Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuik over de berichtgeving dat de gezondheid van modellen in de mode-industrie ondanks beloftes nog steeds ver onder de maat is
Vragen van het lid Kuik (CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de berichtgeving dat de gezondheid van modellen in de mode-industrie ondanks beloftes nog steeds ver onder de maat is (ingezonden 4 september 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
22 oktober 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 90.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van NOSop3, waaruit blijkt dat er weinig terechtkomt
van de afspraken om het dunne schoonheidsideaal in de mode-industrie te veranderen?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de uitkomsten van het onderzoek?
Antwoord 2
Er is met enkele tientallen modellen gesproken. De gesprekken geven een beeld hoe
modellen hun vak kunnen ervaren. Mijn beeld is dat problemen ontstaan omdat meisjes
op jonge leeftijd gescout worden, waarna hun lichaam nog verandert. Cruciaal is de
begeleiding die modellen krijgen. Zorgwekkend vind ik dat een aantal gesproken modellen
niet in beeld wil komen uit angst. «The Model’s Health Pledge» (TMHP) spant zich in
om deze onveiligheid weg te nemen. De gedane beloftes van de mode-industrie gaan in
deze pledge niet over heupmaten, maar over het beschermen van de gezondheid van modellen,
o.a. door het scheppen van realistische verwachtingen, zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden
en het geven van een goede begeleiding. Daarnaast dragen de partners bij aan en realistische
beeldvorming van het modellenvak in de media.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de mode-industrie op deze manier bijdraagt aan een onrealistisch
en ongezond beeld waaraan meisjes zouden moeten voldoen?
Antwoord 3
De nadruk op dunne modellen vanuit de high fashion draagt daar naar mijn idee zeker
aan bij. In de rapportage worden gelukkig ook positieve ontwikkelingen gesignaleerd
zoals de groeiende aandacht voor «curvy» modellen en het verschijnen van een minder
dunne Barbie pop.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de hartenkreten van de modellen die aangeven zich nog altijd gedwongen
te voelen om af te vallen en ongezond dun te zijn?
Antwoord 4
Die hartenkreten van jonge mannen en vrouwen die zich gedwongen voelen om ongezond
dun te zijn raken mij. Het is natuurlijk vreselijk als jonge mensen zich gedwongen
voelen om ongezond te zijn. Daarom steun ik ook het werk van «The Model’s Health Pledge»
(TMHP). Het modellenvak past niet bij iedereen. Als bij het ouder worden duidelijk
wordt dat je niet geschikt bent voor de high fashion is het de verantwoordelijkheid
van opvoeders en begeleiders, zoals modellenbureau’s, te helpen met dit inzicht en
te helpen hier op een goede en gezonde manier mee om te gaan.
Vraag 5
In hoeverre worden de afspraken geëvalueerd die uw voorganger, Staatssecretaris Van
Rijn, op initiatief van de CDA-fractie met de mode-industrie heeft gemaakt? Is er
gesproken over evaluatiemomenten?
Antwoord 5
Mijn voorganger heeft geen afspraken met de mode industrie gemaakt. Wél heeft hij
partijen bij elkaar gebracht en verkend met de partijen wat zij vanuit de branche
kunnen doen. Dit heeft geleid tot «The Models Health Pledge» (TMHP).
Partijen die onderdeel uitmaken van deze pledge wilden graag dat zaken werden geëvalueerd.
Onderzoeksbureau Sardes heeft daarom kortgeleden een enquête gehouden onder 300 modellen
in overleg met de TMHP. Deze uitkomsten kunnen helpen om de pledge verder te ontwikkelen.
Vraag 6
Welke resultaten heeft het in 2016 gesloten convenant met een aantal partners in de
mode-industrie tot nu toe opgeleverd?
Antwoord 6
Het convenant moet bijdragen aan het beschermen en vergroten van de weerbaarheid van
modellen. Resultaten zijn o.a. dat er na deze ondertekening in 2016, in oktober 2017
een platform is gelanceerd met een meldpunt en een vertrouwenscommissie, er is inmiddels
ook een nieuwe norm voor naaktfotografie (sowieso niet onder de 18 en niet als het
van tevoren niet is gemeld), een stappenplan voor identificatie van en omgang met
eetstoornissen en een checklist voor shows tijdens de Amsterdam Fashion Week. Er zijn
inmiddels 55 ondertekenende partners die de beloften van de TMHP hebben ondertekend
en zich inzetten voor de gezondheid van modellen.
Vraag 7 en 9
Heeft u enige indicatie welk deel van de mode-industrie zich actief inzet om de gezondheid
van modellen te verbeteren en geen werk verschaft aan (te) magere modellen? Is het
draagvlak breed genoeg om de problematiek aan te pakken?
In hoeverre kan Nederland volgens u leren van de Deense aanpak met een ethisch convenant
of van het verbod op inzet van modellen met een te lage Body Mass Index (BMI) in Frankrijk?
Antwoord 7 en 9
Die precieze indicatie heb ik niet. Wel weet ik dat er inmiddels 55 partners zijn
die de beloften van de TMHP hebben ondertekend en zich inzetten voor de gezondheid
van modellen.
Voor de ontwikkeling van de TMHP is nadrukkelijk gekeken naar het Deense convenant
en wat daarvan kon worden geleerd. TMHP is net als in Denemarken een groeiende beweging,
die daar over de jaren heen steeds groter is geworden. Ik hoop dus dat het aantal
ondertekenaars in Nederland zal blijven groeien en dat grote merken zich blijven aansluiten
en daarmee de impact zal toenemen.
De effecten van het Franse verbod wil ik graag in beeld hebben. Voordat een vergelijkbaar
verbod hier serieus wordt overwogen wil ik vooralsnog inzetten op de aanpak van TMHP.
Het platform van de TMHP is nu 1 jaar onderweg om de industrie van binnenuit te veranderen
in plaats van bovenaf via wet- en regelgeving.
Vraag 8
Welke mogelijkheden ziet u om deze praktijken binnen de mode-industrie aan te pakken?
Antwoord 8
TMHP is een kansrijke aanpak. Daarbij is cruciaal dat de partijen dit zelf omarmen
en oppakken, en er nog meer partijen gaan tekenen. Dat heeft tijd nodig, maar ik houd
dit nauwlettend in de gaten. Ik ben voornemens deze aanpak eind 2019 te evalueren
en op basis daarvan zo mogelijk te beoordelen of deze voldoende bescherming biedt
aan modellen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.