Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vragen van het lid Karabulut over het recht op vakbondswerkzaamheden door defensiepersoneel
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Staatssecretaris van Defensie over het recht op vakbondswerkzaamheden door Defensiepersoneel (ingezonden 1 oktober 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Visser (Defensie) (ontvangen 29 oktober 2018).
Vraag 1 t/m 4
Klopt het datna publicatie van uw brief d.d. 1 maart 2013 door de (toenmalige) Hoofddirecteur
Defensiepersoneel (HDP) aan de Onafhankelijke Defensie Bond (ODB) is gemeld dat haar
vakbondswerkzaamheden verboden zouden worden, indien zij zich niet zou aansluiten
bij een erkende vakcentrale?1
Klopt het dat ODB-bestuurders daarom worden geweerd van de kazerne, zelfs buiten de
tijd tussen aanvang en einde van de dagelijkse dienst.
Bent u tevens ermee bekend dat de HDP op 15 maart jl 2018 bekend heeft gemaakt dat
de ODB de zogeheten faciliteitenregeling is ontzegd, wat er op neerkomt dat vakbondswerkzaamheden
door de ODB onmogelijk worden gemaakt?2 Zo nee, bent u bereid de HDP te melden zijn opstelling aan te passen en de ODB op
te nemen in het vakbondswerk?
Klopt het dat de ODB lid is geweest van de «erkende vakcentrale» CMHF? Bent u bekend
met de redenen van het beëindigen van het lidmaatschap door die centrale? Kunt u dat
toelichten?
Antwoord 1 t/m 4
In het overlegmodel dat Defensie hanteert voor het georganiseerd overleg tussen de
sociale partners, worden de belangen van de werknemers behartigd door vier centrales
van overheidspersoneel. In het Besluit georganiseerd overleg sector Defensie is vastgelegd
hoe het overlegmodel eruit ziet en welke vier centrales zijn toegelaten. Zij zijn
mijn gesprekspartners in het Sectoroverleg Defensie. Om te worden toegelaten tot het
overleg moet een vereniging (vakbond) zijn aangesloten bij één van deze vier centrales.
De Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij Overheid, Onderwijs, Bedrijven
en Instellingen (CMHF) waarvan de Onafhankelijke Defensiebond (ODB) lid was, is een
van deze vier centrales.
Begin dit jaar heeft de CMHF mij en de andere leden van het Sectoroverleg Defensie
(SOD) geïnformeerd dat de Onafhankelijke Defensiebond (ODB) geen deel meer uitmaakt
van de CMHF. Als reden vermeldde de CMHF in haar brief het niet betalen van contributie
door de ODB in de afgelopen jaren.
Nu de ODB geen deel meer uitmaakt van een centrale van overheidspersoneel (lees de
CMHF) kan deze vereniging ook geen aanspraak meer maken op de faciliteitenregelingen3 zoals buitengewoon verlof voor het bijwonen van vergaderingen van de centrale of
de aangesloten vereniging en toegang tot de kazerne (ook buiten diensttijd) voor het
verrichten van bestuurlijke of vertegenwoordigende activiteiten voor de centrale of
vereniging. Hierover is de voorzitter van de ODB in maart jl. op de hoogte gesteld
door de Hoofddirecteur Personeel.
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat de vrijheid van organisatie, in dit geval vakbondswerk, moet
worden gegarandeerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zijn de consequenties voor de
ODB? Kunt u uw opvattingen toelichten?
Antwoord 5
Laat duidelijk zijn dat vrijheid van vereniging een groot goed is voor mij en dat
het spijtig is wanneer verschillen van inzicht binnen een centrale van overheidspersoneel
leiden tot een breuk met een vereniging. Ik kan en wil echter niet treden in de interne
aangelegenheden van een centrale. Mocht de ODB in de toekomst weer aansluiting vinden
bij één van de vier centrales die zijn toegelaten tot het Sectoroverleg Defensie,
dan kan de ODB uiteraard weer gebruik maken van de faciliteiten die daarbij horen.
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat een oplossing zou kunnen zijn om tot aanpassing over te gaan
van de AMvB «Besluit Georganiseerd overleg sector Defensie», evenals de samenhangende
reglementen RBVA, BARD? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze wilt u daartoe overgaan?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ik kan en wil niet treden in de interne aangelegenheden van een centrale en zie op
basis van de huidige situatie geen aanleiding om de regelgeving aan te passen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.