Verslag van een bijeenkomst : Verslag van de Jaarlijkse zitting 2025 van de NAVO Parlementaire Assemblee
19 291 Parlementaire Assemblée van de NAVO
AK/ Nr. 69
VERSLAG VAN DE VOORJAARSZITTING 2025 IN DAYTON
Vastgesteld 9 september 2025
1. Inleiding
Zes Kamerleden namen van 22 tot en met 26 mei 2025 deel aan de Spring Session van de NAVO Parlementaire Assemblee in Dayton (Ohio), Verenigde Staten. Dit waren
de Tweede Kamerleden De Roon (PVV), Klaver (GroenLinks-PvdA, delegatieleider), Van der Burg (VVD) en Paternotte (D66) en vanuit de Eerste Kamer Kroon (BBB) en Petersen (VVD). Ongeveer 250 parlementsleden uit de 32 NAVO-landen en partnerlanden waren
aanwezig in de Verenigde Staten bij de eerste bijeenkomst op Amerikaanse bodem in
meer dan 20 jaar. De parlementaire assemblee nam een verklaring aan over de aanstaande NAVO Regeringstop op 24-25 juni 2025 in Den Haag met een pleidooi
om NAVO’s afschrikking en defensie naar een volgend niveau te tillen en te komen tot
een ambitieus defensie-uitgavendoel ver boven 2% van het BNP. Ook spraken de leden
hun blijvende steun uit aan Oekraïne in een verklaring inclusief een oproep aan de regeringen om de diplomatieke, militaire, financiële
en humanitaire steun voor Oekraïne op te voeren. Voorafgaand en tijdens de zitting
ging veel aandacht uit naar de Dayton-akkoorden, ofwel het Verdrag van Dayton tussen
de Republiek van Bosnië-Herzegovina, de Republiek Kroatië en de Federale Republiek
van Joegoslavië (tegenwoordig Servië en Montenegro) dat in 1995 een einde maakte aan
de Bosnische burgeroorlog. Diverse regeringsvertegenwoordigers van Albanië, Montenegro,
Kroatië, Noord-Macedonië, Kosovo en de Minister van Buitenlandse Zaken van Oekraïne
spraken op de plenaire vergadering op 26 mei evenals de NAVO Secretaris-Generaal Mark
Rutte.
En marge van de vergadering hadden de Nederlandse leden ontmoetingen de delegaties
uit Oekraïne, Litouwen en Canada.
2. Standing Committee
Op vrijdag 23 mei kwam de Standing Committee ofwel het bestuur van de Assemblee bijeen
voor overleg. De leden van de stonden stil bij het overlijden op 21 mei van de voormalige
president van de NAVO Parlementaire Assemblee, Gerald Connolly (VS). De huidige president
Marcos Perestrello verwees naar Connolly als een van de meest invloedrijke presidenten
van de NAVO PA. «Hij was een buitengewoon leider en een rolmodel voor velen van ons.
Hij heeft zijn carrière doorgebracht als een fervent verdediger van onze unieke trans-Atlantische
alliantie en haar fundamentele democratische waarden,» aldus Perestrello. De leden
van het bureau en de delegatieleiders bespraken de twee verklaringen, Taking NATO deterrence and defence to the next level at The Hague Summit en Peace through strength in Ukraine, waarbij werd gestemd over de ingediende amendementen. De vier door Nederland ingediende
amendementen op de verklaring voor de NAVO Regeringstop in Den Haag werden allen aangenomen.
De amendementen gingen over de verplichting van de 2%-norm voor defensie-uitgaven
tegenover de burgers van het bondgenootschap, het voorkomen van handelsbelemmeringen
tussen bondgenoten, het versterken en handhaven van effectieve sancties tegen Rusland,
en dat investeringen en technologische samenwerking moeten worden bevorderd om de
gezamenlijke defensie- en afschrikkingscapaciteit te versterken. Wegens het aanstaande
vertrek van de secretaris-generaal van de Parlementaire Assemblee, Ruxandra Popa,
werden tijdens de Standing Committee vergadering gesprekken gehouden met haar mogelijke
opvolger. De Standing Committee koos Dr. Benedetta Berti als de volgende secretaris-generaal
van de PA. De concept begroting voor 2026 werd ter informatie voorgelegd. Deze zal
opnieuw worden besproken en worden vastgesteld tijdens de Annual Session in het najaar.
Plenaire zitting
Bij de opening van de voorjaarsvergadering op donderdag 22 mei stond men ook stil
bij het overlijden van het Amerikaanse Congreslid Connolly, voormalig president van
de NAVO PA. «Binnen onze NAVO Parlementaire Assemblee is er geen krachtiger pleitbezorger
geweest dan Gerry Connolly voor het belang van de Assemblee als instrument en als
stem van democratische instituties,» zei Congressman Mike Turner, hoofd van de Amerikaanse
delegatie en gastheer. Hierna werd gesproken over de vredesakkoorden van Dayton, ofwel
het Verdrag van Dayton tussen de Republiek van Bosnië-Herzegovina, de Republiek Kroatië
en de Federale Republiek van Joegoslavië (tegenwoordig Servië en Montenegro) dat in
1995 een einde maakte aan de Bosnische burgeroorlog. «Met onze NAVO-partners en het
leiderschap in de Balkan kwamen we samen, en de Dayton Vredesakkoorden werden geboren
als een beginsel van vrede dat al 30 jaar standhoudt in een nog steeds fragiele structuur,»
sprak Turner. Hij onderstreepte ook het belang van een soeverein, democratisch en
vrij Oekraïne na de oorlog. «Dat moet het resultaat zijn en dat moet bereikt worden
door Europa, de NAVO en de VS te laten samenwerken en te zorgen voor een sterk Oekraïne,»
voegde hij eraan toe. Ook burgemeester van Dayton Jeffrey Mims sprak de vergadering
toe. Hij merkte op dat de geest van de vredesakkoorden die in de stad werden ondertekend,
een inspiratie zouden moeten zijn voor de bijeenkomst. «Iedereen zit hier in een gelijkwaardige
positie – om ervoor te zorgen dat we communiceren en praten over de problemen in de
wereld en hoe we de vrede kunnen handhaven en vestigen,» zei Mims. De gouverneur van
Ohio, Mike DeWine, ging in op de verbondenheid tussen de NAVO en de stad Dayton. Hij
citeerde voormalig Minister van Buitenlandse Zaken Warren Christopher: «Ik vertrouw
erop dat mensen op een dag zullen terugkijken op Dayton en zullen zeggen: dit is de
plaats waar de fundamentele keuzes zijn gemaakt.» Hij voegde er aan toe hoe eervol
hij het vond om de leden van de Parlementaire Assemblee te verwelkomen voor de 30ste
verjaardag van de Dayton Vredesakkoorden. Viceminister van Buitenlandse Zaken Chris
Landau zei dat Washington vandaag geen oplossingen wil opleggen aan de Balkan, maar
bereid is om te helpen als daarom wordt gevraagd. «Ik ben hier om uiting te geven
aan de bereidheid van de regering Trump om te luisteren en een constructieve rol te
spelen voor alle partijen, aan de bevolking van Bosnië en Herzegovina en haar buren,
reiken we een hand van vriendschap en een bereidheid om te helpen,» zei hij.
NAVO PA President Marcos Perestrello schetste bij de opening de drie hoofdprioriteiten
voor de voorjaarsvergadering, vooruitkijkend naar de NAVO top in Nederland: lering
trekken uit de Dayton-vredesakkoorden, de NAVO versterken en opnieuw in evenwicht
brengen, en de niet aflatende steun voor Oekraïne herbevestigen. «Op de komende top
in Den Haag moet de NAVO de trans-Atlantische lasten en verantwoordelijkheden verschuiven,
de weerbaarheid van de geallieerde democratieën vergroten en aanvallen op hun samenlevingen
beter tegengaan,» voegde hij toe. Perestrello memoreerde ook aan het einde van de
oorlog is het voormalige Joegoslavië. «De vredesakkoorden van Dayton vormen vandaag
de dag nog steeds een essentieel fundament voor stabiliteit in Bosnië en Herzegovina
en de Westelijke Balkan,» verklaarde hij.
De vergadering nam op maandag 26 mei een verklaring aan over de aanstaande NAVO Regeringstop in Den Haag en sprak de blijvende steun
uit aan Oekraïne in een verklaring inclusief een oproep aan de regeringen om de diplomatieke, militaire, financiële
en humanitaire steun voor Oekraïne op te voeren. «De Top moet de NAVO versterken en
opnieuw in evenwicht brengen, zodat zij het essentiële bolwerk blijft dat de burgers
van Europa en Noord-Amerika veilig houdt,» zei Perestrello. Leiders moeten ook aandringen
op een rechtvaardige en duurzame vrede in Oekraïne. «We steunen alle inspanningen
om de oorlog te beëindigen, de Verenigde Staten kunnen erop rekenen dat hun bondgenoten
hand in hand en samen met Oekraïne werken aan een rechtvaardige en duurzame vrede,»
merkte hij op. «De enige weg naar vrede is die van kracht. Want hoe deze oorlog eindigt,
zal bepalend zijn voor de wereld waarin wij en onze kinderen leven. De uitkomst van
eventuele onderhandelingen zal een precedent scheppen voor de veiligheid in de wereld,»
benadrukte Perestrello. Diverse regeringsvertegenwoordigers van Albanië, Montenegro,
Kroatië, Noord-Macedonië, Kosovo spraken over het belang van de Dayton-akkoorden voor
het waarborgen van de vrede in hun regio en de drie pijlers onder het NAVO-verdrag;
democratie, mensenrechten en de Rule of Law. Ook maakten zij vergelijkingen tussen de pogingen om een einde te maken aan de oorlog
in Oekraïne en het vredesproces dat leidde tot het Daytonakkoord in 1995. De Oekraïense
Minister van Buitenlandse Zaken Sybiha nam deel via een videoverbinding. Hij sprak
over de ongekende intensiteit van de Russische raket- en droneaanvallen op burgerdoelen
in de afgelopen drie dagen, die aantonen dat Moskou niet geïnteresseerd is in vrede.
«Vandaag bevinden we ons in een zeer moeilijk maar kritiek geopolitiek moment, waarschijnlijk
een beslissend moment,» zei hij. Toch zag hij een reële kans om vrede te bevorderen,
door de sanctiedruk op Rusland op te voeren tegelijk met economische en militaire
steun voor Oekraïne. «Dit is de meest effectieve manier om Rusland te dwingen in te
stemmen met een staakt-het-vuren en te stoppen met het verlengen van de oorlog. Dit
is precies wat vrede door kracht betekent,» sprak hij. Secretaris-Generaal van de
NAVO, Mark Rutte, benadrukte dat de NAVO Oekraïne zal blijven steunen om een rechtvaardige
vrede te waarborgen en deed in zijn toespraak een beroep op de aanwezigen om hun parlementaire
invloed aan te wenden om aan te dringen op meer defensie-uitgaven, zodat het bondgenootschap
potentiële agressors beter kan afschrikken en verdedigen. «We moeten nu actie ondernemen
en onze verdediging opbouwen. Uitstel is gevaarlijk. Om de NAVO sterker te maken,
moeten we de defensie-uitgaven verhogen. We hebben meer middelen, strijdkrachten en
capaciteiten nodig, zodat we voorbereid zijn op elke bedreiging,» zei Rutte. Ook onderstreepte
Rutte het belang van het versterken en productiever maken van de Europese defensie-industrie.
Tijdens het vragenuur met Rutte wilde Jesse Klaver namens de Nederlandse delegatie
weten welk advies Rutte op basis van zijn ervaring als voormalig Minister-President
had voor regeringsleiders om hun parlementen ervan te overtuigen de NAVO uitgaven
te verhogen naar minimaal 2%. Rutte gaf aan dat er bij zijn aantreden in 2010 nog
sprake was van het kunnen interen op het vredesdividend, maar dat de veiligheidssituatie
inmiddels zodanig was veranderd dat de uitgaven voor defensie echt omhoog moeten om
de vrede te kunnen waarborgen.
De jaarlijkse vergadering van de NAVO PA zal plaatsvinden in Ljubljana, Slovenië op
10–13 oktober 2025.
3. Commissies en rapporten
De defensiecommissie sprak op 24 mei over afschrikking langs de oostflank en debatteerde
over het naoorlogse Ruslandbeleid van de NAVO. Charles Kupchan van de Raad voor Buitenlandse
betrekkingen stelde dat gesprekken over toekomstige NAVO-Rusland-relaties pas mogelijk
zijn na het einde van de oorlog in Oekraïne. «Zolang Rusland zijn agressieve doelen
blijft nastreven, moet het Westen Oekraïne blijven steunen,» aldus Kupchan. Hij wees
op het belang van militaire hulp, een mogelijke rol van de recent gesloten mineralenovereenkomst
tussen de VS en Oekraïne, en het handhaven van het NAVO-opendeurbeleid, ondanks een
gebrek aan consensus over NAVO-lidmaatschap voor Oekraïne. Ten aanzien van Rusland
benadrukte Kupchan vier aandachtspunten: voorwaarden voor sanctieverlichting, herstart
van wapenbeheersingsdialoog, het losweken van Rusland uit de Chinese invloedssfeer,
en versterking van de weerbaarheid tegen Russische desinformatie. Generaal Wesley
Clark, voormalig Opperbevelhebber van de NAVO waarschuwde dat Rusland probeert elke
vredesregeling te vertragen en zijn troepen richting Charkiv en Odessa te verplaatsen,
met als doel het herstel van controle over voormalige Sovjetgebieden en gebruikt nucleaire
dreiging om het Westen af te schrikken. Clark pleitte voor modernisering van de Amerikaanse
nucleaire en strategische verdediging en benadrukte dat, hoewel de NAVO adequaat reageerde
op de Russische invasie, er meer politieke vastberadenheid en strategische duidelijkheid
nodig is. Hij riep op tot verhoging van de defensie-uitgaven tot 5% van het BBP, versterking
van luchtverdediging, elektronische oorlogsvoering, mobilisatiecapaciteit en interne
veiligheid, vooral door Europese bondgenoten, om de geloofwaardigheid van de NAVO
te waarborgen. Jesse Klaver vroeg naar de veiligheid in de Baltische staten en het
gebrek aan Amerikaanse troepen daar, waarop Generaal Clark antwoorde dat de Verenigde
Staten niet overal troepen kunnen hebben.
Directeur van de afdeling Veiligheidsaangelegenheden inzake China en de Indo-Pacifische
regio van het Center for Naval Analyses, David Finkelstein, gaf een presentatie over
groeiende complexiteit van de Chinese uitdaging voor bondgenoten en hun Indo-Pacifische
partners. Finkelstein stelde vast dat de inzet van Noord-Koreaanse troepen in Oekraïne
op indringende wijze de veiligheidsverbondenheid tussen de Euro-Atlantische en de
Indo-Pacifische regio’s aan het licht heeft gebracht. Hij richtte zich op de groeiende
complexiteit van de Chinese dreiging. «Waar het Chinese leger (PLA) in de jaren »80
nog zwak was, is het nu een geavanceerde, wereldwijd opererende strijdmacht, die oefeningen
houdt met Iran en Rusland, en heeft een militaire basis in de Hoorn van Afrika,» constateerde
Finkelstein. Hij waarschuwde dat NAVO-bondgenoten niet kunnen negeren dat China dichterbij
komt en riep op tot blijvende en versterkte samenwerking met partners in de Indo-Pacific.
Paternotte vroeg naar de gevolgen van een mogelijke Chinese blokkade voor Taiwan.
Finkelstein antwoorde dat de grootschalige invasie van Rusland in Oekraïne de verreikende,
wereldwijde gevolgen van alle oorlogen laat zien, en dat Chinese actie op Taiwan nog
ontwrichtender zou zijn.
Tijdens de presentatie van het rapport Russia’s Axis of Enablement in its War on Ukraine onderstreepte Paternotte onderstreepte het belang van steun aan Oekraïne en vroeg
of deze steun moet worden meegenomen in de toezeggingen van de geallieerde defensie-uitgaven.
Ook wilde hij weten tijdens de bespreking van het rapport Ukraine – A Resilient Democracy in Wartime of de bondgenoten nieuwe sancties moesten invoeren of bestaande sancties moesten
verscherpen. Rapporteur Cherniev antwoordde dat men beide moesten doen; nieuwe sancties
moesten worden ingevoerd om de Russische energie-export en Russische financiën verder
aan banden te leggen. Klaver merkte op dat geallieerde financiering voor de Oekraïense
defensie-industrie kan meetellen voor de NAVO-defensie-uitgavenminima.
In de vergadering van de «Economics and Security Committee» op 24 mei gaf Erik Jones,
directeur van het Robert Schuman Centre for Advcanced Studies een presentatie over
Geo-economische fragmentatie en de trans-Atlantische relatie. Die fragmentatie ziet
hij als het resultaat van hardnekkige misvattingen over globalisering. Economen onderschatten
de negatieve verdelingseffecten van vrijhandel en negeerden risico’s zoals geconcentreerde
toeleveringsketens, dit ondermijnde het publieke vertrouwen en leidde tot verzet tegen
initiatieven als TTIP volgens Jones. De opkomst van populisme en nieuwe beleidskoersen,
zoals strategische autonomie in Europa en Bidens buitenlands beleid voor de middenklasse,
illustreren een veranderde benadering van handel en economische zekerheid. Jones waarschuwde
dat toenemende verschillen in regelgeving de trans-Atlantische samenwerking kunnen
verzwakken en riep de politieke leiders op het maatschappelijk vertrouwen te herstellen
en richting te geven. Bart Kroon vroeg naar de impact van de focus van de EU op ESG-normen
in de wereldwijde handel en merkte op dat ESG-doelstellingen weliswaar cruciaal zijn,
maar dat de uniforme EU-aanpak van regelgeving belanghebbenden vaak van zich vervreemdt.
Jones wees op de huidige inspanningen om de ESG-regels te vereenvoudigen en verduidelijken
en tegelijkertijd de toezeggingen op het gebied van klimaatactie te handhaven. De
uitdaging ligt volgens hem in het behouden van flexibiliteit zonder de politieke duidelijkheid
en overtuiging te ondermijnen.
Na een presentatie over de Economische en diplomatieke versplintering van de Zwarte-Zeeregio
presenteerde Bart Kroon zijn rapport over Geo-economische fragmentatie: een uitdaging
voor het Trans-Atlantische partnerschap. Kroon waarschuwde in het rapport onder meer
dat China en Rusland al aanzienlijke invloed hebben in belangrijke sectoren en bereid
zijn deze positie uit te buiten voor politieke doeleinden. Het rapport roept op tot
versterking van de samenwerking met partners en de private sector om de strategische
afhankelijkheid op cruciale gebieden als energie, voedsel en technologie te verminderen.
«Geallieerde landen moeten werken aan een grotere onderlinge openheid om economische
voordelen te genereren uit handel en investeringen, om solidariteit te versterken,
om interoperabiliteit te bevorderen, om samen te werken aan de vooruitgang van technologie
en gedeelde beleidsvorming,» voegde hij eraan toe. Om de geopolitieke stabiliteit
te ondersteunen zullen de bondgenoten ook de stroom van voedsel en kritieke grondstoffen
moeten garanderen, vooral Europa moet zijn landbouwcapaciteit beter benutten om de
wereldwijde voedselzekerheid en daarmee zijn eigen strategische invloed te ondersteunen
sloot Kroon af.
Paternotte ging in op de rol van kunstmatige intelligentie (AI) in de context van
strategische concurrentie en vroeg om in de volgende versie van het rapport manieren
te bespreken om de positie van het bondgenootschap te versterken, waarop Kroon positief
reageerde en aangaf dat het herziene rapport uitgebreider zal ingaan op technologieën.
In het overleg van de commissie inzake democratie en veiligheid op 24 mei sprak Frederick
Kempe, voorzitter van de Atlantische Raad, over het veiligstellen van de toekomst
van Oekraïne. Kempe beschreef de oorlog in Oekraïne als een historisch keerpunt voor
de NAVO en een bepalend moment voor de wereldorde. Hij riep de geallieerden op hun
diplomatieke, economische en militaire middelen in te zetten voor duurzame vrede,
Rusland blijft vasthouden aan zijn oorspronkelijke oorlogsdoelen en toont geen oprechte
inzet voor een staakt-het-vuren, terwijl Oekraïne bereid is tot onderhandelingen,
volgens Kempe is verhoogde druk op Rusland noodzakelijk voor een echt vredesakkoord.
Hij meent dat Europa hierin een grotere rol moet spelen door nauwere samenwerking
met de VS, hogere defensie-uitgaven, het vrijgeven van bevroren Russische tegoeden,
en mogelijk het sturen van troepen naar Oekraïne. Hij adviseerde de Trump-regering
nieuwe sancties tegen Rusland in te stellen en zich in te zetten voor een Amerikaanse
vangnet voor Europese veiligheidsgaranties in Oekraïne.
Colin Clarke, directeur onderzoek van de Soufan Group, gaf een overzicht van de toestand
van het wereldwijde terrorisme in 2025. Het dreigingslandschap is diverser dan ooit
volgens Clark, terwijl de Sahel het epicentrum van het jihad-terrorisme is geworden,
blijven er meerdere brandhaarden in het Midden-Oosten, waaronder Syrië, Jemen en Afghanistan
en kan de dreiging van aan Al Qaida en ISIS gelieerde groepen in de regio opnieuw
de kop opsteken waarschuwde Clark. Ondertussen is er een toename van door de staat
gesteund terrorisme, vooral vanuit landen als Rusland en Iran en neemt racistisch
en etnisch gemotiveerd extremisme toe. Clarke constateerde een groeiende samenwerking
tussen criminele groepen en terrorisme, onder meer via nieuwe technologieën zoals
AI, 3D-printing, cryptocurrency en via sociale media radicaliseren jongeren worden
ook steeds vaker online. Hij besprak de noodzaak van effectievere strategieën voor
terrorismebestrijding en waarschuwde geallieerde landen om zich in hun dreigingsanalyse
niet uitsluitend te richten op de concurrentie tussen grote mogendheden, ten koste
van terrorisme. Er zijn vernieuwde, alomvattende tegenmaatregelen nodig om de ontwikkelingen
in terroristische tactieken aan te pakken.
Tot slot was er een paneldiscussie over vrouwen, vrede en veiligheid waarin de stand
van zaken over de uitvoering van de VN resolutie 1325 werd besproken en gaf professor
Nathalie Hudson van de universiteit van Dayton een toelichting op het belang van de
Woman, Peace and Security (WPS) agenda. Hudson benadrukte de unieke impact van gewapende
conflicten op vrouwen en stelde dat vrouwen daardoor een andere rol kunnen spelen
in conflictpreventie en -oplossing. Ze onderstreepte dat het WPS-beleid geen ideologie
is, maar essentieel voor nationale veiligheid, stabiliteit en groei. Hudson gaf aanbevelingen
voor de herziening van het NAVO-actieplan in 2025, waaronder meer betrokkenheid van
mannelijke leiders, verplichte gendertraining, structurele dialoog met maatschappelijke
organisaties, extra financiering en het behouden van de WPS-principes. Ze wees ook
op de belangrijke rol van parlementariërs in het bevorderen van WPS binnen hun eigen
landen.
De commissie inzake wetenschap en technologie ontving op 25 mei Mircea Geoană, voormalig
plaatsvervangend secretaris-generaal van de NAVO, oprichter en voorzitter Aspen Instituut
Roemenië. Geoană benadrukte het cruciale belang van technologie voor veiligheid, economie
en samenleving binnen de NAVO, vooral in het licht van de strategische concurrentie
tussen grootmachten. Hij wees op de versnellende impact van AI op andere technologieën
zoals biotechnologie en menselijke verbetering. Om de technologische voorsprong van
de NAVO te behouden, werd het Defence Innovation Accelerator for the North Atlantic (DIANA) gelanceerd en het NATO Innovation Fund (NIF). Deze initiatieven ondersteunen
innovatieve start-ups en onderzoekscentra in NAVO-landen en richten zich op zowel
marktrijpe oplossingen als duurzame ontwikkeling van talent. Kroon vroeg naar de mogelijkheden
om een innovatie-investeringsbank te financieren en hoe ervoor gezorgd kan worden
dat de doelstellingen van de NAVO, de geallieerden en investeerders gehaald kunnen
worden. Geoană wees op een waardevol non-paper van het VK voor besprekingen met de
EU, benadrukte het belang van het financieren van hiaten in het defensie-innovatie
ecosysteem zoals het herverzekeren van export, en schetste het belang van het creëren
van financieringsmechanismen voor snelle innovatie en aanbestedingen.
Bij de bespreking van het rapport Renavigating the Melting Arctic wees de rapporteur op de activiteiten van deze commissie in het Arctisch gebied,
waaruit valt op te maken dat het belang van de regio toeneemt als gevolg van strategische
concurrentie en klimaatverandering. Vervolgens schetste hij de belangrijkste stappen
die de NAVO, Rusland en China in de regio hebben gezet en gaf hij een aantal stappen
aan die het bondgenootschap zou moeten nemen om zich verder aan te passen aan de veranderende
situatie: het vergroten van het situationeel bewustzijn, ervoor zorgen dat het Noordpoolgebied
niet geïsoleerd wordt beschouwd en dat klimaatverandering een aandachtspunt blijft,
het verder versterken van de bescherming van kritieke onderzeese infrastructuur, het
blijven versterken van de rol van de NAVO, het handhaven van de Arctische bestuursstructuur
en het verbeteren van de coördinatie met partners. Paternotte meende dat er in de
conclusies krachtiger taal gesproken kon worden over Chinese onderzoeksfaciliteiten
in het licht van de spionage en inmenging van het land, waarop de rapporteur verklaarde
dit mee te nemen.
In de politieke commissie op 25 mei werd teruggekeken op de erfenis van Dayton, het
bevorderen van stabiliteit op de Westelijke Balkan, door Carl Bildt, voormalig premier
en voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Zweden, Angela Aggeler, ambassadeur
van de VS in de Republiek Noord-Macedonië, Dr Sven Alkalaj, buitengewoon en gevolmachtigd
ambassadeur van Bosnië en Herzegovina in de Verenigde Staten van Amerika, en Timcho
Mucunski, Minister van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel van de Republiek
Noord-Macedonië. Bildt noemde het Dayton-akkoord een diplomatieke triomf die bijna
dertig jaar vrede heeft gebracht in Bosnië en Herzegovina. Hoewel het land politiek
verdeeld blijft en economische vooruitgang wordt belemmerd, is interetnisch geweld
grotendeels afwezig zei hij. In tegenstelling tot andere conflictoplossingen voldeed
Dayton aan de minimumeisen van alle partijen en voorkwam het nieuwe oorlog. Bildt
wees op blijvende spanningen in de regio en vertraagde EU-toetreding, maar benadrukte
dat de Russische oorlog in Oekraïne nieuwe kansen biedt voor de Westelijke Balkan
– mits er binnenlandse hervormingen en politieke wil zijn. Ambassadeur Aggeler benadrukte
dat de Westelijke Balkan op een keerpunt staat, met zowel uitdagingen als kansen.
Het Dayton-akkoord was belangrijk voor vrede, maar niet bedoeld als eindoplossing
voor politieke ontwikkeling. Ze wees op regionale problemen zoals corruptie en jeugdverloop,
en onderstreepte het belang van rechtsstaat, economische hervormingen en samenwerking.
Aggeler prees Noord-Macedonië voor zijn EU-inspanningen en benadrukte Amerikaanse
steun voor hervormingen, EU-integratie en gezamenlijke infrastructuur- en energieprojecten.
De VS blijven volgens haar sterk betrokken bij de stabiliteit en welvaart van de regio.
Dr. Sven Alkalaj prees het Dayton-akkoord als succesvol in het brengen van vrede,
maar benadrukte dat het slechts een startpunt was richting Euro-Atlantische integratie.
Hij uitte zorgen over de trage vooruitgang van Bosnië en Herzegovina richting NAVO-
en EU-lidmaatschap, vooral door politieke blokkades en tegenwerking van de Republika
Srpska. Alkalaj riep op tot meer steun van de NAVO en de assemblee om hervormingen
te versnellen en het huidige geopolitieke momentum te benutten. Hij onderstreepte
dat externe hulp nodig blijft om de interne verdeeldheid te overwinnen, ondanks het
aanhoudende verlangen van de bevolking naar integratie. Mucunski benadrukte het potentieel
van de Westelijke Balkan en riep op om vredesakkoorden zoals Dayton te hervormen tot
platforms voor modern bestuur. Hij pleitte voor een politieke cultuurverschuiving
van nationalisme naar inclusieve samenlevingen. Mucunski benadrukte de rol van Noord-Macedonië
als NAVO-lid en regionale veiligheidsbijdrager, en wees op het belang van strategische
infrastructuur- en energieprojecten. Hij steunde NAVO-modernisering, verwelkomde hernieuwde
Amerikaanse betrokkenheid, waarschuwde voor buitenlandse inmenging en riep op tot
collectieve weerbaarheid en gedeelde Euro-Atlantische waarden.
Door Matthew Withaker, permanent vertegenwoordiger van de VS bij de NAVO en door Mircea
Geoană spraken over versterking van de Europese pijler van de NAVO. Whitaker stond
stil bij 76 jaar collectieve veiligheid en het beëindigen van de oorlog in Bosnië.
Hij prees de bijdrage van Balkanlanden zoals Albanië, Kroatië, Montenegro, Noord-Macedonië
en Slovenië aan regionale stabiliteit en NAVO-versterking. Whitaker waarschuwde voor
toenemende dreigingen, vooral vanuit Rusland, cyberaanvallen en hybride oorlogvoering,
en stelde dat de huidige norm van 2% defensie-uitgaven onvoldoende is en riep op tot
verhoging naar 5% van het BBP, wat economisch haalbaar is voor Europa, mits er politieke
wil is. Ook pleitte hij voor meer trans-Atlantische industriële samenwerking, versterking
van toeleveringsketens en NAVO-verdediging op land, zee, lucht, cyber en ruimte. Tot
slot benadrukte hij de noodzaak om veerkracht op te bouwen en nieuwe technologieën
te omarmen via een hele-samenleving-benadering van afschrikking. Ook Geoană benadrukte
dat de NAVO essentieel blijft in een wereld vol dreigingen, vooral van Rusland en
China. Hij pleitte voor een sterker en evenwichtiger trans-Atlantisch partnerschap,
waarin Europese landen meer verantwoordelijkheid nemen – niet alleen financieel, maar
ook strategisch. Volledige Europese defensie-autonomie achtte hij onrealistisch. Geoană
riep op tot meer samenwerking op het gebied van defensietechnologie, cyberveiligheid
en infrastructuur. Hij moedigde investeringen aan in NAVO-innovatieprogramma’s zoals
DIANA en het NAVO Innovatiefonds, en het betrekken van nieuwe actoren bij veiligheid.
Tot slot benadrukte hij het belang van NAVO's eenheid, innovatie en politieke samenhang.
Paternotte vroeg of de Europese bondgenoten een bijdrage moeten leveren aan de afschrikking
in de Indo-Stille Oceaan. Whitaker antwoordde dat, hoewel de nationale belangen uiteenlopen,
de VS er de voorkeur aan geven dat de Europese bondgenoten zich concentreren op de
Euro-Atlantische veiligheid om lacunes in hun capaciteit te voorkomen. Geoană sloot
zich daarbij aan en waarschuwde tegen het loskoppelen van Europese en mondiale veiligheid
in een tijdperk van systemische rivaliteit met China.
Tijdens de Voorjaarzitting zijn er in de diverse commissies zeventien concept-rapporten
besproken.1 De conceptrapporten worden tijdens de jaarvergadering in het najaar in Ljubljana,
Slovenië, vastgesteld. Het gaat om de volgende rapporten:
– Democracy Under Digital Threat: Bolstering the Cybersecurity of Allied Elections,
rapporteur Dimitrios KAIRIDIS (Griekenland)
– Protecting Allied Societies from Chinese Disinformation, rapporteur Viviane TEITELBAUM
(België)
– Women, rapporteur Peace and Security: United Nations Security Council Resolution 1325,
rapporteur Önes Derici (Türkiye)
– Lessons from Russia’s War in Ukraine & NATO’s Future Russia Strategy, rapporteur Rebecca
PATTERSON (Canada)
– Russia’s Axis of Enablement in its War on Ukraine, rapporteur Rick LARSEN (Verenigde
Staten)
– Allied Cooperation with the Indo-Pacific, rapporteur Spyridon KYRIAKIS(Griekenland)
– Geo-economic Fragmentation: A Challenge to the Transatlantic Partnership, rapporteur
Bart KROON (Nederland)
– The War in Ukraine and Mounting Economic Challenges in the Greater Black Sea Region,
rapporteur Cristian BORDEI (Romanie)
– Coping with Current and Future Threats: The Evolution of North American and European
Defense, rapporteur Neal Patrick DUNN (Verenigde Staten)
– Western Balkans: 30 Years Since the Dayton Accords, rapporteur Tomas VALASEK (Slovakia)
– NATO and the Coalescing Bloc of Authoritarian Countries, rapporteur Audronius AZUBALIS
(Litouwen)
– Ensuring Just Peace for Ukraine, rapporteur Simona Flavia MALPEZZI (Italië)
– From Cooperation to Competition: The Technological, rapporteur Defence and Security
Implications of a Warming Arctic, rapporteur Njall Trausti FRIDBERTSSON (IJsland)
– Space: The Fifth Operational Domain, rapporteur Zan MAHNIC (Slovenië)
– Uncrewed: NATO Enters the Drone Era, rapporteur Sven CLEMENT (Luxemburg)
– Iran's Threat to Regional and Euro-Atlantic Security, rapporteur Utku CAKIRÖZER (Türkiye)
De voorzitter van de delegatie, Klaver
De griffier van de delegatie, Christiaanse
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Klaver, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
M. Christiaanse, adjunct-griffier