Schriftelijke vragen : De toename van synthetische drugscriminaliteit
Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de toename van synthetische drugscriminaliteit (ingezonden 18 oktober 2018).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat de politie de gevolgen vreest van toenemende
drugscriminaliteit?1
Vraag 2
Herkent u dit beeld? Wat is uw oordeel over deze toename aan criminaliteit die samenhangt
met de drugsindustrie?
Vraag 3
Op welke wijze wilt u de strijd aanbinden tegen deze vorm van criminaliteit – met
name ook in de provincie Noord-Brabant?
Vraag 4
Heeft de politie wel voldoende mogelijkheden om op te treden tegen deze criminele
netwerken?
Vraag 5
Wat is de betekenis van de opmerking dat de coördinator synthetische drugs van de
politie Zeeland-West-Brabant de conclusie onderschrijft dat de pakkans van criminelen
te laag is, het strafklimaat te mild en dat ons land een ideaal vestigingsklimaat
heeft voor drugscriminaliteit? Deelt u deze opvatting?
Vraag 6
In hoeverre klopt de conclusie dat er onvoldoende onderzoekscapaciteit beschikbaar
is en dat er te weinig informatie wordt gedeeld tussen de betrokken organisaties?
Welke mogelijkheden ziet u om deze situatie te veranderen?
Vraag 7
Bent u – mede in het licht van de grote gevolgen en risico’s die deze drugscriminaliteit
heeft voor onder meer de woonwijken waarin ze gevestigd zijn – bereid meer mogelijkheden
te bieden voor grondige recherche naar de bronnen van deze drugscriminaliteit en de
daarmee verbonden geldstromen?
Vraag 8
Welke mogelijkheden ziet u om ook blijvend de veiligheid te waarborgen van personen
die betrokken zijn bij de strijd tegen drugscriminaliteit, zoals officieren van justitie
en rechercheurs?
Indieners
-
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.