Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Westerveld over het gestegen aantal zelfmoorden van jongeren die Jeugdhulp krijgen
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het gestegen aantal zelfmoorden van jongeren die Jeugdhulp krijgen (ingezonden 3 oktober 2018).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 23 oktober
2018).
Vraag 1
Heeft u het item «Grote zorgen over suïcidepogingen jongeren in gesloten jeugdzorg»
in Nieuwsuur, gezien?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het eens met de stelling in het item dat veel jongeren in de jeugdhulp niet
tijdig de juiste hulp krijgen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke actie gaat u ondernemen?
Antwoord 2
Uit de Eerste evaluatie van de Jeugdwet bleek dat de hulpverlening eerder en beter
moet aansluiten bij wat kinderen en gezinnen nodig hebben. Het hoofddoel van het programma
Zorg voor de jeugd is om dit te realiseren. Gezamenlijk met de gemeenten, de aanbieders
en de cliëntenorganisaties werken we de komende jaren aan de uitvoering ervan. Vóór
het Wetgevingsoverleg van 12 november 2018 ontvangt u de eerste voortgangsrapportage,
waarin ik inga op de ondernomen acties.
Vraag 3
Wat zijn volgens u de oorzaken dat het aantal jongeren in de jeugdhulp dat zelfmoord
pleegt, is gestegen in de afgelopen jaren?
Antwoord 3
Op deze vraag kan ik nu geen antwoord geven. Op 24 september heeft de staatsecretaris
van VWS u mede namens mij een eerste duiding gezonden van de suïcidecijfers van jongeren
in 2017.2 Daaruit bleek dat van 81 jongeren die in 2017 suïcide hebben gepleegd er tien in
een instelling verbleven. In december 2018 komt er een verdiepende rapportage waarin
de onderzoekers zoveel als mogelijk de 81 casussen nader in beeld brengen, onder andere
over de ontvangen jeugdhulp. Ook vindt een vergelijking met voorgaande jaren plaats.
Daarna volgt nog een verdiepend onderzoek naar de specifieke context van de 81 jongeren.
De eindrapportage daarvan verschijnt september 2019.
Vraag 4
Deelt u de mening dat ook het aantal zelfmoordpogingen beter bijgehouden moet worden?
Bent u bereid hierover afspraken te maken met de jeugdhulpinstellingen en de Inspectie
en hen hierin te ondersteunen?
Antwoord 4
Wanneer een jeugdige binnen een instelling een suïcidepoging doet met ernstig schadelijk
gevolg, dienen de instellingen dit te registreren en te analyseren. Zij hoeven niet
iedere poging aan de inspectie te melden. De inspectie beziet dan of er sprake is
van een calamiteit die nader moet worden onderzocht.
Ik zie geen aanleiding om hierover andere afspraken te maken.
Vraag 5
Bent u bereid om in het door de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
aangekondigde onderzoek naar het gestegen aantal suïcides, ook onderzoek te doen naar
de context van suïcides in de jeugdhulp?
Antwoord 5
Ja. Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 6
Hoe kan het dat een groep kwetsbare kinderen, zoals (depressieve) seksueel misbruikte
en/of uitgebuite meisjes, geen adequate zorg krijgen?
Antwoord 6
De meeste jongeren die jeugdhulp nodig hebben, krijgen tijdig passende hulp. Maar
als er sprake is van jongeren met ernstige meervoudige complexe problematiek is dat
helaas niet altijd het geval. Dat kunnen we teruglezen in rapportages van de IGJ als
sprake geweest is van een calamiteit. Ook ontvang ik signalen vanuit de gespecialiseerde
jeugdhulp dat het vaak ingewikkeld is om meteen de juiste diagnose te stellen, en
de beste behandelplek te vinden. Ik neem deze signalen uiterst serieus, want de gevolgen
van onvoldoende en te late hulp kunnen zeer schadelijk zijn voor de ontwikkeling van
deze kinderen.
De IGJ neemt passende zorg op in haar werkplan voor 2019. Zij zal onder andere de
voortgang (van de uitvoering) van de afspraken in het kader van het programma Zorg
voor de Jeugd volgen.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u het dat jeugdhulpinstellingen ervaren dat ze deze kinderen niet naar
geschiktere plekken kunnen doorplaatsen vanwege financieringsafspraken in het stelsel?
Herkent u dit? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 7
Kinderen moeten op tijd de passende hulp krijgen. Financieringsafspraken mogen daarvoor
geen belemmering vormen. Als die toch een probleem vormen, kan een instelling een
beroep doen op het regionale expertteam om ervoor te zorgen dat het kind de hulp krijgt
die nodig is.
Vraag 8
Welke acties heeft u ondernomen naar aanleiding van de stelling van de Nationaal rapporteur
Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen dat het belangrijk is dat kwetsbare
meisjes direct de juiste zorg krijgen en ze niet in gesloten inrichtingen thuishoren?
Wat gaat u op korte en middellange termijn doen?
Antwoord 8
Zoals ik heb aangegeven in het programma Zorg voor de Jeugd heeft elk kind recht op
een liefdevolle en stabiele omgeving om in op te groeien. Langdurig verblijf in een
grote instelling is voor geen enkel kind goed. Daarom gaan we het aantal gesloten
plaatsingen terugdringen en ook de duur van plaatsingen verkorten. De Nationaal rapporteur
mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen deed onderzoek naar de slachtoffers
die de verschillende vormen van jeugdhulp ontvingen met als aanleiding seksueel geweld.
Als het gaat om slachtoffers van seksueel geweld waartoe ook slachtoffers van loverboys
in het rapport van de Nationaal rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen
speelt veiligheid een belangrijke rol. Als kinderen zich onttrekken of onttrokken
worden aan de zorg, kan door tussenkomst van de rechter een kind gesloten worden geplaatst.
Bij het ontwikkelen van alternatieven spelen deze risico’s een grote rol. We hebben
het hier over een grote verandering die niet van de ene op de andere dag gerealiseerd
is en vraagt om inzet van alle partners in de jeugdhulp. Met aanbieders en gemeenten
ben ik hierover in overleg en in de voortgangsrapportage van het programma Zorg voor
de Jeugd zal ik u informeren over de laatste stand van zaken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.