Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kröger over het interview ‘De Wending’ met Dhr. Leon Adegeest
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het interview «De Wending» met Leon Adegeest (ingezonden 4 september 2018).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
17 oktober 2018).
Vraag 1
Kent u het interview «De wending» met Leon Adegeest?1
Antwoord 1
Het interview is mij bekend.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat wordt geschetst door de heer Adegeest die zich geïntimideerd
voelt door uw ministerie?
Antwoord 2
Het in het interview geschetste beeld herken ik niet.
Vraag 3
Met welk doel heeft er contact plaatsgevonden tussen ambtenaren van uw ministerie
en de heer Adegeest voorafgaand aan presentaties die hij gaf? Wie heeft hiertoe besloten
en waarom?
Antwoord 3
Er is meerdere malen contact geweest tussen mijn ministerie en leden van Hoog Overijssel
en de bewonersdelegatie, onder wie ook met de heer Adegeest als lid van Hoog Overijssel
en toen hij nog onderdeel uitmaakte van de bewonersdelegatie. Deze contacten vonden
plaats in het kader van het MER Lelystad en de totstandkoming van de twee adviezen
waar ik de bewonersdelegatie om had gevraagd.
Vraag 4
Welke afspraken zijn er op uw ministerie over direct contact tussen ambtenaren en
belanghebbenden in de luchtvaart (bewonersgroepen, luchtvaartmaatschappijen, werknemersvertegenwoordiging,
maatschappelijke organisaties)? Is er een protocol voor direct contact met vertegenwoordigers
van belangenorganisaties?
Antwoord 4
Het onderhouden van contacten met belanghebbenden is een belangrijk onderdeel van
het werk van ambtenaren. De Gedragscode Integriteit Rijk schrijft voor welke waarden
en normen daarbij horen.
Vraag 5
Kent u andere gevallen waarin belanghebbenden om onduidelijke redenen zijn benaderd
door uw ministerie of zich geïntimideerd hebben gevoeld?
Antwoord 5
Nee. Wel heeft de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat mij verzocht te
reageren op het NRC-artikel van 3 september jl., met als titel «Ambtenaren hebben
het laatste woord». Het artikel gaat over een onderzoek naar de vergoeding in verband
met een subsidieregeling voor het onderwerken van graanresten rondom Schiphol (in
het artikel genoemd ganzenregeling) van het Wageningen Economic Research-instituut
(WECR). Deze reactie heb ik u op 28 september jl. doen toekomen.
Vraag 6, 7 en 8
Heeft uw ministerie het functioneren van belanghebbenden die kritisch staan tegenover
uw luchtvaartbeleid geprobeerd te beïnvloeden door personen of organisaties onder
druk te zetten?
Kent u andere gevallen waarin belanghebbenden onder druk zijn gezet om hun mening
over beleidsmatige kwesties te wijzigen? Zo ja, hoe vaak is dat gebeurd? Wordt dat
geregistreerd?
Deelt u de mening dat een open cultuur noodzakelijk is om de transitiefase waarin
de luchtvaart zich bevindt te faciliteren? Zo ja, is deze open cultuur geborgd binnen
uw ministerie en specifiek binnen het directoraat luchtvaart?
Antwoord 6, 7 en 8
Mij zijn geen gevallen bekend waarin mijn ministerie zou hebben geprobeerd om critici
van het luchtvaartbeleid te beïnvloeden. Ik deel de mening dat een open cultuur noodzakelijk
is. Het ministerie spant zich in om over het gehele beleidsdomein transparant te zijn,
door actief informatie te verstrekken en stakeholders te betrekken bij beleidsvorming.
Op het dossier luchtvaart, en in het bijzonder Lelystad Airport, zijn de afgelopen
periode informatiebijeenkomsten, een consultatieproces voor stakeholders en het brede
publiek en diverse regionale gesprekken georganiseerd. In het kader van de consultatiefase
rondom Lelystad Airport is een bewonersdelegatie, samengesteld uit diverse regionale
actiegroepen, gevormd om mij te adviseren. Ook is ervoor gekozen om de actualisatie
van het MER zo transparant mogelijk tot stand te brengen, door niet alleen meerdere
bureaus een contra-expertise te laten verrichten, maar ook door de bewonersdelegatie.
Over de toekomst van de luchtvaart wordt op dit moment een maatschappelijke dialoog
georganiseerd. In dat kader vindt dit najaar een reeks regiobijeenkomsten plaats waarin
uiteenlopende stakeholders met verschillende visies over het luchtvaartbeleid met
elkaar in gesprek gaan.
Ook voor de herziening van het luchtruim wordt actief ingezet op participatie van
stakeholders. Ter toelichting verwijs ik hiervoor naar mijn Kamerbrief2 over de participatie op het luchtvaartdossier. Bij de totstandkoming van mijn beleid
hecht ik, kortom, aan een open, transparant en zorgvuldig proces.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.