Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over vrijwilligerswerk met gedetineerden en ex-gedetineerden
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over vrijwilligerswerk met gedetineerden en ex-gedetineerden (ingezonden 27 september 2018).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 1 november 2018). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 388.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de brief van belangenorganisatie BONJO over de subsidiesystematiek
voor het vrijwilligerswerk met gedetineerden en ex-gedetineerden?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Erkent u het belang van vrijwilligerswerk met gedetineerden en ex-gedetineerden?
Antwoord 2
Ja. Vrijwilligers steunen gedetineerden tijdens detentie en helpen hen bij de voorbereiding
op hun terugkeer in de samenleving. Ook na detentie spelen zij een belangrijke rol
bij de re-integratie en resocialisatie van ex-gedetineerden.
Vraag 3
Wat is uw reactie op de zorg dat de administratieve lasten voor vrijwilligersorganisaties
zullen stijgen met de nieuwe subsidiesystematiek waaraan gewerkt wordt?
Antwoord 3
In de Visie op gevangenisstraffen «Recht doen, kansen bieden. Naar effectievere gevangenisstraffen»,
heb ik aangekondigd dat in penitentiaire inrichtingen het vrijwilligerswerk wordt
uitgebreid en meer dan voorheen wordt gericht op de re-integratie van (ex-)gedetineerden.2 Vrijwilligersorganisaties worden niet meer gesubsidieerd op basis van het aantal
vrijwilligers, maar op basis van de bijdrage die zij leveren aan de resocialisatie
en re-integratie van de gedetineerde. De behoefte aan activiteiten vanuit de penitentiaire
inrichtingen staat hierbij centraal. Vrijwilligersorganisaties moeten in hun subsidieverzoek
dus meer dan nu motiveren hoe hun aanbod aansluit bij de re-integratiebehoefte. Dit
gemotiveerde subsidieverzoek kan leiden tot meer administratieve lasten, vooral in
de periode waarin wordt overgegaan naar de nieuwe subsidieregeling. Ik streef ernaar
deze lasten tot een minimum te beperken. Daartoe is bij de Dienst Justitiële Inrichtingen
(DJI) een implementatiemanager aangesteld die de vrijwilligersorganisaties ondersteunt
bij het aanvragen en verantwoorden van subsidie.
Vraag 4
Kunt u inhoudelijk reageren op de kanttekeningen van BONJO zoals die in deze brief
opgenomen zijn?
Antwoord 4
Vrijwilligerswerk zal, zoals in het antwoord op vraag 3 aangegeven, meer dan voorheen
ingezet worden ten dienste van een goede re-integratie. Daarvoor is een nieuwe subsidieregeling
nodig. Ik ben het eens met BONJO dat niemand gebaat is bij een ingewikkelde systematiek.
Om tot een breed gedragen en werkbare nieuwe subsidieregeling te komen zijn de vrijwilligersorganisaties
vanaf het begin van dit transitieproces betrokken. De vrijwilligersorganisaties, waaronder
BONJO, zijn geconsulteerd over de nieuwe subsidieregeling. Op 9 juli 2018 is een bijeenkomst
georganiseerd waarin de contouren van de nieuwe subsidieregeling met hen zijn gedeeld.
Voor een goede invoering van de nieuwe subsidieregeling is, zoals al aangegeven in
het antwoord op vraag 3, bij DJI een implementatiemanager aangesteld. Om de subsidieverzoeken
inhoudelijk te beoordelen stel ik een commissie in die mij moet adviseren over de
toekenning van subsidie. Deze commissie moet toetsen of en in hoeverre de aangeboden
vrijwilligersactiviteiten bijdragen aan de re-integratie van gedetineerden. De nieuwe
subsidiesystematiek zal worden geëvalueerd, met specifieke aandacht voor het functioneren
van de aanvraagprocedure, de adviescommissie en het verantwoordingsproces.
Tot slot onderschrijf ik de stellingname van BONJO dat de activiteiten van de vrijwilligersorganisaties
de werkzaamheden van vaste medewerkers in de penitentiaire inrichtingen niet mogen
overlappen of verdringen. Deze notie is één van de uitgangspunten van de nieuwe subsidieregeling.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.