Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de vertrouwensbreuk van organisatie PrisonLaw met het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het beëindigen van de subsidierelatie
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de vertrouwensbreuk van organisatie PrisonLaw met het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het beëindigen van de subsidierelatie (ingezonden 5 oktober 2018).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 25 oktober 2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat PrisonLaw, belangenbehartiger van zo’n honderd
Nederlandse gedetineerden in het buitenland, weigert nog langer subsidie van uw ministerie
te ontvangen wegens een vertrouwensbreuk met het Ministerie van Buitenlandse Zaken?
Hoe heeft het zo ver kunnen komen1
2
Vraag 2
Wat is uw reactie op de verwijten vanuit PrisonLaw dat de onafhankelijkheid van PrisonLaw
zou worden aangetast door handelen vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken?
Vraag 3
Welke poging(en) heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken ondernomen om de zogenoemde
vertrouwensbreuk met PrisonLaw te voorkomen? Waaruit blijkt dit? Kunt u de pogingen
noemen of onderbouwen?
Vraag 4
Klopt het dat mevrouw Imamkhan vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken op momenten
verzocht is haar media-uitlatingen te rectificeren? Is dit ook gebeurd met verwijzing
naar de subsidierelatie? Begrijpt u dat dit als chantage kan worden ervaren?
Antwoord 1, 2, 3 en 4
Stichting PrisonLAW is één van drie organisaties die subsidie ontvangen op basis van
het subsidiekader «Gedetineerdenbegeleiding buitenland 2017–2019» (Staatscourant 11 augustus 2016, Nr. 42301). Het huidige subsidieplafond geldt voor de periode 1 januari 2017 tot en met 31 december
2019. Medio dit jaar heeft Stichting PrisonLAW aan het Ministerie van Buitenlandse
Zaken meegedeeld dat de stichting had besloten de subsidierelatie vroegtijdig per
1 juli 2019, oftewel zes maanden voor het verstrijken van de driejarige subsidieperiode,
te beëindigen. Sinds het besluit van Stichting PrisonLAW zijn de stichting en het
ministerie in constructief overleg over de modaliteiten van de beëindiging en de overdracht
van de activiteiten naar een andere tijdelijke partij.
Het ministerie herkent zich niet in het beeld dat recentelijk in onder meer de media
is geschetst. Het ministerie werkt sinds 2012 op het terrein van gedetineerdenbegeleiding
buitenland met Stichting PrisonLAW samen. Binnen de algemene subsidieregels en de
voorwaarden van de subsidiebeschikking kunnen alle subsidieontvangers op het terrein
van gedetineerdenbegeleiding buitenland, zo ook Stichting PrisonLAW, zelfstandig en
onafhankelijk opereren. Voor de gesubsidieerde activiteiten op het terrein van Gedetineerdenbegeleiding
buitenland 2017–2019 geldt onder meer het hogergenoemde daarvoor vastgestelde subsidiekader.
In algemene zin behoudt het Ministerie van Buitenlandse Zaken zich steeds het recht
voor om te reageren op feitelijke onjuistheden in berichtgeving op beleidsterreinen
van het ministerie. Aldus kan het voorkomen dat het ministerie iemand attendeert op
feitelijke onjuistheden, aangeeft hoe de feiten volgens het ministerie werkelijk zijn
en iemand verzoekt de berichtgeving aan te passen. Ten aanzien van het laatste benadruk
ik dat het steeds gaat om een verzoek.
Hetzelfde geldt voor het vragen van aandacht van en in de media. In individuele consulaire
zaken werkt het ministerie grotendeels bewust achter de schermen. Zo kan het gebeuren
dat het ministerie in voorkomende gevallen in overweging geeft op bepaalde momenten,
in het belang van de individuele zaak en de gemeenschappelijke doelstelling daarin,
bijvoorbeeld tijdens de inzet van stille diplomatie, publicitaire stilte in acht te
nemen. Hierover is met PrisonLaw regelmatig gecommuniceerd. Dat overleg had nimmer
de intentie en het doel de onafhankelijkheid en zelfstandigheid van Stichting PrisonLAW
te beperken of daar op enigerlei wijze aan af te doen. De uiteindelijke afweging en
beslissing ten aanzien van de timing en de opportuniteit van publiciteit zijn steeds
aan de direct betrokken partijen.
Vraag 5
Waarom meldt het ministerie in een reactie aan de Volkskrant de kritiek niet te kunnen
plaatsen en dat PrisonLaw alle gelegenheid zal hebben met de media te communiceren
en dat het niet aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken is om dit te belemmeren
of hier voorwaarden aan te stellen, terwijl er bewijzen liggen van het tegendeel?
Antwoord 5
Zie mijn antwoorden op de vragen 2, 3 en 4.
Vraag 6
Waarom is het interne onderzoek naar aanleiding van de klacht van de heer Singh vertrouwelijk?
Waarom mogen de heer Singh en zijn advocaat het onderzoeksrapport niet inzien?
Antwoord 6
De klacht betrof gedragingen van personen. Vanwege de wettelijke eisen die worden
gesteld aan persoonsgegevensbescherming zijn het onderzoek en de afhandeling van de
klacht vertrouwelijk. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft uw Kamer vertrouwelijk
over het onderzoek geïnformeerd.
Vraag 7
Waarom kiest het Ministerie van Buitenlandse Zaken er voor om op zoek te gaan naar
een andere organisatie om de belangen van gedetineerden te behartigen in plaats van
te proberen het geschil met PrisonLaw op te lossen en het vertrouwen te herstellen?
Antwoord 7
Stichting PrisonLAW heeft het besluit tot vroegtijdige beëindiging van de subsidierelatie
gedecideerd genomen en aan het ministerie meegedeeld. Uit communicatie met PrisonLAW
is gebleken dat het ministerie en de organisatie verschillende zienswijzen hebben
op de samenwerking in de afgelopen periode. Het ministerie respecteert daarom het
besluit.
Vraag 8
Indien er geen subsidie opvolger wordt gevonden, hoe wordt dan in juridische bijstand
aan de in het buitenland gedetineerde Nederlander voorzien?
Antwoord 8
Het ministerie werkt thans aan een tijdelijke oplossing voor juridisch advies aan
Nederlandse gedetineerden tot en met 31 december 2019. Medio 2019 zal het ministerie
een regulier nieuw subsidiekader op het terrein van gedetineerdenbegeleiding buitenland
publiceren en openstellen waarvan de meerjarige subsidieperiode start op 1 januari
2020.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.