Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beertema over het bericht ‘Hoe mannen in pakken van het mbo een onderwijsfabriek maakten’
Vragen van het lid Beertema (PVV) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Hoe mannen in pakken van het mbo een onderwijsfabriek maakten» (ingezonden 26 september 2018).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
26 oktober 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Hoe mannen in pakken van het mbo een onderwijsfabriek
maakten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat zolang mbo-bestuurders zichzelf kunnen verrijken door salarissen
te bedingen die ver boven de norm van de Wet normering topinkomens (WNT) liggen, de
wijze van financiering van het mbo toe is aan een drastische wijziging? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
Dit kabinet is een sterk voorstander van een gematigd beloningsbeleid bij publiek
gefinancierde instellingen, waar de Wet normering topinkomens (WNT) zorg voor draagt.
Binnen de kaders van de WNT is het niet mogelijk een bezoldiging boven het voor de
instelling toepasselijke maximum af te spreken. Alleen voor zover het overgangsrecht
van de WNT van toepassing is op een individuele topfunctionaris, is een overschrijding
van het bezoldigingsmaximum zoals is vastgelegd in de WNT nog tijdelijk toegestaan.
Dit overgangsrecht houdt in dat een te hoge bezoldiging vier jaar moet worden gerespecteerd
en vervolgens binnen drie jaar moet worden afgebouwd naar het toepasselijke bezoldigingsmaximum.
Het overgangsrecht geldt alleen voor topfunctionarissen die bij de invoering of verlaging
van het bezoldigingsmaximum al in dienst waren, en dus niet voor nieuwe aanstellingen.
Vanwege de inbreuk die de WNT maakt op het eigendomsrecht is bij inwerkingtreding
van de WNT overgangsrecht afgesproken. Dat overgangsrecht zullen we moeten respecteren,
ook al zou ik liever zien dat alle bezoldigingen nu al onder het bezoldigingsmaximum
liggen.
Vraag 3
Kunt u ons uitleggen hoe de beloning van de bestuursvoorzitter van het ROC van Amsterdam
tot stand kwam en waarom zowel de raad van toezicht als de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
ingestemd heeft met de beloning van € 237.000 per jaar?
Antwoord 3
De totstandkoming van de bezoldiging van de bestuursvoorzitter van het ROC van Amsterdam
is een interne aangelegenheid van de instelling. In het middelbaar beroepsonderwijs
zijn de instellingen, net zoals in het hoger onderwijs, volledig zelf verantwoordelijk
voor beslissingen. Zolang de bezoldiging binnen de kaders van de wet- en regelgeving
past, is het gegeven de autonomie van de instelling niet aan mij om daarover uitspraken
te doen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de huidige systematiek – waarin de boete die een mbo-instelling
krijgt als een bestuurder boven de WNT-norm verdient, door de mbo-instelling wordt
betaald – niet verantwoord is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Voordat de WNT van kracht was, ofwel voor 2013, kon een onderwijsinstelling in geval
van een erg hoge bezoldiging worden gekort op de bekostiging vanwege ondoelmatige
besteding van onderwijsmiddelen. Sinds de WNT van kracht is, is iedere betaling boven
het toepasselijke bezoldigingsmaximum onverschuldigd betaald. Dat betekent dat de
te veel betaalde bezoldiging niet meer wordt verhaald op de instelling maar op de
topfunctionaris. De topfunctionaris moet het bedrag terugbetalen aan de onderwijsinstelling.
Indien dat niet gebeurt dan treedt de Inspectie van het Onderwijs handhavend op. De
inspectie dwingt terugbetaling door de topfunctionaris indien nodig af via het opleggen
van een last onder dwangsom.
Vraag 5
Klopt het dat de raad van toezicht en de GMR van ROC Amsterdam er jarenlang mee akkoord
zijn gegaan om de boete vanuit de lumpsum te betalen en daarmee onderwijsgeld hebben
onttrokken aan het primaire onderwijsproces? Zo ja, wat was de overweging om dat te
doen?
Antwoord 5
Zie de antwoorden op vragen 3 en 4.
Vraag 6
Kunt u ons een overzicht verstrekken van alle beloningen die boven de WNT-norm uitgaan
in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het mbo en het hoger onderwijs,
met de namen van de betrokkenen en de instellingen waar zij werkzaam zijn?
Antwoord 6
Conform de Evaluatiewet WNT is vanaf 2017 een pakket aan maatregelen doorgevoerd om
de uitvoeringslast van de WNT terug te dringen. Een van de wijzigingen is dat een
overzicht met individuele overschrijdingen van het WNT-maximum (die nog onder het
overgangsrecht vallen) niet langer rijksbreed wordt opgesteld en aan uw Kamer wordt
verstrekt. De jaarlijkse WNT-rapportage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties geeft sindsdien een rijks-breed beeld van de WNT-overtredingen
en handhavingsmaatregelen. Uw Kamer ontvangt dit overzicht jaarlijks in de maand december.
Daarin is per instelling te zien welke WNT-overtreding is geconstateerd en welke handhavingsmaatregelen
zijn getroffen. Door de openbaarmakingsplicht staat alle WNT-informatie in de jaarverslagen
van de instellingen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.