Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kooten-Arissen over een algemeen jachtverbod op wilde zwijnen om het risico op verspreiding van de Afrikaanse varkenspest tegen te gaan
Vragen van het lid Van Kooten-Arissen (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over een algemeen jachtverbod op wilde zwijnen om het risico op verspreiding van de Afrikaanse varkenspest tegen te gaan (ingezonden 24 september 2018).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 15 oktober
2018).
Vraag 1, 2, 3, 4
Kent u het bericht «Geen algemeen afschot Belgische zwijnen»?1
Kent u het bericht «Dood aan het everzwijn!, klinkt het in Polen»?2
Kent u het bericht «Limburg wil bewegingsjacht op everzwijnen om pest»?3
Kent u het bericht «Afrikaanse varkenspest in ons land gevolg van import van honderden
wilde zwijnen voor rijke jagers»?4
Antwoord 1, 2, 3, 4
Ja, ik heb kennis genomen van deze berichten.
Vraag 5
Deelt u de overtuiging dat, zoals blijkt uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken
en de Europese strategie, een algeheel landelijk jachtverbod op wilde zwijnen de beste
remedie is om Afrikaanse varkenspest (AVP) in Nederland te voorkomen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Zoals ik reeds in mijn brief van 24 september jl. heb gemeld (Kamerstuk 29 683, nr. 244), adviseert de deskundigengroep Dierziekten om in geval van een besmetting onder
wilde zwijnen in het door mij aan te wijzen besmette gebied niet te jagen. Om een
besmet gebied zal door mij een buffergebied worden aangewezen waarin het aantal zwijnen
zoveel mogelijk wordt gereduceerd, met als doel de kans op verspreiding door migratie
van wilde zwijnen uit het besmette gebied zo klein mogelijk te maken. Het door u genoemde
algeheel jachtverbod is niet in lijn met de opvatting van onder andere de deskundigengroep
dierziekten. Deze opvatting is dat reductie van het aantal wilde zwijnen de kans op
introductie van de ziekte in Nederland verlaagt.
Vraag 6
Deelt u de mening van de Poolse hoogleraar en bioloog Andrzej Elzanowski dat «het
echte probleem is (...) «een beschavingsprobleem». We produceren voedsel door dieren
te houden, maar zijn niet in staat om dat te beheersen. En als de mens er een bende
van maakt, geeft hij anderen de schuld. Het everzwijn is de zondebok»? Zo ja, welke
acties verbindt u hieraan? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ziekten bij dieren zijn van alle tijden, zowel bij gehouden dieren als bij de wilde
fauna. Het is een gegeven dat ziekten, in dit geval Afrikaanse varkenspest, bij varkens
voorkomen en ook bij wilde zwijnen. Dat door menselijk handelen wilde zwijnen besmet
kunnen worden is een feit, evenals de risico’s van overdracht door contact tussen
varkens en wilde zwijnen. De wilde fauna krijgt niet de schuld van verspreiding van
ziekten naar gehouden dieren.
In de afgelopen jaren is veel vooruitgang geboekt met preventie van dierziekten, onder
andere door het nemen van bioveiligheidsmaatregelen.
De provincies en ik nemen passende maatregelen om kans op introductie zo veel mogelijk
te verkleinen, ten behoeve van de varkenshouderij en ook om populaties wilde zwijnen
te beschermen tegen deze ernstige ziekte. Daarover heb ik de Tweede Kamer in de brief
van 24 september jl. geïnformeerd en dat doe ik ook in de brief die ik uw Kamer vandaag
separaat toestuur.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het zorgelijk is dat de provincie Limburg pleit om de illegale
bewegingsjacht (met meerdere drijvers) opnieuw in te voeren, aangezien wetenschappelijke
onderzoeken uitwijzen dat bewegingsjacht juist een groot risico vormt voor de verspreiding
van AVP? Zo ja welke acties verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het doden van wilde zwijnen in besmet gebied wordt ontraden door de deskundigengroep
Dierziekten, in verband met mogelijke verspreiding van besmette wilde zwijnen (zie
ook antwoord op vraag 5). Ik volg dit advies op. Indien Afrikaanse varkenspest niet
in Nederland voorkomt bij de wilde zwijnen, levert actief populatiebeheer geen groter
risico op verspreiding op en draagt zij juist bij aan preventie. Uit het advies van
de deskundigengroep dierziekten blijkt dat een verlaging van het aantal wilde zwijnen
voor een verminderde kans op introductie van Afrikaanse varkenspest zorgt, omdat de
kans dat een wild zwijn in contact komt met door de mens achtergelaten besmette voedselresten
(swill) afneemt als er minder zwijnen zijn. Het is dus zaak in gebieden de wilde zwijnendichtheid
te verlagen en laag te houden. Dit geldt in het bijzonder voor de provincies Limburg,
Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel.
Het verzoek van de provincie Limburg om de zogeheten bewegingsmethode toe te staan
heb ik in beraad. Belangrijk voor mij hierbij is dat de toe te passen methode kan
bijdragen aan een effectieve preventie, zonder dat er sprake is van de bezwaren die
aan de drijfmethode kleven en die destijds de reden vormden tot een verbod (verstoringen,
niet-selectieve werking en een aanmerkelijke kans op verwonding). Ik verwijs u verder
naar de brief over Afrikaanse varkenspest, die uw Kamer vandaag separaat ontvangt.
Vraag 8
Deelt u de mening dat gastjagers uit het buitenland, evenals jagers die gaan jagen
in het buitenland, een extra risico zijn ten aanzien van de verspreiding van AVP?
Zo ja, bent u bereid om per ommegaande het afgeven van gastaktes een halt toe te roepen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Buitenlandse jagers die in Nederland willen jagen, dienen in het bezit te zijn van
een logeerakte. Jagen met een logeerakte kan enkel in gezelschap van ten minste één
Nederlandse jager met jachtakte. Jachtaktehouders zijn geïnformeerd over de risico’s
van Afrikaanse varkenspest en verzocht om bepaalde hygiënische voorzorgsmaatregelen
te nemen. Als zij zich hieraan houden, is er geen extra risico op verspreiding van
Afrikaanse varkenspest. Dit laatste geldt ook voor Nederlandse jagers die in het buitenland
gaan jagen.
Vraag 9
Heeft u zicht op de hoeveelheid gastaktes die jaarlijks verstrekt worden? Zo nee waarom
niet? Zo ja kunt u deze cijfers overleggen?
Antwoord 9
Jaarlijks worden door de korpschef van de politie enkele honderden logeeraktes verstrekt
aan buitenlandse jagers. Ik beschik niet over exacte cijfers.
Vraag 10
Bent u bereid ervoor te zorgen dat provincies meer inzetten op diervriendelijke preventie
van onder meer (landbouw)schade en het aantal aanrijdingen met wilde zwijnen, zoals
bijvoorbeeld dubbele omheining, wildsignaleringssystemen, het invoeren van een verlaging
van de maximum snelheid en het aanleggen van faunapassagemogelijkheden, mede gezien
het verhoogde risico op verspreiding van AVP via bloedsporen?
Antwoord 10
In samenspraak met de provincies, de faunabeheereenheden en de varkenssector wordt
maximaal ingezet op preventieve maatregelen.
Vraag 11
Kunt u cijfers van de afgelopen drie jaar en het lopende jaar overleggen over hoeveel
en welke provincies hun preventiebudgetten jaarlijks niet uitputten? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, hoe verklaart u deze cijfers?
Antwoord 11
De begroting, uitgaven en eventuele onderuitputting van budgetten van de provincies
is de verantwoordelijkheid van de provincies. De provincies hebben hierin een eigen
politieke verantwoording via provinciale staten.
Ik ben in overleg met de provincies over een plan van aanpak voor de bestrijding van
de ziekte in wilde zwijnen. In de brief aan uw Kamer wordt hier nader op ingegaan.
Vraag 12
Deelt u de mening dat het onwenselijk is wanneer provincies hun preventiebudgetten
niet uitputten? Zo ja, welke acties verbindt u hieraan? Zo nee waarom niet?
Antwoord 12
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 11.
Vraag 13
Deelt u de mening dat het zeer zorgelijk is dat er in België jaarlijks honderden wilde
zwijnen worden geïmporteerd en uitgezet, mede gezien het risico op verspreiding van
de AVP in België en over de grens? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Import van wilde zwijnen uit besmette landen verhoogt het risico. Wilde zwijnen mogen
niet worden geïmporteerd uit een aangewezen gebied zoals vermeld in Beschikking 2014/709.
Ook aan vlees zijn voorwaarden verbonden.
Op grond van artikel 2.29 van de regeling handel levende dieren en levende producten
mag een levend wild dier uit een regio, opgenomen in de bijlage bij het besluit, niet
op Nederlands grondgebied worden gebracht. Het uitzetten van wilde zwijnen in de Nederlandse
natuur is verboden.
Vraag 14
Heeft u aanwijzingen dat dergelijke praktijken ook in Nederland aan de gang zijn?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke acties verbindt u hieraan?
Antwoord 14
In het verleden zijn er enkele wilde zwijnen illegaal uitgezet in ons land. Ik heb
geen signalen dat dit nu nog het geval is.
Vraag 15
Bent u zich ervan bewust dat een nulstand onmogelijk haalbaar is, mede omdat wilde
zwijnen territoriale dieren zijn en nieuwe, wellicht uit de buurlanden afkomstige,
wilde zwijnen het leeggekomen territorium zullen innemen? Zo ja, welke acties verbindt
u hieraan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Ik ben in overleg met de provincies om te bezien welke maatregelen aanvullend nodig
zijn om het risico op introductie en verspreiding van het virus zo klein mogelijk
te laten zijn.
Vraag 16
Welke wetenschappelijke onderzoeken zijn er gebruikt bij de totstandkoming van het
huidige preventiebeleid met betrekking tot de AVP? Kunt u toelichten hoe de conclusies
uit deze onderzoeken in de praktijk uitgevoerd worden?
Antwoord 16
Er zijn diverse publicaties verschenen over preventie en over bestrijding en verspreiding
van AVP. Ik baseer mijn beleid op de adviezen van de European Food Safety Authority
(EFSA), experts van de Europese Commissie en de deskundigengroep dierziekten. Zij
hebben de juiste kennis en zijn op de hoogte van de wetenschappelijke literatuur.
Het advies van de deskundigengroep is gepubliceerd op hun website.
De veterinaire adviezen zijn helder, ik maak een afweging van de maatregelen op basis
van de haalbaarheid, wenselijkheid, proportionaliteit en effectiviteit.
Vraag 17
Heeft u behalve met vertegenwoordigers uit de veehouderij ook recent overleg gehad
met vertegenwoordigers van organisaties die opkomen voor de belangen van in het wild
levende dieren? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 17
Samen met de provincies heb ik overleg gehad met Faunabeheereenheden. In het bestuur
van de faunabeheerseenheden zitten ook natuurorganisaties. Ik zal verder met enkele
andere organisaties in gesprek gaan, waaronder enkele terreinbeheerders.
Vraag 18
Heeft u daarnaast ook recent overleg gehad met onafhankelijke wetenschappers over
de beste remedie om verspreiding van de AVP te voorkomen? Zo ja, met welke wetenschappers
en met welke remedies kwamen zij? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 18
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 16.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.