Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Lee en Bromet over het onderzoek ‘Europe's renewable energy directive poised to harm global forests’
Vragen van de leden Van der Lee en Bromet (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het onderzoek «Europe's renewable energy directive poised to harm global forests» (ingezonden 26 september 2018).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 22 oktober
2018).
Vraag 1
Kent u het onderzoek «Europe's renewable energy directive poised to harm global forests»
van de Princeton Universiteit?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de nieuwe richtlijn hernieuwbare energie van de Europese Unie hout als
een koolstofarme en hernieuwbare brandstof aanmerkt? Klopt het dat hele bomen moeten
worden verbrand om het vervolgens om te kunnen zetten in energie?
Antwoord 2
De herziening van de richtlijn hernieuwbare energie merkt onder andere biobrandstoffen,
vloeibare biomassa en (vaste) biomassa inderdaad aan als hernieuwbare brandstof, onder
de voorwaarde dat aan de criteria inzake duurzaamheid en de reductie van broeikasgasemissies
wordt voldaan. De richtlijn verplicht niet dat hele bomen moeten worden verbrand,
in de meeste gevallen wordt in de EU biomassa gebruikt die vrijkomt bij industriële
processen (restproducten) en snoei- en dunningshout als vaste biomassa voor energietoepassingen.
Vraag 3
Klopt het dat het gebruik van hout als energiebron ertoe zal leiden dat er enorme
hoeveelheden bos worden gekapt? Wist u dat er wordt voorspeld dat Europa zelfs dubbel
zoveel bomen moet gaan kappen – hoogstwaarschijnlijk buiten de grenzen van de Europese
Unie – om slechts vijf procent van de Europese energie te leveren? Deelt u de mening
dat het zeer zorgelijk is dat dit plan potentieel ontzettend veel schade kan aanrichten
aan de bossen in de hele wereld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Bij de herziening van de richtlijn hernieuwbare energie zijn specifieke duurzaamheidseisen
voor vaste biomassa uit bossen opgenomen. De richtlijn beoogt met deze bepalingen
juist om een duurzaam beheer van bossen te borgen. Zo vereisen de criteria dat bossen
waaruit biomassa wordt geoogst die wordt gebruikt om de streefcijfers voor hernieuwbare
energie te halen duurzaam in stand worden gehouden. Ik deel uw beeld dus niet dat
er enorme hoeveelheden bos worden gekapt – al het bos dat gekapt wordt, wordt weer
aangeplant. Het is voor het eerst dat er op Europees niveau duurzaamheidscriteria
voor vaste biomassa worden vastgesteld, in navolging van lidstaten die al duurzaamheidseisen
stellen. Zo behoren de Nederlandse duurzaamheidseisen voor vaste biomassa voor energietoepassingen
tot de strengste en meest vergaande ter wereld. Omdat de richtlijn hernieuwbare energie
kan leiden tot een grotere vraag naar biomassa en dat dit kan leiden tot een minder
duurzaam beheer van de bossen is het goed dat op Europees niveau duurzaamheidseisen
worden gesteld, maar ook dat lidstaten zoals Nederland strengere duurzaamheidseisen
mogen stellen om de duurzaamheid te borgen en zo mogelijk ongewenste effecten te voorkomen.
Vraag 4
Klopt het dat het gebruik van hout als energiebron de uitstoot van broeikasgassen
juist vergroot ondanks dat hout op de lange termijn hernieuwbaar is? Wist u dat de
Princeton universiteit voorspelt dat het gebruik van hout als energiebron zal resulteren
in tien tot vijftien procent van de uitstoot van het Europese energieverbruik in 2050
terwijl het slechts vijf procent energie oplevert?
Antwoord 4
Nee dat is niet zo algemeen te zeggen, dit hangt ook samen met wat er anders met de
biomassa zou worden gedaan. De impact assessment van de Europese Commissie gaat hier
ook uitgebreid op in, die is gebruikt voor de formulering van de Europese duurzaamheidseisen
Daarbij geldt dat de aangroei en het behoud van het bos waaruit vaste biomassa wordt
verkregen met de Nederlandse duurzaamheidseisen groter moet zijn dan het verlies aan
koolstof. Op die manier heeft het toepassen van vaste biomassa daadwerkelijk een vermindering
van de CO2-uitstoot tot gevolg. Wel is het zo dat de CO2 die bij de aangroei van biomassa wordt vastgelegd daar enige tijd over doet, afhankelijk
van de groeisnelheid van het bos. Bij sommige typen landgebruik duurt dit echter te
lang. Om die reden zijn er op Europees en in Nederland eisen voor welke biomassa mag
worden gebruikt en worden biomassa uit veengronden en wetlands uitgesloten. Aangezien
de toepassing van biomassa CO2-neutraal is leidt dit niet tot hogere broeikasgassen.
Vraag 5
Wist u dat de wereldwijde impact hoogstwaarschijnlijk nog veel groter zal zijn omdat
Europa hiermee andere landen aanspoort om ook hout als energiebron te gaan gebruiken?
Wist u dat landen als Brazilië en Indonesië met tropische regenwouden nu al hebben
aangekondigd dat zij ook van plan zijn om hun gebruik van hout als energiebron toe
te laten nemen? Deelt u daarom de mening dat de Europese Unie een verkeerd signaal
afgeeft aan andere landen in de wereld als het met deze plannen doorgaat?
Antwoord 5
De richtlijn hernieuwbare energie gaat alleen in op de stimulering van hernieuwbare
energie in Europa. Het is aan landen zelf om een goede afweging te maken in het formuleren
van hun klimaat en energiebeleid in lijn met de internationale afspraken daarover.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het aanmerken van hout afkomstig van hele bomen als een koolstofarme
en hernieuwbare energiebron geen duurzame keuze is? Zo nee, waarom niet? Deelt u de
mening dat dit plan niet alleen averechts werkt met betrekking tot klimaatverandering
maar ook onnodig is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Nee, dat blijkt uit de antwoorden op bovenstaande vragen.
Vraag 7
Kunt u een reactie sturen voordat er definitief gestemd wordt over de nieuwe richtlijn
hernieuwbare energie in het Europees Parlement en de Europese Raad in oktober 2018?
Antwoord 7
Uw Kamer ontvangt mijn reactie voordat er definitief gestemd wordt over de herziening
van de richtlijn hernieuwbare energie door het Europees Parlement.
Die stemming zal volgens de meest recente planning plaatsvinden in de week van 22 oktober.
De Europese Raad heeft geen rol in het vaststellen van de herziening van de richtlijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.