Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 815 Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met differentiatie van het tarief van de vliegbelasting (Wet differentiatie vliegbelasting)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het tarief voor de
vliegbelasting te differentiëren;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze.
ARTIKEL I
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 72 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door
een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. eindbestemming:
luchthaven waar de vliegreis van de passagier eindigt ingevolge de vervoersovereenkomst.
B
Artikel 77 komt te luiden:
Artikel 77
1. Het tarief per passagier bedraagt:
a. € 29,40 indien de eindbestemming van de passagier is gelegen in een staat of gebied
die, onderscheidenlijk dat, is opgenomen in bijlage A;
b. € 47,24 indien de eindbestemming van de passagier is gelegen in een staat of gebied
die, onderscheidenlijk dat, is opgenomen in bijlage B;
c. € 70,86 indien de eindbestemming van de passagier is gelegen in een staat of gebied
die, onderscheidenlijk dat, niet is opgenomen in bijlage A of bijlage B.
2. Het tarief per passagier bedraagt € 70,86 indien de eindbestemming van de passagier
niet kan worden vastgesteld.
C
In artikel 79, eerste lid, tweede zin, wordt na «vindt plaats» ingevoegd «op een door
de exploitant van de luchthaven voorgeschreven wijze en».
D
Bij de wet worden twee bijlagen gevoegd, luidende:
Bijlage A, behorende bij de Wet belastingen op milieugrondslag
– Albanië;
– Andorra;
– Belarus;
– België;
– Bosnië en Herzegovina;
– Bulgarije;
– Cyprus;
– Denemarken, met inbegrip van de Faeröer, maar met uitzondering van Groenland;
– Duitsland;
– Estland;
– Finland;
– Frankrijk, met uitzondering van Frans Polynesië, Frans Guyana, Franse Zuidelijke en
Antarctische Gebieden, Guadeloupe, Martinique, Mayotte, Nieuw-Caledonië, Réunion,
Saint Barthélemy, Saint-Pierre en Miquelon, Sint Maarten (Franse deel) en Wallis en
Futuna;
– Griekenland;
– Hongarije;
– Ierland;
– IJsland;
– Italië;
– Kosovo;
– Kroatië;
– Letland;
– Liechtenstein;
– Litouwen;
– Luxemburg;
– Malta;
– Moldavië;
– Monaco;
– Montenegro;
– Noord-Macedonië;
– Noorwegen, met uitzondering van Svalbard (Spitsbergen), Jan Mayen en de van Noorwegen
afhankelijke gebieden («biland»);
– Nederland, met inbegrip van Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint
Maarten;
– Oekraïne;
– Oostenrijk;
– Polen;
– Portugal, met inbegrip van de autonome regio’s Madeira en de Azoren;
– Roemenië;
– San Marino;
– Servië;
– Slovenië;
– Slowakije;
– Spanje, met inbegrip van de autonome regio de Canarische Eilanden;
– Tsjechië;
– Vaticaanstad;
– het Verenigd Koninkrijk, met inbegrip van het Brits Kroonbezit, Akrotiri en Dhekelia
en Gibraltar, maar met uitzondering van Anguilla, Bermuda, het Brits Antarctisch Territorium,
het Brits Indische Oceaanterritorium, de Britse Maagdeneilanden, de Falklandeilanden,
de Kaaimaneilanden, Montserrat, de Pitcairneilanden, Sint-Helena, Ascension en Tristan
de Cunha, de Turks- en Caicoseilanden en Zuid-Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden;
– Zweden;
– Zwitserland.
Bijlage B, behorende bij de Wet belastingen op milieugrondslag
– Afghanistan;
– Algerije;
– Armenië;
– Azerbeidzjan;
– Bahrein;
– Benin;
– Burkina Faso;
– Centraal-Afrikaanse Republiek;
– Egypte;
– Eritrea;
– Gambia;
– Georgië;
– Ghana;
– Groenland (Denemarken);
– Guinee;
– Guinee-Bissau;
– Irak;
– Iran;
– Israël;
– Jan Mayen (Noorwegen)
– Jemen;
– Jordanië;
– Ivoorkust;
– Kaapverdië;
– Kameroen;
– Kazachstan;
– Koeweit;
– Kirgizië;
– Libanon;
– Liberia;
– Libië;
– Mali;
– Marokko;
– Mauritanië;
– Niger;
– Nigeria;
– Oezbekistan;
– Oman;
– Palestijnse Gebieden;
– Qatar;
– Rusland;
– Saint-Pierre en Miquelon (Frankrijk);
– Saoedi-Arabië;
– Senegal;
– Sierra Leone;
– Sudan;
– Svalbard (Spitsbergen) (Noorwegen);
– Syrië;
– Tadzjikistan;
– Togo;
– Tunesië;
– Turkije;
– Turkmenistan;
– Tsjaad;
– Verenigde Arabische Emiraten.
ARTIKEL II
Voor zover artikel 90 van de Wet belastingen op milieugrondslag bij het begin van
het kalenderjaar 2026 wordt toegepast op het in artikel 77 van de Wet belastingen
op milieugrondslag vermelde bedrag, worden de in artikel I, onderdeel B, vermelde
bedragen met overeenkomstige toepassing van dat artikel gewijzigd.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2027.
ARTIKEL IV
Deze wet wordt aangehaald als: Wet differentiatie vliegbelasting.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.