Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Smeulders over het tracé van buizen voor ondergronds transport van gevaarlijke stoffen
Vragen van het lid Smeulders (GroenLinks) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het tracé van buizen voor ondergronds transport van gevaarlijke stoffen (ingezonden 12 september 2018).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
22 oktober 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met de zorgen over het tracé van buizen voor ondergronds transport van
gevaarlijke stoffen?1
Antwoord 1
Ja daar ben ik mee bekend, ook op basis van contacten tussen gemeente Helmond en mijn
ministerie.
Vraag 2
Wat is de precieze stand van zaken rondom dit plan? Kunt u daarbij een tijdlijn geven
van alle relevante besluiten en plannen die tot nu toe in dit dossier aan de orde
zijn (geweest)? Kunt u tevens bij elke relevante gebeurtenis in dit dossier de juridische
basis van de besluitvorming toelichten?
Antwoord 2
In mei 2011 heeft het kabinet de ontwerpStructuurvisie Buisleidingen vastgesteld.
Naar aanleiding van ontvangen zienswijzen op de ontwerpStructuurvisie Buisleidingen,
en na overleg met betrokken partijen, is met het oog op een kortere verbinding tussen
het Rotterdams havengebied en het chemiegebied in Midden-Limburg deze buisleidingenstrook
opgenomen. In 2012 is de Structuurvisie Buisleidingen vastgesteld.
De Structuurvisie bevat een aantal indicatieve tracés. Over deze tracés is in de Structuurvisie
opgenomen dat het vinden van het juiste tracé nadere analyse en overleg vergt. De
buisleidingenstrook Laarbeek-Echt-Susteren is een van deze indicatieve tracés.
De juridische basis van de besluitvorming over de Structuurvisie Buisleidingen is
gelegen in artikel 2.3, tweede lid van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Dezelfde
juridische basis ligt ten grondslag aan het voornemen om door middel van een partiële
herziening of herzieningen de Structuurvisie te wijzigen teneinde de nu nog indicatieve
tracés, al dan niet in gewijzigde vorm op te nemen.
Het tracé van de buisleidingenstrook Laarbeek-Echt-Susteren heeft in de vigerende
Structuurvisie een voorlopig karakter aangezien de nog te volgen zienswijzeprocedure
kan leiden tot aanpassingen van het tracé van de strook. Deze procedure is voorzien
in de eerste helft van 2019.
In het kader van die procedure zal uiteraard tevens toepassing worden gegeven aan
de bepalingen in artikel 2.3 Wro waarin ook de betrokkenheid van de Tweede Kamer wordt
geregeld.
Vraag 3
Wat is de precieuze reden dat er nu een tracé op tafel ligt dat dwars onder een woonwijk
doorloopt, terwijl er al een buizenverbinding is vanuit Limburg naar de Rotterdamse
haven (zie kaart op blz. 58 van de Structuurvisie Buisleidingen 2012–2035)? Kunt u
daarbij ook aangeven welke (markt)partijen of overheden op welk moment hebben aangedrongen
op dit nieuwe tracé?
Antwoord 3
Vanuit het bedrijfsleven in Midden-Limburg en Rotterdam zijn zienswijzen op de ontwerpStructuurvisie
ingediend met het verzoek een meer rechtstreekse en aanzienlijk kortere verbinding
van Laarbeek naar Echt-Susteren in de Structuurvisie op te nemen. Het gaat om een
belangrijke verbinding tussen het Rotterdamse haven- en industriegebied en de chemiecluster
Chemelot in Midden-Limburg.
Met betrokken overheden en provincies en het bedrijfsleven in Midden-Limburg heeft
hierover destijds overleg plaatsgevonden. Daarbij zijn knelpunten op het tracé tussen
Laarbeek en Echt-Susteren geïnventariseerd en besproken. Het overleg heeft opgeleverd
dat er een strook realiseerbaar is; deze is indicatief in de Structuurvisie Buisleidingen
opgenomen. In Helmond is de strook om Helmond-Brandevoort gelegd in plaats van door
deze wijk langs de bestaande leidingen.
Vraag 4
Hoe verklaart u het feit dat het toenmalige Ministerie van Infrastructuur en Milieu
eerder aangaf dat er sprake was van een indicatief tracé en dat nu, na een Wob-procedure,
blijkt dat het tracé Echt-Laarbeek (onder de Helmondse wijk Brandevoort) het definitieve
voorkeurstracé is?
Antwoord 4
In de Structuurvisie Buisleidingen is het tracé Laarbeek-Echt-Susteren opgenomen als
indicatief en die status heeft het nog steeds. De juridische doorwerking van de Structuurvisie
is opgenomen in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening en de Regeling algemene
regels ruimtelijke ordening. In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening is
de verplichting opgenomen om bij de opstelling of aanpassing van bestemmingsplannen
of inpassingsplannen stroken vrij te houden voor de buisleidingen. In de Regeling
algemene regels ruimtelijke ordening zijn de voorkeurstracés voor buisleidingen opgenomen,
het tracé Laarbeek-Echt-Susteren staat daar niet bij.
Vraag 5
Is er in de tussentijd onderzoek gedaan naar de mogelijke gevolgen voor mens en milieu?
Zo ja, wat zijn de uitkomsten van dit onderzoek? Zo nee, waarom is er geen onderzoek
gedaan?
Antwoord 5
Ja er is, in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, een milieustudie
verricht door Arcadis. Deze milieustudie is in concept gereed, zodra de milieustudie
definitief is zal publicatie volgen.
Vraag 6
Waarom kon deze, voor bewoners en gemeenten, belangrijke informatie pas na een Wob-procedure
openbaar gemaakt worden?
Antwoord 6
Zoals aangegeven in het antwoord op de vorige vraag is de genoemde milieustudie nog
niet definitief, dat is ook de reden dat actieve openbaarmaking nog niet heeft plaatsgevonden.
Op eerste verzoek is een conceptversie wel toegezonden.
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe het precies zit met inspraakprocedures? Klopt het dat er geen
nieuwe inspraakprocedure is geweest bij de besluitvorming om het tracé Echt-Laarbeek
tot definitief voorkeurstracé te bestempelen? Zo ja, waarom is er geen nieuwe inspraakprocedure
geweest? Zo nee, hoe kan het dat de gemeente Helmond en omwonenden niet op de hoogte
waren van deze inspraakprocedure?
Antwoord 7
Het is inderdaad juist dat de bedoelde inspraakprocedure nog niet heeft plaatsgevonden.
Deze nieuwe inspraakprocedure komt er echter wel aangezien, zoals ook aangegeven in
het antwoord op vraag 4, het tracé nog slechts indicatief is en niet het definitieve
voorkeurstracé. Een zienswijzefase maakt standaard deel uit van de procedure tot de
vaststelling van een Structuurvisie. Dat geldt dus ook voor een partiële herziening.
Dat betekent dat na afronding van de ontwerpversie van de partiële herziening, inclusief
de onderbouwende studies/onderzoeken dit ontwerp (en de bijbehorende stukken) gedurende
zes weken voor een ieder ter inzage wordt gelegd en gedurende die periode zienswijzen
kunnen worden ingediend. De ingediende zienswijzen worden betrokken bij de afweging
en het voorstel tot vaststelling van de partiële herziening.
Vraag 8
Wat zijn de precieze gevolgen voor de gemeente, omwonenden, sportclubs en voor het
aanwezige groen wanneer het tracé Echt-Laarbeek het definitieve tracé wordt?
Antwoord 8
Als het tracé Echt-Laarbeek-Susteren het definitieve tracé wordt, is de gemeente gehouden
tot vrijwaren van het tracé van nieuwe belemmeringen. De bestaande bouw- en gebruiksmogelijkheden
die het vigerende bestemmingsplan biedt, blijven behouden.
De gemeente kan het voorkeurstracé in een bestemmingsplan nader uitwerken en daar
bij gebruik maken van de mogelijkheid om 250 meter aan weerszijden van de buisleidingenstrook
te schuiven. Deze mogelijkheid tot lokaal maatwerk draagt bij aan het zoveel mogelijk
voorkomen van overlast.
Vraag 9
Bent u bekend met de uitspraak van de voltallige gemeenteraad van Helmond waarin zij
zich uitspreekt tegen het buizentracé onder of nabij een woonwijk? Deelt u de opvatting
dat deze uitspraak van de voltallige lokale volksvertegenwoordiging een belangrijk
signaal is en zeer serieus moet worden meegenomen? Zo ja, wat doet u met dit signaal?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Ja, dat is een belangrijk signaal dat zeer serieus moet worden genomen. Daarom is
het departement ook in overleg met, onder andere, de gemeente Helmond. Zowel in de
ontwerpfase als in de zienswijzefase kan door de gemeente Helmond, en door andere
belanghebbenden, inbreng worden geleverd. Deze inbreng zal worden betrokken bij de
afweging en het voorstel tot vaststelling van de partiële herziening. In het geval
van zienswijzen zal een reactie volgen door middel van een nota van antwoord, hierin
zal worden aangegeven wat in de vaststelling van de partiële herziening is gedaan
met de argumenten, vragen en opmerkingen uit de zienswijzen.
Vraag 10
Wat is uw standpunt over de verschillende tracés die mogelijk zijn? Deelt u de mening
dat het niet wenselijk is om een buizentracé vlak langs of onder een woonwijk aan
te leggen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Bij de keuze voor de locatie van leidingstroken is het streven gericht op het zoveel
mogelijk voorkomen van nadelige gevolgen voor andere belangen, in lijn met het algemene
uitgangspunt in de NOVI. Het besluit externe veiligheid buisleidingen verplicht om
rekening te houden met veiligheidscontouren.
Per situatie zal gezocht worden naar een oplossing die een doorgaande verbinding mogelijk
maakt, maar tevens haalbaar, betaalbaar en veilig is. De leidingstrook zal zoveel
mogelijk zo gekozen worden dat knelpunten, zoals overlap met geplande nieuwbouw, worden
vermeden.
De Structuurvisie heeft het karakter van een ruimtelijke reservering, gemeenten zijn
gehouden de strook te vrijwaren van nieuwe belemmeringen. Voor het geval dat in de
latere fase van vergunningverlenen en vastleggen in het bestemmingsplan toch knelpunten
optreden is in het Barro ruimte gegeven aan gemeenten voor lokaal maatwerk.
Vraag 11
Bent u bereid met de gemeenten, omwonenden en betrokken bedrijven in overleg te gaan
om te bezien welke alternatieven er mogelijk zijn?
Antwoord 11
Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 9.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.