, tweede lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR) regelt de
differentiatie van het overdrachtsbelastingstarief voor de verkrijging van woningen
en van rechten waaraan deze zijn onderworpen. In het voorgestelde tweede lid wordt
een differentiatie gemaakt tussen verkrijgers die nooit eerder een woning hebben verkregen
(«starters»), verkrijgers van een woning die reeds twee of meer woningen in eigendom
hebben en overige verkrijgers van woningen. Het toe te passen tarief voor het verkrijgen
van de woning en van rechten waaraan deze zijn onderworpen, wordt afhankelijk gesteld
van de vraag of de verkrijger op het moment van de verkrijging van een woning reeds
eerder een woning in eigendom heeft verkregen of al twee of meer woningen in eigendom
heeft.
Op basis van het voorgestelde artikel 14, tweede lid, onderdeel a, van de WBR geldt
het tarief van nihil voor de verkrijging door een natuurlijk persoon die voor het
eerst een woning verkrijgt (en een recht waaraan deze is onderworpen). Een natuurlijk
persoon die de eigendom van een woning verkrijgt en reeds op een eerder moment een
woning (mede) eigendom heeft verkregen, komt niet in aanmerking voor het tarief van
nihil. Indien een woning wordt verkregen door twee of meer verkrijgers, dan dient
deze bepaling bij iedere verkrijger te worden getoetst. Dit betekent dat als een of
meer van de verkrijgers eerder een woning in eigendom heeft verkregen, ten aanzien
van geen van de verkrijgers het tarief van nihil kan worden toegepast. Het tarief
van nihil geldt ook voor de verkrijging van rechten van lidmaatschap van verenigingen
of coöperaties als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de WBR (zoals
een lidmaatschapsrecht van een coöperatieve flatvereniging). Dat volgt uit hier voorgestelde
vierde lid.
Op basis van artikel 14, tweede lid, onderdeel b, van de WBR geldt het tarief van
10 percent voor de verkrijging van een woning (en van rechten waaraan deze is onderworpen),
in het geval de verkrijger op het tijdstip van de verkrijging reeds (mede) de eigendom
heeft van twee of meer woningen. In dat geval bedraagt het percentage voor de overdrachtsbelasting
10 percent. Indien een woning wordt verkregen door twee of meer verkrijgers, dan dient
deze bepaling bij iedere verkrijger te worden getoetst. Dit betekent dat als een van
de verkrijgers de (mede)eigendom heeft van twee of meer woning of rechten waaraan
deze zijn onderworpen, iedere verkrijger van de woning het 10 percent tarief voor
zijn aandeel in de verkrijging dient toe te passen. Het tarief van 10 percent geldt
ook voor de verkrijging van rechten van lidmaatschap van verenigingen of coöperaties
als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de WBR. Voor deze verkrijgingen geldt in
dit geval het tarief van 10 percent, voor zover deze rechten middellijk of onmiddellijk
woningen vertegenwoordigen en de verkrijger reeds de eigendom heeft, dan wel mede
de eigendom heeft, over twee of meer woningen en van rechten waaraan deze zijn onderworpen.
Dat volgt uit het hier voorgestelde vierde lid.
Op basis van artikel 14, tweede lid, onderdeel c, van de WBR geldt een tarief van
2 percent voor verkrijgingen van woningen en van rechten waaraan deze zijn onderworpen,
die niet onder het voorgestelde artikel 14, tweede lid, onderdelen a en b, van de
WBR vallen. Dit bestrijkt onder meer het geval waarin de verkrijger een woning verkrijgt,
en reeds (mede) de eigendom heeft van één woning. Het tarief van 2 percent overdrachtsbelasting
geldt dan ook voor de tweede woning. Het tarief van 2 percent geldt ook voor de verkrijging
van rechten van lidmaatschap van verenigingen of coöperaties als bedoeld in artikel 4,
eerste lid, van de WBR. Dat volgt uit het voorgestelde vierde lid. Voor deze verkrijgingen
geldt het tarief van 2 percent, voor zover deze rechten middellijk of onmiddellijk
woningen vertegenwoordigen en de verkrijger reeds de eigendom heeft, dan wel mede
de eigendom heeft, van niet meer dan één woning en van rechten waaraan deze zijn onderworpen.
Onderdeel 2 (artikel 14, derde en vierde lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer)
Het voorgestelde derde lid regelt dat voor de verkrijging van aandelen in rechtspersonen
als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de WBR, het tarief van 10 percent geldt,
voor zover deze aandelen en rechten middellijk of onmiddellijk woningen vertegenwoordigen.
Het voorgestelde vierde lid regelt dat de tariefdifferentiatie ook geldt ook voor
de verkrijging van rechten van lidmaatschap van verenigingen of coöperaties als bedoeld
in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de WBR (zoals een lidmaatschapsrecht van
een coöperatieve flatvereniging).
Het voorgestelde vijfde lid regelt dat voor de toepassing van het tarief aanhorigheden
gelijk worden gesteld met woningen. Voor de verkrijging van een aanhorigheid die tegelijkertijd
met de woning wordt verkregen kan dan hetzelfde tarief worden toegepast. Ook kan hetzelfde
tarief worden toegepast als bij de woning aanhorigheden worden aangekocht, zoals garages,
schuren, serres, aan- en uitbouwen, tuinhekken en dergelijke die zich bevinden op
hetzelfde perceel als de woning en tot de woning gaan behoren. In dat geval wordt
hetzelfde percent aan belasting gerekend als van toepassing was op de verkrijging
van de woning. De starter die tegen een percent van nihil overdrachtsbelasting betaalde
voor de koop van zijn eerste woning, betaalt derhalve ook nihil overdrachtsbelasting
voor een parkeerplek die tot zijn woning gaat behoren. Daarentegen betaalt degene
die 10 percent overdrachtsbelasting betaalde voor de koop van zijn derde woning, ook
10 percent overdrachtsbelasting voor een parkeerplek die tot zijn derde woning gaat
behoren.
Budgettair
De kosten van het verlagen van de overdrachtsbelasting voor starters zijn door het
CPB geraamd op circa 400 miljoen jaarlijks structureel. De opbrengst voor het invoeren
van een overdrachtsbelastingtarief van 10 percent voor woningen in box 3 is geraamd
op circa € 160 miljoen. Dit amendement leidt tot een budgettair tekort van jaarlijks
€ 240 miljoen waarvoor aanvullende dekking wordt gezocht via het amendement van het
lid Nijboer bij het wetsvoorstel Wet bedrijfsleven 2019 (Kamerstukken II 2018/19,
35 028) dat de verhoging van het hoge tarief van 25 percent (tweede schijf) (2019) in de
vennootschapsbelasting structureel met circa 0,35 percent regelt.
Nijboer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. Nijboer, Tweede Kamerlid