Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Alkaya over de stakingen van postbezorgers bij PostNL
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de stakingen van postbezorgers bij PostNL (ingezonden 24 september 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 30 oktober
2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 313.
Vraag 1
Wat is uw mening over de staking van PostNL-medewerkers op 20 september 2018?
Antwoord 1
Bij voorkeur worden meningsverschillen tussen werkgevers en werknemers besproken aan
de overlegtafel. Werknemers hebben echter het recht om ook op andere manieren hun
stem te laten horen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat een fundamentele verandering van werkwijze zoals de invoering
van de combibundel bij PostNL met instemming van medewerkers moet worden gedaan? Zo
nee, waarom niet?1
Antwoord 3
Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever om te beoordelen welke arbeidsrisico’s
een veranderde werkwijze met zich brengt. Op basis van de Arbowet is het de taak van
de werkgever om – met instemming van werknemers – in een risico-inventarisatie en
-evaluatie (RI&E) vast te leggen welke risico’s het werk met zich brengt en welke
maatregelen zijn genomen om deze risico’s te voorkomen of te beperken.
Wanneer sprake is van een belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijziging
van de werkzaamheden bij een bedrijf dan moet de ondernemingsraad in de gelegenheid
zijn gesteld advies uit te brengen over het voorgenomen besluit. Ik heb begrepen dat
dit in het onderhavige geval is gebeurd. Als het betreffende bedrijf het advies van
de ondernemingsraad niet opvolgt, kan de ondernemingsraad beroep instellen tegen het
besluit bij de Ondernemingskamer van de Rechtbank te Amsterdam. Naar ik begrijp heeft
de OR van PostNL geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.
Het is mogelijk dat een verandering van werkwijze leidt tot een dermate fundamentele
wijziging in takenpakketten van betrokken werknemers dat de in een cao opgenomen functieomschrijvingen
aanpassing behoeven en deze aanpassing mogelijk ook leidt tot een andere waardering
van deze functies. Het is primair aan cao-partijen om uit te maken of dat aan de orde
is en om daar bij een mogelijk verschil van inzicht in onderling overleg uit te komen.
Vraag 2 en 4
Herkent u het beeld dat de invoering van de combibundel een voorbeeld is van «ideeën
van mensen die op kantoor werken en niet in de praktijk»?2 Ziet u parallellen met de invoering van een nieuw sorteersysteem bij PostNL ten tijde
van de drukke Kerstdagen van 2017?3
Bent u bereid PostNL op te roepen de reorganisaties en de invoering van de combibundel
uit te stellen, mede in het licht van de aankomende veranderingen als gevolg van de
uitkomsten van de Postdialoog?
Antwoord 2 en 4
Ik heb in uw Kamer tijdens het debat over de toekomst van de postbezorging op 12 september
jl. benadrukt dat ik mij hard wil maken voor de belangen van de werknemers in de postsector.
In het antwoord hierboven staat op welke wijze werknemers zijn beschermd. Daarnaast
is de regelgeving gericht op een kostenefficiënte uitvoering van de postdienst door
de verlener van de Universele Postdienst (UPD). Daarbij komt dat uit eerdere onderzoeken
die ik heb laten uitvoeren uitdrukkelijk blijkt dat structurele wijzigingen nodig
zijn om de financierbaarheid van de UPD op de langere termijn te borgen. PostNL is
verantwoordelijk voor het vinden van een adequate balans tussen deze verschillende
belangen. Het is niet aan mij om me te bemoeien met het interne bedrijfsproces van
een marktpartij en de keuzes die deze daarbij maakt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.