Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raan over het bericht ‘Hoe onafhankelijk is Yvon Jaspers?’
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de onafhankelijkheid van Yvon Jaspers (ingezonden 19 september 2018).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 31 oktober
2018).
Vraag 1
Kent u het bericht «Hoe onafhankelijk is Yvon Jaspers»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kent u het bericht «Yvon Jaspers dreigde tiende seizoen Boer zoekt Vrouw niet te maken»?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kent u het bericht «KRO-NRCV scherpt richtlijnen schnabbels aan»?3
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4, 5, 6, 7 en 8
Is het waar dat Yvon Jaspers voor een onbekend bedrag diensten verricht voor het bedrijf
For Farmers dat een dominante positie inneemt in de agro- en vee-industrie? Zo ja,
deelt u de mening dat openbaar zou moeten zijn welk bedrag met deze werkzaamheden
gemoeid is in het kader van de beoordeling van de journalistieke onafhankelijkheid?
Is het waar dat Yvon Jaspers in de docuserie «Onze boerderij» kritiek heeft geuit
op overheidsingrijpen bij een zakenrelatie van Jaspers? Zo ja, hoe beoordeelt u dat
feit in relatie tot de journalistieke onafhankelijkheid en het feit dat de publieke
omroep niet dienstbaar mag zijn aan commerciële belangen van derden?
Is het waar dat Jaspers optreedt in commercials voor de Farm & Countryfair? Komt deze
commerciële activiteit ook voor in de docuserie «Onze boerderij»?
Deelt u de mening dat een onderzoek van het Commissariaat voor de Media naar commerciële
banden tussen For Farmers, de Farm & Countryfair en Yvon Jaspers en ongewenste beïnvloeding
wenselijk zou zijn, vooral ook gelet op het gebrek aan transparantie over de hoogte
van de betalingen die voor schnabbels gedaan worden en de mate van beïnvloeding die
daaruit voort zou kunnen komen?
Hoe beoordeelt u de commerciële activiteiten van Yvon Jaspers in relatie tot de richtlijn
van KRO-NRCV die schnabbels en daarmee samenhangende beïnvloeding aan banden moet
leggen?
Antwoorden op 4, 5, 6, 7 en 8
Transparantie en verantwoording van publieke omroepen naar het publiek en de samenleving
zijn van groot belang. Naar aanleiding van de recente berichten in de media over de
nevenfunctie van de betreffende presentatrice onderzoekt het Commissariaat voor de
Media (hierna: het Commissariaat) de afspraken met deze presentatrice ten aanzien
van beide programma’s. Het Commissariaat verricht dit onderzoek mede op grond van
de artikelen 2.142a en 2.178 Mediawet, zoals uitgewerkt in de beleidsregels governance
en interne beheersing van het Commissariaat, en artikel 2.141 (dienstbaarheid), zoals
nader toegelicht in de Praktijkhandreiking Dienstbaarheidsverbod4 van het Commissariaat. Er kan niet worden vooruitgelopen op de uitkomsten van dit
onderzoek. Zodra de uitkomsten van dit onderzoek gereed zijn, zal ik uw Kamer hierover
informeren.
Vraag 9
Kent u het artikel «Ontsnapt aan de Balkenendenorm»5 en deelt u de mening dat presentatoren bij de publieke omroep volledig inzicht zouden
moeten geven in hun commerciële neveninkomsten voor zover die de Balkenende-norm te
boven gaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wilt u dit bewerkstelligen?
Antwoord 9
Ja, ik ben bekend met het genoemde artikel.
Het Beloningskader Presentatoren in de Publieke Omroep (BPPO) bevat de regeling voor
die presentatoren en vergelijkbare functies binnen de publieke omroep waarvan duidelijk
is dat hun honorering in hoge mate wordt bepaald door marktwerking. Het BPPO ziet
op alle (neven)inkomsten die een presentator, direct of indirect, verwerft met werkzaamheden
bij de publieke omroep. Commerciële (neven)inkomsten vallen nadrukkelijk niet onder
deze regeling. Evenals de Wet Normering Topinkomens (WNT) heeft het BPPO uitsluitend
als doel om bovenmatige beloningen en ontslagvergoedingen van presentatoren binnen
de publieke omroepen tegen te gaan.
Vrouw 10
Hoe beoordeelt u de invloed van Yvon Jaspers op het programmabeleid, wanneer zij eisen
stelt aan het uitzenden van «Onze boerderij» in relatie tot «Boer zoekt Vrouw».
Antwoord 10
Publieke omroepen bepalen zelf hun programmabeleid en de inhoud en vorm van hun media-aanbod.
Het is niet aan mij als Minister om een oordeel te geven over de invloed van presentatoren
of programmamakers in dienst van een publieke omroep op het programmabeleid van een
publieke omroep. De Grondwet en de Mediawet 2008 garanderen immers de vrijheid van
meningsuiting en de afwezigheid van censuur.
Vraag 11
Hoe wilt u voorkomen dat commerciële belangen op deze wijze van invloed zouden kunnen
zijn op de programmering van de publieke omroep?
Antwoord 11
De onafhankelijkheid van het media-aanbod van de publieke omroep van onder andere
commerciële invloeden is van groot belang. Daarom zijn er hierover ook diverse regels
en afspraken gemaakt om dit te waarborgen. In eerste instantie is het de verantwoordelijkheid
van het bestuur van de betreffende publieke omroep om vast te leggen wanneer sprake
is van belangenverstrengeling en hoe hiermee wordt omgegaan. Het Commissariaat houdt
toezicht op de naleving van de bepalingen uit de Mediawet ten aanzien van het dienstbaarheidsverbod,
governance en interne beheersing. In de beleidsregels governance en interne beheersing6 geeft het Commissariaat aan dat publieke omroepen transparant moeten zijn over mogelijke
belangenverstrengeling.
Verder hebben de publieke omroepen zich te houden aan de Governancecode Publieke Omroep
2018.7 Daarin staan regels over integer handelen zoals hoe de besluitvorming door het bestuur
van een landelijke publieke omroep over belangenverstrengeling in de dagelijkse praktijk
plaatsvindt en hoe stakeholders moeten worden geïnformeerd.8
Vraag 12
Deelt u de mening dat na het gedwongen vertrek van Fons de Poel (KRO-NCRV) wegens
diens commerciële banden met ABN AMRO in relatie tot zijn journalistieke functie,
in onderhavige casus niet met twee maten gemeten zou mogen worden? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 12
In algemene zin ben ik van mening dat publieke omroepen vanuit hun maatschappelijke
rol onafhankelijk en transparant moeten handelen. Maar de publieke omroepen gaan –
zoals ik in antwoord op vraag 10 ook al geschreven heb – nadrukkelijk zelf over hun
programmabeleid en de aanstelling van hun personeel. Daar ga ik als Minister niet
over. Bovendien wordt onderhavige casus momenteel door het Commissariaat onderzocht,
zoals ik in antwoord op de vragen 4 tot en met 8 hierboven heb aangegeven.
Vraag 13
Deelt u de mening dat volledige transparantie noodzakelijk is op elk terrein waar
publieke omroep en commerciële belangen elkaar (kunnen) raken? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, op welke wijze wilt u die transparantie in deze kwestie waarborgen?
Antwoord vraag 13
Zie mijn antwoord op vraag 11.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.