Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen 29 en 30 september (Kamerstuk 21501-30-678)
2025D40762 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen aan
                  het kabinet over de geagendeerde brieven bij het schriftelijk overleg (Formele) Raad
                  voor Concurrentievermogen/Interne markt en industrie, onderzoek en ruimtevaart (29–30 september
                  2025) waaronder de Geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen 29–30 september
                  2025 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 678).
               
De voorzitter van de commissie,
Michon-Derkzen
Adjunct-griffier van de commissie,
Krijger
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
II
Antwoord/Reactie van het kabinet
III
Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
                  geannoteerde agenda voor de (formele) Raad voor Concurrentievermogen/Interne markt
                  en industrie, onderzoek en ruimtevaart op 29 en 30 september 2025 en andere stukken
                  voor het schriftelijk overleg. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.
               
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de stukken dat Nederland bij onderhandelingen
                  over het European Competitiveness Fund inzet op een focus op de meest strategische
                  technologieën en sectoren. Welke technologieën en sectoren heeft het kabinet hierbij
                  voor ogen? Hoe wordt de keuze gemaakt of technologieën en sectoren al dan niet prioriteit
                  hebben? Hoe hangt deze prioritering samen met nationaal beleid? Maakt het kabinet
                  hierbij ook keuzes over de vraag welke technologieën of sectoren strategischer zijn
                  dan andere? Hoe vertaalt zich dit tot de middelen voor onderzoek, innovatie en breder
                  EZ-beleid die het kabinet tot zijn beschikking heeft? Kan het kabinet aangeven of
                  het concurrentievermogen van de Europese Unie (EU) een jaar na het Draghi-rapport
                  verbeterd is? Zo ja, kan het kabinet dit toelichten aan de hand van gekwantificeerde
                  grootheden? Zo nee, hoe kan dit? Het Draghi-rapport benoemt het feit dat er € 750
                  tot € 800 miljard additionele investeringen per jaar nodig zijn. Welk bedrag komt
                  er extra vrij met dit Europese fonds? Hoeveel extra private investeringen worden verwacht
                  door het instellen van dit fonds? Hoe staat het een jaar na het Draghi-rapport met
                  het behalen van deze € 750 tot € 800 miljard additionele investeringen en kan het
                  kabinet bij dit antwoord een zo goed mogelijk geschat bedrag noemen?
               
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben vervolgens enkele vragen over de voortgang
                  van de omnibussimplificatiepakketten. Deze leden vinden het een goede zaak om regels
                  tegen het licht te houden en hierbij te kijken of wet- en regelgeving beter kan, maar
                  deze leden zijn ook kritisch omdat dit kan leiden tot uitholling van noodzakelijke
                  wet- en regelgeving ten koste van mens en milieu. Kan het kabinet toezeggen dat het
                  geen voorstellen zal steunen die noodzakelijke wet- en regelgeving, bijvoorbeeld op
                  het gebied van klimaat en milieu, uithollen? Indien het kabinet het belang hiervan
                  onderschrijft, hoe maakt het zich hiervoor dan hard in Brussel? Hoe wordt deze balans
                  gewaarborgd? Kan worden toegelicht wat de Nederlandse inzet is, in het bijzonder in
                  relatie tot het omschreven krachtenveld, waarbij sommige lidstaten meer nadruk leggen
                  op lastenverlichting en andere op betere implementatie of meer politieke zichtbaarheid?
                  Het kabinet wijst tevens op het belang van impact assessment (effectbeoordeling).
                  Zijn deze impact assessments een voorwaarde voor eventuele steun aan deze omnibuspakketten?
                  Zo ja, wat zijn de criteria voor steun waarop het kabinet deze impact assessments
                  zal beoordelen? Zo nee, waarom vraagt het kabinet hier dan naar?
               
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het interessant om te lezen dat Oostenrijk
                  in de Raad wil spreken over territoriale leveringsbeperkingen. Kan het kabinet toelichten
                  wat de Oostenrijkse positie hierover is en wat het precies in de Raad zouden willen
                  bespreken? Kan het kabinet een actuele stand van zaken geven met betrekking tot de
                  wetgeving hierover en kan worden aangegeven wat de plannen zijn voor de komende tijd
                  op dit beleidsterrein? Kan het kabinet, als de inzet van Nederland en Oostenrijk overeenkomen,
                  samen met Oostenrijk (en wellicht andere gelijkgezinden EU-lidstaten) optrekken, bijvoorbeeld
                  in de vorm van het schrijven van een non-paper?
               
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben voorts enkele vragen over de brief
                  over onderzoek, innovatie en de nieuw strategie over startups en scale-ups. Hoeveel
                  additioneel geld is gemoeid met Horizon Europe en helpt het programma om de (investerings-)doelen
                  van het Draghi-rapport te bereiken? Zo nee, kan dan de conclusie worden getrokken
                  dat dit een (in andere opzichten waardevol) Europees programma is, maar dat dit niet
                  tot verbetering van de Europese concurrentiekracht in vergelijking met nu zal leiden?
                  Kan het kabinet kwantificeren hoeveel de nieuwe strategie op startups en scale-ups
                  gaat helpen bij het bereiken van een betere concurrentiepositie? Hoe is het huidige
                  startup- en vooral scale-upklimaat in Nederland in vergelijking met de Verenigde Staten?
                  Hoe zal dit met dit voorstel verbeteren? Wordt er daarmee genoeg gedaan om meer scale-ups
                  in Nederland te krijgen?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en danken het kabinet
                  voor de geannoteerde agenda en de bijgevoegde fiches. Naar aanleiding hiervan hebben
                  zij de volgende vragen.
               
De leden van de NSC-fractie hebben eerder gewezen op het risico van een subsidiewedloop
                  tussen lidstaten. Welke afspraken wil Nederland in de komende Raad voorstellen om
                  dit te voorkomen? Met welke lidstaten trekt Nederland hierin samen op?
               
De leden van de NSC-fractie constateren dat het kabinet positief staat tegenover de
                  Startup- en Scale-upstrategie en de horizontale interne-marktstrategie. Hoe gaat het
                  kabinet in de Raad aandringen op minder administratieve lasten en snellere toegang
                  tot kapitaal voor het midden- en kleinbedrijf (mkb)?
               
De leden van de NSC-fractie constateren voorts dat de opvolger van Horizon Europe
                  (FP10, Net Framework Programme) dual-use (tweeërlei gebruik) onderzoek en innovatie
                  mogelijk maakt. Acht het kabinet het wenselijk dat militaire en civiele doelen in
                  hetzelfde programma worden gefinancierd? Hoe borgt het kabinet dat deze inzet op dual-use
                  niet ten koste gaat van fundamenteel civiel onderzoek?
               
De leden van de NSC-fractie stellen dat Europa sneller moet kunnen innoveren, maar
                  niet ten koste van veiligheid en duurzaamheid. Hoe gaat het kabinet in de Raad balanceren
                  tussen het versnellen van vergunningverlening en het borgen van maatschappelijke en
                  ecologische risico’s? Is het kabinet bereid te pleiten voor het gebruik van regulatory
                  sandboxes die ruimte bieden aan innovatie, maar waarin duidelijke randvoorwaarden
                  worden gesteld voor veiligheid en toezicht?
               
De leden van de NSC-fractie lezen dat de BNC-fiches over het voorstel voor een Europese
                  ruimte verordening (EU Space Act) en de mededeling Vision for the European Space Economy
                  op de agenda van dit schriftelijk overleg staan. Hoe gaat het kabinet in de Raad inzetten
                  op versterking van de Europese autonomie in satellietdiensten en dataverwerking?
               
Deze leden zijn van mening dat de vestiging van buitenlandse hyperscale datacentra
                  in Nederland de strategische autonomie kan ondermijnen door hoge energieconsumptie
                  en buitenlandse zeggenschap over data. Is het kabinet bereid om in de Raad te pleiten
                  voor een Europees kader dat voorwaarden stelt aan dergelijke investeringen en dat
                  tegelijkertijd Europese cloud- en datadiensten versterkt? Hoe borgt het kabinet dat
                  de European Space Agency (ESA) en nationale ruimtevaartinitiatieven goed worden afgestemd
                  met de EU Space Act, zodat overlap en extra bureaucratie worden voorkomen?
               
De leden van de NSC-fractie stellen dat de maritieme maakindustrie van groot belang
                  is voor de strategische autonomie van Europa. Kan het kabinet toelichten hoe het Nederlands-Duitse
                  non-paper in Brussel wordt ingebracht en welke vervolgstappen Nederland ziet om dit
                  breder te verankeren in de Europese industriële prioriteiten? Is het kabinet bereid
                  om in de Raad te pleiten voor het opnemen van de maritieme sector als strategische
                  sector binnen de Clean Industrial Deal en het EU-kompas voor concurrentievermogen?
               
II. Antwoord/Reactie van het kabinet
               
III. Volledige agenda
               
Geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen 29 en 30 september
Kamerstuk 21 501-30-678 – Brief Minister van Economische Zaken, V.P.G. Karremans – d.d. 16 september 2025
Fiche: Omnibus IV – Wijziging van verordeningen om bepaalde steunmaatregelen voor
                        het mkb uit te breiden naar small mid-cap ondernemingen en aanvullende vereenvoudigingsmaatregelen
Kamerstuk 22 112-4085 – Brief Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp – d.d. 20 juni 2025
Fiche: Mededeling horizontale interne-marktstrategie
Kamerstuk 22 112-4096 – Brief Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp – d.d. 1 juli 2025
Fiche: Mededeling The EU Startup and Scaleup Strategy: Choose Europe to start and
                        scale
Kamerstuk 22 112-4098 – Brief Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp d.d. 4 juli 2025
Verslag informele Raad voor Concurrentievermogen 17 en 18 juli 2025
Kamerstuk 21 501-30-677 – Brief Minister van Economische Zaken, V.P.G. Karremans d.d. 27 augustus 2025
Fiche: Mededeling over a Vision for the European Space Economy
Kamerstuk 22 112-4118 – Brief Minister van Buitenlandse Zaken, R.P. Brekelmans d.d. 29 augustus 2025
Fiche: Verordening voor de EU Space Act
Kamerstuk 22 112-4117 – Brief Minister van Buitenlandse Zaken, R.P. Brekelmans d.d. 29 augustus 2025
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken - 
              
                  Mede ondertekenaar
H.W. Krijger, adjunct-griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.