Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over het bericht dat de apotheker de keuze van de arts voor een bepaald medicijn negeert
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht dat de apotheker de keuze van de arts voor een bepaald medicijn negeert (ingezonden 10 oktober 2018).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 30 oktober 2018).
Vraag 1
Kent u het bericht dat apothekers de keuze van de arts voor een bepaald medicijn negeren,
wanneer deze keuze medisch noodzakelijk is bevonden door de arts?1 Wat vindt u daarvan?
Antwoord 1
Ja, ik ken het bericht uit de Volkskrant. Hieruit blijkt onder meer dat er onder zorgverleners
geen overeenstemming is over wat onder «medische noodzaak» moet worden verstaan.
Vraag 2
Hoe staat dit volgens u in verhouding tot de in 2013 aangenomen motie-Van Gerven,
waarin uitgesproken wordt dat de vermelding «medische noodzaak» op een recept voldoende
moet zijn om de voorgeschreven medicijnen verstrekt te krijgen?2
Antwoord 2
De vermelding «medische noodzaak» op een recept ter indicatie van de situatie waarin
behandeling met het door de zorgverzekeraar aangewezen geneesmiddel voor de verzekerde
medisch niet verantwoord is, zou idealiter moeten kunnen volstaan. In het bericht
in de Volkskrant wordt echter gesteld dat apothekers en huisartsen in een «fel debat»
zijn verwikkeld over wanneer «medische noodzaak» écht medische noodzaak is. Een geïnterviewde
apotheker zegt dat «medische noodzaak» een gedevalueerd begrip is en dat er lichtvaardig
of onder druk van patiënten wordt voorgeschreven. Dit wordt door de LHV ontkend. Aangezien
er onder zorgverleners geen duidelijkheid is over het begrip medische noodzaak, en
er ook geen overeenstemming is over hoe hiermee om te gaan, neem ik het initiatief
voor een bestuurlijk overleg en nader onderzoek hiernaar. Zie ook het antwoord op
vraag 4.
Vraag 3
Erkent u dat het preferentiebeleid op dit moment door verzekeraars misbruikt wordt
om apothekers te verplichten louter de goedkope middelen aan patiënten te geven?
Antwoord 3
Daar ben ik het niet mee eens. Zorgverzekeraars hebben naast hun zorgplicht ook de
opdracht om de zorgkosten voor de samenleving beheersbaar te houden. Het preferentiebeleid
is daarbij een effectief middel gebleken.
Vraag 4
Wat gaat u er aan doen om ervoor te zorgen dat niet de zorgverzekeraars, maar de arts
bepaalt wat de patiënt voor medicijn meekrijgt?
Antwoord 4
Zoals eerder toegezegd ga ik op 31 oktober aanstaande in overleg met de verschillende
belanghebbenden in de keten (van patiënt tot zorgverzekeraar) om gezamenlijk voor
te zorgen dat uitgangspunten worden geformuleerd op basis waarvan geneesmiddelen niet,
dan wel verantwoord kunnen worden gewisseld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.