Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 817 Tweede wijziging van de Wet minimumbelasting 2024 in verband met de in december 2023, juni 2024 en januari 2025 internationaal overeengekomen administratieve richtsnoeren en een aantal overige technische wijzigingen (Tweede wet aanpassing Wet minimumbelasting 2024)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om aanpassingen te doen
in de Wet minimumbelasting 2024 met het oog op de internationaal afgesproken administratieve
richtsnoeren;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet minimumbelasting 2024 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de begripsomschrijving van doorkijkentiteit wordt «fiscaal transparant is in de
staat waarin haar» vervangen door «of, indien zij middellijk wordt gehouden, zij en
de entiteit of entiteiten door middel waarvan de belanghouders het belang in haar
houden, fiscaal transparant is, onderscheidenlijk zijn, in de staat waarin de» en
wordt «niet fiscaal transparant is in de staat waarin haar» vervangen door «of, indien
zij middellijk wordt gehouden, zij en de entiteit of entiteiten door middel waarvan
de belanghouders het belang in haar houden, niet fiscaal transparant is, onderscheidenlijk
zijn, in de staat waarin de».
b. In de alfabetische volgorde wordt een begripsbepaling ingevoegd, luidende:
hybride entiteit:
een entiteit die wordt behandeld als fiscaal transparant in de staat waar haar belanghouders
wonen of zijn gevestigd en die:
a. belastingplichtig is in de staat waarin zij is gevestigd; of
b. niet wordt aangemerkt als een fiscaal transparante entiteit op grond van artikel 1.2,
tweede lid, en op grond van artikel 1.3, eerste lid, tweede zin, wordt geacht te zijn
gevestigd in de staat naar het recht waarvan zij is opgericht.
2. In het vijfde lid wordt «rechtstreeks aan de directe belanghouder» vervangen door
«rechtstreeks aan haar belanghouder».
3. Er wordt een lid toegevoegd luidende:
8. Voor de toepassing van de definitie van doorkijkentiteit in het eerste lid, wordt
een doorkijkentiteit, niet zijnde een uiteindelijkemoederentiteit, niet aangemerkt
als een belanghouder.
B
Aan artikel 3.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Onder een groepsentiteit als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan een joint
venture en de met de joint venture verbonden partijen.
C
Aan artikel 6.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Indien de activa, passiva, inkomsten, uitgaven en kasstromen van een groepsentiteit
niet zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening en het verslagjaar van die
groepsentiteit afwijkt van het verslagjaar van de uiteindelijkemoederentiteit, wordt
het kwalificerende inkomen of verlies van die groepsentiteit bepaald aan de hand van
de financiële verslaggeving van die groepsentiteit over de financiële verslaggevingsperiode
die eindigt in het verslagjaar van de uiteindelijkemoederentiteit.
D
Artikel 6.2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a, onder 1°, wordt na «artikel 7.1,» ingevoegd «en de belastinglast
ter zake van betrokken belastingen die als kosten in aanmerking zijn genomen bij de
bepaling van de winst vóór belastingen in de financiële verslaggeving».
2. In onderdeel c, onder 3°, wordt «het niet langer aanwezig zijn» vervangen door «de
vervreemding».
E
Na artikel 6.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6.6a. Bijzondere waardevermindering
Een bijzondere waardevermindering van de activa en passiva voor financiële verslaggevingsdoeleinden
blijft buiten beschouwing indien de boekwaarde van deze activa en passiva voor financiële
verslaggevingsdoeleinden als gevolg van die waardevermindering afwijkt van de boekwaarde
ingevolge een of meer andere bepalingen in deze wet, tenzij die bijzondere waardevermindering
leidt tot een boekwaarde in de financiële verslaggeving die lager is dan de afwijkende
boekwaarde ingevolge die andere bepaling of bepalingen in deze wet.
F
Artikel 6.14 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «houden, tenzij die doorkijkentiteit:» vervangen door «houden.
De eerste zin is niet van toepassing:».
b. In onderdeel a wordt voor «een» ingevoegd «indien de doorkijkentiteit».
c. In onderdeel b wordt voor «onmiddellijk» ingevoegd «voor zover de doorkijkentiteit».
2. In het derde lid wordt na «de groepsentiteit-belanghouders» ingevoegd «, niet zijnde
doorkijkentiteiten die geen uiteindelijkemoederentiteit zijn,».
G
Aan artikel 7.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien de activa, passiva, inkomsten, uitgaven en kasstromen van een groepsentiteit
niet zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening en het verslagjaar van die
groepsentiteit afwijkt van het verslagjaar van de uiteindelijkemoederentiteit, worden
de betrokken belastingen van die groepsentiteit bepaald aan de hand van de financiële
verslaggeving van die groepsentiteit over de financiële verslaggevingsperiode die
eindigt in het verslagjaar van de uiteindelijkemoederentiteit.
H
Artikel 7.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste en tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien de boekwaarde
van een activum of passivum ingevolge een bepaling in deze wet afwijkt van de boekwaarde
in de financiële verslaggeving wordt voor de berekening van de belastinglatentie die
betrekking heeft op dat activum of passivum uitgegaan van de eerstgenoemde boekwaarde.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
11. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de toepassing
van het zevende lid en de keuze, bedoeld in het negende lid, onderdeel b, ten aanzien
van passieve belastinglatenties die zijn geaggregeerd voor financiële verslaggevingsdoeleinden.
I
Artikel 7.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien de groepsentiteit een
doorkijkentiteit is die een fiscaal transparante entiteit is, wordt het bedrag aan
betrokken belastingen, bedoeld in de eerste zin, toegerekend aan haar groepsentiteit-belanghouders
naar verhouding van het bedrag aan nettowinst of nettoverlies dat op grond van artikel
6.14, derde lid, is toegerekend aan haar groepsentiteit-belanghouders.
2. In het vierde lid wordt «hybride groepsentiteit» vervangen door «hybride entiteit
of een omgekeerde hybride entiteit» en aan dat lid wordt toegevoegd «of die omgekeerde
hybride entiteit».
3. Het tiende lid komt te luiden:
10. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld voor
de toerekening van betrokken belastingen:
a. ingevolge het derde lid ten aanzien van belastingregelingen voor buitenlandse gecontroleerde
lichamen op grond waarvan de belasting wordt berekend op basis van het gezamenlijke
inkomen of de gezamenlijke verliezen of verrekenbare belastingen van meerdere buitenlandse
gecontroleerde lichamen die worden gehouden door een groepsentiteit;
b. ingevolge het eerste, derde, vierde en vijfde lid ten aanzien van belastingen die
kunnen worden verrekend met belastingen over het inkomen van verschillende vaste inrichtingen
of entiteiten op het niveau van de hoofdentiteit of groepsentiteit-belanghouder; en
c. ingevolge het eerste, derde, vierde en vijfde lid ten aanzien van gecorrigeerde mutaties
in belastinglatenties ingevolge artikel 7.3.
J
In artikel 8.3, negende lid, aanhef, wordt «vijfde en zesde» vervangen door «zevende
en achtste».
K
In artikel 8.4, eerste lid, wordt «7.3, zesde lid» vervangen door «7.3, zevende lid»
en wordt «10.3, zesde lid» vervangen door «10.3, zesde of negende lid».
L
Artikel 8.8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid wordt na «onzekere belastingposities» ingevoegd «alsmede de aanwending
van belastinglatenties als bedoeld in artikel 14.1, tweede lid, onderdelen b tot en
met e,» en aan dat lid wordt een zin toegevoegd, luidende: In afwijking van de vorige
zin mag de aanwending van actieve belastinglatenties als bedoeld in artikel 14.1,
tweede lid, onderdelen b tot en met d, in aanmerking worden genomen voor zover deze
aanwending zou zijn toegestaan op grond van artikel 14.1, zesde lid.
2. In het zesde lid wordt «tot en met vijfde lid» vervangen door «tot en met vierde
lid».
3. Het elfde lid, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:
a. Aan subonderdeel 1° wordt toegevoegd «, dan wel de enkelvoudige jaarrekening van
iedere groepsentiteit mits die is opgesteld in overeenstemming met een geaccepteerde
financiële verslaggevingsstandaard of een geautoriseerde financiële verslaggevingsstandaard,
de financiële verslaggeving van de groepsentiteit is opgesteld aan de hand van die
financiële verslaggevingsstandaard en de gegevens in de financiële verslaggeving betrouwbaar
zijn».
b. Subonderdeel 2° vervalt onder vernummering van subonderdeel 3° tot 2°.
c. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van subonderdeel 2° (nieuw) door «;
of» wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:
3° in geval van een vaste inrichting waarvoor geen verslaggeving als bedoeld in subonderdeel
1° of 2° beschikbaar is: de afzonderlijke financiële verslaggeving die door een hoofdentiteit
wordt opgesteld voor een vaste inrichting;
4. Onder vernummering van het zesde tot en met twaalfde lid tot zevende tot en met dertiende
lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
6. Voor het bepalen van de totale inkomsten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a,
en het tweede lid, en voor het bepalen van de winst vóór winstbelasting, bedoeld in
het eerste lid, onderdelen a en c, en het derde lid, worden ten aanzien van een geldverstrekking
binnen een multinationale groep of binnenlandse groep die als eigen vermogen in aanmerking
wordt genomen volgens de fiscale regelgeving van de staat van de groepsentiteit die
de geldverstrekking doet, de betalingen die voortvloeien uit deze geldverstrekking
zowel bij de ontvanger als bij de verstrekker als rente in aanmerking genomen mits
dit in overeenstemming is met de kwalificerende financiële verslaggeving.
M
Artikel 8.8a, zevende lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel e wordt «financiële verslaglegging» telkens vervangen door «financiële
verslaggeving» en wordt «tiende lid» vervangen door «elfde lid».
2. In onderdeel e wordt «elfde lid» vervangen door «twaalfde lid».
N
Artikel 8.9, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel c wordt «tiende lid» vervangen door «elfde lid».
2. In onderdeel c wordt «elfde lid» vervangen door «twaalfde lid».
O
Artikel 9.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «in een van de vier onmiddellijk aan het verslagjaar voorafgaande
verslagjaren».
2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «verslagjaar waarin de splitsing plaatsvindt» vervangen door
«eerste verslagjaar dat eindigt na de splitsing».
b. In onderdeel b wordt «de drie verslagjaren na het verslagjaar waarin de splitsing
plaatsvindt» vervangen door «het tweede, derde en vierde verslagjaar dat eindigt na
de splitsing» en wordt «verslagjaren van (...) daarna» vervangen door «van die verslagjaren».
P
Artikel 14.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na de eerste zin een zin ingevoegd, luidende: Voor zover
de activa en passiva van een toetredende of uittredende entiteit op grond van artikel
9.2, derde lid, worden gewaardeerd op basis van de historische boekwaarde, worden
de met die activa en passiva samenhangende actieve en passieve belastinglatenties
bepaald op basis van die boekwaarde indien de entiteit na 30 november 2021 is toegetreden
tot of uitgetreden uit de multinationale groep of binnenlandse groep.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Actieve belastinglatenties, en ingeval onderdeel d van toepassing is ook passieve
belastinglatenties, zijn uitgesloten van de berekening van het eerste lid voor zover:
a. zij zien op bestanddelen die op de voet van hoofdstuk 6 niet in aanmerking worden
genomen bij de berekening van het kwalificerende inkomen of verlies en zijn ontstaan
als gevolg van een transactie die na 30 november 2021 heeft plaatsgevonden;
b. zij voortkomen uit een regeling met een overheidsinstantie die is overeengekomen of
aangepast na 30 november 2021 en die voorziet in een bijzondere aanspraak op een belastingkrediet
of een ander belastingvoordeel dat zonder die regeling niet zou zijn verleend;
c. zij voortvloeien uit een keuze gemaakt door de groepsentiteit na 30 november 2021,
welke keuze de behandeling van een transactie voor de bepaling van het belastbare
inkomen met terugwerkende kracht wijzigt nadat de belastingaanslag is vastgesteld
of de belastingaangifte is gedaan;
d. zij voortkomen uit het verschil tussen de fiscale boekwaarden en de boekwaarden in
de financiële verslaggeving indien en de fiscale boekwaarden zijn vastgesteld bij
de invoering van een belasting naar de winst na 30 november 2021 en vóór het overgangsjaar
in een staat waarin voorafgaand aan die invoering geen belasting naar de winst werd
geheven; of
e. zij voortkomen uit verrekenbare verliezen die zijn ontstaan in een verslagjaar voorafgaand
aan de vijf verslagjaren vóór de invoering van een belasting naar de winst in een
staat waarin voorafgaand aan die invoering geen belasting naar de winst werd geheven.
3. Onder vernummering van het zesde en zevende lid tot zevende en achtste lid, wordt
een lid ingevoegd, luidende:
6. In afwijking van het tweede lid mag een actieve belastinglatentie als bedoeld in
het tweede lid, onderdelen b en c, in aanmerking worden genomen en aangewend in verslagjaren
die aanvangen op of na 1 januari 2024 en vóór 1 januari 2026 en die uiterlijk 30 juni
2027 eindigen en mag een actieve belastinglatentie als bedoeld in het tweede lid,
onderdeel d, in aanmerking worden genomen en aangewend in verslagjaren die beginnen
op of na 1 januari 2025 en vóór 1 januari 2027 en die uiterlijk 30 juni 2028 eindigen,
met dien verstande dat in totaal niet meer dan 20 percent van de actieve belastinglatentie
wordt aangewend en voor zover:
a. de actieve belastinglatentie in aanmerking is genomen tegen het minimumbelastingtarief
of, indien dit lager is, het van toepassing zijnde belastingtarief waartegen de actieve
belastinglatentie in de financiële verslaggeving is opgenomen;
b. de actieve belastinglatentie niet voortvloeit uit een regeling met een overheidsinstantie
als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, welke regeling is overeengekomen of aangepast
na 18 november 2024;
c. de actieve belastinglatentie niet voortvloeit uit een keuze als bedoeld in het tweede
lid, onderdeel c, die is gemaakt na 18 november 2024;
d. de actieve belastinglatentie niet voortvloeit uit de invoering van een belasting naar
de winst, bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, welke belasting is ingevoerd na
18 november 2024;
e. de actieve belastinglatentie noch in totaal noch in een verslagjaar voor een hoger
bedrag wordt aangewend als gevolg van een wijziging na 18 november 2024 ten aanzien
van een regeling als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, een keuze als bedoeld
in het tweede lid, onderdeel c, of de boekwaarden, bedoeld in het tweede lid, onderdeel
d; en
f. de aanwending het totale bedrag aan gecorrigeerde mutaties in belastinglatenties,
bedoeld in artikel 7.2, niet overschrijdt.
Q
In artikel 14.3, vijfde lid, wordt «zevende lid» vervangen door «achtste lid».
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van 31 december 2025, met dien verstande dat:
a. artikel I, onderdelen A, B, D, onder 2, F, H, onder 2, I, J, K, L, onder 2 en 3, N,
onder 1 en O, onder 2, terugwerkt tot en met 31 december 2023 en voor het eerst toepassing
vindt met betrekking tot verslagjaren die aanvangen op of na 31 december 2023;
b. artikel I, onderdeel M, onder 1, terugwerkt tot en met 31 december 2024 en voor het
eerst toepassing vindt met betrekking tot verslagjaren die aanvangen op of na 31 december
2024;
c. artikel I, onderdelen C, D, onder 1, E, G, H, onder 1, L, onder 1 en 4, M, onder 2,
N, onder 2, O, onder 1, P en Q voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot
verslagjaren die aanvangen op of na 31 december 2025.
ARTIKEL III
Deze wet wordt aangehaald als: Tweede wet aanpassing Wet minimumbelasting 2024.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.