Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Raan en Ouwehand over de groeiplannen van Eindhoven Airport en de gevolgen voor de natuur
Vragen van de leden Van Raan en Ouwehand (beiden PvdD) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de groeiplannen van Eindhoven Airport en de gevolgen voor de natuur. (ingezonden 24 september 2018).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) mede
namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 2 november
2018).
Vraag 1
Kent u de berichten «Uitbreiding Eindhoven Airport lijkt onmogelijk», «Werd een kritisch
rapport over de groei van vliegveld Eindhoven verzwegen? en «Rek in milieuregels rond
Eindhoven Airport»?1
2
3
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat, in de context van de toch al enorme milieuvervuiling in Oost-Brabant,
alle voorliggende groeiscenario’s van Eindhoven Airport gepaard zullen gaan met een
toename van de uitstoot van o.a. koolstofdioxide, stikstof en (ultra)fijnstof? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 2
In het kader van de gezamenlijke verkenning van Rijk en regio naar de toekomst voor
Eindhoven Airport zijn de voorbije maanden onderzoeken uitgevoerd aan de hand van
vier hypothetische scenario’s, variërend van geen verdere groei (scenario 1) tot een
toename van het aantal vliegtuigbewegingen van 55.000 vliegtuigbewegingen in 2030
tot 100.000 (scenario’s 2 tot en met 4) in 2030. Deze scenario’s vormen nadrukkelijk
géén beleidsopties voor besluitvorming, maar zijn louter bedoeld als analysekader
om inzicht te krijgen in verwachte effecten bij een verondersteld aantal vliegtuigbewegingen.
Op de website van de Uitvoeringstafel Eindhoven Airport (samenopdehoogte.nl) zijn
alle onderzoeken gepresenteerd. Hieruit blijkt o.a. dat voor de emissie van koolstofdioxide
veroorzaakt door vliegverkeer bij scenario 1 een afname te zien is. Dit houdt verband
met prognoses waarbij de gemiddelde grootte van vliegtuigen in 2030 gelijk is aan
die in 2019 en dat in 2030 60% van de vloot vervangen zal zijn met nieuwe en zuinigere
toestellen.4 Bij de scenario’s 2 tot en met 4 is sprake van een toename van de uitstoot. Ook voor
stikstof geldt dat bij scenario 1 een afname te zien is en dat bij de scenario’s 2
tot en met 4 sprake is van een toename van de uitstoot. Bij fijnstof waren geen verdere
gegevens van technologische ontwikkelingen voorhanden. Hierdoor is in scenario 1 geen
afname te zien tussen 2019 en 2030 ondanks dat het aantal vliegtuigbewegingen gelijk
blijft. Bij de overige scenario’s is voor fijnstofemissie sprake van een toename.
Ten aanzien van stikstofdepositie is bij de scenario’s 2 tot en met 4 sprake van een
toename.
Naast de effecten van vliegverkeer zijn ook de effecten van de landzijdige bereikbaarheid
onderzocht. De stikstofemissies van het landzijdig transport in de regio Eindhoven
ten gevolge van Eindhoven Airport bedragen in 2019 ongeveer een kwart van de emissies
van de luchtvaart. Doordat de stikstofemissies van auto’s sneller dalen dan die van
vliegtuigen, nemen ze in de meeste scenario’s af. Alleen in scenario 4 nemen deze
emissies toe. De CO2-emissies van het landzijdig transport bedragen in 2019 ongeveer het dubbele van de
CO2-emissies van vliegtuigen. In de periode tussen 2019 en 2030 blijven ze afhankelijk
van het scenario ongeveer gelijk (in scenario 2) aan 2019 of nemen toe met maximaal
86% (in scenario 4).
Vraag 3, 4 en 5
Onderschrijft u dat daarmee alle voorliggende groeiscenario’s van Eindhoven Airport
haaks staan op onze verplichting om Natura 2000-gebieden te beschermen?
Kunt u bevestigen dat uitbreiding van Eindhoven Airport bovendien niet mogelijk is
vanwege een gebrek aan «ontwikkelruimte» in het Programma Aanpak Stikstof (PAS)?
Hoe verhoudt de voorgenomen uitbreiding van Eindhoven Airport zich tot de bescherming
van Natura 2000-gebieden krachtens de Vogel- en Habitatrichtlijn?
Antwoord 3, 4 en 5
Op basis van de indicatieve berekeningen die zijn uitgevoerd voor de hypothetische
groeiscenario’s kunnen geen conclusies worden getrokken over de effecten op de stikstofdepositie
in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden en ook niet over de (on)mogelijkheden van
de toekomstige ontwikkeling van de luchthaven. Op dit moment heeft geen besluitvorming
plaatsgevonden over de verdere ontwikkeling van Eindhoven Airport. Mocht eventueel
in de toekomst op basis van een zorgvuldig proces besloten worden tot groei en helder
is wat die uitbreiding omvat, dan komt opname van de uitbreiding van Eindhoven Airport
als prioritair project in het Programma Aanpak Stikstof (PAS) aan de orde. Niet eerder
dan dat moment kunnen de concrete stikstofdepositie-berekeningen worden uitgevoerd.
Het PAS wordt regelmatig geactualiseerd. Op dat moment bestaat de mogelijkheid om
prioritaire projecten (zoals bijvoorbeeld uitbreiding van vliegvelden, wegen, havens,
industrie of grote woonwijken) toe te voegen, te wijzigen of af te voeren. Daarnaast
worden ook andere uitgangspunten geactualiseerd, zoals nieuwe inzichten op het gebied
van emissiefactoren. Vervolgens wordt de totale depositieruimte opnieuw bepaald en
getoetst aan de wettelijke kaders waarmee de kwaliteit van de voor stikstof gevoelige
natuur wordt geborgd. Via bronmaatregelen neemt de stikstofdepositie in Nederland
af. Met de uitvoering van herstelmaatregelen wordt bereikt dat – ook zolang er nog
sprake is van een situatie van overbelasting door stikstofdepositie – de kwaliteit
van de voor stikstof gevoelige habitattypen en leefgebieden van soorten behouden blijft.
Dankzij de bron- en herstelmaatregelen kan er ruimte voor nieuwe ontwikkelingen beschikbaar
worden gesteld.
Vraag 6 en 7
Wat zijn de kritische depositiewaarden in de Natura2000-gebieden Maasduinen, Leenderbos,
Groote Heide en De Plateaux, Weerter en Budelerbergen en Ringselven, de Veluwe, Rijntakken,
Brabantse Wal, Savelsbos, Bemelerberg en Schiepersberg, De Wieden, Lieftinghsbroek,
Brunssummerheide, Geuldal, Vecht- en Beneden Reggegebied? Wat zijn de feitelijke depositiewaarden
in deze gebieden?
Welke effecten op de natuur hebben deze overschrijdingen van de grenswaarden voor
de stikstofdepositie?
Antwoord 6 en 7
Het PAS bestaat uit een generiek deel, het Programma Aanpak Stikstof en een gebiedsspecifiek
deel, de gebiedsanalyses. Voor alle stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden die zijn
opgenomen in het PAS is een gebiedsanalyse opgesteld. Daarin is de in vraag 6 en 7
gevraagde informatie terug te vinden. Uit de gebiedsanalyses blijkt dat voor alle
gebieden is beoordeeld dat er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel
is dat de instandhoudingsdoelstellingen op termijn kunnen worden gehaald en dat verslechtering
wordt voorkomen. De gebiedsanalyses (en het PAS) staan op de website van het Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV): https://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase.aspx?subj=…
Vraag 8
Hoelang is de herstelperiode nu al voor de beschermde natuursoorten en hoelang gaat
de herstelperiode worden als de extra depositie door de uitbreiding van Eindhoven
Airport er nog eens bovenop komt?
Antwoord 8
Voor elk voor stikstof gevoelig habitattype en leefgebied in een overbelast Natura
2000-gebied is in de gebiedsanalyses met de beste, beschikbare kennis en gegevens
een oordeel gegeven over het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen met drie
opeenvolgende PAS-tijdvakken van elk zes jaar. Het eerste PAS-tijdvak van zes jaar
(2015–2021) richt zich op behoud en het tweede en derde PAS-tijdvak tevens op verbetering
van de kwaliteit en/of uitbreiding van de oppervlakte van de habitattypen of leefgebieden
in de gevallen waarin dit een doelstelling is. Dit wijzigt niet op het moment dat
een eventuele uitbreiding van Eindhoven Airport wordt opgenomen als prioritair project.
Zie verder het antwoord op vraag 3, 4 en 5.
Vraag 9
Kunt u aangeven wat de beschikbare «ontwikkelruimte» per bij vraag 6 genoemde Natura2000-gebied
is voor prioritaire projecten? Hoe verhoudt zich deze tot de extra vervuiling veroorzaakt
door uitbreiding Eindhoven Airport?
Antwoord 9
De gereserveerde ontwikkelingsruimte voor prioritaire projecten verschilt per hectare.
In de gebiedsanalyses is per gebied beschreven hoeveel ontwikkelingsruimte er op dit
moment gemiddeld beschikbaar is voor het gehele eerste PAS-tijdvak (2015–2021).
Zie verder de beantwoording van de vragen 3,4 en 5.
Vraag 10
Erkent u dat het, terwijl het Europese Hof zich binnenkort zal uitspreken over de
systematiek van het PAS, zeer onlogisch zou zijn de vervuilende uitbreiding van Eindhoven
Airport in een al zwaar overbelast gebied te faciliteren door het aan te wijzen als
prioritair project?
Antwoord 10
De uitspraak van het Europees Hof komt naar verwachting op 7 november 2018 en in navolging
daarvan zal de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State einduitspraak doen.
Zie verder het antwoord op vraag 3,4 en 5.
Vraag 11
Klopt het dat bij het publiceren van de rapporten over Eindhoven Airport op de website
«Samen op de hoogte» het kritische milieurapport van Royal HaskoningDHV, waaruit kan
worden opgemaakt dat groei van Eindhoven Airport om milieuredenen niet mogelijk is,
aanvankelijk niet op de website is geplaatst? Zo ja, waarom is een dergelijk kritisch
rapport langer achtergehouden dan de andere rapporten?
Antwoord 11
Het betreffende rapport over stikstofdepositie is niet achtergehouden. De rapporten
over de vijf deelonderwerpen die onderdeel uitmaakten van de gezamenlijke analysefase
zijn op 3 september jl. op de website van de Uitvoeringstafel Eindhoven Airport (samenopdehoogte.nl)
geplaatst. Omdat het onderzoek van de gemeente Eindhoven geen onderdeel uitmaakte
van dit pakket aan gezamenlijke onderzoeken is het toen per abuis niet geplaatst op
die website. De gemeente Eindhoven heeft het rapport op 7 september jl. openbaar gemaakt
en het rapport is vervolgens in het raadsinformatiesysteem van de gemeente geplaatst.
Vervolgens is het rapport alsnog op de website van de Uitvoeringstafel geplaatst.
Alle rapporten vormen bouwstenen voor het vervolg.
Vraag 12
Erkent u dat deze gang van zaken – het achterhouden van kritische rapporten en het
mogelijk verlenen van uitzonderingen op milieuregels – wederom de suggestie wekt dat
groei van de luchtvaart structureel wordt verkozen boven het beschermen van natuur
en omwonenden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Nee, ik deel dit niet. Er zijn geen kritische rapporten achtergehouden. Het door de
gemeente Eindhoven uitgevoerde onderzoek is op 7 september jl. openbaar gemaakt en
daarna op de site van de Uitvoeringstafel geplaatst. Zie verder het antwoord op vraag
11. Evenmin deel ik de suggestie dat de groei van de luchtvaart structureel wordt
verkozen boven het beschermen van natuur en omwonenden. Voor het bepalen van de toekomstige
ontwikkeling van Eindhoven Airport volg ik, in nauwe samenspraak met de regio, een
zorgvuldig proces. Als vernieuwend onderdeel daarvan hebben Rijk en regio besloten
tot de uitvoering van een Proefcasus Eindhoven Airport die begin oktober van start
gaat. De proefcasus moet in beeld brengen hoe een toekomstbestendige duurzame luchthaven
kan worden ontwikkeld, die een economische meerwaarde heeft en waarbij een betere
leefomgeving en luchtkwaliteit een belangrijk uitgangspunt is. Groei vormt daarbij
een ontwerpvariabele, maar is géén uitgangspunt. Bij dit proces zullen omwonenden,
belangenorganisaties, bedrijfsleven en betrokken overheden nauw worden betrokken.
Vraag 13
Welke invloed hebben de nu uitgebrachte rapporten op het vervolg van het proces omtrent
de ontwikkeling van Eindhoven Airport na 2019?
Antwoord 13
Alle onderzoeken, ook die in opdracht van de gemeente Eindhoven zijn uitgevoerd, vormen
bouwstenen voor het vervolg. Tijdens de Proefcasus Eindhoven Airport zal, mede na
participatie van de omgeving, per onderwerp duidelijk worden of en zo ja wanneer vervolgonderzoek
zal worden uitgevoerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.