Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 797 Wijziging van de Luchtvaartwet BES in verband met de door ICAO vastgestelde eisen voor luchtvaartnavigatiedienstverlening
ARTIKEL I
ARTIKEL II (OVERGANGSRECHT)
ARTIKEL III
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de Luchtvaartwet BES
wordt aangepast ter naleving van de normen en aanbevolen werkwijzen aangaande luchtvaartnavigatiediensten
vastgelegd in de bijlagen bij het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen
Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109);
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Luchtvaartwet BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel q komt te luiden:
q. luchtverkeer:
het geheel der verplaatsingen van luchtvaartuigen in de lucht of op een terrein ingericht
voor het opstijgen en landen en de daarmede verband houdende bewegingen op de grond
van luchtvaartuigen, alsmede het gebruik van het luchtruim door toestellen die geen
luchtvaartuigen zijn;
2. Onderdeel z komt te luiden:
z. verlener van luchtverkeersdiensten:
de instanties die luchtverkeersdiensten voor het luchtverkeer verlenen;
3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ae door een puntkomma, worden
acht begripsomschrijvingen toegevoegd, luidende:
af. communicatiediensten:
vaste en mobiele diensten ten behoeve van de luchtvaart voor grond-tot-grond, lucht-tot-grond
en lucht-tot-lucht-communicatie voor luchtverkeersleidingsdoeleinden;
ag. navigatiediensten:
de faciliteiten en diensten die luchtvaartuigen voorzien van informatie op het gebied
van positionering en timing;
ah. luchtvaartnavigatiediensten:
luchtverkeersdiensten, communicatie-, navigatie- en plaatsbepalingsdiensten, meteorologische
diensten voor de luchtvaartnavigatie, en luchtvaartinlichtingendiensten;
ai. luchtvaartnavigatiedienstverlener:
de openbare of particuliere lichamen die luchtvaartnavigatiediensten voor het luchtverkeer
verlenen;
aj. luchtverkeersleidingsdienst:
dienst die wordt verricht teneinde:
1°. botsingen te voorkomen:
– tussen luchtvaartuigen, en
– tussen luchtvaartuigen en hindernissen op dat deel van de luchthaven dat is bedoeld
voor het opstijgen, landen en taxiën met luchtvaartuigen, en
2°. een geordende luchtverkeersstroom tot stand te brengen en te handhaven;
ak. plaatsbepalingsdiensten:
de faciliteiten en diensten voor het bepalen van de respectieve posities van luchtvaartuigen
waarmee voor een veilige separatie wordt gezorgd;
al. Verdrag van Chicago:
het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale
burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109);
am. luchtvaartinlichtingendienst:
een binnen het vastgestelde gebied opgerichte dienst die verantwoordelijk is voor
het verstrekken van luchtvaartinformatie en gegevens die nodig zijn voor de veiligheid,
regelmaat en efficiency van luchtvaartnavigatie.
B
Hoofdstuk IV wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden:
HOOFDSTUK IV. BEVEILIGING VAN DE BURGERLUCHTVAART
2. Afdeling 1 vervalt.
3. Het opschrift van Afdeling 2 vervalt.
C
Het opschrift van Hoofdstuk VI komt te luiden:
HOOFDSTUK VI. LUCHTVERKEER EN LUCHTVAARTNAVIGATIEDIENSTEN
D
Aan Hoofdstuk VI worden de volgende artikelen toegevoegd:
Artikel 29
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen, onder vastlegging van de
begrenzing van de gedeelten van het luchtruim die zich bevinden boven het territoir
van de openbare lichamen dan wel die delen waarbinnen Onze Minister de verantwoordelijkheid
voor het verzorgen van de luchtverkeersdienstverlening heeft aanvaard, ter bescherming
van de openbare veiligheid bij het gebruik van het luchtruim, ter bevordering van
het veilige, ordelijke en vlotte verloop van het luchtverkeer of ter bescherming van
personen of zaken aan boord van het luchtvaartuig of op het aardoppervlak, regels
worden gesteld aan deelnemers aan het luchtverkeer.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorts regels worden gesteld
betreffende:
a. de uitvoering van vluchten;
b. de met betrekking tot de uitvoering van vluchten te verstrekken inlichtingen;
c. de communicatie tussen deelnemers aan het luchtverkeer onderling en met de instanties
en organisaties belast met het verlenen van luchtverkeersdiensten;
d. de in en ten behoeve van het luchtverkeer te gebruiken tekens en seinen;
e. het gebruik van het luchtruim anders dan door luchtverkeer; en
f. gedrag van het verkeer op een luchtvaartterrein.
3. Onze Minister kan ontheffing of vrijstelling verlenen van het bepaalde bij of krachtens
het eerste en tweede lid, mede met inachtneming van het veilige, ordelijke en vlotte
verloop van het luchtverkeer.
4. Aan de ontheffing of vrijstelling, bedoeld in het derde lid, kunnen voorschriften
of beperkingen worden verbonden.
Artikel 29a
1. De natuurlijke of rechtspersoon die:
a. een luchtvaartuig ter beschikking heeft of dit onder zijn verantwoordelijkheid laat
deelnemen aan het luchtverkeer, en
b. daarbij gebruik maakt van luchtverkeersdienstverlening,
is een vergoeding verschuldigd ter dekking van de kosten van de luchtverkeersdienstverlening.
2. De eigenaar van het luchtvaartuig, bedoeld in het eerste lid, is hoofdelijk aansprakelijk
voor de vergoeding tenzij hij op de eerste vordering de natuurlijke persoon of rechtspersoon
aanwijst die het luchtvaartuig te zijner beschikking heeft en dit onder zijn verantwoordelijkheid
laat deelnemen aan het luchtverkeer.
3. De hoogte van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld door de
luchtverkeersdienstverlener onder goedkeuring door Onze Minister.
4. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld ten aanzien van de hoogte, de berekening,
de vaststelling, de inning en de bekendmaking van de vergoeding, bedoeld in het eerste
lid.
5. Bij ministeriële regeling kan vrijstelling worden verleend van betaling van de vergoeding,
bedoeld in het eerste lid.
6. Bij ministeriële regeling kunnen regels gesteld worden omtrent de raadpleging van
vertegenwoordigers van luchtruimgebruikers over het vergoedingenbeleid.
Artikel 29b
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden:
a. met inachtneming van het type en de dichtheid van het luchtverkeer, delen van het
vluchtinformatiegebied Curaçao onderscheidenlijk het vluchtinformatiegebied San Juan
dat zich dat zich boven het territoir van de openbare lichamen Bonaire onderscheidenlijk
Sint Eustatius en Saba bevindt, dan wel die delen waarbinnen Onze Minister de verantwoordelijkheid
voor het verzorgen van de luchtverkeersdienstverlening heeft aanvaard, alsmede luchthavens
aangewezen waar de daarbij bepaalde vormen van luchtverkeersdiensten worden verleend;
b. in het vluchtinformatiegebied Curaçao onderscheidenlijk het vluchtinformatiegebied
San Juan dat zich dat zich boven het territoir van de openbare lichamen Bonaire onderscheidenlijk
Sint Eustatius en Saba bevindt, luchtverkeersroutes en -procedures vastgesteld, waaronder
mede zijn begrepen naderings-, vertrek- en wachtprocedures, alsmede luchtverkeerspatronen.
2. Onze Minister kan ontheffing of vrijstelling verlenen van het bepaalde bij of krachtens
het eerste lid, mede met inachtneming van het veilige, ordelijke en vlotte verloop
van het luchtverkeer. Aan de ontheffing of vrijstelling kunnen voorschriften of beperkingen
worden verbonden.
3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ten aanzien van diensten voor
luchtruim- en procedureontwerp.
Artikel 29c
1 Het is verboden luchtvaartnavigatiediensten te verlenen zonder hiertoe te zijn aangewezen
krachtens deze wet.
2. Onze Minister wijst een luchtvaartnavigatiedienstverlener aan die verantwoordelijk
is voor het verlenen van luchtvaartnavigatiediensten in de delen van het vluchtinformatiegebied
Curaçao onderscheidenlijk het vluchtinformatiegebied San Juan dat zich dat zich boven
het territoir van de openbare lichamen Bonaire onderscheidenlijk Sint Eustatius en
Saba bevindt, dan wel die delen waarbinnen Onze Minister de verantwoordelijkheid voor
het verzorgen van de luchtvaartnavigatiedienstverlening heeft aanvaard.
3. Onze Minister wijst de gebieden aan waarbinnen en het luchtverkeer waaraan een aangewezen
luchtvaartnavigatiedienstverlener op exclusieve basis luchtverkeersdiensten verleent.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels worden gesteld met
betrekking tot de wijze waarop luchtvaartnavigatiediensten worden verleend.
5. Dit artikel is niet van toepassing op meteorologische diensten voor de luchtvaartnavigatie.
6. Luchtvaartinlichtingendiensten en communicatie-, navigatie en plaatsbepalingsdiensten
vallen eveneens onder het bereik van de eisen die gesteld worden aan de verlener van
luchtverkeersdiensten indien:
a. deze diensten onder het gezag van de luchtverkeersdienstverlener vallen; of
b. deze diensten geheel of gedeeltelijk door een andere entiteit dan de luchtverkeersdienstverlener
worden geleverd, en
1°. De daarmee verband houdende diensten onder de bevoegdheid van de luchtverkeersdienstverlener
vallen, of
2°. De aspecten van de diensten met directe operationele implicaties onder de bevoegdheid
van de luchtverkeersdienstverlener vallen.
Artikel 29d
1. Het is verboden luchtvaartnavigatiediensten te verlenen zonder te beschikken over
een daartoe bestemd certificaat, afgegeven door:
a. Onze Minister; of
b. de bevoegde autoriteit van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten of een ander land, op voorwaarde
dat dit certificaat is erkend door Onze Minister.
2. Ter verkrijging van het certificaat bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of van
de erkenning bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, dient de betreffende luchtvaartnavigatiedienstverlener
hiertoe een aanvraag in bij Onze Minister.
3. Onze Minister kan aan een af te geven certificaat of een erkenning van een certificaat
voorschriften en beperkingen verbinden.
4. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de eisen die gesteld
worden aan het certificaat en de erkenning van het certificaat bedoeld in het eerste
lid.
5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de geldigheidsduur,
aanvraag, verlening en verlenging van het certificaat of de erkenning van het certificaat.
6. Onze Minister neemt binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag voor het verlenen
van een certificaat of een erkenning van een certificaat een besluit omtrent de afgifte
daarvan.
7. Onze Minister kan naar aanleiding van bevindingen met betrekking tot de naleving
van de eisen bedoeld in het vierde lid en de eisen bedoeld in artikel 29c, vierde
lid, de luchtvaartnavigatiedienstverlener gelasten corrigerende maatregelen te nemen,
houdende:
a. na te gaan welke oorzaken aan de basis liggen van de niet-naleving;
b. een corrigerend actieplan op te stellen en ter goedkeuring aan Onze Minister voor
te leggen; en
c. aan te tonen dat het corrigerend actieplan naar behoren en binnen de termijn die door
de luchtvaartnavigatiedienstverlener is voorgesteld en waarmee Onze Minister heeft
ingestemd, is uitgevoerd.
8. Onze Minister kan een certificaat of een erkenning geheel of gedeeltelijk schorsen,
indien een ernstig vermoeden rijst dat de houder van het certificaat of de erkenning:
a. niet voldoet aan de eisen bedoeld in het vierde lid;
b. niet voldoet aan de voorschriften of beperkingen, bedoeld in het derde lid;
c. corrigerende maatregelen als bedoeld in het zevende lid niet naar behoren heeft uitgevoerd;
of
d. ter verkrijging van het certificaat of de erkenning onjuiste of onvolledige informatie
heeft verstrekt.
9. Onze Minister kan een certificaat of erkenning intrekken, indien:
a. de houder niet voldoet aan de eisen bedoeld in het vierde lid;
b. de houder niet voldoet aan de voorschriften of beperkingen, bedoeld in het derde lid;
of
c. het certificaat of de erkenning gedurende ten minste drie maanden is geschorst.
10. Onze Minister kan een aanvraag als bedoeld in het tweede lid afwijzen in verband
met het verstrekken van onvolledige, onjuiste of ontoereikende informatie door de
luchtvaartnavigatiedienstverlener.
Artikel 29e
Een krachtens artikel 29c aangewezen luchtvaartnavigatieverlener is belast met één
of meerdere van de volgende taken:
a. het verlenen van luchtverkeersdiensten;
b. het verlenen van communicatie-, navigatie- en plaatsbepalingsdiensten;
c. het verlenen van luchtvaartinlichtingendiensten, met inbegrip van het uitgeven van
luchtvaartpublicaties en luchtvaartkaarten;
d. het verrichten van andere bij of krachtens deze wet opgedragen taken op het gebied
van en verband houdende met de taken genoemd onder a tot en met c.
Artikel 29f
1. Onze Minister kan een luchtvaartnavigatiedienstverlener een aanwijzing geven verband
houdende met een dringend veiligheidsprobleem.
2. Een luchtvaartnavigatiedienstverlener volgt de door Onze Minister gegeven aanwijzing
bedoeld, in het eerste lid, op.
3. De in het eerste lid bedoelde aanwijzing, bevat ten minste de volgende informatie:
a. omschrijving van het veiligheidsprobleem,
b. omschrijving van het betreffende onderdeel,
c. vereiste acties, voorzien van motivering,
d. periode waarbinnen acties moeten worden ondernomen, en
e. datum waarop de aanwijzing in werking treedt.
Artikel 29g
1. Luchtverkeersdiensten worden verleend in het belang van de algemene luchtverkeersveiligheid
en een veilig, ordelijk en vlot verloop van het luchtverkeer.
2. In bijzondere situaties kan Onze Minister delen van het luchtruim binnen de delen
van het vluchtinformatiegebied Curaçao en het vluchtinformatiegebied San Juan dat
zich boven het territoir van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
bevindt, dan wel die delen waarbinnen Onze Minister de verantwoordelijkheid voor het
verzorgen van de luchtverkeersdienstverlening heeft aanvaard, aanwijzen waarbinnen
luchtverkeersdiensten worden verleend door een andere verlener van luchtverkeersdiensten
dan de krachtens artikel 29c, tweede lid, aangewezen luchtverkeersdienstverlener.
E
Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «40 of 43» vervangen door «40 en 43».
2. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot en met zesde
lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Handelen in strijd met de voorschriften gesteld bij of krachtens deze wet in de artikelen
29b en 29c vormt slechts een strafbaar feit voor zover dit in die regels uitdrukkelijk
is bepaald.
F
Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «tweede en vijfde lid» vervangen door «derde en zesde lid».
2. In het tweede lid wordt na «eerste» ingevoegd « en tweede».
G
Artikel 62, eerste lid, vervalt, onder vernummering van het tweede tot en met vierde
lid tot eerste tot en met derde lid.
H
Aan hoofdstuk IX, Afdeling 3, worden de volgende artikelen toegevoegd:
Artikel 65a
1. Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving
van het bepaalde bij of krachtens deze wet, met uitzondering van hoofdstuk IV, Afdeling
2.
2. Afdelingen 5.3.1 en 5.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 65b
1. Ingeval van overtreding van artikel 29d, eerste lid, van deze wet kan Onze Minister
aan de overtreder een boete opleggen van ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld
voor de zesde categorie, bedoeld in artikel 27, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht
BES.
2. Titel 5.4 van Hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige
toepassing op het opleggen van de bestuurlijke boete, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 65c
Onze Minister kan de daartoe aangewezen ambtenaren belasten met het verlenen van bijstand
aan de nationale toezichthoudende autoriteit van de landen Aruba, Curaçao en Sint
Maarten op het gebied van en verband houdende met het verlenen van luchtvaartnavigatiediensten.
ARTIKEL II (OVERGANGSRECHT)
Het verbod bedoeld in artikel 29d, eerste lid, voor een luchtvaartnavigatiedienstverlener
als bedoeld in artikel 29c, tweede lid, is van toepassing vanaf twee jaar na de datum
waarop deze wet in werking treedt.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.