Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over de Geannoteerde agenda informele Landbouwraad te Kopenhagen, 7-9 september 2025 (Kamerstuk 21501-32-1724)
2025D36367 Inbreng Verslag van een schriftelijk overleg
Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur hebben
de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
en Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over de geannoteerde
agenda voor de Informele Landbouw- en Visserijraad op 7-9 september 2025 (Kamerstuk
21 501-32, nr. 1724).
De voorzitter van de commissie,
Aardema
De waarnemend griffier van de commissie,
Van den Brule-Holtjer
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA -fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA -fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda.
Hierover hebben deze leden vragen en opmerkingen.
Concurrentievermogen en groene transitie in de EU agri-food sector
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben vragen over de twee vragen van het
Deense voorzitterschap. In de voorzichtige antwoorden van de demissionair Minister
van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) lezen deze leden terug dat
met name wordt verwezen naar innovatie en kennisontwikkeling. Op welke soort innovaties
doelt de demissionair Minister? Welke innovaties, gestimuleerd of opgetuigd door de
demissionair Minister, hebben in de land- en tuinbouw en visserij daadwerkelijk bijgedragen
aan verduurzaming van de sector? Hoeveel heeft innovatie bijgedragen aan het verlagen
van de stikstofdepositie in Nederland?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie willen meer betaalbaar biologisch voedsel
in de winkelschappen. Deze leden vragen de demissionair Minister om nader toe te lichten
hoe het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) kán bijdragen aan meer betaalbaar voedsel
voor consumenten. Welke GLB-middelen zet zij momenteel in om de productprijs van voedsel
te verlagen? De demissionair Minister spreekt ook van een «beter evenwicht» tussen
verschillende doelen. Deze leden vragen haar om toe te lichten waar het evenwicht
volgens haar nu ontbreekt en welke maatregelen zij voorstelt om de balans te herstellen.
Aangezien de afspraken en ambities op de gebieden duurzaamheid, klimaat, milieu en
biodiversiteit bij lange na niet worden gehaald in Nederland vragen deze leden of
de balans niet juist moet worden hersteld door beter beleid te formuleren op deze
gebieden. Kan de demissionair Minister aantonen dat deze ambities wél gehaald worden
met haar beleid?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen met interesse over het kabinetsstandpunt
over biotechnologie. Deze leden onderschrijven dat deze sector een bijdrage kan leveren
aan de eiwittransitie in Nederland. Met de komst van de Europese Unie (EU) Biotech
Act vragen deze leden aan de demissionair Minister of zij duidelijk kan maken welke
resultaten zij van deze Verordening verwacht. Welke verschillen zullen bedrijven in
de biotechnologie op korte en middellange termijn merken van de Verordening? Welke
unieke punten brengt Nederland in de discussie en moeten wat de demissionair Minister
betreft, terugkomen in de uiteindelijke verordening, of een mogelijk vervolg daarop?
Deze leden zijn benieuwd naar de regulering van microbiële culturen als onderdeel
van deze verordening. Kan de demissionair Minister de Kamer informeren over de lopende
discussies die raken aan regulering van microbiële culturen? Wat is het standpunt
van Nederland hieromtrent? Ook zijn deze leden benieuwd naar de regulering van innovatieve
fermentatie. Worden producten die gebruikmaken van innovatieve fermentatie, waarin
DNA selectief wordt gecombineerd om nieuwe eigenschappen te geven aan een product,
aangemerkt als genetisch gemodificeerd? Wat is het standpunt van de demissionair Minister
hierover en wat gaat zij doen om veilige en gezonde producten die zijn gemaakt met
innovatieve fermentatie te voorzien van snelle en begrijpelijke toelatingsprocedures?
Acht zij het mogelijk en nodig om specifiek voor deze producten drempels weg te nemen?
Graag blijven deze leden geïnformeerd over de voortgang van discussies op dit onderwerp.
Omnibusvoorstel GLB
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie herhalen nogmaals hun zorgen dat versimpelen
van wet- en regelgeving niet in de praktijk mag leiden tot zwakkere bescherming van
de natuur of vertraging van het verduurzamen van de landbouw. Kan de demissionair
Minister garanderen dat hiervan geen sprake is bij het Omnibusvoorstel? Tevens vragen
deze leden om verdere toelichting op de bezwaren van Nederland op drie van de vijf
punten in het Omnibusvoorstel. Op welke punten wijkt het standpunt van Nederland af
van de rest van de deelnemers? Deze leden benadrukken het belang van de verduurzaming
van de landbouw en stellen dat dit niet nog meer vertraging mag oplopen. Zij vragen
de demissionair Minister of zij dat standpunt deelt.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
met betrekking tot de informele Landbouw- en Visserijraad van 7-9 september. Deze
leden hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie constateren dat de zomer van 2025 opnieuw heeft laten
zien dat natuurbranden in Europa een groeiend risico vormen. Het gaat niet alleen
om de zuidelijke lidstaten, maar ook om branden dichter bij huis. In diverse landen
zijn slachtoffers gevallen en dorpen bedreigd en Nederland is door de dichte bevolking
en de aanwezigheid van vitale infrastructuur bijzonder kwetsbaar. Europese samenwerking
richt zich nu vooral op crisisbeheersing en brandbestrijding. Dat blijft hard nodig,
maar ook de preventieve kant verdient meer aandacht. Juist preventie is cruciaal om
risico’s kleiner te maken en schade te beperken. De Kamer heeft met brede steun de
motie van het lid Veltman (Kamerstuk 33 576, nr. 457) aangenomen, die de regering oproept regie te nemen en wetgeving voor te bereiden
om natuurbranden in Nederland te voorkomen en beperken.
De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris hoe hij de bestaande Europese
voorzieningen en netwerken voor kennisuitwisseling over preventie van natuurbranden
beoordeelt. Vindt hij dat dit voldoende is georganiseerd? Hoe zorgen we ervoor dat
ook wij als Nederland actief zijn betrokken zodat we kennis en best practices optimaal
kunnen benutten en delen?
Deleden van de VVD-fractie vragen ook hoe de Staatssecretaris zich inzet om EU-fondsen
in te zetten voor natuurbrandpreventie, bijvoorbeeld GLB, LIFE, Horizon, zodat terreinbeheerders,
boeren en veiligheidsdiensten ook in Nederland ondersteuning kunnen krijgen.
De leden van de VVD-fractie vragen verder of de Staatssecretaris bereid is in EU-overleggen
te benadrukken dat natuurbrandpreventie niet alleen een ecologisch, maar ook een veiligheidsvraagstuk
is voor dichtbevolkte landen als Nederland, waar veel gebieden zijn waar bebouwing
en natuur elkaar raken en voor landen die recent zware branden en slachtoffers hebben
gekend. Naast preventie blijft ook de samenwerking bij natuurbrandbestrijding van
groot belang. Deze leden vragen de Staatssecretaris hoe de bewindspersonen van LVVN
zijn betrokken bij de Europese crisisbeheersing en bij de onderlinge hulp en bijstand
tussen lidstaten, zowel wanneer Nederland hulp kan bieden aan andere landen, als in
het geval dat Nederland zelf ondersteuning nodig zou hebben: ook gezien de rol die
het Ministerie van LVVN heeft bij het Landelijk Crisisplan Natuurbranden.
Geannoteerde agenda informele Landbouwraad 7–9 september
De leden van de VVD-fractie onderschrijven het voornemen van de Minister om tijdens
de raad de Nederlandse belangstelling voor biotechnologie te benoemen. Kan de Minister
aangeven wat de laatste stand van zaken is met betrekking tot het New Genomic Technique
(NGT)-voorstel?
Verslag Landbouw- en Visserijraad 14 juli
De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd of de Minister kan aangeven welke andere
lidstaten de oproep van Nederland omtrent RENURE hebben gesteund. Hoe groot acht de
Minister de kans dat het voorstel wordt aangenomen in het nitraatcomité op 19 september
2025? Wat is het verwachte tijdspad om deze wijziging in Nederland door te voeren,
mocht het voorstel worden aangenomen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat alle lidstaten de noodzaak zien om afhankelijkheid
van eiwitimporten te verminderen, de productie van eiwithoudende gewassen te verhogen
en de ontwikkeling van nieuwe soorten binnen de EU te stimuleren om de concurrentiekracht
van de sector te vergroten. Deze leden lezen voorts dat daarvoor wel grotere investeringen
nodig zijn en dat EU-wetgeving innovatie op dit gebied zou moeten faciliteren, zodat
nieuwe producten spoedig op de markt kunnen worden gebracht. Kan de Minister toelichten
hoe zij dit voor zich ziet, zodat we ervoor zorgen dat innovatieve bedrijven niet
langer moeten uitwijken naar andere werelddelen, waar ze hun producten veel sneller
op de markt kunnen brengen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben de geannoteerde agenda met interesse gelezen, deze
leden hebben daarover een aantal vragen.
De leden van de BBB-fractie willen ten eerste vragen hoe de Minister het Deense pleidooi
voor betere regelgeving en effectbeoordelingen in het landbouwbeleid beoordeelt. Hoe
wordt dit vanuit Nederland ondersteund of aangevuld? Zijn er specifieke voorstellen
die de Minister wil doen om administratieve lasten voor boeren vanuit Europa te verminderen?
Welke aanpassingen in het EU-wetgevingskader wil de Minister, naast de interesse in
biotechnologie en het versnellen van de toelating van biologische gewasbeschermingsmiddelen,
verder onder de aandacht brengen om innovatie en de groene transitie in de landbouw
te ondersteunen?
De leden van de BBB-fractie vinden bepaalde ontwikkelingen met betrekking tot wijzigingen
die mogelijk doorgevoerd worden in het GLB voorstel 2028–2035 zeer zorgelijk. Daarom
hebben deze leden ook daarover een aantal vragen. Zij zien bijvoorbeeld dat bepaalde
aangekondigde hervormingen vragen om een andere verdeelsleutel van het GLB tussen
EU-lidstaten. Hoe komt de nieuwe verdeelsleutel tussen de lidstaten eruit te zien?
Waar is deze op gebaseerd? Deze leden zijn van mening dat de inzet van Nederland zou
moeten zijn om relatief meer geld te ontvangen gezien het feit dat wij hier minder
grote bedrijven (capping) hebben, meer «actieve boeren» en mogelijk ook minder gepensioneerde
boeren die nog wel hun bedrijf runnen. Dit betekent dat Nederland verhoudingsgewijs
dus meer GLB-budget zou moeten ontvangen dan landen die relatief meer grote bedrijven,
minder «actieve boeren» en meer gepensioneerde boeren hebben. Hoe ziet de Minister
dit en hoe is de inzet van Nederland op dit punt? Daarnaast vragen deze leden hoe
de toekomstbestendigheid van de sector kan worden gegarandeerd als er geen minimum
gegarandeerd budget voor landbouw en visserij is. In het voorstel van de Europese
Commissie (EC) staat namelijk duidelijk dat er 294 miljard is geoormerkt voor inkomenssteun
in het GLB en slechts € 2 miljard (van de € 6 miljard voor het GLB) is daadwerkelijk
geoormerkt voor de visserij. Deelt de Minister de mening dat de Minister van LVVN
verantwoordelijk moet blijven voor het geoormerkte GLB-budget uit de single fund?
Hoe beoordeelt de Minister bovendien de forse daling van het visserijbudget van € 6,1
miljard naar € 2 miljard?
De leden van de BBB-fractie vragen bovendien wat het Nederlandse standpunt is over
de verlaging van het landbouwbudget met 20 tot 30 procent in constante prijzen. Hoe
ziet de Minister de verschuiving naar nationale cofinanciering voor het Nederlandse
landbouwbudget voor zich?
De leden van de BBB-fractie zijn blij dat er € 6 miljard wordt uitgetrokken voor crisissteun.
Deelt de Minister de mening dat Nederland zich ervoor moet inzetten om het mogelijk
te maken dit budget ook te gebruiken voor de gevolgen van dierziekten? Zo nee, waarom
dan niet?
De leden van de BBB-fractie stellen vast dat in het plan van de EC bovendien is voorzien
in een transitiefonds voor verduurzaming. Deelt de Minister de mening dat Nederland
ervoor zou moeten pleiten dit transitiefonds ook in te mogen zetten om boeren te steunen
die door middel van innovatie ten behoeve van klimaat en/of milieudoelstellingen willen
verduurzamen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de BBB-fractie hebben ook een vraag over de inbreukprocedures die de
EC formeel is gestart tegen Cyprus, Nederland, Portugal en Slowakije, omdat deze landen
de richtlijn nog niet in hun nationale wetgeving hebben opgenomen, ondanks de transpositiedeadline
van 31 mei 2025. Deze leden willen weten welke gevolgen de Minister voorziet bij het
niet tijdig omzetten van deze richtlijn voor de zaaizaadsector, handel, certificering
of export?
De leden van de BBB-fractie hebben begrepen dat België, Bulgarije, Tsjechië, Luxemburg,
Malta, Roemenië, Spanje, Italië, Finland, Polen, Griekenland en Cyprus positief zijn
over RENURE, hoewel een aantal lidstaten nog vragen heeft over milieuregels, concurrentiepositie
en haalbaarheid. In het licht van de aankomende stemming over het voorstel voor RENURE,
vragen deze leden de Minister dan ook wat haar inzet is om de vragen van de lidstaten
die door de bank genomen positief over RENURE zijn, te beantwoorden. Is er communicatie
met de lidstaten die nog vragen of bedenkingen hebben, zodat zij zijn doordrongen
van het belang en de toegevoegde waarde van RENURE voor milieu, natuur, boeren en
voedselzekerheid? Hoe beoordeelt de Minister de kans op een gekwalificeerde meerderheid
voor het voorstel in het Nitraatcomité op 19 september 2025?
De leden van de BBB-fractie zijn zeer bezorgd over de gevolgen voor de landbouwsector
van het EU-Verenigde Staten (VS) handelsakkoord. Deze leden zijn, net als de landbouwsector,
zeer kritisch op het akkoord en zien, ondanks dat het akkoord wordt gepresenteerd
als een strategisch evenwichtig resultaat, grote risico’s voor de landbouwsector én
voor de burgers en consument, als Amerikaanse producten met lagere voedselstandaarden
de Europese markt overspoelen. Deze leden hebben daarom een aantal prangende vragen.
Hoe beoordeelt de Minister het feit dat het EU-VS handelsakkoord gunstige markttoegang
biedt aan Amerikaanse landbouwproducten, terwijl Europese landbouwexporteurs met een
vast tarief van 15 procent worden geconfronteerd? Kan de Minister aangeven hoe de
toegestane ruimere markttoegang voor Amerikaanse landbouwproducten zich tot de Europese
inzet op duurzaamheid en lokale voedselproductie verhoudt? Welke garanties kan de
Minister tot slot bieden zodat Europese voedselstandaarden niet onder druk komen te
staan door toekomstige afspraken met de VS over markttoegang van Amerikaanse landbouwproducten?
De leden van de BBB-fractie willen tot slot nogmaals hun zorgen uiten over de verruiming
van de markttoegang voor Oekraïne. Hoewel deze leden vinden dat de steun voor Oekraïne
belangrijk is, zien zij dat de huidige productiestandaarden op dit moment wel heel
ver afstaan van onze eigen standaarden. Door een verruiming van de toelating vrezen
zij dat de voedselveiligheid niet langer kan worden gegarandeerd en daarnaast zal
de verruiming tot nog meer oneerlijke concurrentie leiden. Nederlandse boeren voldoen
al jaren aan veel strengere eisen rondom hun productie dan Oekraïense boeren. Zo zijn
antibiotica als groeibevorderaar hier al lange tijd verboden en werken boeren al jaren
aan een verlaging van het antibioticumgebruik. De Oekraïense productiestandaard is
wat betreft het gebruik van antibiotica zoveel lager dat met het geïmporteerde voedsel
ook antibioticaresistente bacteriën zouden kunnen worden geïmporteerd, wat een enorm
risico voor de volksgezondheid met zich meebrengt. Het is volgens deze leden onrealistisch
om te verwachten dat een land in oorlog ook nog productiemethoden en -standaarden
op zeer korte termijn succesvol aanpast. Deze leden vragen de Minister daarom of zij
naar dit punt kijkt. Bovendien vragen zij hoe lang de transitieperiode voor Oekraïne
zal zijn en of de Minister denkt dat die periode realistisch is. Hoe wordt daarnaast
in de tussenliggende periode omgegaan met de risico's van import van deze producten
voor de volksgezondheid en hoe worden Nederlandse boeren nu en na de transitieperiode
gecompenseerd voor de oneerlijke concurrentie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
De leden van de PvdD-fractie constateren dat de landbouw nog altijd is georganiseerd
rondom intensieve productie, export en uitputting van natuur, dieren en mensen. Deze
leden roepen op tot een fundamentele koerswijziging in het GLB, zodat publieke middelen
voortaan alleen worden ingezet voor publieke doelen: herstel van biodiversiteit, klimaatbestendigheid,
dierenwelzijn, gezonde bodems en een eerlijke, leefbare voedselvoorziening voor iedereen.
Toekomst GLB en groene omslag
De leden van de PvdD-fractie zijn van mening dat het GLB zich onvoorwaardelijk moet
richten op het beschermen en herstellen van natuur en klimaat, een drastische reductie
van de veestapel en het stimuleren van plantaardige landbouw. Het beleid mag niet
langer bestaan uit generieke inkomenssteun zonder maatschappelijke tegenprestatie
en intensieve veehouderijindustrie en monoculturen moeten worden vervangen door extensieve,
natuur-inclusieve en bodemvriendelijke systemen. Deze leden vragen de Minister expliciet
om zich uit te spreken vóór het verbinden van GLB-middelen aan harde voorwaarden op
het gebied van dierenwelzijn, biodiversiteit en klimaat. Graag ontvangen deze leden
een reactie hierop.
GLB-hervorming binnen het MFK en het risico op versnippering
De leden van de PvdD-fractie zijn van mening dat de voorgenomen hervormingen binnen
het Meerjarig Financieel Kader (MFK), waarbij het landbouwbudget fors wordt verlaagd
en lidstaten meer beleidsruimte krijgen via nationale partnerschapsplannen, niet mogen
uitmonden in een versnipperd stelsel van nationale subsidies zonder ecologische en
sociale waarborgen. Deze leden vragen de Minister hoe de regering voorkomt dat het
verdwijnen van «Good Agricultural and Environmental Condition» (GLMC)-voorwaarden
leidt tot verslechtering van milieuprestaties en een ongelijk speelveld binnen Europa.
Ook roepen deze leden op om niet toe te geven aan lobby voor deregulering en administratieve
vereenvoudiging als er risico bestaat op verzwakking van normering, handhaving en
transparantie.
Technologie en dereguleringsbeleid
De leden van de PvdD-fractie vernemen dat het Deense voorzitterschap fors inzet op
nieuwe technologie, biogebaseerde oplossingen en minder regels voor boeren. Deze leden
vragen de Minister om kritisch te zijn op het onvoorwaardelijk stimuleren van technologische
innovatie als beleidsdoel op zichzelf. Technologische oplossingen mogen niet worden
gezien als excuus om destructieve landbouwpraktijken in stand te houden. De overheid
moet biotechnologie, digitalisering en toelating van biologische gewasbeschermingsmiddelen
steeds toetsen aan strikte criteria rond ecologie, dierenwelzijn en volksgezondheid.
Hierbij moet worden voorkomen dat innovatie wordt gelijkgesteld aan meer productie
en export, in plaats van structurele transitie naar een regionaal, natuurvriendelijk
en diervriendelijk voedselsysteem. Graag ontvangen deze leden een reactie hierop van
de Minister.
Generatievernieuwing: Jongeren en vrouwen als dragers van duurzame landbouw
De leden van de PvdD-fractie onderstrepen dat vernieuwing in de landbouw alleen duurzaam
kan zijn als jonge en nieuwe boeren, waaronder vrouwen, toegang krijgen tot grond,
financiering, kennis en plattelandsdiensten in een sector die niet langer gebaseerd
is op roofbouw of schaalvergroting. Generatievernieuwing in de landbouw mag geen verdekt
beleid zijn voor voortzetting van intensieve productie, maar moet bijdragen aan structurele
vergroening en sociaal rechtvaardige voedselsoevereiniteit.
Inbreukprocedures: Naleving natuur- en dierenwetgeving
De leden van de PvdD-fractie maken zich ernstig zorgen over de lopende inbreukprocedures
rond plantenziekten en de Vogelrichtlijn. De Staatssecretaris dient alles op alles
te zetten om de grutto en andere beschermde soorten te behouden via strikte aanpassing
van landbouwpraktijken en daadwerkelijke implementatie van de Europese natuurwetgeving,
niet alleen op papier maar in de praktijk.
Handelsbeleid: Voedselmarkt, EU-VS akkoord en gelijke normen
De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister hoe de EU inzet op handelsakkoorden
verenigt met het belang van lokale, natuurvriendelijke en diervriendelijke voedselproductie.
Gunstige markttoegang voor bijvoorbeeld Amerikaanse landbouwproducten of versoepeling
van Europese standaarden mag volgens deze leden niet leiden tot een «race to the bottom»
voor boeren, dierenwelzijn, voedselveiligheid en ecologie. Handelsregels moeten altijd
ondergeschikt zijn aan de ecologische draagkracht én sociale rechtvaardigheid. De
EU mag niet via handelsbelangen haar groene transitie ondermijnen.
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Geannoteerde agenda informele Landbouwraad te Kopenhagen, 7–9 september 2025
Kamerstuk 21 501-32-1724 – Brief Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, F.M. Wiersma – 27 augustus
2025
Verslag Landbouw en Visserijraad 14 juli 2025 te Brussel en appreciatie werkprogramma
Deens voorzitterschap
Kamerstuk 21 501-32-1723 – Brief Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
– 26 augustus 2025
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Aardema, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Mede ondertekenaar
A. van den Brule-Holtjer, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.