Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over Italië en de Euro
Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Minister-President en de Minister van Financien over Italië en de euro (ingezonden 29 oktober 2018).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Minister-President (ontvangen
            1 november 2018).
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het feit dat de Italiaanse lange rente nu meer dan 3% hoger
               is dan de Duitse lange rente?
            
Antwoord 1
            
Ja. Op het moment van schrijven van dit antwoord ligt het verschil tussen de rente
               op de 10-jaarse Italiaanse en Duitse staatsobligaties boven de 3%.
            
Vraag 2
            
Herinnert u zich dat het Italiaanse stressscenario in de Macro Economische Verkenningen
               2019 ervan uitging dat de lange rente van Italië slechts 2% hoger zou zijn dan de
               Duitse lange rente, dat er geen bankrun zou zijn in Italie en dat er geen steun van
               de Europese Centrale Bank (ECB) zou zijn via het zogeheten OMT-programma voor het
               opkopen van staatsobligaties?
            
Antwoord 2
            
Ja (zie ook antwoord 3).
Vraag 3
            
Erkent u dat dit scenario nog optimistisch is met wat er nu dreigt te gebeuren?
Antwoord 3
            
Het scenario in het MEV 2019 is niet per se optimistisch in vergelijking tot de huidige
               situatie. Het Italiaanse stress scenario in het Macro Economische Verkenningen (MEV)
               2019 veronderstelt voor Italië een 2% hogere lange rente en een 10% lagere beurskoers.
               Dit scenario heeft zich voor Italië sinds het aantreden van de nieuwe regering voor
               een deel ontvouwen. Zo steeg de lange rente op Italiaanse overheidsschuld sinds mei
               met circa 1,7%, en daalde de Italiaanse beursindex met ruim 20%. Ook rekent het scenario
               op een 5% lagere beurskoers en een 2,5% lagere eurokoers in Nederland en omringende
               landen. Hiervan is sprake, maar daarbij spelen meer factoren een rol dan alleen de
               Italiaanse begrotingsplannen. Het scenario rekent echter ook met een 2% hogere lange
               rente en 10% lagere beurskoers in Spanje en Portugal. Daarvan is geen sprake. Het
               CPB merkt bij dit scenario inderdaad op dat het niet rekent met een bankrun of een
               beroep op steun van de ECB via het OMT-programma. Hier is momenteel ook geen sprake
               van.
            
Vraag 4
            
Kunt u aangeven wat u besproken heeft in het een-op-een-gesprek met premier Conti
               van Italië?1
Antwoord 4
            
De Minister-President heeft aangegeven dat hij zeer bezorgd is over de Italiaanse
               begroting en dat hij de vervolgstappen van de Europese Commissie als handhaver van
               het Stabiliteits- en Groei Pact (SGP) volledig steunt. Ook heeft hij premier Conte
               er op gewezen dat de Italiaanse begroting tot een fors hoger tekort leidt dan zou
               mogen, en dat deze verhoging van de uitgaven naar het lijkt niet tot structurele groei
               zal leiden. Ten slotte heeft de Minister-President benadrukt dat het niet naleven
               van de Europese begrotingsregels de discussie over de verdieping van de EMU niet eenvoudiger
               maakt.
            
Vraag 5
            
Bent u bekend met het feit dat de Italiaanse regering volgend jaar het plan wil doorvoeren
               om mensen die 62 jaar zijn en ten minste 38 jaren premie betaald hebben de mogelijkheid
               te geven om met staatspensioen te gaan?
            
Antwoord 5
            
Ja.
Vraag 6
            
Heeft u de Italiaanse regering meegedeeld dat de AOW-leeftijd in Nederland dit jaar
               66 jaar is en in 2019 naar 66 jaar en 4 maanden stijgt?
            
Antwoord 6
            
De Minister van Financiën heeft zijn Italiaanse collega tijdens de vorige Eurogroep
               zowel plenair, met zijn Franse collega Le Maire, als bilateraal aangesproken op het
               feit dat de begroting moet voldoen aan de Europese begrotingsregels zoals vastgelegd
               in het Stabiliteits- en Groei Pact. Ook stelde de Raad in mei als landen-specifieke
               aanbeveling vast dat Italië zijn pensioenuitgaven omlaag brengt. Ook heeft de Minister-President
               in het gesprek met zijn collega en marge van de afgelopen Europese Raad (zie vorige
               vraag) nog erop gewezen dat waar Nederland hervormingen blijft doorvoeren en de Italiaanse
               regering juist hervormingen, zoals aangaande pensionering, terugdraait.
            
Vraag 7
            
Bent u ervan op de hoogte dat de levensverwachting in 2017 in Italie (83,4 jaar) fors
               hoger was dan in Nederland (81,7 jaar)?2
Antwoord 7
            
Ja.
Vraag 8
            
Is het mogelijk dat Italië een prepensioen invoert voor honderdduizenden Italianen
               en vervolgens een beroep doet op noodsteun uit Europa (via het Europees Stabiliteitsmechanisme
               (ESM), via de ECB of op andere wijze)?
            
Antwoord 8
            
Italië heeft geen beroep gedaan op noodsteun uit Europa, noch via het ESM, noch via
               de ECB. Daarnaast bestaat er geen causaal verband tussen het invoeren van een prepensioen
               en noodsteun uit Europa.
            
Vraag 9
            
Wanneer krijgen we de volledige kwantitatieve nulmeting van de risico’s in de bankenunie,
               zoals gevraagd in de motie-Omtzigt c.s. over risicoreductie in de bankenunie?3
Antwoord 9
            
In de brief van de Minister van Financiën van april jl. is uitgebreid ingegaan op
               risicoreductie in de Europese bankensector.4 Daarbij is gekeken naar de voortgang die is bereikt, waar we toen stonden en ook
               vooruitgekeken op basis van de risico's in het bankenstelsel. Specifiek is daarbij
               gekeken naar kapitaalratio’s, bail-in, niet-presterende leningen en de wisselwerking
               tussen banken en overheden. Hiermee is invulling gegeven aan het verzoek van de voornoemde
               motie en ook aangesloten bij het regeerakkoord en de routekaart ter voltooiing van
               de bankenunie. Het voornemen is om uw Kamer vóór april 2019 een nieuwe brief te sturen
               inzake risicoreductie in de Europese bankensector.
            
De ECB is onafhankelijk in de uitvoering van het monetair beleid en dit maakt geen
               onderdeel uit van de besluitvorming van de bankenunie. In het Kamerdebat verdieping
               EMU van 8 februari jl. heeft de Minister van Financiën aangegeven dat de kamerbrief
               over de risico’s van het ECB beleid voor de Nederlandse staat5 de invulling vormt van nulmeting inzake het monetair beleid. Daarbij is aangegeven
               dat deze inventarisatie van de risico’s van het ECB beleid periodiek wordt herhaald.
            
Vraag 10
            
Kunt u aangeven hoe duur de vijfjarige credit default swaps van Italië waren aan het
               begin van 2018 en hoe duur deze nu zijn, en kunt u aangeven wat het risico volgens
               de financiële markten is dat Italië de komende vijf jaar ten minste een keer niet
               aan zijn financiële verplichtingen zal voldoen? Hoe werd dat risico aan het begin
               van 2018 nog ingeschat?
            
Antwoord 10
            
De premie op een 5-jarige CDS betrof op 1 januari 2018 117 basispunten (1,17%) en
               op 29 oktober 2018 221 basispunten (2,21%). Op basis van alleen de CDS-spread kan
               niet afgeleid worden hoe hoog het risico volgens de financiële markten is dat Italië
               haar verplichtingen niet nakomt, daarvoor zijn ook andere aannames nodig. Dat het
               risico hierop is toegenomen wordt wel bevestigd door hogere CDS-premies. Hoewel CDS
               een indicatie kan geven voor het risico in de markt, wordt er tegenwoordig in dit
               product weinig gehandeld en is daarom nog voorzichtigheid geboden bij het interpreteren
               van koersbewegingen van CDS-instrumenten.
            
Vraag 11
            
Zijn de risico’s in Italië in het bankenstelsel en bij de overheid sinds februari
               2018, toen over de motie is gestemd, toegenomen of afgenomen?
            
Antwoord 11
            
Sinds begin 2018 is een nieuwe Italiaanse regering aangetreden. Markten maken zich
               hier zorgen over, zo blijkt o.a. uit de gestegen CDS-premie en gedaalde aandelenprijzen
               van Italiaanse banken. Daarnaast hebben Italiaanse banken directe en indirecte blootstellingen
               aan de Italiaanse overheid die sinds februari 2018 zijn toegenomen. De non-performing
               loans nemen daarentegen af. Bepaalde risico’s zijn dus toegenomen, andere zijn iets
               afgenomen. Zie ook vraag 12.
            
Vraag 12
            
Zijn de bankbalansen van de Italiaanse banken met forse hoeveelheden zogenoemde non
               performing loans en Italiaanse overheidsschuld voldoende om risico’s verder te delen
               in de bankenunie?
            
Antwoord 12
            
Uit cijfers van de Europese Bankenautoriteit valt af te leiden dat de omvang van niet-presterende
               leningen in Italië de afgelopen kwartalen daalt. Deze ontwikkeling hangt mede samen
               met economische verbeteringen alsook het afstoten van niet-presterende leningen door
               banken. Niet alleen de omvang van niet-presterende leningen is van belang, maar vooral
               de mate waarin verliezen voldoende gedekt zijn. Dit kan bijvoorbeeld door het nemen
               van voorzieningen alsook het afschrijven op leningen. Dit thema heeft ook in Europa
               aandacht in de risicoreductie-agenda. Daarnaast zet het kabinet als bekend in op een
               betere weging van de risico’s van staatsobligaties op bankbalansen in het prudentiële
               raamwerk.
            
Vraag 13
            
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg Ecofin/eurogroep op 1 november
               2018?
            
Antwoord 13
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.