Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Von Martels over veiligheid in tunnels
Vragen van het lid Von Martels (CDA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over veiligheid in tunnels (ingezonden 3 september 2018).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
25 september 2018).
Vraag 1
Kent u de berichten «Geheim akkoord «Pact van Houten» moet tunnelpaniek voorkomen»1 en «Brandveiligheid nieuwe tunnels onder vuur: Coentunnel mogelijk maanden dicht»?2
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met de berichten.
Vraag 2
Bent u bekend met het bestaan van het zogenaamde Pact van Houten? Zo ja, sinds wanneer?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ik ben bekend met het feit dat Rijkswaterstaat overleg heeft georganiseerd met meerdere
bij het onderwerp betrokken partijen. In mijn brief aan de Tweede Kamer van 8 augustus
2017 (Kamerstuk 29 296, nr. 31) heb ik dit aangekondigd. Doel is kennis en informatie te delen en draagvlak te creëren
voor een gezamenlijke aanpak. De vorm van het overleg is voortgekomen uit een landelijke
informatiebijeenkomst, welke in november 2017 is gehouden in Houten. De benaming is
door de deelnemers gebruikt vanwege de locatie van het eerste overleg. Er is echter
geen sprake van een «geheim akkoord» of «pact».
Vraag 3
Deelt u de mening dat publiciteit over veiligheid in tunnels snel tot onrust kan leiden
en dat het daarom verstandig is om achter de schermen werken aan de verbetering van
de veiligheid?
Antwoord 3
Nee. De intentie van het overleg met betrokken partijen is juist om informatie te
delen. Er is geen sprake van achter de schermen werken. Met partijen is wel afgesproken
om documenten pas na vaststelling breder (openbaar) te delen. Dit om verwarring op
basis van conceptversies te voorkomen. Sinds eind vorig jaar is op meerdere momenten
vastgestelde informatie beschikbaar gesteld aan betrokken partijen.
Vraag 4
Is het waar dat er sprake is van brandgevaarlijk beton en dat de tunnelbeheerders
al in november 2017 tot de conclusie kwamen dat meer drastische maatregelen nodig
zijn om de veiligheid op het juiste niveau te krijgen? Sinds wanneer bent u daarvan
op de hoogte? Waarom is de Kamer daar niet over geïnformeerd?
Antwoord 4
Hiervoor verwijs ik u naar de brieven, waarmee ik de Tweede Kamer op 8 augustus en
8 december (Kamerstuk 29 296, nr. 31 en Kamerstuk 34 775, nr. 56) 2017 heb geïnformeerd. Daarin is aangegeven dat geen sprake is van een onveilige
situatie voor weggebruikers. Het is wel mijn bedoeling om de tunnels weer te laten
voldoen aan de normen die het behoud van economische waarden borgen. Daarom worden
er onderzoeken gedaan naar mogelijke maatregelen hoe dit te realiseren.
Over resultaten uit deze onderzoeken zijn niet al in november 2017 conclusies getrokken,
anders dan een bevestiging van het beeld dat ik de Tweede Kamer in mijn brief van
augustus gaf.
Vraag 5
Is het waar dat is afgesproken dat de uitkomsten van de brandproeven verzwegen zouden
worden en dat er achter de schermen naar oplossingen gezocht zou worden? Wat vindt
u daarvan?
Antwoord 5
Nee, dat is niet waar. Er is met betrokken partijen afgesproken om zorgvuldig om te
gaan met het beoordelen en delen van de resultaten van de uitgevoerde proeven omdat
die zich niet eenvoudig laten interpreteren. Zorgvuldigheid is nodig om verwarring
op basis van conceptdocumenten te voorkomen. Sinds eind vorig jaar zijn periodiek
meerdere vastgestelde rapportages over resultaten van proeven beschikbaar gesteld
via onder andere de eerder genoemde overleggen en de website van Rijkswaterstaat.
Vraag 6
Kunt u aangeven wat de taak en verantwoordelijkheid is van de Tunnelregisseur en aan
wie deze functionaris moet rapporteren?
Antwoord 6
De tunnelregisseur is in dienst bij Rijkswaterstaat en heeft geen bijzondere positie
qua rapportagelijn. De tunnelregisseur is verantwoordelijk voor het beheren en toepassen
van de wettelijke tunnelstandaard bij tunnels in het rijkswegennet. Voor het onderwerp
brandwerendheid is de tunnelregisseur één van de betrokken experts.
Vraag 7
Kunt u aangeven bij welke tunnels (bestaand en/of nieuw) onderzoek loopt naar de veiligheid
ervan? Kunt u aangeven op welke termijn de veiligheid van deze tunnels op het juiste
niveau is gebracht?
Antwoord 7
In eerder genoemde brieven aan de Tweede Kamer is aangegeven om welke tunnels het
gaat:
– Vier tunnels die na 2008 in gebruik zijn genomen: de Salland-Twentetunnel (N35), de
Ketheltunnel (A4), de Tweede Coentunnel (A10) en de Koning Willem Alexandertunnel
(A2).
– Tunnel in aanbouw: de A9 Gaasperdammerweg.
De bestaande tunnels zijn veilig voor weggebruikers. Dit is vastgesteld in overleg
met de onafhankelijke Tunnelveiligheidsbeambte en betreffende gemeenten (Bevoegd Gezag).
Desondanks wordt niet voldaan aan alle wettelijke eisen die ook het behoud van de
economische waarde waarborgen. Onderzoek wordt gedaan naar maatregelen, die genomen
kunnen worden om weer aan de norm te voldoen.
Vraag 8
Is het waar dat zeker vier net opgeleverde tunnels niet voldoen aan de strenge brandeisen
door problemen met het gebruikte beton? Zo ja, kunt u aangeven waarom bij de bouw
van de recente tunnels nog geen rekening gehouden is met deze brandveiligheidseisen
en welke kosten gemoeid zijn bij bouwkundige aanpassingen?
Antwoord 8
Dat klopt. Er is wel rekening gehouden met de eisen. Bij de bouw is gebruik gemaakt
van een betonsoort, die in het verleden aan de eisen voldeed. Het gebruikte beton
blijkt bij nader inzien echter minder lang bestand tegen de extreme hitte dan eerder
verondersteld. Over de maatregelen, die ik van plan ben te nemen om de tunnels weer
aan de eisen te laten voldoen, informeer ik u naar verwachting binnen een maand. Ik
ga dan ook in op de kosten.
Vraag 9
Is het waar dat de Tweede Coentunnel en A2 Maastricht maanden dicht moeten? Zo ja,
sinds wanneer weet u dat en waarom is de Kamer niet geïnformeerd?
Antwoord 9
Op dit moment is nog niet bekend wanneer en hoelang afsluiten van tunnels nodig is
om maatregelen uit te voeren. Zodra hier meer duidelijkheid over is zal ik de Kamer
hierover informeren. Dit neemt niet weg dat er hinder voor het verkeer zal zijn. Het
beperken van hinder voor het verkeer zal bij het uitvoeren van de maatregelen een
belangrijk criterium zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.