Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveGeraamde uitgaven en ontvangstenA. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstelB. Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen1. De Leeswijzer2. Beleidsagenda2.1 Beleidsprioriteiten2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties2.3 Strategische Evaluatie Agenda2.4 Overzicht risicoregelingen2.5 Implementatie van mensenrechtenverdragen2.6 Coronamaatregelen3. Beleidsartikelen Koninkrijksrelaties3.1 Artikel 1. Versterken rechtsstaatA. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidswijzigingenD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de financiële instrumenten3.2 Artikel 2. SlavernijverledenA. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidswijzigingenD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de financiële instrumenten3.3 Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuurA. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidswijzigingenD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de financiële instrumenten3.4 Artikel 5. Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningenA. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidswijzigingenD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de financiële instrumenten3.5 Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse EilandenA. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidswijzigingenD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de financiële instrumenten4. Niet-beleidsartikelen4.1 Artikel 6. Apparaat4.2 Artikel 7. Nog onverdeeld5. Beleidsartikel BES-fonds5.1 Artikel 1. BES-fondsA. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. De BeleidswijzigingenD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de financiële instrumenten6. BijlagenBijlage 1: SubsidieoverzichtBijlage 2: Uitwerking Strategische Evaluatie AgendaBijlage 3: Rijksuitgaven Caribisch NederlandBijlage 4: Overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch NederlandBijlage 5: Overzicht eilandelijke inkomstenBijlage 6: Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland
36 800 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en de begrotingsstaat van het BES-fonds (H) voor het jaar 2026
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2025–2026
GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN
Koninkrijksrelaties (IV)
.
Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 222.151.000,00
Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 153.073.000,00
BES-fonds (H)
Figuur 3 Geraamde uitgaven BES-fonds (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 95.808.000,00
Figuur 4 Geraamde ontvangsten BES-fonds (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 95.808.000,00
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
In afwijking van het eerste lid is besloten de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties en de begrotingsstaat van het BES-fonds in één wet te laten vaststellen, op grond van artikel 2.3, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,F.Rijkaart
B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN
1. De Leeswijzer
Algemeen
Voor u ligt de begroting 2026 voor Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H). Deze begroting is ingediend door het demissionaire kabinet-Schoof.
Groeiparagraaf
De begroting 2026 bouwt voort op de ontwikkeling van de begroting 2025 van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds.
De begroting 2026 bevat een aantal wijzigingen ten opzichte van 2025. De belangrijkste wijzigingen zijn
– De verdiepingsbijlage en de bijlage «Moties en toezeggingen» zijn niet opgenomen in de ontwerpbegroting.
– De bijlage Rijksuitgaven Caribisch Nederland bevat het overzicht van alle departementale begrotingen en is enkel nog centraal opgenomen als bijlage bij begrotingshoofdstuk IV.
Beleidsagenda
De beleidsagenda Koninkrijksrelaties geeft een overzicht van de hoofdlijnen van het beleid en wordt afgesloten met de volgende zes overzichten:
– Overzichtstabel met de belangrijkste beleidsmatige mutaties Koninkrijksrelaties (KR);
– Overzicht met de belangrijkste beleidsmatige mutaties BES-fonds;
– Strategische evaluatieagenda;
– Overzicht van risicoregelingen;
– Implementatie van mensenrechtenverdragen;
– Overzicht coronamaatregelen.
In het overzicht van risicoregelingen is een tabel «leningen» opgenomen. Het betreft de leningen die verstrekt zijn aan Aruba, Sint Maarten en Curaçao.
Het BES-fonds is een beleidsarm fonds en heeft daarom geen beleidsagenda. Via de vrije uitkeringen uit het BES-fonds ontvangen de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen om de aan hen toebedeelde en deels wettelijke taken naar behoren uit te voeren, net zoals gemeenten middelen krijgen uit het gemeentefonds in Europees Nederland. Het gaat hierbij om vrij besteedbare middelen. Het is - net als bij gemeenten – aan de lokale democratie om ambities te formuleren, aanvullende inkomsten te genereren en beleidskeuzes te maken. Het is aan de eilanden om verantwoording af te leggen over de, via het BES-fonds, verstrekte middelen.
Beleidsartikelen
In de beleidsartikelen staat de beleidsinformatie en de financiële informatie over de voorgenomen uitgaven. De begroting van KR bevat vijf beleidsartikelen:
– artikel 1. Versterken rechtsstaat;
– artikel 2. Slavernijverleden;
– artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur;
– artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen;
– artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden.
Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:
A. Algemene doelstelling;
B. Rol en verantwoordelijkheid;
C. Beleidswijzigingen;
D. Tabel budgettaire gevolgen van beleid;
E. Toelichting op de instrumenten.
Voor de toelichting op het niveau van de financiële instrumenten wordt, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften 2025, gebruik gemaakt van onderstaande staffel.
Tabel 1 Ondergrens (staffel) op basis van Rijksbegrotingsvoorschriften 2025
Begrotingsartikel
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
1. Versterken rechtsstaat
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.
2. Slavernijverleden
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
4. Bevorderen sociaaleconomische structuur
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.
5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 2 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 4 mln.
8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
6. Apparaat
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
7. Nog onverdeeld
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
1. BES-fonds
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4 mln.
Budgetflexibiliteit
De peildatum voor de onder onderdeel D gepresenteerde budgetflexibiliteit (op basis van juridisch verplicht) is 1 januari 2026.
Niet-beleidsartikelen
In de niet-beleidsartikelen staan de voorgenomen uitgaven verantwoord die niet met beleid te maken hebben, zoals apparaatsuitgaven
De begroting van KR bevat twee niet-beleidsartikelen:
– artikel 6. Apparaat;
– artikel 7. Nog onverdeeld.
Een niet-beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:
A. Tabel budgettaire gevolgen van beleid;
B. Toelichting op de instrumenten.
BES-fonds
De begroting van het BES-fonds kent één beleidsartikel:
– artikel 1. BES-fonds.
Het beleidsartikel van het BES-fonds is opgebouwd uit dezelfde vijf elementen als de beleidsartikelen van de begroting van Koninkrijksrelaties. De apparaatsuitgaven/-ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen in de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Bijlagen
De begroting van KR bevat de volgende bijlagen:
1. Subsidies
2. Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda;
3. Rijksuitgaven Caribisch Nederland;
4. Overzicht belasting- en premie ontvangsten Caribisch Nederland;
5. Overzicht eilandelijke inkomsten;
6. Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland.
2. Beleidsagenda
2.1 Beleidsprioriteiten
Bouwen aan een gezamenlijke toekomst
In het Koninkrijk werken we vanuit een gezamenlijk verleden aan een gedeelde toekomst. Binnen onze samenwerking met het Caribisch deel van het Koninkrijk staan de volgende thema’s centraal:
– Deugdelijk bestuur en rechtsstaat;
– Toekomstbestendige overheidsfinanciën;
– Het vergroten van de zelfredzaamheid.
Voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba richten we ons op het behoud en de groei van de brede welvaart om de zelfredzaamheid te vergroten. Het op orde brengen van de basis blijft hierin belangrijk voor de verdere ontwikkeling van deze eilanden. Samen zetten we in op toekomstbestendige financiële verhoudingen en deugdelijk bestuur, waaronder het versterken van de uitvoeringskracht. Voor het vergroten van de zelfredzaamheid werken we aan de doorontwikkeling van het sociaal en fysiek terrein als randvoorwaarden voor duurzame economische ontwikkeling. Dit doen we door de samenwerking op het fysieke terrein te verbeteren, de samenwerking op het sociale terrein voort te zetten en de randvoorwaarden ondersteunend aan lokaal economisch beleid te verbeteren. Hier worden belangrijke geopolitieke ontwikkelingen in meegenomen, alsook de demografische ontwikkelingen zoals benoemd in het rapport «Gerichte Groei» van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen CN 2050.
In de samenwerking met Aruba, Curaçao en Sint Maarten ligt de focus op deugdelijk bestuur en het versterken van de rechtsstaat, waaronder het borgen van fundamentele mensenrechten en het vergroten van de zelfredzaamheid van deze landen. De geografische ligging brengt risico’s met zich mee, zoals een kwetsbaarheid voor internationaal georganiseerde criminaliteit en de kans op toenemende migratiestromen richting Aruba, Curaçao en ook Bonaire als gevolg van de politieke situatie in Venezuela. Dit en andere geopolitieke ontwikkelingen worden nauw gemonitord. We werken in 2026 samen aan het vergroten van de sociaaleconomische weerbaarheid, het versterken van de rechtsstaat en het bestuur en het borgen van toekomstbestendige overheidsfinanciën. Inzet richt zich op de rechtshandhavingsketen, alsook goed bestuur en integriteit en de versterking van het maatschappelijk middenveld.
Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Goed bestuur en rechtsstaat
In 2026 wordt de Agenda Goed Bestuur voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba gepresenteerd. Hierin staan drie prioriteiten centraal: (1) het versterken van de overheden en dienstverlening aan burgers, (2) het versterken van instituties en het realiseren van adequate wettelijke kaders en toezicht en (3) de aanpak van integriteitsschendingen en het vergroten van de weerbaarheid van de rechtsstaat. De eerste prioriteit zal onder andere ingaan op de eilandelijke aanpak goed bestuur. Naast het uitvoeren van deze aanpak zal in 2026 gewerkt worden aan het versterken van de kaders voor bekendmaking, openbaarmaking en hergebruik van overheidsinformatie op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De tweede prioriteit heeft betrekking op de versterking van wettelijke kaders aan de hand van het principe van comply or explain. In 2026 zal gewerkt worden aan de voorbereiding voor een Algemene wet bestuursrecht BES, waarbij ook in kaart wordt gebracht wat de financiële gevolgen zouden zijn als (delen van) de Algemene wet bestuursrecht zouden worden ingevoerd. Daarnaast wordt gewerkt aan de introductie van Bibob-wetgeving. Verder wordt op Bonaire, Sint Eustatius en Saba het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor milieu, bouwen en natuur op orde gebracht. Ook wordt onder andere gewerkt aan het versterken van instituties zoals de rekenkamers, het bevorderen van democratische bewustzijn en participatie middels burgerschapsonderwijs. De derde prioriteit wordt uitgevoerd langs de lijnen van de beleidsreactie op het WODC-rapport over ambtelijk-bestuurlijke integriteit op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Zo worden in 2026 bestuurlijke afspraken gemaakt over inkoop en aanbesteden op de eilanden en wordt bezien welke maatregelen genomen kunnen worden om melders van integriteitsschendingen (inclusief klokkenluiders) beter te beschermen. Ook publiceren we in 2026 de eerste resultaten van de Monitor Integriteit en Veiligheid voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Het bevorderen van de samenwerking, effectiever inrichten van de bestuurlijke verhoudingen tussen het Rijk en de eilanden, en goed functionerende openbare lichamen, allemaal op basis van goed bestuur, zijn randvoorwaarden voor het vergroten van de zelfredzaamheid. De afspraken in de drie bestuursakkoorden, die in 2023 en 2024 zijn gesloten met Bonaire, Sint Eustatius en Saba, richten zich op het versterken van goed bestuur, uitvoeringskracht, digitalisering, de aanpak van het sociaal domein en de fysieke infrastructuur (Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 34 en Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 70). In 2026 richten wij ons op de uitvoering en monitoring van de deze bestuursakkoorden. Voor Bonaire maken we samen met het openbaar lichaam begin 2026 een nieuwe uitvoeringsagenda voor de periode 2026 tot en met 2027, onder het Bestuursakkoord 2024 tot en met 2027.
Daarnaast werken we ten behoeve van uitvoeringskracht ook in 2026 aan de uitvoering van het Rijksbrede programma Werken aan Uitvoering, waarmee de (digitale) dienstverlening van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) wordt verbeterd. Zo wordt er in 2026 via het programma Werken aan Uitvoering gestart met een pilot voor een centraal Klantencontactcentrum, waaronder de afhandeling voor telefonie, e-mail en website-chat voor overheidsdienstverlening. Ook wordt voorzien in meertalige communicatie van verschillende overheidsdiensten en is de website van RCN vernieuwd om het gebruiksvriendelijker te maken. Dat programma loopt tot en met 2027.
De voorgenomen herziening van de Wet op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WolBES) en de Wet financiën BES (FinBES) wordt in 2026 voortgezet. Deze herziening is ingegeven door de wens om de bestuurlijke en financiële verhoudingen tussen de openbare lichamen en Europees Nederland te verbeteren. Hiertoe wordt in 2026 een wetsvoorstel ingediend. Daarnaast worden de afspraken die zijn gemaakt tijdens de Werkconferentie over de WolBES en FinBES uitgevoerd (Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 52), zoals bijvoorbeeld de stapsgewijze verhoging van het aantal eilandsraadsleden, en de verhoging van het aantal gedeputeerden. De functie van de Rijksvertegenwoordiger zal blijven, maar deze zal zich meer toespitsen op het bevorderen en waarborgen van goed bestuur en het houden van interbestuurlijk toezicht.
Een goed functionerend vergunnings-, toezicht- en handhavingsstelsel (VTH) is ook essentieel voor een betrouwbare overheid. Eind 2025 nemen het kabinet en de besturen van Bonaire, Sint Eustatius, Saba en het Rijk een besluit over de duurzame oplossingsrichting van het VTH-stelsel. Dat besluit wordt in 2026 geïmplementeerd. Over deze doorontwikkeling worden afspraken gemaakt op basis van meetbare stappen en resultaten.
Houdbare overheidsfinanciën
Toekomstbestendige overheidsfinanciën zijn een randvoorwaarde voor zowel de economische ontwikkeling als de publieke voorzieningen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Een belangrijke pijler van toekomstbestendige overheidsfinanciën is het financieel beheer. Goed financieel beheer is nodig om grip te houden op de financiën van het openbaar lichaam, tijdig bij te kunnen sturen en bestuurlijk onderbouwde keuzes te maken en hierover verantwoording af te leggen via uitvoeringsrapportages en de jaarrekening.
Ieder eiland werkt aan de hand van een verbeterplan aan de doorontwikkeling van het financieel beheer, waarbij deze vooral op Bonaire en Sint Eustatius aandacht behoeft. Deze plannen zien onder andere op het trainen van het personeel, het borgen van de kennis binnen de organisatie, het optimaliseren - waaronder digitaliseren - van werkprocessen en het doen van investeringen in financiële systemen. De doorontwikkeling van het financieel beheer is onderdeel van de bestuurlijke afspraken met de eilanden. Via deze afspraken wordt gestuurd op de uitvoering van de verbeterplannen en wordt de voortgang gemonitord.
Om Bonaire, Sint Eustatius en Saba in staat te stellen om hun taken adequaat uit te voeren, ontvangen zij naast een vrije uitkering ook bijzondere uitkeringen van vakdepartementen. De Toetsingscommissie Bijzondere Uitkeringen toetst iedere nieuwe bijzondere uitkering aan de eilanden. Een belangrijk toetspunt is of er sprake is van structurele lasten zoals personeelslasten en onderhoudslasten. Het vakdepartement dient deze financiële gevolgen in kaart te brengen en aan te geven hoe deze worden bekostigd. Daarbij geldt dat structurele lasten structureel moeten worden gedekt. Dit geldt ook voor voornemens om nieuwe taken te beleggen bij de eilanden of bestaande taken uit te breiden. Om de eilanden in de toekomst nog beter in staat te stellen om hun taken adequaat uit te voeren is het voornemen om de leenmogelijkheden van de eilanden uit te breiden. Dit voornemen is opgenomen in het wetsvoorstel herziening WolBES/FinBES, dat in 2026 met de Kamer gedeeld zal worden.
Om het inzicht in de financiën van Bonaire, Sint Eustatius en Saba te vergroten, wordt sinds 2025 een integraal overzicht financiën BES opgesteld. Ook in 2026 zullen verdere stappen worden gezet om dit inzicht te vergroten. In overleg met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt bezien op welke manier de financiële data van de eilanden zoals inkomsten en uitgaven en financiële kengetallen kunnen worden toegevoegd aan de openbare databank Financiën Decentrale Overheden op findo.nl. Deze informatie zal ook worden gebruikt voor het opzetten van het onderhoudssysteem BES-fonds in 2026. Met het overzicht kan beter zicht worden gehouden op de relatie tussen de taken en middelen van de eilanden en mogelijke scheefgroei tijdiger worden gesignaleerd. Het systeem zal vergelijkbaar zijn met het onderhoudssysteem van het Gemeentefonds.
Vergroten van de zelfredzaamheid
Voor het Rijksbeleid voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba zetten we in 2026 in op het versterken van de zelfredzaamheid door strategische economische ontwikkeling en het versterken van de brede welvaart op de eilanden. Dit zijn grote en meerjarige ambities die samen met het Rijk moeten worden gedragen door Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Hierbij hanteert het Rijk bij de (door)ontwikkeling van beleid het principe van ‘comply or explain’. Bij dit principe staat de verankering binnen de Rijksoverheid en het beter toepasbaar maken voor de eilanden centraal. Hierover heeft het kabinet in 2025 afspraken gemaakt met de eilanden, die we in 2026 verder zullen implementeren. Maatregelen zijn verankering in de Aanwijzingen voor de regelgeving, een uitvoeringstoets en afwegingskader decentraal bestuur gericht op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en een beter ingericht consultatieproces om de eilanden vroegtijdig te betrekken (Kamerstukken II 2024/25 36600 IV nr. 70). Vanuit het bevorderen van de samenhang en het versterken van de uitvoeringskracht ondersteunen we bij het implementeren van de departementale beleidsagenda’s voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit doen we voor onder andere zorg, onderwijs, migratie, natuur en klimaat. Naast de beleidsagenda’s en de gezamenlijke inzet op de reeds benoemde randvoorwaarden legt het Rijk de focus op het vergroten van de zelfredzaamheid door het stimuleren van economische ontwikkeling en het versterken van de brede welvaart en de sociale en fysieke voorzieningen.
Daarom ondersteunen wij samen met betrokken ministeries Bonaire, Sint Eustatius en Saba in het opstellen en implementeren van een economische ontwikkelstrategie per eiland voor de middel- en lange termijn. Daarbij blijft het kabinet zich ook in 2026 inzetten om de randvoorwaarden voor economische ontwikkeling op orde te brengen, zoals benoemd in de Kamerbrief economische ontwikkeling en zelfredzaamheid Caribische delen van het Koninkrijk (Kamerstukken ll 2024/25 36600 IV, nr. 51), namelijk:
1. Bancaire dienstverlening, toegang tot financiering en bevorderen ondernemingsklimaat;
2. Connectiviteit en infrastructuur;
3. Transportkosten en regeldruk;
4. Functioneren arbeidsmarkt: tewerkstellingsvergunningen en aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt;
5. Digitalisering en beschikbaarheid van data voor beleid en uitvoering.
De Regio Deals (Begrotingshoofdstuk VII. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) voor Saba en Sint Eustatius die in 2024 zijn toegekend, zijn een belangrijke impuls om economische ontwikkeling en zelfredzaamheid te versterken. Voor Bonaire starten we in 2026 met de uitvoering van de Regio Deal. Door deze Regio Deal wordt er o.a. geïnvesteerd in openbaar vervoer, het verbeteren van verkeersveiligheid op het eiland rondom scholen en kinderopvangcentra en de realisatie van een containerpark. Op Saba zijn er belangrijke stappen gemaakt in de financiering en planning voor de bouw van het Enrichment Center, waar onderwijs, sport, gezondheid en cultuur samenkomen.
Voor Sint Eustatius wordt, ook met de middelen van de Regio Deal Sint Eustatius, in 2026 toegewerkt naar de viering van ‘Statia Day 2026’ door onder meer het Madam Theater en Fort Oranje als cultureel erfgoed te renoveren. Deze panden krijgen daardoor een nieuwe maatschappelijke bestemming. Op «Statia Day 2026» zal Sint Eustatius voor één dag in de internationale schijnwerpers staan. Vooruitlopend op «Statia Day 2026» wordt er een Tourism Masterplan geschreven, zodat de aandacht die er in 2026 zal worden aangewakkerd kan worden omgezet in grotere aantallen bezoekers, waarbij men zich richt op kwaliteitstoerisme en de niche-markets cultuur, natuur en geschiedenis. In de Regio Deal zijn ook opgenomen: het creëren van een gedenklocatie voor het slavernijverleden, het ontwerp voor een vernieuwde botanische tuin en het centraliseren van een aantal gezondheidszorgaanbieders in één gebouw. Dit laatste zal bijdragen aan betere samenwerking en verhoging van effectiviteit en efficiëntie van de gezondheidszorg op Sint Eustatius.
Het verhogen van het voorzieningenniveau op de eilanden is tevens essentieel voor de leefbaarheid op de drie eilanden. De maatregelen die het kabinet heeft genomen naar aanleiding van het rapport van de Commissie Sociaal Minimum Caribisch Nederland, heeft de bestaanszekerheid van de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba substantieel verbeterd. Het wettelijk minimumloon, de hieraan gekoppelde uitkeringen, de kinderbijslag en de belastingvrije som zijn fors verhoogd. Daarnaast zijn de kosten van levensonderhoud verlaagd door onder meer extra subsidies voor nutsvoorzieningen en worden de woonlasten gereduceerd door de verhuursubsidie en de pilot particuliere huursubsidie. Na het vaststellen van de begroting wordt bekendgemaakt hoe deze afweging er voor 2026 uitziet. In 2026 richten we ons op het verbeteren van de integrale aanpak binnen het sociale domein. Een voorbeeld hiervan is het integrale weegmoment, waarbij inkomensbeleid, koopkrachtmaatregelen en fiscaliteit op een vast moment in samenhang worden bezien. Ook zetten we in op het versterken van de samenwerking in de bestaanszekerheidsaanpak met de betrokken departementen. Daarnaast werken we samen met Bonaire, Sint Eustatius en Saba aan de eilandelijke integrale aanpak op bestaanszekerheid. Hierbij neemt het Rijk deel aan interbestuurlijke opgaveteams in het programma Werken aan Welvaart en Welzijn van Bonaire, Strong Roots van Sint Eustatius, en het Community Development Plan van Saba.
In 2026 wordt de integrale aanpak voor het fysieke domein samen met Bonaire, Sint Eustatius, Saba en betrokken «fysieke» departementen verder uitgewerkt. Daarbij werken de drie eilanden en de betrokken departementen aan fysieke agenda’s per eiland waarin samenhang en fasering zal worden aangebracht in de fysieke opgaven, rekening houdend met demografische ontwikkelingen. Hierbij is ook nadrukkelijke aandacht voor uitvoeringskracht en de wijze waarop deze opgaven wordt gefinancierd. Daarbij verkennen wij ook de mogelijkheid van een fysiek cluster bij de RCN die ter ondersteuning van de openbare lichamen zal fungeren. Zodoende zal er lokaal meer uitvoeringscapaciteit beschikbaar zijn.
Curaçao, Aruba en Sint Maarten
Deugdelijk bestuur en rechtsstaat
Een goed functionerende rechtsstaat is een randvoorwaarde voor een veilige en stabiele samenleving, positieve economische ontwikkeling en houdbare overheidsfinanciën. De kleinschaligheid van Curaçao, Aruba en Sint Maarten brengt hierin uitdagingen met zich mee. Verwevenheid tussen de boven- en onderwereld ondermijnt de rechtsstaat en zet de effectiviteit en slagkracht van het openbaar bestuur onder druk. Geopolitieke ontwikkelingen hebben mogelijk een effect op de veiligheid en economie, evenals migratie naar deze eilanden. Mede als gevolg van hun geografische positie worden ze bovendien geconfronteerd met relatief veel grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit, die een bedreiging vormen voor de rechtsstaat van Curaçao, Aruba en Sint Maarten én van het Koninkrijk in het geheel. De strijd tegen deze vormen van criminaliteit vergt inzet van expertise en uitvoeringscapaciteit die beperkt aanwezig zijn. Nederland ondersteunt daarom de autonome landen bij de gezamenlijke doelstelling om te werken aan een sterke rechtsstaat, ook in 2026. Daarbij hebben we oog voor het evenwicht binnen de gehele strafrechtsketen en zorgen we ervoor dat investeringen in de opsporing, vervolging, berechting en tenuitvoerlegging in onderlinge samenhang plaatsvinden.
Concreet wordt in 2026 de samenwerking tussen Nederland, Curaçao, Aruba en Sint Maarten voortgezet voor de aanpak Versterking grenstoezicht. Hiertoe wordt de inzet van medewerkers vanuit de Koninklijke Marechaussee (KMar) en Douane gecontinueerd.
We werken aan de duurzame ondermijningsaanpak, die het mogelijk maakt om strafrechtelijke onderzoeken te doen naar criminaliteit met een sterk financieel- economische component, waaronder belastingfraude, verduistering van overheidsgeld, valsheid in geschrift en witwassen. Daarnaast stellen we jaarlijks middelen beschikbaar waarmee de landen hun bestuur en regelgeving kunnen versterken, waardoor ze beter bestand zijn tegen ondermijnende criminaliteit, zoals bij vergunningverlening en vastgoedtransacties.
Nederland is betrokken bij structurele verbeteringen van het gevangeniswezen van Sint Maarten. In 2026 worden vanuit de begroting van KR wederom middelen beschikbaar voor verbeteringen van de huidige detentieomstandigheden. Tevens is Nederland als medefinancier betrokken bij de bouw van een nieuwe gevangenis op Sint Maarten.
Versterken uitvoerings- en bestuurskracht
De Landspakketten, zoals die eind 2020 met ieder land zijn overeengekomen, vormen de basis voor de samenwerking bij de uitvoering van noodzakelijke hervormingen. Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Landspakketten. De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ondersteunt de uitvoering hiervan samen met de coördinerende organisaties van de landen. Bij de fasering van de implementatie van de hervormingen wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de beschikbare uitvoeringscapaciteit van de landen. In 2026 wordt mede op basis van de evaluatie van de Landspakketten besloten over een eventueel vervolg op de samenwerking.
Het op orde krijgen en houden van het financieel beheer van de landen en het zorgen voor een doelmatig en doeltreffend overheidsapparaat is een noodzakelijke randvoorwaarde voor alle verdere hervormingen uit de Landspakketten. Veel aandacht gaat daarbij uit naar het versterken van het financieel beheer en de effectiviteit van de overheidsorganisatie, waarbij ook expliciet naar de mogelijkheden van (kwaliteitsverbetering van de) ICT wordt gekeken. Zo zal Aruba in 2026 een applicatie implementeren die het begrotingsproces ondersteunt, werkt Curaçao aan een beter toegankelijke overheid en betere dienstverlening aan de burgers en investeert Sint Maarten in de automatisering van de Belastingdienst.
Op praktisch niveau werken we aan bevordering van het ondernemerschap, onder andere door vereenvoudiging van de regelgeving en verbeterde toegang tot financiering. Op beleidsniveau werkt TWO samen met Aruba, Curaçao en Sint Maarten aan het versterken van het vermogen om een eigen economische koers uit te zetten. Hiertoe wordt een platform opgezet om informatie en beleidskennis uit te wisselen tussen de drie landen onderling.
Ook het zorgdragen voor duurzaam betaalbare en toegankelijke stelsels van zorg en sociale zekerheid is een focuspunt uit de Landspakketten. Aruba werkt in 2026 aan een vroegtijdige, multidisciplinaire aanpak van diabetes om complicaties als gevolg van diabetes te beperken. Sint Maarten implementeert nieuwe wetgeving die inspectiediensten de bevoegdheid geeft om sancties toe te passen. Goed onderwijs voor iedereen, met goede doorstroommogelijkheden en een goede aansluiting op de arbeidsmarkt is een belangrijke basis voor economische ontwikkeling, goed bestuur en brede welvaart. Hieraan wordt samengewerkt via de Landspakketten en via het Ministerieel vierlandenoverleg onderwijs. In 2026 werkt Aruba aan het aansluiten van alle scholen aan een leerlingvolgsysteem. Curaçao werkt in 2026 aan een nieuwe bekostigingsmethodiek voor het onderwijs. In Sint Maarten wordt er gewerkt aan de implementatie van een MMIS-systeem (data management/gegevens systeem) voor het verwerken van gegevens en aan een leerplan met handboek dat jonge kinderen tot 4 jaar in hun vroege ontwikkeling stimuleert.
Houdbare overheidsfinanciën
Het bereiken en behouden van solide of houdbare overheidsfinanciën is essentieel voor elk van de landen en hun burgers. Nederland draagt hier aan bij door financieel toezicht van de rijksministerraad en het onder voorwaarden aanbieden van leningen. Dit is voor Curaçao en Sint Maarten geregeld in de Rijkswet financieel toezicht (Rft). Voor Aruba wordt toezicht uitgeoefend op grond van de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) en is een Rijkswet in voorbereiding. Artikel 5 is recent geëvalueerd in een beleidsdoorlichting (Kamerstukken II 2023/24, 33189, nr. 20) De kabinetsreactie wordt zo spoedig mogelijk met de Kamer gedeeld. Naar aanleiding van de periodieke evaluatie van de Rft heeft de staatssecretaris de landen uitgenodigd om in nauwe samenwerking met het Cft en Nederland invulling te geven aan de aanbevelingen.
Met het toezicht wordt beoogd de schuldhoudbaarheid van de landen te borgen en een bijdrage te leveren aan de doorontwikkeling van het financieel beheer. Dit is van belang om zelfstandig economische schokken op te kunnen vangen. Een voorbeeld is de ontwikkeling van de schuldenportefeuille van Curaçao en Sint Maarten aan Nederland. Op advies van het Cft zal met beide landen worden overlegd hoe de houdbaarheid van de obligatieleningen op de lange termijn kan worden verbeterd. Een goede financiële positie biedt daarbij ook de ruimte om de publieke dienstverlening te optimaliseren en de omvang van publieke investeringen te verhogen. Die investeringen zijn hard nodig om de economische structuur te versterken. Nederland biedt daarvoor financiering op grond van de Rft.
Ter vergroting van het verdienvermogen van de landen wordt binnen de Landspakketten gewerkt aan maatregelen in de belastingsfeer en ter bevordering van de economische ontwikkeling. Zo loopt in 2026 een samenwerkingstraject tussen Fiscale inlichting- en opsporingsdienst Nederland (FIOD) en het Arubaanse Fiscale inlichting- en opsporingsteam (FIOT) om de aanpak van belastingfraude te intensiveren. Door Curaçao wordt in 2026 verder gewerkt aan de inrichting van een nieuwe belastingdienst, inclusief nieuwe rechtspositie voor de medewerkers en moderne ICT systemen, en aan het versterken van het ondernemersklimaat. Ook Sint Maarten, het land met de grootste uitdagingen op dit gebied, werkt verder aan de ingezette transformatie van de belastingdienst, een traject van twee tot drie jaar dat moet leiden tot een moderne, efficiënte belastingdienst en een betere naleving van de belastingplicht door burgers en bedrijven.
Vergroten van de zelfredzaamheid
Alle bovengenoemde acties op het gebied van goed bestuur, rechtshandhaving, de Landspakketten en financieel toezicht dragen bij aan de zelfredzaamheid van de landen. In 2025 heeft het ministerie van BZK de regeling Borgstellig MKB-kredieten Aruba, Curaçao, Sint-Maarten (de BMKB ACS) opengesteld. Deze regeling maakt het in 2026 en 2027 mogelijk dat kredietverstrekkers in Aruba, Curaçao en Sint Maarten gebruik kunnen maken van dezelfde faciliteit als kredietverstrekkers in Nederland en Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De regeling kan bij lokale banken een financieringsdrempel wegnemen indien er zich een tekort aan zekerheden voordoet bij het verlenen van krediet aan MKB-bedrijven. Met het openstellen van deze regeling wordt bijgedragen aan een betere toegang tot kapitaal voor het MKB in Aruba, Curaçao en Sint Maarten, waardoor ondernemerschap wordt gestimuleerd en de zelfredzaamheid van de landen wordt vergroot.
Tevens werken we met de landen aan de paraatheid om in geval van een crisis binnen het Koninkrijk hulp en bijstand te kunnen verlenen daar waar nodig. De eilanden zijn gevoelig voor extreme weersomstandigheden, waarbij overstromingen en krachtige orkanen desastreuze gevolgen kunnen hebben voor de vaak kwetsbare vitale infrastructuur. De landen dragen hier een eigen verantwoordelijkheid, maar het kan soms effectiever in regionaal of Koninkrijkverband worden opgepakt.
Nederland ondersteunt Sint Maarten financieel bij de wederopbouw na orkaan Irma in 2017, met de inzet van de Wereldbank (trustfonds) en met technische assistentie. Vanuit het oogpunt van zelfredzaamheid is daarbij het principe Building Back Better het uitgangspunt van de samenwerking. Het trustfonds is actief tot eind 2028. Aangezien binnen het trustfonds bijna alle middelen volledig zijn toegekend, zijn de meeste projecten nu vol in de fase van uitvoering. Hierdoor zijn steeds meer zichtbare en tastbare resultaten voor de bevolking van Sint Maarten bereikt. Deze lijn wordt doorgetrokken in 2026. Uiteraard zal daarbij worden ingezet op de realisatie van de blijvende Nederlandse prioriteiten: afval(water)management en goed bestuur. Tot slot zetten we de opbouw van een Disaster Reserve Fund voort voor Sint Maarten, waardoor het land bij toekomstige crises zelf over meer financiële reserves beschikt.
Koninkrijksbrede opgaven
Naast bovenstaande rode draden gelden onderstaande thema’s voor zowel Bonaire, Sint Eustatius en Saba, als voor Curaçao, Aruba en Sint Maarten.
Crisisbeheersing- en paraatheid
De eerder vermelde impact van klimaatverandering op de kans op extreme weersomstandigheden geldt voor het gehele Caribisch deel van het Koninkrijk. Zoals vermeld in de Veiligheidsstrategie van het Koninkrijk der Nederlanden heeft het Caribisch gebied daarnaast te maken met specifieke dreigingen zoals migratie, geopolitieke spanningen en kwetsbaarheid van vitale infrastructuur. Om deze dreigingen het hoofd te bieden en de zelf- en samenredzaamheid te vergroten, wordt ingezet op versterkte samenwerking binnen het Koninkrijk door te investeren in crisisbeheersing- en paraatheid.
Om samen te oefenen, kennis uit te wisselen en afspraken te maken over samenwerking op het gebied van crisisbeheersing organiseren BZK en het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) halfjaarlijks de ‘Week van de Crisisbeheersing Caribische delen van het Koninkrijk’. Ook is inmiddels het Caribbean Civil Protection Mechanism opgericht dat een faciliterende rol kan vervullen in de boveneilandelijke samenwerking rondom rampen en crises. Tot slot laten het ministerie van BZK en JenV in samenwerking met de Caribische delen van het Koninkrijk een analyse uitvoeren van de daar beschikbare crisiscapaciteiten. De uitkomst hiervan wordt eind 2025 verwacht en zal in 2026 als basis fungeren voor toekomstige initiatieven om de samenwerking te versterken.
Voedselzekerheid
Het kabinet heeft tot en met 2028 in totaal € 24,0 mln. beschikbaar gesteld voor het vergroten van de voedselzekerheid op de Caribische delen van het Koninkrijk (Kamerstukken II 2024/25, 36600 IV, nr. 64). Op de eilanden wordt voedselzekerheid beïnvloed door specifieke geografische, economische en sociale factoren. De sterke afhankelijkheid van geïmporteerd voedsel maakt de eilanden kwetsbaar voor externe verstoringen zoals stijgende transportkosten, wisselkoersschommelingen en natuurrampen, en leidt tot hogere prijzen van voornamelijk gezond voedsel. Om de zelfredzaamheid en de economische ontwikkeling op de eilanden te vergroten, is versterking van de voedselzekerheid essentieel. Onze inzet is onder te verdelen in twee samenhangende pijlers. De eerste pijler richt zich op de versterking van de private sector. BZK gaat een extern revolverend fonds oprichten, in de vorm van een stichting, dat begin 2026 in werking moet treden. Dit fonds biedt financiële diensten, waaronder leningen met een lage rente, en vergroot op die manier de toegang tot financiering voor ondernemers in de voedselketen. Een tweede belangrijk onderdeel van deze pijler is de oprichting van een Academy, met als doel om kennisontwikkeling en business-development te stimuleren. De tweede pijler bestaat uit directe subsidies en bijdragen aan lokale overheden, gericht op het ondersteunen van beleidsinitiatieven op het gebied van voedselzekerheid. Met deze inzet van het ministerie van BZK wordt beoogd om samen met de lokale overheden de randvoorwaarden te creëren die lokaal ondernemerschap in de voedselvoorziening sector (landbouw, veeteelt, visserij) mogelijk maken.
Onverwachte ontwikkelingen in de wereldeconomie
Het Caribisch deel van het Koninkrijk werd net als de rest van de wereld in 2025 geconfronteerd met onverwachte ontwikkelingen in de wereldeconomie, met name door aanpassingen in het handels- en buitenlandbeleid van de VS. Er leven in de regio zorgen over mogelijke effecten op importprijzen, de toerismesector, buitenlandse investeringen en meer algemeen over het potentieel risico voor de economische zelfredzaamheid van zowel de landen als Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit effect wordt verder versterkt door de eenzijdige economische structuur van de landen. Nederland volgt deze ontwikkelingen op de voet en monitort de daadwerkelijke effecten, samen met alle zes de eilanden.
Tot slot
Met deze beleidsprioriteiten blijven we binnen het Koninkrijk gezamenlijk inzetten op deugdelijk bestuur en het versterken van de rechtsstaat, het toekomstbestendig maken van de overheidsfinanciën en het vergroten van de zelfredzaamheid van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Dit doen wij door samen te blijven werken op basis van gelijkwaardigheid, betrokkenheid, met kennis en begrip van het verleden en onze blik op de toekomst.
2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties
In de onderliggende tabellen zijn de belangrijkste beleidsmatige uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2025. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht die plaatsvinden bij de ontwerpbegroting 2026.
Deze tabellen bevatten ook de belangrijkste mutaties die bij de eerste suppletoire begroting 2025 hebben plaatsgevonden. Toelichtingen op die mutaties zijn opgenomen in de eerste suppletoire begroting 2025 (Kamerstukken II 2024/25, 36725 IV, nr. 2) en de nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2025 (Kamerstukken II 2024/25, 36725 IV, nr. 4).
Uitgaven Koninkrijksrelaties
Tabel 2 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
Art.
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Stand ontwerpbegroting 2025
263.150
213.988
205.655
177.595
148.787
‒ 233
Belangrijkste mutatie eerste suppletoire begroting 2025
1) Grensbewaking
1
‒ 21.250
0
0
0
0
0
2) Recherche capaciteit
1
‒ 15.312
‒ 950
0
0
0
0
3) Rechtelijke macht
1
‒ 8.049
0
0
0
0
0
4) Slavernijverleden, subsidies
2
‒ 4.296
2.100
2.196
0
0
0
4) Slavernijverleden, bijdrage medeoverheden
2
‒ 14.333
9.933
4.400
0
0
0
5) Tijdelijke Werkorganisatie
4
‒ 12.000
‒ 10.000
22.000
0
0
0
6) Toeslagen op pensioenen NA
4
‒ 4.000
‒ 4.000
‒ 4.000
‒ 4.000
‒ 4.000
‒ 4.000
7) Voedselzekerheid
4
‒ 5.180
1.727
1.727
1.726
0
0
8) Loon- en prijsbijstelling 2025
7
6.923
6.135
5.942
5.485
5.307
5.166
9) Extrapolaties 2030
Alle
0
0
0
0
0
139.862
10) Budgettaire invulling apparaatstaakstelling Hoofdlijnenakkoord
Alle
0
‒ 1.295
‒ 1.938
‒ 2.571
‒ 2.974
‒ 2.974
11) Eindejaarsmarge
Alle
778
0
0
0
0
0
12) Overige mutaties
Alle
3.523
1.773
2.098
1.504
1.505
1.508
Stand suppletoire begroting 2025
189.954
219.411
238.080
179.739
148.625
139.329
Belangrijkste mutaties begroting 2026
13) Grenstoezicht Douane
1
‒ 4.500
0
0
0
0
0
14) LPO middelen naar JenV
1
‒ 1.386
‒ 1.387
‒ 1.388
15) Kasschuif onderhoud scholen
4
‒ 4.500
4.500
0
0
0
0
16) Leningen Curaçao en Sint Maarten
5
90.780
0
0
0
0
0
17) Afdracht JenV SSO CN
6
3.233
0
0
0
0
0
18) Kasschuif stormwaterpompen
8
‒ 460
460
0
0
0
0
Overige mutaties
‒ 2.649
‒ 833
248
452
1.085
0
Stand ontwerpbegroting 2026
270.472
222.151
236.940
180.191
149.710
139.329
Toelichting
13. Grenstoezicht Douane
Dit betreft een overboeking van € 4,5 mln. naar de begroting van het ministerie van Financiën (IXB) voor de Douane Nederland. Deze middelen zijn bestemd voor de lokale grens- en handhavingsdiensten op de eilanden Curaçao, Aruba en Sint Maarten.
14. LPO middelen naar JenV
Deze mutatie betreft een overboeking van LPO-middelen naar de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het Recherche Samenwerkingsteam, het Hof en het OM.
15. Kasschuif onderhoud scholen
Het onderhoud aan scholen op Curaçao is onderdeel van de Landspakketten voor Curaçao. Een deel van de uitvoering zal nog doorlopen in 2026, waardoor € 4,5 mln. via een kasschuif van 2025 naar 2026 wordt doorgeschoven.
16. Leningen Curaçao en Sint Maarten
Nederland verstrekt op basis van de in de Rijkswet financieel toezicht opgenomen zogenaamde lopende inschrijving, twee leningen aan Curaçao en Sint Maarten voor respectievelijk € 75,3 mln. en € 15,5 mln. ter financiering van investeringen.
17. Afdracht JenV SSO CN
Dit betreft de overboeking van het ministerie van Justitie en Veiligheid voor de afdracht 2025 van de basisdienstverlening SSO-CN.
18. Kasschuif stormwaterpompen
Het contract voor de tender van de stormwaterpompen is eind juni getekend. Oplevering van het geheel is 2e helft december 2025 voorzien. Dit betekent dat betaling pas in 2026 zal plaatsvinden. Via een kasschuif van 2025 naar 2026 worden de middelen in het juiste kasritme gezet.
Ontvangsten Koninkrijksrelaties
Tabel 3 Belangrijkste beleidsmatige ontvangstenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
Art.
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Stand ontwerpbegroting 2025
205.344
223.831
147.608
238.753
302.955
‒
Belangrijkste mutatie eerste suppletoire begroting 2025
1) Extrapolaties 2030
5
0
0
0
0
0
302.955
2) Desaldering SSO-CN
6
1.705
0
0
0
0
0
3) Diverse ontvangsten
Div
150
0
0
0
0
0
Mutatie Nota van wijziging eerste suppletoire begroting 2025
4) Herfinanciering leningen
5
‒ 106.618
0
0
0
0
0
Stand suppletoire begroting 2025
100.581
223.831
147.608
238.753
302.955
302.955
Belangrijkste mutaties begroting 2026
5) Bijstelling raming ontvangsten leningen
5
6.877
‒ 70.758
‒ 1.088
‒ 85.808
‒ 158.175
14.751
Overige mutaties
804
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2026
108.262
153.073
146.520
152.945
144.780
317.706
Toelichting
5. Bijstelling raming ontvangsten leningen
De raming van de ontvangsten van de leningen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten is aangepast naar aanleiding van de meest recente gegevens.
Uitgaven BES-fonds
Tabel 4 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
Art.
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Stand ontwerpbegroting 2025
88.642
89.320
89.839
91.174
92.518
‒
Belangrijkste mutaties eerste suppletoire begroting 2025
1) Uitbetaling restant 2024
1
2.840
0
0
0
0
0
2) Indexatie BBP cijfers
1
616
1.152
1.721
2.328
2.927
5.692
3) Prijsbijstelling 2025 volgens BBP-indexatiesystematiek
1
3.217
3.242
3.261
3.309
3.358
3.358
4) Wisselkoersactualisatie
1
779
812
817
829
841
841
5) Extrapolaties 2030
1
0
0
0
0
0
92.518
6) Overige mutaties
1
1.282
1.282
1.282
1.282
1.282
1.282
Stand eerste suppletoire begroting 2025
97.376
95.808
96.920
98.922
100.926
103.691
Belangrijkste mutaties begroting 2026
7) BES fonds systematiek
1
545
0
0
0
0
0
8) Overige mutaties
1
78
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2026
97.999
95.808
96.920
98.922
100.926
103.691
Toelichting
7. BES-fonds systematiek
Er is een overboeking van Koninkrijksrelaties (IV) vanwege een verschil dat is ontstaan door een rekensystematiek. Dit betreft een incidentele dekking vanwege toezeggingen richting de BES-eilanden op basis waarvan zij hun begrotingen hebben opgesteld.
Ontvangsten BES-fonds
Tabel 5 Belangrijkste beleidsmatige ontvangstenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
Art.
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Stand ontwerpbegroting 2025
88.642
89.320
89.839
91.174
92.518
‒
1) Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
1
8.734
6.488
7.081
7.748
8.408
103.691
Stand eerste suppletoire begroting 2025
97.376
95.808
96.920
98.922
100.926
103.691
Belangrijkste mutaties begroting 2026
2) Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
1
623
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2026
97.999
95.808
96.920
98.922
100.926
103.691
Toelichting
2. Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) dienen de uitgaven en ontvangsten over ieder uitkeringsjaar voor het BES-fonds gelijk te zijn. Ten behoeve van de dekking van deze uitgaven is een post ontvangsten geraamd. De voeding van het BES-fonds is direct afkomstig uit de belastingontvangsten van het Rijk.
2.3 Strategische Evaluatie Agenda
De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) laat zien hoe BZK de komende jaren werkt aan het voortbrengen van inzichten over de (voorwaarden voor) de doeltreffendheid en doelmatigheid van ons beleid. Door voldoende (goed) evaluatieonderzoek te programmeren neemt het aantal bruikbare inzichten toe. Conform afspraak met de Kamer wordt periodiek (indicatie 4-7 jaar) per thema verantwoording afgelegd over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Dit gebeurt via Periodieke rapportages (voorheen: beleidsdoorlichtingen). Hieronder is de planning van deze syntheseonderzoeken opgenomen.
Tabel 6 Planning periodieke rapportages
Thema/Periodieke rapportage
Eerstvolgende Periodieke rapportage
Begrotingsartikelen
1
2
4
5
8
Bevorderen sociaaleconomische structuur
2025
x
Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid
2029
x
x
x
Wederopboud bovenwindse eilanden
2030
x
Slavernijverleden
2030
x
Bijlage 5 Uitwerking strategische evaluatie agenda bevat een nadere toelichting op de SEA. Daarnaast is daar ook de programmering van alle (deel)evaluatieonderzoeken te vinden.
Voor een overzicht van afgeronde evaluaties en beleidsdoorlichtingen zie Jaarverslag Koninkrijksrelaties 2024, Bijlage 1: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek.
2.4 Overzicht risicoregelingen
Leningen
Tabel 7 Overzicht verstrekte leningen (bedragen x € 1.000) (stand per 1 augustus 2025)
Artikel
Omschrijving
Uitstaande lening in andere valuta
Uitstaande lening in €
Looptijd lening
Totaal verstrekte leningen
2.522.024
Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
2.522.024
Totaal leningen Curaçao
1.426.713
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75%
XCG 139.735
55.720
15 jaar (2010-2025)
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,875
XCG 370.000
147.539
20 jaar (2010-2030)
Lening lopende inschrijving Curaçao 3,0%
XCG 474.900
189.369
25 jaar (2010-2035)
Lening lopende inschrijving Curaçao 3,125%
XCG 582.391
232.231
30 jaar (2010-2040)
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75%
XCG 62.604
25.226
30 jaar (2013-2043)
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,45%
XCG 247.036
103.186
30 jaar (2014-2044)
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,6%
XCG 163.636
87.367
30 jaar (2015-2045)
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,62%
XCG 33.296
17.997
30 jaar (2015-2045)
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,0%
XCG 59.050
29.702
30 jaar (2016-2046)
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,24%
XCG 60.000
28.448
30 jaar (2017-2047)
Lening lopende inschrijving Curaçao 0,92%
XCG 69.100
34.167
30 jaar (2019-2049)
Onderhandse lineaire lening Curaçao 0,00%
XCG 68.880
35.983
15 jaar (2020-2035)
Lening ter afwikkeling van de Girobank 0,00%
XCG 19.565
8.678
16 jaar (2021-2037)
Liquiditeitslening Curaçao 2,9%
XCG 877.400
431.100
20 jaar (2023-2043)
Totaal leningen Sint Maarten
378.893
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,625%
XCG 73.500
29.461
15 jaar (2010-2025)
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,75 %
XCG 78.571
31.494
20 jaar (2010-2030)
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,875%
XCG 50.000
20.042
25 jaar (2010-2035)
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 3,0%
XCG 50.000
20.042
30 jaar (2010-2040)
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,25%
XCG 58.652
24.765
15 jaar (2014-2029)
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,375%
XCG 44.818
18.739
20 jaar (2014-2034)
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,45%
XCG 39.526
16.510
30 jaar (2014-2044)
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 1,8%
XCG 21.190
9.273
30 jaar (2014-2044)
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,83%
XCG 11.576
5.222
25 jaar (2017-2032)
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,74%
XCG 27.227
13.583
30 jaar (2019-2049)
Onderhandse lineaire lening 0,00%
XCG 41.895
18.813
15 jaar (2020-2035)
Lopende inschrijving Sint Maarten 3,24%
XCG 58.173
30.595
20 jaar (2023 ‒ 2043)
Liquiditeitslening Sint Maarten 2,9%
XCG 313.910
140.354
30 jaar (2023-2053)
Totaal leningen Aruba
679.958
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%
‒
0
30 jaar (1993-2023)
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%
‒
0
30 jaar (1994-2024)
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%
‒
15
30 jaar (1995-2025)
Water en Energiebedrijf Aruba 2,5%
AWG 3.219
1.629
30 jaar (1995-2025)
Rentelastverlichting 2021 Aruba 2,64%
AWG 177.100
83.826
8 jaar (2021-2028)
Rentelastverlichting 2022 Aruba 2,64%
AWG 346.000
175.371
8 jaar (2022-2029)
Liquiditeitslening Aruba 5,1%
AWG 869.725
419.117
20 jaar (2023-2043)
Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen
1.341
Lening Ontwikkelingsbank Nederlandse Antillen
‒
1.341
29 jaar (2001-2030)
Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
35.119
Liquiditeitslening Sint Maarten 0,0%
XCG 46.000
20.696
30 jaar (2018-2048)
Liquiditeitslening Sint Maarten 0,0%
XCG 29.992
14.423
30 jaar (2018-2048)
Toelichting
De leningen aan de landen worden meestal afgesloten in Antilliaanse guldens (XCG) of Arubaanse florins (AWG) en vastgelegd in de begroting in euro's (€). Deze vastlegging gebeurt op basis van de geldende begrotingskoers op het moment van aangaan van de lening (historische waarde). De aan Caribisch Nederland verstrekte renteloze leningen in dollars (USD) zijn in bijlage 9 te vinden.
De huidige stand van de leningen afgesloten in voorgaande boekjaren zijn geactualiseerd tot 1 augustus 2025. De in 2025 afgesloten leningen zijn opgesteld op basis van de gerealiseerde dagkoers. Het ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt plaats op hoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).
Artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen
Curaçao en Sint Maarten
Leningen lopende inschrijving
Om ervoor te kunnen zorgen dat Curaçao en Sint Maarten een gezonde financiële huishouding kunnen voeren, waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de landen voorop blijft staan, zijn afspraken gemaakt tussen Curaçao, Sint Maarten en Nederland. Deze afspraken zijn geformaliseerd in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) en betreffen een deugdelijk begrotingsbeleid, het op orde brengen van het financieel beheer en een effectief financieel toezicht ter voorkoming van nieuwe opbouw van schulden. Daarnaast is afgesproken dat Nederland een lopende inschrijving aanbiedt voor leningen aan Curaçao en Sint Maarten, tegen het actuele rendement op staatsleningen van de desbetreffende looptijd. Het merendeel van de leningen zijn zogenaamde «bulletleningen» met aflossing ineens aan het einde van de looptijd.
De lopende inschrijving Sint Maarten van 2019 is een lening voor 30 jaar, die aan Sint Maarten verstrekt is om de liquiditeitspositie van Sint Maarten te versterken. Deze positie was ernstig verzwakt na de orkaan Irma. Dit is een uitzondering op de regel dat van de lopende inschrijving alleen gebruik gemaakt mag worden voor de kapitaaldienst en bij een sluitende begroting (art. 25 Rft).
Onderhandse leningen
Voor de landen Curaçao en Sint Maarten zijn in 2020 twee «2010-2020 Obligatieleningen» (bulletleningen) afgelopen, die behoren tot de afspraken over de schuldsanering. Deze leningen zijn onder gewijzigde voorwaarden omgezet. Voor Curaçao betreft het een omzetting van de lening naar een onderhandse lineaire lening. Beide leningen hebben een duur van 15 jaar met begindatum 15 oktober 2020. De leningen hebben een rentepercentage van 0% en waren de eerste drie jaar aflossingsvrij.
Liquiditeitsleningen
Curaçao en Sint Maarten hebben in verband met de pandemie in 2020-2022 verschillende liquiditeitsleningen ontvangen. In oktober 2024 zijn de liquiditeitsleningen van Sint Maarten en Curaçao geherfinancierd voor een periode van 30 respectievelijk 20 jaar tegen een interestpercentage van 2,9%.
Lening ter afwikkeling van de Girobank
Curaçao heeft een lening ontvangen om de afwikkeling van de failliete Girobank te kunnen uitvoeren. Het jaarlijkse rentepercentage is 0,0% en een looptijd van 16 jaar. De aflossing start op 1 augustus 2023. Curaçao mag de lening geheel of gedeeltelijk vervroegd aflossen.
Leningen Aruba
Water- en Energiebedrijf Aruba
Het betreft een begrotingslening uit 1995 ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026, waarvan de eerste acht jaar aflossingsvrij waren. Nu wordt jaarlijks conform afspraken afgelost. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%.
Liquiditeitsleningen (verlenging)
Aruba heeft in 2020 om bijstand gevraagd op grond van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden om de gevolgen van Covid-19 op te kunnen vangen. Voor de liquiditeitsleningen van Aruba zijn in oktober 2023 geherfinancierd voor een looptijd van 20 jaar tegen een interestpercentage van 6,9%.
Rentelastverlichting Aruba
Aruba heeft in 2021 en 2022 een lening ter verlichting van de rentelast ontvangen als onderdeel van de landspakketten. Deze leningen hebben een rentepercentage van 2,64%. De eerste vier jaar zijn aflossingsvrij, daarna wordt jaarlijks afgelost.
Lening Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen
Dit betreft een vordering op de Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) vanwege middelen die destijds ter beschikking zijn gesteld voor het bevorderen van de economie op de Nederlandse Antillen.
Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
Liquiditeitsleningen Sint Maarten
In 2018 zijn twee dertigjarige renteloze leningen aan Sint Maarten verstrekt om de liquiditeitspositie van het land te verstevigen na de schade van orkaan Irma. De eerste vijf jaar waren aflossingsvrij, daarna wordt jaarlijks afgelost.
2.5 Implementatie van mensenrechtenverdragen
De regering informeert jaarlijks de Staten-Generaal in de memorie van toelichting op de begroting Koninkrijksrelaties over de stand van zaken rond de implementatie van mensenrechtenverdragen in het Caribische deel van het Koninkrijk (Kamerstukken II 2018/19, 33826, nr. 29).
Ten aanzien van de verdere implementatie vindt samenwerking plaats in een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van de vier landen van het Koninkrijk. De betreffende commissie werkt met een lijst waarop zeven mensenrechtenverdragen zijn opgenomen die in één of meer (ei)landen van het Caribische deel van het Koninkrijk wachten op uitvoering. Reeds eerder is na overleg tussen de Minister van Buitenlandse Zaken, de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten besloten het traject ten behoeve van de implementatie van de zeven verdragen te integreren in het bredere traject van het Ministerie van Buitenlandse Zaken om achterstanden in de medegelding van verdragen in te halen. Wel blijft voornoemde commissie betrokken (Kamerstukken II 2023/24, 23530, nr. 144).
De voorgenoemde commissie heeft voor de huidige periode twee van de bovengenoemde zeven mensenrechtenverdragen geprioriteerd. Zo hopen de Caribische landen eerlang vorderingen te boeken rond de implementatie van het Verdrag van Istanbul inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld en het Haags Kinderontvoeringsverdrag. Het gaat in beide gevallen om verdragen waarvan de inwerkingtreding naar verwachting een wezenlijke impact zal hebben op de rechtsbescherming van kwetsbare vrouwen en kinderen in Aruba, Curaçao en Sint Maarten en die door de landen reeds als prioritair zijn aangemerkt. Wat precies nog verder aan uitvoering nodig is om de twee verdragen te kunnen ratificeren, verschilt per land. De uitvoering van een verdrag vergt maatwerk en het ene Caribische land is hier al verder mee dan het andere. Concreet is daarom afgesproken dat eerst waar nodig in overleg met elkaar in kaart wordt gebracht welke maatregelen hiertoe nog zijn vereist (implementatieplan) en dat vervolgens, waar nodig en gewenst met ondersteuning van Nederland, wordt overgegaan tot de daadwerkelijke uitvoering van de betreffende twee verdragen.
De afgelopen jaren zijn voor dit deel van het Koninkrijk meerdere geprioriteerde mensenrechtenverdragen in werking getreden. Het afgelopen jaar zijn geen verdragen in werking getreden. De belangrijkste reden hiervoor is de inzet in de landen ten aanzien van het voornoemde omvangrijke Verdrag van Istanbul. Dit verdrag brengt door zijn omvang en uitvoeringscomplexiteiten grotere werklast met zich mee waardoor implementatie meer tijd vergt. Teneinde de Caribische landen te ondersteunen bij deze inzet is in december 2024 door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk in Straatsburg en het Ministerie van BZK gezamenlijk een conferentie georganiseerd. Daar wisselden zowel de Caribische landen als de Openbare Lichamen ervaringen en best practices met de Raad van Europa lidstaten die (bijvoorbeeld door hun ligging of grootte) voor vergelijkbare uitdagingen staan. Ook heeft de delegatie ter bevordering van de kennisdeling over de Raad van Europa, het secretariaat en toezichthoudende organen waaronder het Lanzarote Comité bezocht en aantal werkbijeenkomsten bijgewoond.
2.6 Coronamaatregelen
Tabel 8 Begrote uitgaven coronamaatregelen op de begroting Koninkrijksrelaties (bedragen x € 1 mln.)
Art.
Maatregel
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Vindplaats
4
Landspakket Sint Maarten
0,2
0,2
0,2
0,0
0,0
0,0
0,0
Nota van Wijziging op begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 32)
Totaal
0,2
0,2
0,2
0,0
0,0
0,0
0,0
Voor het BES fonds zijn er geen coronamaatregelen meer vanaf 2022.
3. Beleidsartikelen Koninkrijksrelaties
3.1 Artikel 1. Versterken rechtsstaat
A. Algemene doelstelling
Het bevorderen van goed bestuur door een bijdrage te leveren aan het versterken van de rechtsstaat van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit krijgt vorm door samenwerking op het gebied van veiligheid, rechtshandhaving, grensbewaking en mensenrechten en ondersteuning van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
Rechtshandhaving en veiligheid zijn aangelegenheden van de landen van het Koninkrijk. De minister stimuleert de versterking van de rechtsstaat in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit doet de minister door de landen te ondersteunen en invulling en uitvoering te geven aan protocollen, samenwerkingsregelingen en rijkswetten. Daarbij werkt de minister nauw samen met de betrokken bewindspersonen van de ministeries van Justitie en Veiligheid, Financiën en Defensie, die de operationele capaciteit voor de ondersteuning en versterking leveren.
Deze ondersteuning komt voort uit artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden waarin is bepaald dat de landen binnen het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen, en komt tot stand door het treffen van onderlinge regelingen op grond van artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.
C. Beleidswijzigingen
Uit de evaluatie van 2024 van de plannen van aanpak voor de Versterking Grenstoezicht kwam onder andere dat de uitvoeringscapaciteit van de betrokken diensten te laag is voor de uitvoering van de plannen. Dit komt niet alleen door een tekort aan personeel, maar ook door beperkte beschikbaarheid van gespecialiseerd personeel, een hoge werkdruk door bestaande taken en onvoldoende ruimte binnen de organisaties om nieuwe werkzaamheden structureel op te nemen. Naar aanleiding hiervan stelt Nederland in 2026 financiering voor capaciteit beschikbaar ter ondersteuning van de uitvoering van deze plannen. Het protocol Versterking Grenstoezicht schrijft voor dat er in 2026 een besluit moet worden genomen over de verlenging ervan. Hier zal in 2026 een evaluatie van het protocol aan vooraf gaan.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Versterken rechtsstaat (bedragen x € 1.000)
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Art.
Verplichtingen
33.095
18.201
68.716
69.557
95.149
95.348
95.760
Uitgaven
33.893
18.201
68.716
69.557
95.149
95.348
95.760
1.0
Versterken rechtsstaat
33.893
18.201
68.716
69.557
95.149
95.348
95.760
Subsidies (regelingen)
23
0
0
0
0
0
0
Detentie - Algemeen
23
0
0
0
0
0
0
Opdrachten
186
179
0
0
0
0
0
Diverse opdrachten
186
179
0
0
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
1.105
468
394
33
122
21
0
Detentie - Algemeen
1.105
468
394
33
122
21
0
Bijdrage aan medeoverheden
887
1.574
1.187
1.187
1.187
1.112
1.112
Overige bijstand aan de landen
499
532
75
75
75
0
0
Bestuurlijke aanpak
388
1.042
1.112
1.112
1.112
1.112
1.112
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
17.050
0
384
1.587
779
472
0
Detentie - Vastgoed
17.050
0
384
1.587
779
472
0
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
14.642
15.980
66.751
66.750
93.061
93.743
94.648
Grensbewaking (Defensie)
7.464
7.543
31.238
30.243
31.459
32.141
33.046
Recherchecapaciteit (JenV)
9
219
17.528
19.892
44.479
44.479
44.479
Rechterlijke macht (JenV)
7.169
7.756
12.858
11.488
11.996
11.996
11.996
Douane (Financiën)
0
462
5.127
5.127
5.127
5.127
5.127
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 10 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 1
2026
juridisch verplicht
0%
bestuurlijk gebonden
98%
beleidsmatig gereserveerd
2%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
0%
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 0,0% juridisch verplicht en voor 98% bestuurlijk gebonden.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Detentie algemeen
Vanuit het akkoord over de derde tranche liquiditeitssteun van 22 december 2020 met Sint Maarten is € 30 mln. beschikbaar gesteld voor verbetering van het gevangeniswezen in Sint Maarten (Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 203). Hiervan zal € 10 mln. grotendeels ten goede komen aan het verbeteren van onderdelen van het gevangeniswezen die al langere tijd in Sint Maarten niet op orde zijn, maar niet vallen onder de bouw van een nieuwe gevangenis. Dit budget is verdeeld over zeven begrotingsjaren, te beginnen in 2022 en eindigend in 2028. Activiteiten voor 2026 worden ontleend aan het door Sint Maarten uit te voeren plan van aanpak detentie dat valt onder de Samenwerkingsregeling waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten (Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 224).
Bijdrage aan medeoverheden
Bestuurlijke aanpak
Jaarlijks wordt structureel € 1 mln. beschikbaar gesteld voor de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit. Met dit geld worden de Landen in staat gesteld om bestuurlijke instrumentaria te ontwikkelen waarmee ondermijning wordt tegengegaan, zoals vergunningsbeleid en een weerbaarheidsscan (Kamerstukken II 2020/21, 35925 IV, nr. 37). Zo wordt bijgedragen aan een duurzame, regionale en integrale aanpak van ondermijning die complementair is aan de bestaande strafrechtelijke aanpak.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Grensbewaking (Defensie)
Nederland stelt voor onbepaalde tijd personeel van de Koninklijke Marechaussee (KMar) beschikbaar ter ondersteuning van het grenstoezicht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten conform het protocol inzake de inzet van personeel vanuit de flexibel inzetbare pool Koninklijke Marechaussee (Kamerstukken II 2018/19, 35000 IV, nr. 40). Deze flexibele pool levert een bijdrage aan de uitvoering van grensgerelateerde politietaken in de landen. Het gaat hierbij om grensbewaking, het uitvoeren van de politietaak op respectievelijk de luchthaven en de maritieme grenzen en de bestrijding van drugs-, wapen- en migratiecriminaliteit.
Aanvullend versterken Aruba, Curaçao en Sint Maarten met hulp van Nederland het grenstoezicht op basis van een op 4 februari 2021 overeengekomen protocol over de versterking van het grenstoezicht (Kamerstukken II 2020/21, 35570 IV, nr. 33). De KMar ondersteunt met een aanvullende 71 fte op basis van dit protocol de lokale diensten om de transnationale georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit te bestrijden. De operationele inzet van de medewerkers vanuit de flexpool en het protocol inzake de versterking grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk vindt plaats onder het bevoegd gezag van het land waar de betreffende werkzaamheden worden verricht.
Recherchecapaciteit (JenV)
Zoals vastgelegd in de Rijkswet Politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Protocol inzake gespecialiseerde recherchesamenwerking heeft het Recherche Samenwerkingsteam (RST) de taak om zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit te onderzoeken, die gezien de ernst, frequentie of het georganiseerde verband waarin ze worden gepleegd, een ernstige inbreuk op de rechtsorde maakt. Hieronder valt ook de aanpak van (internationale) corruptie en witwassen. Daarnaast verricht het RST de afhandeling van internationale rechtshulpverzoeken. Het RST werkt in het gehele Caribisch deel van het Koninkrijk onder gezag van de lokale Openbaar Ministeries en in zeer nauwe samenwerking met de lokale politiekorpsen.
Jaarlijks worden de reguliere budgetten van de begroting van Koninkrijksrelaties (KR) ten behoeve van het RST overgeheveld naar de begroting van Justitie en Veiligheid (JenV). Hiermee wordt recht gedaan aan de Politiewet 2012, die bepaalt dat alleen de minister van JenV opdrachten aan de Nationale Politie mag verstrekken. Het beleidsmatig instrument wordt in de begroting van het ministerie van BZK verantwoord, gezien haar politieke verantwoordelijkheid voor het beschikbaar stellen van de middelen.
De overige middelen op de begroting van 2026 worden ingezet om capaciteit beschikbaar te stellen voor de duurzame ondermijningsaanpak op Sint Maarten, Curaçao en Aruba in de vorm van mensen en middelen. De aanpak richt zich onder meer op financieel-economische criminaliteit, waaronder corruptie en betrokkenheid van politiek prominente personen, ambtenaren en overheid NV’s. Hierbij werkt het RST samen met het Openbaar Ministerie van Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden, het Openbaar Ministerie van Aruba en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.
Rechterlijke macht (JenV)
Voor een goed functionerende rechtsstaat is volledige en adequate bezetting van de openbaar ministeries en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van groot belang. Vanwege een gebrek aan lokale personele capaciteit draagt Nederland hier op verzoek van de Landen aan bij door officieren van justitie, rechters en ander gerechtelijk personeel ter beschikking te stellen. Deze treden in lokale dienst, waarbij de kosten van een buitenlandtoelage worden vergoed door het ministerie van BZK. Bij de Openbaar Ministeries en het Gemeenschappelijk Hof werken ook officieren van justitie en rechters specifiek ten behoeve van de duurzame ondermijningsaanpak.
Douane (Financiën)
Het ministerie van BZK stelt maximaal 16 fte personeel van Douane Nederland beschikbaar ter ondersteuning van grenstoezicht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten in het kader van het protocol over de versterking van het grenstoezicht (Kamerstukken II 2020/21, 35570 IV, nr. 33). Douane Nederland versterkt de lokale diensten met kennis en ervaring en verzorgt de benodigde opleidingen om de transnationale georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit te bestrijden.
3.2 Artikel 2. Slavernijverleden
A. Algemene doelstelling
De middelen die naar aanleiding van de excuses beschikbaar zijn gesteld, zijn onder andere gericht op kennis en bewustwording, erkenning, herdenking en de doorwerking van het trans-Atlantisch slavernijverleden. Uitgangspunten voor de invulling hiervan zijn: (1) navolgbaar- en inzichtelijkheid en (2) programmering en bestemming van deze middelen vindt in samenspraak met betrokkenen uit Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten plaats.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:
Regisseren
– De minister van BZK coördineert het traject van de opvolging van de excuses voor het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Uitvoeren
– De minister van BZK geeft uitvoering aan een subsidieregeling, waarmee maatschappelijke initiatieven een impuls kunnen geven aan onder andere meer kennis van en bewustwording over het trans-Atlantisch slavernijverleden in en voor het Caribisch deel van het Koninkrijk.
– Er wordt uitvoering gegeven aan maatregelen voor bewustwording, betrokkenheid en doorwerking, waarmee concreet invulling wordt gegeven aan de op 19 december 2022 gedane toezeggingen (Kamerstukken II 2022/2023, 36284 nr. 1).
C. Beleidswijzigingen
Gedurende 2026 wordt uitvoering gegeven aan de subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven trans-Atlantisch slavernijverleden voor het Caribisch deel van het Koninkrijk door middel van het openstellen van drie aanvraagtijdvakken.
Ook wordt uitvoering gegeven aan verschillende projecten in het kader van het vergroten van de bewustwording en kennis en begrip over het slavernijverleden op Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Slavernijverleden (bedragen x € 1.000)
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Art.
Verplichtingen
0
35.165
8.933
8.898
6.684
7.276
0
Uitgaven
0
7.832
22.866
17.298
9.684
9.276
0
2.0
Slavernijverleden
0
7.832
22.866
17.298
9.684
9.276
0
Subsidies (regelingen)
0
1.778
8.766
8.862
6.666
7.258
0
Maatschappelijke initiatieven
0
1.778
8.766
8.862
6.666
7.258
0
Bijdrage aan medeoverheden
0
6.054
14.100
8.436
3.018
2.018
0
Maatregelen bewustwording, betrokkenheid en doorwerking slavernijverleden
0
6.054
14.100
8.436
3.018
2.018
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 12 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 2
2026
juridisch verplicht
62%
bestuurlijk gebonden
38%
beleidsmatig gereserveerd
0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
0%
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 2 is 62% juridisch verplicht.
Bijdrage aan medeoverheden
De bijdrage aan medeoverheden zijn voor 100% juridisch verplicht. Het gaat hier om maatregelen bewustwording, betrokkenheid en doorwerking van het slavernijverleden voor de Caribische delen van het Koninkrijk.
Subsidies
Subsidies zijn voor 100% bestuurlijk gebonden (Stcrt. 2025, 22437). Dit betreffen met name subsidies voor maatschappelijke initiatieven trans-Atlantisch slavernijverleden voor Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Subsidies (regelingen)
Maatschappelijke initiatieven
Dit betreft uitgaven om invulling te geven aan de subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven trans-Atlantisch slavernijverleden voor Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten. Het gaat om circa € 33,3 mln., verdeeld over de jaren 2025 tot en met 2029 voor zowel de budgetten beschikbaar voor aanvragen als de kosten om de regeling uit te kunnen voeren.
Bijdrage aan medeoverheden
Maatregelen voor bewustwording, betrokkenheid en doorwerking
Dit betreft uitgaven voor onder andere bewustwording, betrokkenheid en doorwerking van slavernijverleden voor de Caribische delen van het Koninkrijk. Ieder (ei)land werkt hiervoor aan een eigen agenda en de lokale overheden zijn hierin essentiële partners. Het gaat om circa € 33,3 mln., verdeeld over de jaren 2025 tot en met 2029. Voor 2026 is € 14,1 mln. beschikbaar.
3.3 Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur
A. Algemene doelstelling
Het bewerkstelligen van een merkbare, positieve verandering in het leven van de burgers in het Caribisch deel van het Koninkrijk door de bestuurlijke en de financieel- en sociaaleconomische weerbaarheid en zelfredzaamheid van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba te versterken. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) draagt daaraan bij middels het versterken van de uitvoeringskracht, het inzetten van kennis en expertise en het coördineren van de inzet van het Rijk.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
– De minister ondersteunt waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van technische assistentie en het delen van kennis.
– De minister ondersteunt waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van praktische samenwerking en het opzetten van samenwerkingsovereenkomsten.
– De minister ondersteunt via de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) de Landen bij het ontwikkelen en implementeren van maatregelen op diverse gebieden met betrekking tot de sociaal economische structuur, zoals de arbeidsmarkt, zorg, onderwijs, en veiligheid.
Regisseren
– De minister coördineert de rijksbrede inzet in Bonaire, Sint Eustatius en Saba en bevordert de integrale samenwerking.
– De minister is verantwoordelijk voor het bevorderen van goed bestuur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
– De minister geeft invulling aan haar taken zoals omschreven in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft), Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft), het protocol Afspraken tussen de regeringen van Aruba en Nederland over de openbare financiën van Aruba en het protocol Aruba-Nederland 2019-2021.
– De minister houdt financieel toezicht op de openbare lichamen op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES).
– De minister ondersteunt Aruba, Curaçao en Sint Maarten bij het uitvoeren van de Landspakketten. De realisatie van de hervormingen en ontwikkelingen uit de Landspakketten worden gemonitord via de uitvoeringsagenda's en voortgangsrapportages die periodiek gezamenlijk met de Landen worden opgesteld.
C. Beleidswijzigingen
In 2026 wordt de inzet voortgezet onder de pijlers goed bestuur en rechtsstaat, houdbare overheidsfinanciën en het vergroten van zelfredzaamheid van de Caribische delen van het Koninkrijk.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur (bedragen x € 1.000)
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Art.
Verplichtingen
31.585
108.626
72.196
91.048
26.593
14.542
8.443
Uitgaven
30.876
80.887
66.457
86.309
20.493
8.442
8.443
4.1
Curaçao, Sint Maarten en Aruba
19.048
26.934
35.452
62.155
2.028
1.638
1.639
Subsidies (regelingen)
12.649
18.805
24.312
49.633
286
0
0
Diverse subsidies
981
747
760
633
286
0
0
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
8.865
11.892
19.052
49.000
0
0
0
Onderwijshuisvesting Curaçao
2.803
6.166
4.500
0
0
0
0
Opdrachten
2.543
4.677
7.605
8.987
219
115
115
Opdrachten landen
269
677
1.105
1.487
219
115
115
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
2.274
4.000
6.500
7.500
0
0
0
Inkomensoverdrachten
892
1.218
1.268
1.268
1.268
1.268
1.268
Toeslagen op pensioenen NA
892
1.218
1.268
1.268
1.268
1.268
1.268
Bijdrage aan medeoverheden
2.476
1.979
2.012
2.012
0
0
0
Bijdrage landen
120
0
0
0
0
0
0
Onderwijshuisvesting Curaçao
402
0
0
0
0
0
0
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
1.954
1.979
2.012
2.012
0
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
488
255
255
255
255
255
256
Diverse bijdragen
488
255
255
255
255
255
256
4.2
Caribisch Nederland
11.828
51.883
22.917
16.066
10.739
6.804
6.804
Subsidies (regelingen)
3.669
3.152
2.535
2.607
1.857
1.857
1.857
Subsidies Caribisch Nederland
3.669
3.152
2.535
2.607
1.857
1.857
1.857
Opdrachten
978
3.361
2.155
2.155
2.155
2.155
2.155
Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht
618
1.140
1.546
1.546
1.546
1.546
1.546
Opdrachten Caribisch Nederland
360
2.221
609
609
609
609
609
Inkomensoverdrachten
1.632
1.349
1.349
1.349
1.349
1.349
1.349
Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers
1.632
1.349
1.349
1.349
1.349
1.349
1.349
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
32
283
0
0
0
0
0
Caribisch Nederland
32
283
0
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
5.479
43.556
16.878
9.955
5.378
1.443
1.443
Sociaaleconomische initiatieven
0
34.000
14.000
4.000
4.000
0
0
Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht
5.479
9.556
2.878
5.955
1.378
1.443
1.443
Bijdrage aan agentschappen
38
182
0
0
0
0
0
Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht
38
182
0
0
0
0
0
4.3
Stimuleringsregelingen
0
2.070
8.088
8.088
7.726
0
0
Subsidies (regelingen)
0
759
7.727
7.727
7.726
0
0
Voedselzekerheid
0
759
7.727
7.727
7.726
0
0
Garanties
0
1.311
361
361
0
0
0
Borgstelling MKB
0
1.311
361
361
0
0
0
Ontvangsten
1.824
954
0
0
0
0
0
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 14 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 4
2026
juridisch verplicht
30%
bestuurlijk gebonden
69%
beleidsmatig gereserveerd
1%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
0%
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 30% juridisch verplicht en dit betreft voornamelijk de instrument Subsidies en Bijdrage aan medeoverheden.
Subsidies
Subsidies zijn voor 10% juridisch verplicht. Dit betreffen met name subsidies vanuit TWO voor diverse thema’s uit de Landspakketten.
Daarnaast zijn er nog subsidies verstrekt aan de VNG, UNICEF, WECONNECT en aan de voedselbank op Bonaire.
Bijdrage aan medeoverheden
De bijdrage aan medeoverheden zijn voor 77% juridisch verplicht. Het gaat hier om de renovatie van de klif op Sint Eustatius en diverse bijdragen in het kader van de Landspakketten.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba
Subsidies (regelingen)
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) van het ministerie van BZK ondersteunt de ontwikkeling en uitvoering van de Landspakketten, onder meer in de vorm van technische assistentie. Periodiek worden gezamenlijke uitvoeringsagenda’s opgesteld door de TWO en Aruba, Curaçao en Sint Maarten om de afspraken in de Landspakketten nader te concretiseren. De subsidies die op dit instrument worden verantwoord, worden op basis van plannen van aanpak betaald aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten ter uitvoering van de gemaakte afspraken. In 2025 was hiervoor € 21,6 mln. beschikbaar. Dit bedrag is inclusief € 10,7 mln. voor Onderwijshuisvesting Curaçao. In 2026 is € 19,1 mln., en in 2027 is € 49,0 mln. beschikbaar.
Opdrachten
Tijdelijke werkorganisatie (TWO)
De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) van het ministerie van BZK ondersteunt de ontwikkeling en uitvoering van de maatregelen, onder meer in de vorm van technische assistentie. Periodiek wordt een gezamenlijke uitvoeringsagenda’s opgesteld door TWO en Aruba, Curaçao en Sint Maarten om de afspraken in de Landspakketten nader te concretiseren. Voor concrete acties en projecten wordt door Aruba, Curaçao, Sint Maarten en TWO een plan van aanpak opgesteld. De opdrachten die op dit instrument worden verantwoord vloeien voort uit deze plannen van aanpak en worden door BZK uitgegeven voor de uitvoering van de gemaakte afspraken. In 2025 is hiervoor € 5 mln. beschikbaar, in 2026 € 6,5 mln., en in 2027 € 7,5 mln.
Inkomensoverdrachten
Toeslagen op pensioenen NA
Conform de regeling vaste verrekenkoers pensioeninkomen voormalig Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse pensioengerechtigden worden nadelige koersverschillen als gevolg van wisselkoersfluctuatie tussen de Antilliaanse gulden (ANG) en Arubaanse florin (AWG) enerzijds en de Euro (€) anderzijds gecompenseerd uit de begroting van Koninkrijksrelaties.
Bijdrage medeoverheden
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
Na ondertekening van de Onderlinge Regeling ‘Samenwerking bij Hervormingen’ op 4 april 2023 zijn verplichtingen en bijbehorende uitgaven in het kader van de Landspakketten die direct aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden gedaan verantwoord onder het instrument subsidies. De uitgaven die op dit instrument worden verantwoord betreffen daarom hoofdzakelijk uitbetalingen van verplichtingen die zijn aangegaan voor het inwerkingtreden van de Onderlinge Regeling en bijdragen aan ICTU en het CBS. In de jaren 2024 tot en met 2027 is hiervoor jaarlijks € 2,0 mln. beschikbaar.
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Diverse bijdragen
Dit betreft het Kleine Projecten Fonds waarmee de vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten kleine projecten financiert.
4.2 Caribisch Nederland
Bijdrage aan medeoverheden
Sociaal economische initiatieven
Met het oog op de connectiviteit en het vergroten van de economische zelfstandigheid van Saba wordt in 2026 € 10 mln. beschikbaar gesteld voor de haven van Saba, in aanvulling op de € 30 mln. uit 2025.
Verder is het na de explosieve groei van Bonaire van belang te investeren in de kwaliteit van het wegennetwerk om op die manier de toekomstbestendigheid voor zowel het personen- als vrachtvervoer te kunnen garanderen. Daartoe wordt in de periode 2025 tot en met 2028 € 16 mln. beschikbaar gesteld.
Overzicht bijzondere uitkeringen
Conform artikel 94 Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt jaarlijks uiterlijk op de derde woensdag van mei een overzicht van alle bijzondere uitkeringen gepubliceerd, met de daarvoor in de lopende begroting beschikbare bedragen.
4.3 Stimuleringsregelingen
Subsidies
Vergroten voedselzekerheid
Ten behoeve van de economische ontwikkeling alsook de voedselzekerheid op de zes Caribische eilanden wordt een meerjarige bijdrage gedaan aan projecten die de voedselproductie vergroten (€ 24 mln. in de periode 2025 tot en met 2028).
3.4 Artikel 5. Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen
A. Algemene doelstelling
Het ondersteunen van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van Curaçao en Sint Maarten gebeurt door schuldsanering, door het uitoefenen van financieel toezicht en door het aanbieden van de mogelijkheid van vervangen door financiering van investeringen met een lopende inschrijving door Nederland tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd. De schuldsanering in 2010 bestond uit het overnemen van een deel van de schulden van Curaçao, Sint Maarten en het land de Nederlandse Antillen en door het herfinancieren van het resterende deel.
B. Rol en verantwoordelijkheid
Gelet op de autonomie hebben Aruba, Curaçao en Sint Maarten hun eigen verantwoordelijkheid voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Houdbare overheidsfinanciën en goed financieel beheer worden beschouwd als belangrijke randvoorwaarden voor een gezonde structurele economische ontwikkeling en voor financiële autonomie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Het financieel toezicht op Curaçao en Sint Maarten wordt geregeld in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) en voor Aruba in de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft). Het beleid is ook gericht op het bereiken en borgen van houdbare overheidsfinanciën door middel van deugdelijk begrotingsbeleid, het beperken van de financieringslasten en het op orde brengen van het financieel beheer. Het financieel toezicht op Aruba, Curaçao en Sint Maarten wordt uitgeoefend door de Rijksministerraad, daarin geadviseerd door het College (Aruba) financieel toezicht.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:
Financieren
De minister financiert de kosten die voortkomen uit de schuldsanering en de lopende inschrijving op leningen van Curaçao en Sint Maarten via de begroting van Koninkrijksrelaties. De schuldsanering is terug te voeren op de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in de aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek, door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen. Deze regeling loopt nog tot 2030. Het overige deel van de schulden is door Nederland geherfinancierd. Voor dat deel van de schuldsanering is aan Curaçao en Sint Maarten een aantal leningen verstrekt waarvan de laatste aflopen in 2040. Verder zijn na orkaan Irma en tijdens de covidpandemie liquiditeitsleningen verstrekt om de publieke dienstverlening te kunnen continueren en steunmaatregelen voor burgers en bedrijfsleven mogelijk te maken. Daarnaast worden incidenteel onderhandse leningen verstrekt. Op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen Aruba, Curaçao en Sint Maarten binnen het Koninkrijk eventueel in aanmerking komen voor hulp en bijstand van Nederland.
Uitvoeren
De Landsverordening financieel toezicht (LAft) is met instemming van de Rijksministerraad gewijzigd per 1 januari 2024. Op basis van deze wetten begeleidt de minister de adviezen van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) en van het College Aruba financieel toezicht (CAft) naar de Rijksministerraad.
In 2024 is met Aruba een bestuurlijk akkoord gesloten om ook voor Aruba het beleid gericht op houdbare overheidsfinanciën vorm te geven in een nieuw ontwerp-Rijkswet. In 2025 is ook het eerdere voorstel Rijkswet Aruba financieel toezicht overeenkomstig het akkoord ingetrokken, omdat de steun ervoor aan Arubaanse zijde was ontvallen en er geen sprake meer was van consensus. Tot de nieuwe rijkswet in werking treedt, wordt het toezicht uitgeoefend op grond van de LAft.
Op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen Aruba, Curaçao en Sint Maarten binnen het Koninkrijk eventueel in aanmerking komen voor hulp en bijstand van Nederland.
C. Beleidswijzigingen
Er zijn voor 2026 geen beleidswijzigingen te melden.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen (bedragen x € 1.000)
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Art.
Verplichtingen
66.000
90.780
0
0
0
0
0
Uitgaven
94.517
119.297
28.517
28.517
28.517
11.150
9.811
5.1
Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten
28.517
28.517
28.517
28.517
28.517
11.150
9.811
Leningen
28.517
28.517
28.517
28.517
28.517
11.150
9.811
Schuldsanering
28.517
28.517
28.517
28.517
28.517
11.150
9.811
5.2
Leningen / garanties Curaçao, Sint Maarten en Aruba
66.000
90.780
0
0
0
0
0
Leningen
66.000
90.780
0
0
0
0
0
Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten
66.000
90.780
0
0
0
0
0
Ontvangsten
160.957
105.603
153.073
146.520
152.945
144.780
317.706
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 16 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 5
2026
juridisch verplicht
100%
bestuurlijk gebonden
0%
beleidsmatig gereserveerd
0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
0%
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 betreft het instrument leningen en is 100% juridisch verplicht.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
5.1 Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten
Leningen
Schuldsanering
In de Slotverklaring van 2 november 2006 heeft Nederland met het oog op een gezonde financiële positie bij de start van de nieuwe staatkundige verhoudingen de schulden van (de collectieve sector van) de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten grotendeels overgenomen en geherfinancierd. Dit betreft de schulden van het Land en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten. De overgenomen schulden zullen in deze begroting na 2030 volledig zijn afgewikkeld. De landen Curaçao en Sint Maarten hebben nog tot 2040 aflossingsverplichtingen aan Nederland die volgen uit de schuldsanering.
Ontvangsten
De ontvangsten binnen dit artikel hebben betrekking op aflossingen en rentebedragen van uitstaande leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
3.5 Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
A. Algemene doelstelling
Het bevorderen dat de basisvoorzieningen (inclusief infrastructuur) voor de burgers in Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba weer op het niveau van voor de orkanen Irma en Maria komen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) coördineert het beschikbaar stellen van de middelen vanuit Nederland en het toezicht op de besteding daarvan.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:
Financieren
– De minister financiert een deel van de wederopbouw van Sint Maarten. Tot eind 2021 zijn er middelen beschikbaar waarmee het trustfonds bij de Wereldbank wordt gevuld. Dit trustfonds blijft tot en met 2028 operationeel (Kamerstukken II 2022/23, 33189 nr. 18). Deze bijdrage is verbonden aan de politieke voorwaarden waarmee Sint Maarten akkoord is gegaan, waaronder de reeds ingestelde integriteitskamer en het versterken van het grenstoezicht waarover nadere afspraken zijn gemaakt (Stcrt. 2014, nr. 72542 en Landsverordening Integriteitskamer). Nederland zal gedurende de wederopbouw toezien op de naleving van de voorwaarden.
– De minister levert naast het trustfonds directe steun voor de wederopbouw van Sint Maarten. Het gaat hier bijvoorbeeld technische assistentie op gebied van institutionele en financiële hervormingen binnen de overheid van Sint Maarten.
Regisseren
– De minister regisseert de Rijksbrede aanpak van de wederopbouwfase op de eilanden Saba en Sint Eustatius.
– De minister is vertegenwoordigd in de stuurgroep van het Sint Maarten Reconstruction, Recovery and Resilience trustfund waarin ook Sint Maarten zitting heeft. Prioriteiten voor Nederland zijn economische ontwikkeling en bereikbaarheid, de afvalproblematiek en goed bestuur.
C. Beleidswijzigingen
Er zijn voor 2026 geen beleidswijzigingen te melden.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (bedragen x € 1.000)
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Art.
Verplichtingen
3.505
1.040
460
600
0
0
0
Uitgaven
2.888
1.040
460
600
0
0
0
8.1
Wederopbouw
2.888
1.040
460
600
0
0
0
Subsidies (regelingen)
1.921
0
460
0
0
0
0
Diverse subsidies
1.921
0
460
0
0
0
0
Opdrachten
661
1.040
0
600
0
0
0
Wederopbouw op Sint Maarten
661
1.040
0
600
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
306
0
0
0
0
0
0
Wederopbouw op Sint Eustatius
306
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 18 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 8
2026
juridisch verplicht
100%
bestuurlijk gebonden
0%
beleidsmatig gereserveerd
0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
0%
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 8 betreft het instrument subsidies is 100% juridisch verplicht. Dit betreft subsidies ten behoeve van de stormwaterpompen.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
4. Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 6. Apparaat
A. Budgettaire gevolgen
Tabel 19 Budgettaire gevolgen artikel 6 Apparaat (bedragen x € 1.000)
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Art.
Verplichtingen
53.429
39.623
35.135
34.480
25.472
24.848
24.436
Uitgaven
50.024
39.623
35.135
34.480
25.472
24.848
24.436
6.0
Apparaat
50.024
39.623
35.135
34.480
25.472
24.848
24.436
Personele uitgaven
24.388
26.591
24.549
25.127
17.476
17.294
17.022
Eigen personeel
22.955
25.402
23.408
23.967
16.866
16.751
16.479
Inhuur externen
1.433
1.189
1.141
1.160
610
543
543
Materiële uitgaven
25.636
13.032
10.586
9.353
7.996
7.554
7.414
Overige materiële uitgaven
14.905
13.032
10.586
9.353
7.996
7.554
7.414
Wisselkoersverschillen
10.731
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
2.614
1.705
0
0
0
0
0
B. Toelichting op de financiële instrumenten
Op dit artikel worden de apparaatsuitgaven voor de volgende organisaties begroot:
– Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO CN);
– Colleges financieel toezicht (Cft);
– Vertegenwoordiging Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN-ACS) exclusief de uitgaven voor ambtelijk personeel die op hoofdstuk VII worden begroot;
– Tijdelijke Werkorganisatie (TWO);
– Rijksvertegenwoordiger.
Daarnaast worden de vergoedingen voor leden van raden en commissies op dit artikel begroot.
Personele uitgaven
Eigen personeel
Dit betreffen de uitgaven aan het eigen personeel van de SSO CN, Rijksvertegenwoordiger CN, Cft en het lokaal personeel van de VN-ACS.
Inhuur externen
Er wordt onder andere ingehuurd om de continuïteit van de dienstverlening bij SSO-CN te waarborgen.
Materiële uitgaven
Overige materiële uitgaven
De materiële uitgaven van alle onder dit begrotingshoofdstuk vallende onderdelen zijn hier opgenomen. De materiële uitgaven voor de SSO CN maken hier het merendeel van uit.
4.2 Artikel 7. Nog onverdeeld
A. Budgettaire gevolgen
Tabel 20 Budgettaire gevolgen artikel 7 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Art.
Verplichtingen
0
3.592
0
179
876
646
879
Uitgaven
0
3.592
0
179
876
646
879
7.0
Nog onverdeeld
0
3.592
0
179
876
646
879
Nog te verdelen
0
3.592
0
179
876
646
879
Onvoorzien
0
3.592
0
179
876
646
879
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
B. Toelichting op de financiële instrumenten
Onvoorzien
Deze middelen worden op een later moment toegekend aan de relevante beleidsartikelen.
5. Beleidsartikel BES-fonds
5.1 Artikel 1. BES-fonds
A. Algemene doelstelling
Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en de eilanden overeengekomen taakverdeling naar behoren uit te voeren.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Openbare Lichamen mogen zelf bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarbij zij voor de bekostiging mede op de algemene middelen uit de vrije uitkering zijn aangewezen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:
Financieren
De minister is verantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden en in die hoedanigheid financiert de minister het BES-fonds.
C. De Beleidswijzigingen
Er zijn voor 2026 geen beleidswijzigingen te melden.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 BES-fonds (bedragen x € 1.000)
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
art
Verplichtingen
106.723
97.999
95.808
96.920
98.922
100.926
103.691
Uitgaven
103.883
97.999
95.808
96.920
98.922
100.926
103.691
1.0
Bijdrage aan medeoverheden
103.883
97.999
95.808
96.920
98.922
100.926
103.691
Vrije uitkering
103.883
97.999
95.808
96.920
98.922
100.926
103.691
Ontvangsten
103.883
97.999
95.808
96.920
98.922
100.926
103.691
Geschatte budgetflexibiliteit
Het BES-fonds kent geen budgetflexibiliteit. De openbare lichamen ontvangen middelen voor de aan hen toebedeelde en wettelijke taken.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Bijdrage aan medeoverheden
Vrije uitkering
De middelen, die de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba uit de vrije uitkering ontvangen, zijn vrij besteedbaar. Op de vrije uitkering wordt een aantal bedragen ingehouden. Het betreft aflossingslasten voor eerder afgesloten renteloze leningen die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft verstrekt ter bekostiging van achterstanden op Sint Eustatius en Bonaire in de onderwijshuisvesting, de lening van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de weginfrastructuur op Saba en de lening van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan Sint Eustatius voor de financiering van een schikking. Een overzicht van de verstrekte renteloze leningen aan de openbare lichamen treft u aan in bijlage 6 van deze begroting.
Ontvangsten
Artikel 88, derde lid van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar middelen van het Rijk worden afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten geraamd.
6. Bijlagen
Bijlage 1: Subsidieoverzicht
Tabel 22 Subsidies (bedragen x 1.000 euro)
Artikel
Naam subsidies (regelingen)
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Laatste evaluatie
Volgende evaluatie
Einddatum subsidie
Versterken rechtsstaat
1
Detentie algemeen
23
0
0
0
0
0
0
‒
‒
2024
Slavernijverleden
2
Maatschappelijke initiatieven
0
1.778
8.766
8.862
6.666
7.258
0
‒
2027
2029
Bevorderen sociaaleconomische structuur
4.1
Diverse subsidies
981
747
760
633
286
0
0
‒
20251
2028
4.1
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
8.865
11.892
19.052
49.000
0
0
0
‒
20262
2027
4.1
Onderwijshuisvesting Curacao
2.803
6.166
4.500
0
0
0
0
‒
20261
2026
4.2
Subsidie Caribisch Nederland
3.669
3.152
2.535
2.607
1.857
1.857
1.857
‒
20251
2030
4.3
Voedselzekerheid
0
759
7.727
7.727
7.726
0
0
‒
2028
Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
8
Diverse subsidies
1.921
0
460
0
0
0
0
‒
‒
2026
Totaal subsidies (regelingen)
18.262
24.494
43.800
68.829
16.535
9.115
1.857
X Noot
1
Betreft een subsidiebudget zonder specifiek subsidiedoel. Elk begrotingsjaar wordt er bezien welke subsidies worden verstrekt derden op de landen/OL'en. Loopt mee in de beleidsdoorlichting van artikel 4
X Noot
2
Subsidies uitgegeven vanuit de onderlingen regelingen van TWO. Evaluatie vindt plaats in 2026
Bijlage 2: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda
De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) laat zien hoe BZK de komende jaren werkt aan het voortbrengen van inzichten over de (voorwaarden voor) de doeltreffendheid en doelmatigheid van ons beleid. Door voldoende (goed) evaluatieonderzoek te programmeren neemt het aantal bruikbare inzichten toe.
Deze onderzoeksprogrammering biedt een overzicht van de geplande ex ante, ex durante en ex post evaluaties van beleid. Tevens wordt de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gehele beleid binnen de (sub)thema’s eens in de vier tot zeven jaar onderzocht middels een periodieke rapportage. Ook deze onderzoeken zijn opgenomen in de SEA.
Tabel 23 SEA-thema: Een koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid
Syntheseonderzoeken op basis van afgeronde deel(evaluatie)onderzoeken
Periodieke Rapportage: bevorderen sociaaleconomische structuur (Art 4)
Afronding in 2025
Periodieke Rapportage: Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid (Art 1, 4 en 5)
Afronding in 2029
Periodieke Rapportage: Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (Art 8)
Afronding in 2030
Periodeke Rapportage: Slavernijverleden Caribisch deel van het Koninkrijk (Art 2)
Afronding in 2030
Deel(evaluatie)onderzoeken
Type onderzoek
Afronding
Status
Begrotingsartikel(en)
Versterken rechtsstaat
Protocollen flexpool, Kmar & versterking grenstoezicht
Ex durante
2026
Te starten
1
Protocol gespecialiseerde recherchesamenwerking
Ex durante
2027
Te starten
1
Bevorderen sociaaleconomische structuur
Evaluatie van de bevindingen en aanbevelingen van de Raad van State
Ex durante
2025
Te starten
4
Wet taakverwaarlozing Sint Eustatius en de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius
Ex post
2026
Te starten
4
Regio Enveloppe Caribisch Nederland
Ex post
2026
Te starten
4
Onderlinge Regeling Samenwerking bij Hervormingen
Ex durante
2026
Te starten
4
Evaluatie zeehaven Saba
Ex post
2027
Te starten
4
Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
Herfinanciering van de liquiditeitsleningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten
Ex post
2027
Te Starten
5
Toelichting
SEA-thema ‘Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid»
Kennisverzameling speelt een belangrijke rol om ons de komende jaren in te zetten voor een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid. Enerzijds gaat het om kennisvragen over actuele strategische uitdagingen op dit terrein. Denk hierbij aan majeure vraagstukken op het vlak van Koninkrijksrelaties, zoals onder meer: het sociaal minimum en het democratisch deficit alsook onderliggende (maatschappelijke) vraagstukken in de Caribische delen van het Koninkrijk. In de kennisverzameling over deze vraagstukken zoeken we de relatie met werkprogramma's van verscheidene kennisinstellingen in (Europees) Nederland, wetenschapsinstituten, alsook de Hogere colleges van Staat. Dit is een groeiproces waaraan we (structureel) meer aandacht willen besteden. Dit doen we onder meer door input te leveren aan de werkprogramma’s van kennisinstellingen en door actief de huidige Caribische (wetenschappelijke) kennisbasis te vergroten. Anderzijds gaat het om inzichten die we via (evaluatie)onderzoek willen opdoen over ons eigen ingezette beleid.
Eerstvolgende periodieke rapportages
Binnen dit SEA thema wordt er allereerst toegewerkt naar de oplevering van een Periodieke rapportage in 2025 over Artikel 4 van de begroting. De Kamer is in 2024 over de onderzoeksopzet hiervan geïnformeerd. Daarnaast wordt er toegewerkt naar één Periodieke Rapportage in 2029 over Artikel 1, 4 en 5. Tevens wordt er toegewerkt naar een tweetal Periodieke rapportages in 2030. Dit betreft thema's die gebaseerd zijn op de begrotingsartikelen 2 en 8. Deze syntheseonderzoeken brengen inzichten uit diverse monitors en evaluaties over de betreffende beleidsperiode bij elkaar. Dit met als doel om over het gehele thema uitspraken te kunnen doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van de beleidsvoetafdruk in deze periode. De komende jaren wordt hiervoor een naderende onderzoeksprogrammering ontwikkeld en uitgevoerd om voldoende evaluatiemateriaal te verzamelen in voorbereiding op deze syntheseonderzoeken. In het jaar voorafgaand aan publicatie van deze onderzoeken wordt de onderzoeksopzet met de Tweede Kamer gedeeld.
Eerder afgeronde monitors en evaluaties over deze beleidsperiode zijn terug te vinden in jaarverslagen. Aanvullend op wat reeds is afgerond worden de evaluaties en monitors die hierboven in de tabel zijn opgenomen voor de komende jaren geprogrammeerd.
Nieuw opgenomen (deel)evaluaties/monitors
Evaluatie protocollen Flexpool KMar en versterking grenstoezicht
Uit het protocol Flexpool volgt dat de uitvoering van de in het protocol, of op grond van het protocol, gemaakte afspraken elke twee jaar door de partijen gezamenlijk wordt geëvalueerd. Uit het protocol Versterking grenstoezicht volgt dat de werking van het protocol elke drie jaar wordt geëvalueerd. Het precieze tijdstip volgt nog. Waarschijnlijk wordt het een gecombineerde evaluatie.
Protocol gespecialiseerde recherchesamenwerking
Voortkomend uit artikel 20 van het Protocol inzake gespecialiseerde recherchesamenwerking tussen de landen van het Koninkrijk Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland volgt dat het Protocol eens in de vier jaar geëvalueerd dient te worden. Een nieuwe evaluatie vindt in samenspraak met Aruba, Curaçao en Sint Maarten plaats in 2027. Afstemming over de reikwijdte en opdracht van de evaluatie wordt besproken in het Justitieel Vierpartijen Overleg (JVO).
Evaluatie van de bevindingen en aanbevelingen van de Raad van State
Na de kabinetsreactie op de voorlichting van de Raad van State (Voorlichting vormgeving Caribisch Nederland) en het interdepartementaal beleidsonderzoek is er een programma ontwikkeld om deze bevindingen en aanbevelingen uit te werken. Hieruit zijn bestuurlijke afspraken en uitvoeringsagenda’s ontstaan om de rechtstaat in CN te versterken.
Evaluatie van de Wet taakverwaarlozing Sint Eustatius en de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius
In 2018 heeft het Kabinet bestuurlijk ingegrepen op Sint Eustatius in verband met grove taakverwaarlozing. Sindsdien werd het eiland bestuurd door een regeringscommissaris die door het Kabinet benoemd is. Er is de afgelopen periode gewerkt aan het inhalen van achterstanden en aan de uitvoering van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius. De bevoegdheden zijn daarbij gefaseerd teruggegeven aan het lokale bestuur. In 2026 zal de evaluatie van beide wetten plaatsvinden.
Evaluatie Regio Enveloppe Caribisch Nederland (CN)
Bij het verdelen van de middelen uit de CN enveloppe is een evaluatie van de middelen voorzien in 2026. Zoals ook in reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer is aangegeven naar aanleiding van de beleidsevaluatie van de CN enveloppe, vindt de regering het niet zinvol om de middelen en maatregelen uit het coalitieakkoord van Rutte IV geïsoleerd te evalueren. Nadien zijn namelijk substantiële middelen toegevoegd aan de onderwerpen van de CN enveloppe. Het gaat onder meer om structureel € 32 mln. vanaf 2025 om de levensstandaard in CN verder te bevorderen en de structurele verhoging van de vrije uitkering vanaf 2024 met € 13,6 mln.
De evaluatie van deze middelen is ingebed in reguliere processen. De Tweede Kamer wordt onder meer met de reguliere voortgangsrapportages ijkpunt sociaal minimum CN jaarlijks geïnformeerd over belangrijke elementen inzake het verbeteren van de levensstandaard. De evaluatie van de vrije uitkering wordt bezien in relatie tot het onderhoud van de vrije uitkering en wijze waarop dat komende jaren wordt ingezet. Hoewel de evaluatie van deze middelen is geborgd via reguliere processen, lijkt een evaluatie van de substantiële financiële impuls uit het kabinet Rutte IV ten behoeve van CN zinvol. De coördinerende rol van de staatssecretaris van Koninkrijksrelaties kan in deze evaluatie ook worden betrokken. Dit is ook in lijn met het gewisselde in het wetgevingsoverleg van 12 juni 2024 over het jaarverslag 2023 van Koninkrijksrelaties. Deze evaluatie zal nader worden uitgewerkt en worden uitgevoerd in 2026.
Evaluatie Onderlinge Regeling Samenwerking bij Hervormingen
In 2023 is de Onderlinge Regeling Samenwerking bij Hervormingen getekend door Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland. Op basis van deze Onderlinge Regeling wordt gewerkt aan het doorvoeren van hervormingen in de publieke sectoren van de Caribische Landen zoals vastgelegd in de Landspakketten, teneinde de economische weerbaarheid en bestuurskracht van de drie Landen te verhogen. Binnen drie jaar na inwerkingtreding wordt deze Onderlinge Regeling geëvalueerd, waarbij inzicht verkregen dient te worden in de doeltreffendheid en doelmatigheid van de regeling. Met het oog op deze evaluatie wordt momenteel gewerkt aan de instelling van de evaluatiecommissie door de ministers van Algemene Zaken van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ook wordt de TOR voor het onderzoek opgesteld. Voorzien tijdpad is dat het eindrapport van de evaluatie eind 2025 gereed is.
Evaluatie Zeehaven Saba
De bijdrage aan Saba vindt plaats via een bijzondere uitkering, waarin ook aanvullende voorwaarden worden toegekend. Na realisatie van de Zeehaven zal geëvalueerd en beoordeeld worden of aan de voorwaarden van de bijzondere uitkering is voldaan.
Evaluatie van de herfinanciering van de liquiditeitsleningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten
Nederland heeft sinds 2020 een grote covidlening in tranches liquiditeitssteun verstrekt aan Curaçao, na een hulpvraag van Curaçao op grond van artikel 36 (hulp en bijstand) van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Deze lening is op verschillende momenten geherfinancierd. In 2027 vindt de volgende evaluatie van (de herfinanciering van de) liquiditeitsleningen plaats, zoals in de toetsingskaders van de risicoregelingen is aangekondigd.
Wederopbouw
De minister financiert een deel van de wederopbouw van Sint Maarten via het trustfonds bij de Wereldbank. Dit trustfonds blijft tot en met 2028 operationeel (Kamerstukken II 2022/23, 33189 nr. 18). Deze bijdrage is verbonden aan de politieke voorwaarden waarmee Sint Maarten akkoord is gegaan, waaronder de reeds ingestelde integriteitskamer en het versterken van het grenstoezicht. Nederland zal gedurende de wederopbouw toezien op de naleving van de voorwaarden. Planning is dat de evaluatie zal plaatsvinden in 2029 en daarna aan de Kamer wordt aangeboden.
Begrotingsstructuur hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties
De Periodieke Rapportage naar Artikel 4 zit in de afrondende fase. Deze wordt naar verwachting eind 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Hiermee zijn de afgelopen jaren de beleidsartikelen Artikel 1 (Versterken rechtsstaat), Artikel 4 (Bevorderen sociaaleconomische structuur) en Artikel 5 (Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen), doorgelicht. Met het afronden van de laatste Periodieke Rapportage (voorheen beleidsdoorlichting), komt ook de vraag op of de artikelstructuur van begrotingshoofdstuk 4 nog wel voldoet en in overeenstemming is met de praktijk. Mogelijk leidt deze analyse tot aanpassingen van de beleidsartikelen van hoofdstuk IV, waarbij voornamelijk wordt gekeken naar artikelen 1, 4 en 5. In de kabinetsreactie op de periodieke rapportage artikel 4 zal hier nader op in worden gegaan. Hierbij wordt aangesloten op eerdere toezeggingen naar aanleiding van de beleidsdoorlichting van artikel 1 (Kamerstukken II 2022/23, 33189, nr. 17 en Kamerstukken 2024/25, 29279, nr. 911). Een aanpassing van de artikelen leidt logischerwijs ook tot een andere planning en invulling van bovenstaande periodieke rapportages. Dit zal zichtbaar worden in de volgende SEA.
Bijlage 3: Rijksuitgaven Caribisch Nederland
Naar aanleiding van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33000 IV, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties.
Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) volgt het kabinet de aanbeveling op om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen.
Onderstaand is eerst een totaal overzicht te vinden met alle Rijksuitgaven die voor Caribisch Nederland op de (departementale) begrotingen staan.
In de kabinetsreactie is aangekondigd dat naast deze toelichting ook een toelichting gegeven zou worden op de wijze van financiering welke gekoppeld aan de beoogde beleidsdoelen (Kamerstukken II 2019/20, 35 300 IV, nr. 11).
Op verzoek van de motie Bruyning c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36600 IV, nr. 19) wordt de begroting van de interdepartementale Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland in het onderstaande overzicht op artikelniveau gepresenteerd, om zo de Rijksuitgaven Caribisch Nederland inzichtelijker te maken.
Naast de Rijksuitgaven van departementen aan Caribisch Nederland ontvangen de openbare lichamen via het BES-fonds ook een vrije uitkering voor de uitvoering van de eilandelijke taken. Voor een overzicht van het BES-fonds verwijs ik u naar het jaarverslag van het BES-fonds.
Tabel 24 Departementaal overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland (bedragen x € 1.000)
Begroting
Artikel
Instrument
realisatie
ontwerpbegroting 2026
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal Rijksuitgaven
627.939
751.226
703.782
661.020
642.159
640.430
633.024
IIB
Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad
502
400
400
400
400
400
400
Artikel 3 Nationale ombudsman
Institutionele inrichting
502
400
400
400
400
400
400
IV
Koninkrijksrelaties
11.828
52.263
26.781
19.930
14.602
6.804
6.804
Artikel 1 Versterken rechtsstaat
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken1
‒
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur
Subsidies (regelingen)
3.669
3.152
2.535
2.607
1.857
1.857
1.857
Opdrachten
978
3.361
2.155
2.155
2.155
2.155
2.155
Inkomensoverdrachten
1.632
1.349
1.349
1.349
1.349
1.349
1.349
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
32
283
0
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
5.479
43.556
16.878
9.955
5.378
1.443
1.443
Bijdrage aan agentschappen
38
182
0
0
0
0
0
VI
Justitie en Veiligheid
70.259
78.249
70.667
70.521
69.866
69.808
69.818
Artikel 31 Politie
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s2
‒
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Bijdrage aan medeoverheden
33.188
35.638
35.584
35.678
35.715
35.715
35.715
Artikel 32 Rechtspleging en rechtsbijstand
Opdrachten
807
343
418
418
418
418
418
Bijdrage aan medeoverheden
13.955
15.513
7.933
7.880
7.373
7.373
7.373
Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding
Bijdrage aan medeoverheden
715
0
0
0
0
0
0
Artikel 34 Straffen en beschermen
Subsidies (regelingen)
2.406
2.270
2.190
2.184
2.178
2.176
2.176
Bijdrage aan agentschappen
17.199
22.341
22.552
22.563
22.416
22.360
22.370
Bijdrage aan medeoverheden
1.989
2.144
1.990
1.798
1.766
1.766
1.766
VII
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
4.849
9.550
8.100
8.100
6.500
6.500
3.500
Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
Opdrachten
805
4.600
3.600
3.600
3.000
3.000
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
302
0
0
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
0
950
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
Bijdrage aan agentschappen
3.742
4.000
3.000
3.000
2.000
2.000
2.000
VIII
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
93.600
105.553
105.034
86.965
88.031
88.174
88.128
Artikel 1 Primair onderwijs
Bekostiging
32.251
34.129
34.346
34.550
34.930
35.127
35.284
Opdrachten
753
0
0
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
12.945
21.695
20.769
2.222
2.222
2.397
2.397
Artikel 3 Voortgezet onderwijs
Subsidies (regelingen)
890
0
0
0
0
0
0
Bekostiging
25.779
28.466
28.114
28.524
28.874
28.504
28.217
Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Subsidies (regelingen)
449
337
337
0
0
0
0
Bekostiging
10.516
13.415
13.438
13.974
14.241
14.377
14.461
Bijdrage aan medeoverheden
1.420
0
0
0
0
0
0
Artikel 6 Hoger beroepsonderwijs
Subsidies (regelingen)
501
586
592
589
325
325
325
Artikel 9 Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Subsidies (regelingen)
97
0
0
0
0
0
0
Artikel 11 Studiefinanciering
Inkomensoverdrachten
1.959
1.959
2.332
2.867
3.201
3.201
3.201
Artikel 14 Cultuur
Subsidies (regelingen)
0
80
331
431
431
560
560
Opdrachten
20
220
100
0
0
0
0
Bijdragen aan medeoverheden
3.386
2.166
2.175
1.308
1.307
1.183
1.183
Artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid
Bekostiging
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
Artikel 25 Emancipatie
Subsidies (regelingen)
134
0
0
0
0
0
0
IX
Financiën en Nationale Schuld
20.984
21.271
21.271
21.271
21.271
21.271
21.271
Artikel 1 Belastingen
Apparaatsuitgaven
18.385
18.300
18.300
18.300
18.300
18.300
18.300
Artikel 2 Financiële markten
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
2.599
2.971
2.971
2.971
2.971
2.971
2.971
X
Defensie
‒
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Artikel 2 Koninklijke Marine
Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven3
‒
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Artikel 3 Koninklijke Landmacht
Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven3
‒
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Artikel 5 Koninklijke Marechaussee
Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven3
‒
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando
Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven3
‒
‒
‒
‒
‒
‒
‒
XII
Infrastructuur en Waterstaat
25.862
24.583
15.667
10.409
8.603
8.368
8.535
Artikel 13 Bodem en ondergrond
Subsidies (regelingen)
9.295
10.213
10.399
6.660
6.157
5.922
6.089
Bijdrage aan medeoverheden
2.474
0
0
0
0
0
0
Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid
Bijdrage aan medeoverheden
8.313
6.000
0
0
0
0
0
Artikel 17 Luchtvaart
Subsidies (regelingen)
1.269
860
200
200
0
0
0
Opdrachten
176
469
243
193
465
465
465
Bijdrage aan medeoverheden
512
1.427
0
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
465
10
0
0
0
0
0
Artikel 18 Scheepvaart en havens
Opdrachten
57
100
100
100
100
100
100
Bijdrage aan medeoverheden
0
3.000
0
0
0
0
0
Artikel 21 Duurzaamheid
Bijdrage aan medeoverheden
1.655
645
2.844
1.375
0
0
0
Artikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico's
Opdrachten
106
507
441
441
441
441
441
Bijdrage aan medeoverheden
0
0
159
159
159
159
159
Bijdrage aan agentschappen
349
378
307
307
307
307
307
Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie
Bijdrage aan medeoverheden
1.191
974
974
974
974
974
974
XIII
Economische Zaken
12.107
7.421
7.771
6.071
5.271
5.271
5.271
Artikel 1 Goed functionerende economie en markten
Subsidies (regelingen)
10.361
5.200
6.000
4.300
3.500
3.500
3.500
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
651
651
651
651
651
651
651
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
Subsidies (regelingen)
65
100
100
100
100
100
100
Opdrachten
1.030
1.470
1.020
1.020
1.020
1.020
1.020
XIV
Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
1.087
979
899
830
800
899
800
Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
Bijdrage aan medeoverheden
1.087
979
899
830
800
899
800
XV
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
130.962
153.594
163.728
163.110
161.355
164.130
169.722
Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet
Inkomensoverdrachten
9.815
11.520
11.748
11.879
11.952
12.039
12.089
Bijdrage aan medeoverheden
2.636
11.275
9.022
4.522
4.522
4.000
4.000
Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid
Inkomensoverdrachten
1.360
1.442
1.442
1.460
1.149
863
867
Artikel 5 Werkloosheid
Inkomensoverdrachten
0
5
5
5
5
5
5
Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap
Inkomensoverdrachten
9.415
8.412
8.105
8.194
6.436
6.475
6.503
Artikel 7 Kinderopvang
Subsidies (regelingen)
15.206
21.420
11.795
0
0
0
0
Opdrachten
196
2.214
2.371
2.521
2.221
1.692
1.692
Bekostiging
0
0
11.795
25.419
26.636
28.050
29.380
Bijdragen medeoverheden
11.639
5.441
5.728
6.173
3.699
2.412
2.412
Artikel 8 Oudedagsvoorziening
Inkomensoverdrachten
54.940
62.568
66.084
69.483
73.355
77.060
81.007
Artikel 9 Nabestaanden
Inkomensoverdrachten
2.829
3.230
3.280
3.315
3.334
3.357
3.371
Artikel 10 Tegemoetkoming ouders
Inkomensoverdrachten
14.670
15.550
15.692
15.804
15.850
15.879
15.996
Artikel 11 Uitvoeringskosten
Bekostiging
8.256
10.517
16.661
14.335
12.196
12.298
12.400
XVI
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
222.073
262.009
257.922
249.843
243.065
245.400
235.105
Artikel 1 Volksgezondheid
Subsidies (regelingen)
252
252
252
252
252
252
252
Bijdrage aan agentschappen
4.205
3.130
130
80
30
30
30
Artikel 4 Zorgbreed beleid
Subsidies (regelingen)
4.733
4.933
5.081
5.065
5.002
4.946
4.938
Bekostiging
199.853
241.638
235.855
233.237
227.092
231.215
221.463
Opdrachten
3.857
1.075
6.409
5.355
5.011
3.745
3.745
Bijdrage medeoverheden
9.163
10.971
10.185
5.854
5.678
5.212
4.677
Artikel 6 Sport en bewegen
Subsidies (regelingen)
10
10
10
0
0
0
0
XXII
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
18.7274
18.200
17.200
18.550
18.300
19.300
19.550
Artikel 1 Woningmarkt
Subsidies (regelingen)
13.523
18.100
12.100
13.200
13.200
14.200
14.200
Opdrachten
59
0
0
0
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
334
100
100
350
100
100
350
Bijdrage aan medeoverheden
4.811
0
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
XXIII
Klimaat en Groene Groei
15.0995
17.154
8.342
5.020
4.095
4.105
4.120
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
Subsidies (regelingen)
15.099
17.154
8.342
5.020
4.095
4.105
4.120
X Noot
1
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen
X Noot
2
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen
X Noot
3
Het Ministerie van Defensie voert haar taken structureel in het gehele Konikrijk uit. Het valt derhalve niet te bepalen welk specifiek deel daarvan wordt besteed in Caribisch Nederland.
X Noot
4
In cursief gedrukte bedrag betreft het jaar 2024. Deze valt nog onder de verantwoordelijkheid van BZK.
X Noot
5
In cursief gedrukte bedrag betreft het jaar 2024. Deze valt nog onder de verantwoordelijkheid van EZ.
Hieronder zijn de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de begrotingen afzonderlijk weergegeven, uitgesplitst per instrument. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken of rijkstaken, of er sprake is van incidentele of structurele bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.
Begroting overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB)
Tabel 25 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) (bedragen x € 1.000)
Artikel/ instrument
Taak1
Bijdrage2
realisatie
ontwerpbegroting 2025
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal uitgaven
502
400
400
400
400
400
400
Artikel 3 Nationale ombudsman
502
400
400
400
400
400
400
Institutionele inrichting
R
S
502
400
400
400
400
400
400
X Noot
1
R =Rijk, E = eilandelijk
X Noot
2
S =Structureel, I = Incidenteel
Toelichting
Artikel 3 Nationale Ombudsman
Institutionele inrichting
De Nationale ombudsman is sinds 2010 bevoegd klachten te behandelen over overheidsinstanties van het Rijk in Caribisch Nederland en sinds 2012 ook over de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Voor de openbare lichamen is de Nationale ombudsman eerstelijns klachtbehandelaar. Dat betekent dat burgers een klacht over de openbare lichamen ook direct aan de Nationale ombudsman kunnen voorleggen. Het betreft daarmee een structurele rijkstaak.
Mei 2018 is een plan van aanpak met een missie en visie vastgesteld. Daarin is teruggekeken op het werk van de Nationale ombudsman in Caribisch Nederland sinds 10 oktober 2010 en vooruitgekeken naar de periode 2018-2026. In het plan van aanpak zijn twee doelstellingen neergelegd. De eerste is dat de Nationale ombudsman zichtbaar moet zijn voor de burgers in Caribisch Nederland en hen op weg moet kunnen helpen. De tweede doelstelling is dat de Nationale ombudsman wil bijdragen aan goed bestuur op de eilanden door de beginselen van het klachtrecht onder de aandacht te brengen bij de overheid.
De Nationale ombudsman heeft voor het uitvoeren van haar werkzaamheden, die rijkstaken betreffen, op Caribisch Nederland vanaf 2018 een structureel budget beschikbaar van € 0,4 mln.
Begroting Koninkrijksrelaties (IV)
Tabel 26 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) (bedragen x € 1.000)
Artikel/ instrument
Taak1
Bijdrage2
realisatie
ontwerpbegroting 2026
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal uitgaven
11.828
52.263
26.781
19.930
14.602
6.804
6.804
Artikel 1 Versterken rechtsstaat
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
E
S
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.
Artikel 2 Slavernijverleden
0
4.212
11.433
8.649
4.842
4.342
0
Subsidies (regelingen)
E
I
0
1.185
4.383
4.431
3.333
3.333
0
Bijdrage aan medeoverheden
E
I
0
3.027
7.050
4.218
1.509
1.009
0
Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur
11.828
52.263
26.781
19.930
14.602
6.804
6.804
Subsidies (regelingen)
R
I
3.669
3.152
2.535
2.607
1.857
1.857
1.857
Subsidies (regelingen)
E
I
0
380
3.864
3.864
3.863
0
0
Opdrachten
E
I
978
3.361
2.155
2.155
2.155
2.155
2.155
Inkomensoverdrachten
R
S
1.632
1.349
1.349
1.349
1.349
1.349
1.349
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
R
I
32
283
0
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
E
I
5.479
43.556
16.878
9.955
5.378
1.443
1.443
Bijdrage aan agentschappen
E
I
38
182
0
0
0
0
0
X Noot
1
R =Rijk, E = eilandelijk
X Noot
2
S =Structureel, I = Incidenteel
Toelichting
Artikel 1 Versterken rechtsstaat
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Recherche is een eilandelijke taak. Op grond van het Protocol inzake gespecialiseerde recherchesamenwerking ondersteunt het Recherche Samenwerkingsteam (RST) in deze taak. Het protocol is voor onbepaalde tijd. Met de Politiewet 2012 is bepaald dat er tussen de politie en het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) een gesloten systeem voor financiering van de politie bestaat. Jaarlijks worden de budgetten van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties ten behoeve van het RST overgeheveld naar begrotingshoofdstuk VI JenV.
Het RST is zowel in Bonaire, Sint Eustatius, Saba als in de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten actief. Hierdoor is niet uit te splitsen welk deel ten goede komt aan Bonaire, Sint Eustatius, Saba en welk deel aan de Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Artikel 2 Slavernijverleden
Subsidies(regelingen)
Dit betreft uitgaven om invulling te geven aan de subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven trans-Atlantisch slavernijverleden voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Het gaat om circa € 16,7 mln., verdeeld over de jaren 2025 tot en met 2029 voor zowel de budgetten beschikbaar voor aanvragen als de kosten om de regeling uit te kunnen voeren.
Bijdrage aan medeoverheden
Dit betreft uitgaven voor onder andere bewustwording, betrokkenheid en doorwerking van slavernijverleden voor Caribisch Nederland. Ieder (ei)land werkt hiervoor aan een eigen agenda en de lokale overheden zijn hierin essentiële partners. Het gaat om circa € 16,8 mln., verdeeld over de jaren 2025 tot en met 2029. Voor 2026 is € 7,1 mln. beschikbaar.
Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur
Subsidies(regelingen)
Er worden incidentele subsidies verstrekt aan initiatieven die verbindingen bevorderen op het gebied van cultuur, educatie en wetenschap. Verder wordt ten behoeve van de economische ontwikkeling alsook de voedselzekerheid In Caribisch Nederland een meerjarige bijdrage gedaan aan projecten die de voedselproductie vergroten (€ 12,0 mln. in de periode 2025 tot en met 2028).
Opdrachten
Er worden incidentele opdrachten verstrekt, met als doel om de kwaliteit en slagkracht van het openbaar bestuur te vergroten en de bestuurlijke kaders in Bonaire, Sint Eustatius en Saba te versterken. Het gaat dan onder andere om het trainen van de ambtelijke lokale apparaten en het gericht ondersteunen met kennis en expertise op het terrein van goed bestuur en gezonde overheidsfinanciën.
Inkomensoverdrachten
Uit deze middelen worden de pensioenen van gewezen politieke gezagdragers van het land Nederlandse Antillen (bewindspersonen, statenleden en gezaghebbers) afkomstig van Bonaire, Sint Eustatius en Saba gefinancierd. Met het opheffen van het land Nederlandse Antillen in 2010 is bepaald dat deze pensioenen ten laste van Nederland komen (Stcrt. 2010, 14723). Daarmee is dit een structurele rijkstaak.
Bijdrage aan medeoverheden
In afstemming met het lokaal bestuur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden incidentele bijzondere uitkeringen verleend om gerichte initiatieven te kunnen ondersteunen op het gebied van het ontwikkelen van goed openbaar bestuur en versterken van het financieel beheer. In dit kader zijn middelen beschikbaar om de projecten en activiteiten die in de akkoorden met Bonaire en Saba staan uit te voeren.
Met het oog op de connectiviteit en het vergroten van de economische zelfstandigheid van Saba wordt in 2025 € 30 mln. en in 2026 € 10 mln. beschikbaar gesteld voor de haven van Saba.
Verder is het na de explosieve groei van Bonaire van belang te investeren in de kwaliteit van het wegennetwerk om op die manier de toekomstbestendigheid voor zowel het personen- als vrachtvervoer te kunnen garanderen. Daartoe wordt in de periode 2025 tot en met 2028 € 16 mln. beschikbaar gesteld.
Bijdrage aan agentschappen
Aan het Rijksvastgoedbedrijf worden betalingen voor diverse renovatiekosten.
Begroting Justitie en Veiligheid (VI)
Tabel 27 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Justitie en Veiligheid (VI) (bedragen x € 1.000)
Artikel/ instrument
Taak1
Bijdrage2
realisatie
ontwerpbegroting 2026
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal uitgaven
70.259
78.249
70.667
70.521
69.866
69.808
69.818
Artikel 31 Politie
33.188
35.638
35.584
35.678
35.715
35.715
35.715
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
R
S
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.
Bijdrage aan medeoverheden
R
S
33.188
35.638
35.584
35.678
35.715
35.715
35.715
Artikel 32 Rechtspleging en rechtsbijstand
14.762
15.856
8.351
8.298
7.791
7.791
7.791
Opdrachten
R
S
807
343
418
418
418
418
418
Bijdrage aan medeoverheden
R
S
13.955
15.513
7.933
7.880
7.373
7.373
7.373
Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding
715
0
0
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
R
S
715
0
0
0
0
0
0
Artikel 34 Straffen en beschermen
21.594
26.755
26.732
26.545
26.360
26.302
26.312
Subsidies (regelingen)
R
S
2.406
2.270
2.190
2.184
2.178
2.176
2.176
Bijdrage aan agentschappen
R
S
17.199
22.341
22.552
22.563
22.416
22.360
22.370
Bijdrage aan medeoverheden
R
S
1.989
2.144
1.990
1.798
1.766
1.766
1.766
X Noot
1
R =Rijk, E = eilandelijk
X Noot
2
S =Structureel, I = Incidenteel
Toelichting
Artikel 31 Politie
Bijdrage aan ZBO's/ RWT's
Bijdrage aan de Nationale Politie ten behoeve van de bestrijding ondermijning (TBO) en ten behoeve van het Recherche Samenwerkingsteam (RST). Deze bijdrage is structureel, waarbij de middelen voor 2028 en latere jaren voor de RST nog op de begroting Koninkrijksrelaties staan. Het geld is bestemd voor het Caribisch deel van het Koninkrijk, maar het is niet toe te wijzen hoeveel Caribisch Nederland precies hiervan ontvangt.
Bijdrage aan medeoverheden
De Minister van Justitie en Veiligheid is korpsbeheerder van het brandweer- en politiekorps CN. Ter bekostiging van de personele en materiële uitgaven van deze korpsen wordt een bijdrage verstrekt. De jaarlijks vastgestelde begroting vormt de wettelijke grondslag voor de bekostiging van de beide korpsen van CN.
Artikel 32 Rechtspleging en rechtsbijstand
Bijdrage aan medeoverheden
Nederland draagt op verschillende manieren bij aan het rechtsbestel in CN en de andere landen van het Koninkrijk. Naast een jaarlijkse bijdrage aan het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en de Openbaar Ministeries wordt onder andere gestimuleerd dat het aantal rechters en officieren van justitie zowel kwantitatief als kwalitatief op goed niveau blijft. Bijzondere aandacht gaat uit naar de Koninkrijksbrede aanpak van ondermijnende criminaliteit. De juridische dienstverlening op de BES-eilanden is geborgd door advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders. Via de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) en de Raad voor Rechtsbijstand wordt kosteloze rechtsbijstand verleend aan onvermogenden. Er komt een laagdrempelig fysieke faciliteit voor het verschaffen van kosteloze rechtsbijstand aan onvermogenden op alle drie de eilanden in Caribisch Nederland. Voorts wordt een subsidie beschikbaar gesteld voor een notaris van Sint Maarten ten behoeve van de beschikbaarheid van het notariaat op Saba en Sint Eustatius. Ook is er een Commissie bescherming persoonsgegevens BES die toezicht houdt op de uitvoering van de Wet bescherming persoonsgegevens BES. Tot slot wordt de Raad voor de rechtshandhaving in staat gesteld zijn taak, als vastgelegd in de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving, op een goed niveau uit te kunnen voeren. Daarnaast wordt er via FIU Nederland geld beschikbaar gesteld voor de Uitvoering Wwft BES en het beheren van de informatie uitwisseling tussen FIU-Nederland (inclusief BES) met de Koninkrijkslanden en vice versa.
Opdrachten
Dit betreft opdrachten in relatie tot het reizen naar de BES-eilanden.
Artikel 34 Straffen en beschermen
Bijdrage aan agentschappen
Ten aanzien van CN levert Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en door de aan hun zorg toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen. Daarnaast heeft de DJI een adviserende functie voor de overige landen binnen het Koninkrijk op het gebied van detentie, vreemdelingenbewaring en forensische zorg.
Subsidies (regelingen)
Deze middelen worden ingezet voor de erkende reclasseringsorganisatie Stichting Reclassering Caribisch Nederland (SRCN). De SRCN richt zich op de reclasseringstaak op CN.
Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)
Tabel 28 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) (bedragen x € 1.000)
Artikel/ instrument
Taak1
Bijdrage2
realisatie
ontwerpbegroting 2026
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal uitgaven
4.849
9.550
8.100
8.100
6.500
6.500
3.500
Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
4.849
9.550
8.100
8.100
6.500
6.500
3.500
Opdrachten
E
I
112
4.600
3.600
3.600
3.000
3.000
0
Opdrachten
R
I
693
0
0
0
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
E
I
302
0
0
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
E
S
0
950
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
Bijdrage aan agentschappen
E
S
279
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Bijdrage aan agentschappen
E
I
3.463
2.000
1.000
1.000
0
0
0
X Noot
1
R =Rijk, E = eilandelijk
X Noot
2
S =Structureel, I = Incidenteel
Toelichting
Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
Het Kabinet heeft als doel gesteld om de dienstverlening van de (semi-)overheid in Caribisch Nederland op een gelijkwaardig niveau te brengen als in Europees Nederland, online en aan de balie. Publieke dienstverlening moet toegankelijk en hoogwaardig zijn voor alle burgers en bedrijven. Zoveel als mogelijk op basis van dezelfde (wettelijke) normen als in Europees Nederland.
Opdrachten
Vanuit de Werk aan Uitvoeringsmiddelen is meerjarig budget beschikbaar voor Caribisch Nederland om de digitale basis op orde te brengen voor een betere publieke dienstverlening. De middelen worden onder andere ingezet voor de invoering van het Burgerservicenummer, het verbeteren van de gebouwen- en adressenregistratie en het implementeren van basisregistraties.
Bijdrage aan medeoverheden
De Openbare Lichamen ontvangen een bijdrage van € 1,5 mln. voor de bekostiging van de transitie naar digitale dienstverlening door de openbare lichamen.
Bijdrage aan agentschappen
Het bijhouden van de bevolkingsadministratie en uitgifte van reisdocumenten zijn eilandelijke taken. De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) ontvangt een structurele bijdrage voor ondersteuning daarbij, onder andere door het beheer en exploitatie van Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba Verstrekkingen (PIVA-V), de verstrekkingsvoorziening van de basisadministraties persoonsgegevens BES en voor de uitgifte van de identiteitskaart BES.
Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII)
Tabel 29 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) (bedragen x € 1.000)
Artikel/ instrument
Taak1
Bijdrage2
realisatie
ontwerpbegroting 2026
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal uitgaven
93.600
105.553
105.034
86.965
88.031
88.174
88.128
Artikel 1 Primair onderwijs
45.949
55.824
55.115
36.772
37.152
37.524
37.681
Bekostiging
R
S
32.251
34.129
34.346
34.550
34.930
35.127
35.284
Opdrachten
R
I
753
0
0
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
R
S
12.945
21.695
20.769
2.222
2.222
2.397
2.397
Artikel 3 Voortgezet onderwijs
26.669
28.466
28.114
28.524
28.874
28.504
28.217
Subsidies (regelingen)
R
I
890
0
0
0
0
0
0
Bekostiging
R
S
25.779
28.466
28.114
28.524
28.874
28.504
28.217
Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
12.385
13.752
13.775
13.974
14.241
14.377
14.461
Subsidies (regelingen)
R
I
449
337
337
0
0
0
0
Bekostiging
R
S
10.516
13.415
13.438
13.974
14.241
14.377
14.461
Bijdrage aan medeoverheden
E
S
1.420
0
0
0
0
0
0
Artikel 6 Hoger Beroepsonderwijs
501
586
592
589
325
325
325
Subsidies (regelingen)
R
S
286
328
325
325
325
325
325
Subsidies (regelingen)
R
I
215
258
267
264
Artikel 9 Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
97
0
0
0
0
0
0
Subsidies (regelingen)
R
I
97
0
0
0
0
0
0
Artikel 11 Studiefinanciering
1.959
1.959
2.332
2.867
3.201
3.201
3.201
Inkomensoverdrachten
R
S
1.959
1.959
2.332
2.867
3.201
3.201
3.201
Artikel 14 Cultuur
3.406
2.466
2.606
1.739
1.738
1.743
1.743
Subsidies (regelingen)
R
S
0
80
331
431
431
560
560
Opdrachten
R
I
20
220
100
0
0
0
0
Bijdragen aan medeoverheden
R
I
3.386
2.166
2.175
1.308
1.307
1.183
1.183
Artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
Bekostiging
R
S
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
Artikel 25 Emancipatie
134
0
0
0
0
0
0
Subsidies (regelingen)
R
S
134
0
0
0
0
0
0
X Noot
1
R =Rijk, E = eilandelijk
X Noot
2
S =Structureel, I = Incidenteel
Toelichting
Artikel 1 Primair onderwijs
Bekostiging
Het Rijk verstrekt bekostiging aan de schoolbesturen in Caribisch Nederland. Het betreft de schoolbesturen op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het betreft structurele bekostiging ten behoeve van Rijkstaken.
Bijdrage aan medeoverheden
Deze middelen worden ingezet voor het verder verbeteren van de kwaliteit van het gehele onderwijs in Caribisch Nederland tot een naar Nederlandse maatstaven aanvaardbaar niveau. Een groot gedeelte van het budget zijn incidentele middelen, bestemd voor de verbetering van de onderwijshuisvesting. Het overige deel betreft structurele middelen ten behoeve van Rijkstaken.
Artikel 3 Voortgezet Onderwijs
Bekostiging
Het Rijk verstrekt bekostiging aan de schoolbesturen in Caribisch Nederland. Het betreft de schoolbesturen op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het betreft structurele bekostiging ten behoeve van Rijkstaken.
Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneducatie
Bekostiging
Deze middelen zijn bedoeld voor het verzorgen van middelbaar beroepsonderwijs in Caribisch Nederland. Het betreft structurele bekostiging ten behoeve van Rijkstaken. De onderwijsinstellingen in Caribisch Nederland ontvangen hiervoor lumpsumbekostiging. Ook de Raad Onderwijs Arbeidsmarkt in Caribisch Nederland wordt vanuit deze middelen bekostigd. Het aandeel voor Caribisch Nederland uit het coalitieakkoord van kabinet-Rutte IV is toegevoegd aan de bekostiging.
Artikel 6 Hoger Beroepsonderwijs
Subsidies
Deze middelen worden beschikbaar gesteld aan de Universiteit van Curaçao en de Universiteit van Sint-Maarten voor de blended lerarenopleiding funderend onderwijs (LOFO) vanwege het lerarentekort op Bonaire en voor het opleiden van onderwijsassistenten op Sint Eustatius en Saba vanwege het ontbreken van een lerarenopleiding aldaar. Het betreft deels structurele en deels incidentele bekostiging ten behoeve van Rijkstaken.
Artikel 11 Studiefinanciering
Inkomensoverdrachten
Deze middelen zijn bedoeld voor het toekennen van studiefinanciering in CN op grond van de Wet studiefinanciering BES. Deze wet regelt de studiefinanciering BES en de opstarttoelage en is van toepassing op studenten die voldoen aan de voorwaarden. Het betreft structurele middelen ten behoeve van Rijkstaken.
Artikel 14 Cultuur
Subsidies
Deze middelen zijn structureel beschikbaar voor losse projecten in verband met cultuur en erfgoed, zoals het ondersteunen van bewustwording en herdenking van het slavernijverleden en de implementatie van archeologiewetgeving en -beleid. Het betreft structurele bekostiging ten behoeve van Rijkstaken.
Opdrachten
Voor incidente opdrachten voor o.a. monitoring en evaluatie zijn middelen beschikbaar gesteld.
Bijdrage aan medeoverheden
Voor het aanstellen van cultuurcoaches is tot en met 2028 € 0,4 mln. per jaar gereserveerd om de toegankelijkheid van cultuur te vergroten. De resterende middelen zijn gereserveerd voor een toekomstgerichte bibliotheekvoorziening.
Artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid
Bekostiging
De financiering van artikel 16 aan het Caribisch deel van het Koninkrijk loopt via de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De middelen worden gebruikt voor een impuls aan het onderzoek op (en over) het Caribisch deel van het Koninkrijk en het leveren van een bijdrage aan de structurele versterking van het kennisstelsel op het Caribisch deel van het Koninkrijk. Het betreft structurele taken en is een Rijkstaak.
Begroting Financiën (IXB)
Tabel 30 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Financiën (IXB) (bedragen x € 1.000)
Artikel/ instrument
Taak1
Bijdrage2
realisatie
ontwerpbegroting 2026
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal uitgaven
20.984
21.271
21.271
21.271
21.271
21.271
21.271
Artikel 1 Belastingen
18.385
18.300
18.300
18.300
18.300
18.300
18.300
Apparaatsuitgaven
R
S
18.385
18.300
18.300
18.300
18.300
18.300
18.300
Artikel 2 Financiële markten
2.599
2.971
2.971
2.971
2.971
2.971
2.971
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
R
S
2.599
2.971
2.971
2.971
2.971
2.971
2.971
X Noot
1
R =Rijk, E = eilandelijk
X Noot
2
S =Structureel, I = Incidenteel
Toelichting
Artikel 1 Belastingen
Apparaatsuitgaven
Betreft de kosten van uitvoering van fiscale wet- en regelgeving en douanetaken in Caribisch Nederland.
Artikel 2 Financiële markten
Bijdrage aan ZBO's/ RWT's
De verantwoordelijkheid van de minister van Financiën ten aanzien van de toezichtstaken is dezelfde voor de BES-eilanden als voor Europees Nederland, omdat de verhouding tussen de minister en de toezichthouders dezelfde is. Het toezicht op de BES-eilanden is net als in Europees Nederland op afstand geplaatst bij De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM); de minister van Financiën is systeemverantwoordelijk. Voor het toezicht op de BES-eilanden ontvangt DNB jaarlijks een overheidsbijdrage en voor het gedragstoezicht op de financiële markten op de BES-eilanden ontvangt de AFM jaarlijks een overheidsbijdrage.
Begroting Defensie (X)
Tabel 31 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Defensie (X) (bedragen x € 1.000)
Artikel/ instrument
Taak1
Bijdrage2
realisatie
ontwerpbegroting 2026
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal uitgaven
0
0
0
0
0
0
0
Artikel 2 Koninklijke Marine
0
0
0
0
0
0
0
Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven
R
S
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.
Artikel 3 Koninklijke Landmacht
0
0
0
0
0
0
0
Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven
R
S
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.
Artikel 5 Koninklijke Marechaussee
0
0
0
0
0
0
0
Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven
R
S
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.
Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando
0
0
0
0
0
0
0
Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven
R
S
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.
X Noot
1
R =Rijk, E = eilandelijk
X Noot
2
S =Structureel, I = Incidenteel
Toelichting
Het Ministerie van Defensie voert haar taken structureel in het gehele Koninkrijk uit. Het valt derhalve niet te bepalen welk specifiek deel daarvan wordt besteed in Caribisch Nederland.
Begroting Infrastructuur en Waterstaat (XII)
Tabel 32 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Infrastructuur en Waterstaat (XII) (bedragen x € 1.000)
Artikel/ instrument
Taak1
Bijdrage2
realisatie
ontwerpbegroting 2026
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal uitgaven
25.862
24.583
15.667
10.409
8.603
8.368
8.535
Artikel 13 Bodem en ondergrond
11.769
10.213
10.399
6.660
6.157
5.922
6.089
Subsidies (regelingen)
E
S
9.295
10.213
10.399
6.660
6.157
5.922
6.089
Bijdrage aan medeoverheden
E
I
2.474
0
0
0
0
0
0
Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid
8.313
6.000
0
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
E
I
8.313
6.000
0
0
0
0
0
Artikel 17 Luchtvaart
2.422
2.766
443
393
465
465
465
Subsidies (regelingen)
R
I
1.269
860
200
200
0
0
0
Opdrachten
R
S
176
469
243
193
465
465
465
Bijdrage aan medeoverheden
R
I
512
1.427
0
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
E
I
465
10
0
0
0
0
0
Artikel 18 Scheepvaart en havens
57
3.100
100
100
100
100
100
Opdrachten
E
S
57
100
100
100
100
100
100
Bijdrage aan medeoverheden
E
I
0
3.000
0
0
0
0
0
Artikel 21 Duurzaamheid
1.655
645
2.844
1.375
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
E
I
1.655
645
2.844
1.375
0
0
0
Artikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico's
455
885
907
907
907
907
907
Opdrachten
E
S
106
507
441
441
441
441
441
Bijdrage aan medeoverheden
E
S
0
0
159
159
159
159
159
Bijdrage aan agentschappen
R
S
349
378
307
307
307
307
307
Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie
1.191
974
974
974
974
974
974
Bijdrage aan medeoverheden
R
S
1.191
974
974
974
974
974
974
X Noot
1
R =Rijk, E = eilandelijk
X Noot
2
S =Structureel, I = Incidenteel
Toelichting
Artikel 13 Bodem en ondergrond
Subsidies
Deze reeks betreft structurele subsidies voor het verlagen van de tarieven van drinkwater op Saba, Sint Eustatius en Bonaire, alsmede voor afvalwater (rioolwaterzuivering) op Bonaire. Daarnaast gaat het om incidentele subsidies voor investeringen in de drinkwatervoorzieningen, hetgeen bijdraagt aan de toegankelijkheid van drinkwater. De subsidietaakstelling uit het hoofdlijnenakkoord van kabinet-Schoof is verwerkt op «Subsidies Caribisch Nederland». Voor de jaren 2025 en 2026 is er in samenspraak met SZW middelen opgevraagd (€ 3 mln.) via de Aanvullende Post van Financiën ter dekking van de drinkwaterkosten op Caribisch Nederland in het kader van enveloppe groepen in de knel.
Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid
Bijdrage aan medeoverheden
Dit betreft twee overboekingen van het Mobiliteitsfonds naar de begroting van IenW (XII). Het is een bijzondere uitkering naar het Openbaar Lichaam van Bonaire. Totaal betreft de uitkering € 6,0 mln. in 2025 voor de exploitatie van infrastructuur op Caribisch Nederland. Een bijdrage van € 5,0 mln. aan St. Eustatius en € 1,0 mln. aan Saba ten behoeve van de aanleg van een aantal infrastructuurprojecten. Deze middelen zijn beschikbaar gesteld uit de reservering voor Caribisch Nederland voor instandhouding en aanleg van infrastructuur.
Artikel 17 Luchtvaart
Subsidies
Het is een subsidie voor de Aeronautical Information Service (AIS) en Aeronautical Reporting Office (ARO) kosten aan Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (DC/ANSP). Deze subsidie zorgt voor compliance met International Civil Aviation Organizatione (ICAO) annex 15 en draagt bij aan het vergroten van de connectiviteit en daarmee het verlagen van de kosten voor vliegtickets. Het bedrag van deze subsidie is € 0,2 mln. Het bedrag is afhankelijk van koersverschillen.
Opdrachten
Het betreft de financiering van diverse onderwerpen bijvoorbeeld ten behoeve van de ICAO compliancy en de ondersteuning van de luchtvaartautoriteit. Het budget zal aan verschillende organisaties betaald worden.
Bijdrage aan medeoverheden
De budgetten in 2025 zijn bestemd voor de projecten Connectiviteit Eilanden, Shoulder en Taxiway (€ 1,1 mln.) en voor bijdragen voor personeel Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De RCN is de schakel tussen de ministeries en de eilanden.
Bijdragen aan agentschappen
Dit betreft een bijdrage naar RWS Caribisch Nederland voor het risicobudget Aeronautical Ground Lighting (AGL) installatie. De AGL-installatie bestaat uit baanverlichting, aan vliegverlichting, kabels, putten, (nood)stroomvoorziening en besturingssystemen.
Artikel 18 Scheepvaart en Havens
Opdrachten
Betreft een bijdrage voor de structurele dienstverlening van de bereikbaarheid en veiligheid van de havens op de BES-eilanden.
Bijdrage aan medeoverheden
Dit betreft een reservering voor de bouw van de haven van Saba (€ 3 mln.). Op Saba wordt momenteel gewerkt aan de bouw van een nieuwe zeehaven die Saba beter bereikbaar moet maken en aantrekkelijker voor toeristen.
Artikel 21 Duurzaamheid
Bijdrage aan medeoverheden
Dit betreft de bijdragen aan het Openbaar Lichaam Bonaire voor het realiseren van duurzaam afvalbeheer via onder andere het programma Afvalbeheer op Maat en de uitvoering van het Natuur en milieuplan Caribisch Nederland.
Artikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s
Opdrachten
Dit betreft middelen voor opdrachten die zowel toezien op rijkstaken als eilandelijke taken. Het gaat hierbij onder andere om de lokale ondersteuning en coördinatie van projecten op de eilanden.
Bijdrage aan medeoverheden
Dit betreft een bijdrage voor de (mogelijke) herontwikkeling van het terrein van de bestaande olieterminal Hato op Bonaire.
Bijdrage aan agentschappen
Dit betreft de bijdrage aan RWS voor de inzet van capaciteit inzake de uitvoering van CN projecten. RWS voert werkzaamheden uit voor onder andere vergunningen categorie 4 voor het Inrichtingen- en activiteitenbesluit BES en afvalbeheer.
Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie
Bijdrage aan agentschappen
Naast reguliere taken als het weerbericht en een waarschuwing voor gevaarlijk weer worden er ook specifieke taken door het KNMI op Caribisch Nederland uitgevoerd. Het gaat hierbij onder meer om dienstverlening op de luchthaven Flamingo Airport (Bonaire International Airport).
Begroting Economische Zaken (XIII)
Tabel 33 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Economische Zaken (XIII) (bedragen x € 1.000)
Artikel/ instrument
Taak1
Bijdrage2
realisatie
ontwerpbegroting 2026
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal uitgaven
12.107
7.421
7.771
6.071
5.271
5.271
5.271
Artikel 1 Goed functionerende economie en markten
11.012
5.851
6.651
4.951
4.151
4.151
4.151
Subsidies (regelingen)
R
S
10.361
5.200
6.000
4.300
3.500
3.500
3.500
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
R
S
651
651
651
651
651
651
651
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
1.095
1.570
1.120
1.120
1.120
1.120
1.120
Subsidies (regelingen)
E
S
65
100
100
100
100
100
100
Opdrachten
R
S
1.030
1.470
1.020
1.020
1.020
1.020
1.020
X Noot
1
R =Rijk, E = eilandelijk
X Noot
2
S =Structureel, I = Incidenteel
Toelichting
Artikel 1 Goed functionerende economie en markten
Subsidies
De subsidie wordt ingezet voor de Rijkstaak om de Telecom/Internet aansluiting betaalbaar te maken en te behouden. Voor telecommunicatie stelt het kabinet 25 USD per aansluiting per maand beschikbaar op Bonaire en 35 USD per aansluiting per maand voor Saba en Sint Eustatius om de kosten van een vaste internetverbinding te verlagen. Hiervoor is vanaf 2028 in totaal € 3,5 mln. per jaar beschikbaar.
Bijdrage aan ZBO/RWT's
De bijdragen ten behoeve van het statische werkprogramma van CBS voor Caribisch Nederland maken onderdeel uit van de Rijksbijdrage. Er worden statistieken en producten geleverd voor allerlei onderwerpen, zoals bevolking, onderwijs, transport, toerisme, prijzen en nutsvoorzieningen. Dit zijn nominale cijfers, loon- en prijsbijstellingen en taakstellingen op de Rijksbijdrage als geheel zijn hier niet in verwerkt.
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
Subsidies
Het Rijk verstrekt structureel subsidies voor circa € 0,1 mln. aan KvK op de BES-eilanden.
Opdrachten
Het Rijk reserveert structureel circa € 1,0 mln. aan budget voor diverse opdrachten op Caribisch Nederland. Hieronder valt onder andere de Rijkstaak voor aanvullend statistisch onderzoek door het CBS en projecten op het terrein van arbeidsmarkt en ondernemerschap. Hiermee worden verschillende indicatoren gemeten waardoor beleid doeltreffender kan worden opgesteld.
Begroting Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV)
Tabel 34 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) (bedragen x € 1.000)
Artikel/ instrument
Taak1
Bijdrage2
realisatie
ontwerpbegroting 2026
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal uitgaven
1.087
979
899
830
800
899
800
Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
1.087
979
899
830
800
899
800
Bijdrage aan medeoverheden
R
I
1.087
979
899
830
800
899
800
X Noot
1
R =Rijk, E = eilandelijk
X Noot
2
S =Structureel, I = Incidenteel
Toelichting
Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
Bijdrage aan medeoverheden
Voor Caribisch Nederland is een budget voor 2026 van € 0,9 mln. geraamd. Dit budget wordt ingezet voor een aantal rijkstaken van het ministerie van LVVN. Het betreft onder andere financiële bijdragen aan internationale verdragen, beleidsontwikkeling en monitoring en het beheren van het nationaal park Sababank.
Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV)
Tabel 35 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) (bedragen x € 1.000)
Artikel/ instrument
Taak1
Bijdrage2
realisatie
ontwerpbegroting 2026
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal uitgaven
130.962
153.594
163.728
163.110
161.355
164.130
169.722
Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet
12.451
22.795
20.770
16.401
16.474
16.039
16.089
Inkomensoverdrachten
R
S
9.815
11.520
11.748
11.879
11.952
12.039
12.089
Bijdrage aan medeoverheden
E
I
2.636
11.275
9.022
4.522
4.522
4.000
4.000
Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid
1.360
1.442
1.442
1.460
1.149
863
867
Inkomensoverdrachten
R
S
1.360
1.442
1.442
1.460
1.149
863
867
Artikel 5 Werkloosheid
0
5
5
5
5
5
5
Inkomensoverdrachten
R
S
0
5
5
5
5
5
5
Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap
9.415
8.412
8.105
8.194
6.436
6.475
6.503
Inkomensoverdrachten
R
S
9.415
8.412
8.105
8.194
6.436
6.475
6.503
Artikel 7 Kinderopvang
27.041
29.075
31.689
34.113
32.556
32.154
33.484
Subsidies (regelingen)
E
S
15.206
21.420
11.795
0
0
0
0
Opdrachten
E
S
196
2.214
2.371
2.521
2.221
1.692
1.692
Bekostiging
R
S
0
0
11.795
25.419
26.636
28.050
29.380
Bijdragen medeoverheden
E
I
11.639
5.441
5.728
6.173
3.699
2.412
2.412
Artikel 8 Oudedagsvoorziening
54.940
62.568
66.084
69.483
73.355
77.060
81.007
Inkomensoverdrachten
R
S
54.940
62.568
66.084
69.483
73.355
77.060
81.007
Artikel 9 Nabestaanden
2.829
3.230
3.280
3.315
3.334
3.357
3.371
Inkomensoverdrachten
R
S
2.829
3.230
3.280
3.315
3.334
3.357
3.371
Artikel 10 Tegemoetkoming ouders
14.670
15.550
15.692
15.804
15.850
15.879
15.996
Inkomensoverdrachten
R
S
14.670
15.550
15.692
15.804
15.850
15.879
15.996
Artikel 11 Uitvoeringskosten
8.256
10.517
16.661
14.335
12.196
12.298
12.400
Bekostiging
R
S
8.256
10.517
16.661
14.335
12.196
12.298
12.400
X Noot
1
R =Rijk, E = eilandelijk
X Noot
2
S =Structureel, I = Incidenteel
Toelichting
Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet
Inkomensoverdrachten
Dit betreft een structurele Rijkstaak: inkomensregeling Onderstand.
De Rijksoverheid biedt aan inwoners van Caribisch Nederland inkomensondersteuning in de vorm van Onderstand. Het betreft zowel algemene als bijzondere onderstand. Laatstgenoemde component heeft betrekking op uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten die de belanghebbende zelf niet kan voldoen.
Bijdrage aan medeoverheden
Dit betreft eilandelijke taken.
De bijzondere uitkering is bestemd voor de financiering van initiatieven van de openbare lichamen met betrekking tot eilandelijke taken die raken aan het beleidsterrein van SZW. Voorbeelden zijn: werken met een beperking, arbeidsbemiddeling, (lokale) armoedebestrijding en schuldhulpverlening.
Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid
Inkomensoverdrachten
Dit betreft een structurele Rijkstaak: inkomensregeling Ongevallenverzekering.
Werknemers in de private sector van Caribisch Nederland die door een bedrijfsongeval geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn geraakt, krijgen op basis van de Ongevallenverzekering een uitkering (ongevallengeld). De uitkering is gekoppeld aan het laatstverdiende loon van de werknemer.
Artikel 5 Werkloosheid
Inkomensoverdrachten
Dit betreft een structurele Rijkstaak: inkomensregeling, eenmalige uitkering op basis van de Cessantiawet BES.
Werknemers in Caribisch Nederland die werkzaam zijn in de private sector ontvangen bij beëindiging van de dienstbetrekking anders dan door de schuld van de werknemer op grond van de Cessantiawet een eenmalige uitkering, te betalen door de werkgever. Als de werkgever wegens faillissement of surseance van betaling niet in staat is om de uitkering (tijdig) te betalen, neemt SZW deze verplichting over.
Artikel 6 Ziekte en verlofregelingen
Inkomensoverdrachten
Dit betreft een structurele Rijkstaak: inkomensregeling Ziekteverzekering.
Werknemers in de private sector van Caribisch Nederland die door ziekte of zwangerschap arbeidsongeschikt zijn geraakt, ontvangen een uitkering (ziekengeld) op grond van de Ziekteverzekering. De uitkering is gerelateerd aan het laatstverdiende loon van de werknemer.
Artikel 7 Kinderopvang
Subsidies (regelingen)
Dit betreft een eilandelijke taak: structurele subsidie voor het bevorderen van de kwaliteit en de financiële toegankelijkheid van de kinderopvang.
Op 4 juni is de Wet kinderopvang BES gepubliceerd (Stb. 2024, 140). In de wet zijn eisen opgenomen ten aanzien van kwaliteit, financiering en toezicht van kinderopvang. De wet zal naar verwachting per 1 januari 2026 bij Koninklijk Besluit in werking treden. Tot die tijd wordt de Tijdelijke subsidieregeling kinderopvang Caribisch Nederland verlengd, daarna zullen kinderopvangorganisaties via het instrument bekostiging gefinancierd worden en niet langer via de tijdelijke subsidieregeling.
Opdrachten
Dit betreft een eilandelijke taak: structurele opdrachten ten behoeve van kinderopvang.
Het gaat onder andere om middelen voor onderzoek, centrale uitvoeringskosten en het programmabureau BES(t)4 Kids.
Bekostiging
Dit betreft een eilandelijke taak: structurele bekostiging voor het bevorderen van de kwaliteit en de financiële toegankelijkheid van de kinderopvang.
Zodra de Wet kinderopvang BES in werking treedt zal de tijdelijke subsidieregeling beëindigd worden en zal de financiering van kinderopvangorganisaties lopen via het instrument bekostiging.
Bijdragen aan medeoverheden
Dit betreft een eilandelijke taak: kinderopvang.
Dit betreft middelen voor de bijzondere uitkering aan de eilanden voor de versterking van kinderopvang en voor- en naschoolse opvang in Caribisch Nederland in het kader van het programma BES(t) 4 Kids.
Artikel 8 Oudedagsvoorziening
Inkomensoverdrachten
Dit betreft een structurele Rijkstaak: Inkomensregeling algemene oudedagsvoorziening.
Personen die in Caribisch Nederland verzekerde jaren hebben opgebouwd voor de AOV en die de AOV-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, ontvangen een aan de verzekerde jaren gerelateerd ouderdomspensioen op grond van de AOV. Tevens kent de AOV een partnertoeslag.
Artikel 9 Nabestaanden
Inkomensoverdrachten
Dit betreft een structurele Rijkstaak: Inkomensregeling algemene weduwen en wezenverzekering.
Inwoners van Caribisch Nederland die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouder(s), hebben op grond van de AWW recht op een uitkering. De hoogte van de uitkering is leeftijdgerelateerd.
Artikel 10 Tegemoetkoming ouders
Inkomensoverdrachten
Dit betreft een structurele Rijkstaak: algemene kinderbijslagvoorziening.
De kinderbijslagvoorziening BES biedt ouders of verzorgers die op Bonaire, Sint Eustatius en Saba wonen een tegemoetkoming voor de kosten van opvoeding en verzorging van kinderen die nog geen 18 jaar zijn.
Artikel 11 Uitvoering
Bekostiging
Dit betreft een structurele Rijkstaak: kosten voor de unit Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
De RCN-unit SZW is een bij de Rijksdienst Caribisch Nederland gepositioneerd onderdeel van het departement dat namens de minister is belast met uitkeringsverstrekking, vergunningverlening en arbeidsinspectie in Caribisch Nederland.
Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI)
Tabel 36 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) (bedragen x € 1.000)
Artikel/ instrument
Taak1
Bijdrage2
realisatie
ontwerpbegroting 2026
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal uitgaven
222.073
262.009
257.922
249.843
243.065
245.400
235.105
Artikel 1 Volksgezondheid
4.457
3.382
382
332
282
282
282
Subsidies (regelingen)
R
S
252
252
252
252
252
252
252
Bijdrage aan agentschappen
R
S
4.205
3.130
130
80
30
30
30
Artikel 4 Zorgbreed beleid
217.606
258.617
257.530
249.511
242.783
245.118
234.823
Subsidies (regelingen)
R
S
4.733
4.933
5.081
5.065
5.002
4.946
4.938
Bekostiging
R
S
199.853
241.638
235.855
233.237
227.092
231.215
221.463
Opdrachten
R
S
3857
1.075
6.409
5.355
5.011
3.745
3.745
Bijdrage medeoverheden
E
S
9.163
10.971
10.185
5.854
5.678
5.212
4.677
Artikel 6 Sport en bewegen
10
10
10
0
0
0
0
Subsidies (regelingen)
R
I
10
10
10
0
0
0
0
X Noot
1
R =Rijk, E = eilandelijk
X Noot
2
S =Structureel, I = Incidenteel
Toelichting
Artikel 1 Volksgezondheid
Subsidies
Ten behoeve van de JOGG-aanpak in Caribisch Nederland is een subsidiebijdrage van € 0,2 mln. structureel beschikbaar.
Bijdragen aan agentschappen
Voor uitvoeringskosten van het RIVM is per saldo € 0,13 mln. beschikbaar.
Artikel 4 Zorgbreed beleid
Subsidies (regelingen)
Voor zorgbreed beleid op de BES-eilanden is een subsidiebudget van in totaal € 5,1 mln. beschikbaar. Deze middelen worden onder meer verstrekt aan jeugdorganisaties op Caribisch Nederland. Daarnaast gaat het om enkele meerjarige projectsubsidies in het kader van het sport- en preventieakkoord.
Bekostiging
Er is een budget van € 235,9 mln. beschikbaar voor de bekostiging van zorg en welzijn op de BES-eilanden. Voor de zorg die voortvloeit uit het Besluit Zorgverzekering BES wordt € 226,5 mln. ingezet. Daarnaast is € 7,7 mln. gereserveerd voor de uitvoering van tweedelijns jeugdzorg (inclusief pleegzorg), maatschappelijk ondersteuning en voor sport en preventie.
Verder is een budget van € 1,7 mln. beschikbaar voor de standaardisatie van gegevensuitwisseling in de zorg.
Opdrachten
Vanaf 2026 wordt er structureel € 3,6 mln. ingezet voor het voortzetten van bevolkingsonderzoeken op de BES-eilanden.
Voor het versterken van de Pandemische Paraatheid in de Caribische delen van het koninkrijk is een opdrachtenbudget van € 2,8 mln. beschikbaar. Deze middelen zijn bedoeld voor de International Health Regulations (IHR) en worden ingezet met als doel om de publieke gezondheidszorg en infectiebestrijding in de Caribische delen van het Koninkrijk te versterken en de expertise en innovatiekracht in de regio te vergroten. De regionale IHR hub is een gezamenlijk project met de Landen van het Koninkrijk.
Bijdragen aan medeoverheden
VWS verstrekt jaarlijks bijzondere uitkeringen aan de openbare lichamen op basis van artikel 92 lid 2 sub c Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De uitkeringen zijn bedoeld voor de opbouw en uitvoering van verschillende activiteiten op het VWS domein, zoals Huiselijk geweld en Kindermishandeling, Publieke Gezondheid en preventie. In 2026 is hiervoor € 5,4 mln. begroot. Verder is een budget van € 4,1 mln. gereserveerd voor sport en het creëren van naschools activiteitenaanbod in Caribisch Nederland. Daarnaast wordt in 2026 € 0,7 mln. ingezet voor het versterken van de GGD’s in Caribisch Nederland.
Begroting Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII)
Tabel 37 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) (bedragen x € 1.000)
Artikel/ instrument
Taak1
Bijdrage2
realisatie
ontwerpbegroting 2026
20243
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal uitgaven
18.727
18.200
17.200
18.550
18.300
19.300
19.550
Artikel 1 Woningmarkt
18.727
18.200
17.200
18.550
18.300
19.300
19.550
Subsidies (regelingen)
E
S
5.738
9.000
10.100
11.200
12.200
13.200
14.200
Subsidies (regelingen)
E
I
7.785
9.100
2.000
2.000
1.000
1.000
0
Opdrachten
E
I
59
0
0
0
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
E
I
334
0
0
250
0
0
250
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
E
S
0
100
100
100
100
100
100
Bijdrage aan medeoverheden
E
I
4.811
0
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
X Noot
1
R =Rijk, E = eilandelijk
X Noot
2
S =Structureel, I = Incidenteel
X Noot
3
De stand voor 2024 valt formeel niet onder het begrotingshoofdstuk VRO, maar onder het begrotingshoofdstuk BZK en worden hier voor de inzichtelijkheid getoond.
Toelichting
Artikel 1 Woningmarkt
Subsidies (regelingen)
Structurele uitkeringen hebben betrekking op het verlagen van huurprijzen in de sociale en particuliere sector voor huurders met een laag inkomen. Daarnaast worden incidentele uitkeringen verstrekt ten behoeve van de Woondeal op Bonaire, (voorbereidingen voor) de huurcommissie op Bonaire en Sint Eustatius, renovaties op Sint Eustatius en een renteloze lening in verband met de bouw van sociale woningen op Sint Eustatius.
Bijdrage aan ZBO's/RTW's
Aan het CBS worden bijdrages vertrekt voor het uitvoeren actualiseren van (nul)metingen en voor de woonbehoefte in Caribisch Nederland.
Bijdrage aan medeoverheden
Voor de aankomende jaren (2026 tot en met 2030) is er voor bijdrage woningbouw binnen het instrument Realisatiestimulans € 5 mln. per jaar beschikbaar specifiek voor Caribisch Nederland.
Begroting Klimaat en Groene Groei (XXIII)
Tabel 38 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Klimaat en Groene Groei(XXIII) (bedragen x € 1.000)
Artikel/ instrument
Taak
Bijdrage
realisatie
ontwerpbegroting 2026
20241
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal uitgaven
15.099
17.154
8.342
5.020
4.095
4.105
4.120
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
15.099
17.154
8.342
5.020
4.095
4.105
4.120
Subsidies (regelingen)
R
S en I
15.099
17.154
8.342
5.020
4.095
4.105
4.120
X Noot
1
De stand voor 2024 valt formeel niet onder het begrotingshoofdstuk KGG, maar onder het begrotingshoofdstuk EZK en worden hier voor de inzichtelijkheid getoond.
Toelichting
Artikel 31 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
Subsidies
Er worden structurele netbeheersubsidies verleent aan de energiebedrijven op de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba om de netbeheertarieven te verlagen.
Bijlage 4: Overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland
De Miljoenennota 2026 bevat een gedetailleerd overzicht van de raming van de belasting- en premieontvangsten op kasbasis voor 2026. In onderstaande tabel wordt het totale bedrag van de voor 2026 geraamde belasting- en premieontvangsten op kasbasis uit Caribisch Nederland op gedetailleerdere wijze gepresenteerd door de geraamde kasontvangsten voor 2026 uit te splitsen over alle in Caribisch Nederland geheven rijksbelastingen en premies.
Tabel 39 Raming belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland 2026 op basis van Miljoenennota 2026 (bedragen x € 1 mln.)
Beschrijving
Indirecte belastingen
60,2
Algemene bestedingsbelasting
43,2
Accijnzen
5,8
Overdrachtsbelasting
11,2
Directe belastingen
160,7
Loonbelasting en premies volks- en werknemersverzekeringen
139,8
Inkomstenbelasting
0,4
Vastgoedbelasting
9,6
Opbrengstbelasting
9,0
Kansspelbelasting
2,0
Overig
40,3
Totaal
261,2
Bijlage 5: Overzicht eilandelijke inkomsten
Net als bij de begroting van het gemeentefonds, verstrekt het kabinet jaarlijks een overzicht van de ontwikkeling van de opbrengsten uit lokale heffingen als bijlage bij de begroting van het BES-fonds. De in dit overzicht gebruikte gegevens zijn afkomstig van de door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begrotingen en jaarverslagen van de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
De lokale heffingen worden vastgesteld door de openbare lichamen. De afweging en de verantwoording over de hoogte van de tarieven vindt plaats in de eilandraden. De doorberekening van de rechten, de rioolheffing en de reinigingsheffing mag maximaal 100% kostendekkend zijn. Het bedrag van de inkomsten voor de openbare lichamen kan fluctueren, zoals dat ook bij Europees-Nederlandse gemeenten het geval is.
De tabellen bevatten een overzicht van de opbrengsten van de lokale heffingen van de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit is op basis van de meest recent ingediende en vastgestelde eilandelijke begrotingen en jaarverslagen. In de tabellen is te zien dat de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba aanmerkelijk van elkaar verschillen voor wat betreft de samenstelling van de eigen belastingen.
Tabel 40 Overzicht opbrengsten lokale heffingen Bonaire (bedragen x USD 1.000)
Lokale heffingen
Realisatie
Begroot
2021
2022
2023
2024
2025
Motorrijtuigenbelasting
5.123
5.213
6.064
7.407
5.900
Toeristenbelasting
1.898
10.954
14.966
15.198
14.467
Verhuurautobelasting
1.064
1.176
‒ 2641
‒
‒
Erfpachten en huur
2.148
3.158
3.279
2.511
3.450
Reinigingsrechten
1.386
1.440
2.130
2.203
1.400
Leges en retributies
1.036
458
466
639
496
Vergunningen
511
654
825
555
Havenbelasting
479
873
929
1.164
1.000
Grondbelasting
1.757
2.306
2.276
2.614
2.300
Opcenten op de Vastgoedbelasting
2.000
3.455
3.512
2.276
3.200
Precariorechten
510
562
567
590
500
Cruisepax
196
1.066
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Slachthuizen
199
225
249
180
Casinorechten
1.010
682
674
800
Nature fee
3.581
3.400
Diverse opbrengsten
294
‒ 1.3782
‒
‒
Totaal
17.891
32.381
34.108
39.931
37.648
X Noot
1
Betreft een aframing van de verhuurautobelasting
X Noot
2
Betreft een aframing van de logeergastenbelasting
Tabel 41 Overzicht opbrengsten lokale heffingen Sint Eustatius (bedragen x USD 1.000)
Lokale heffingen
Realisatie
Begroot
2021
20221
20231
2024
2025
Motorrijtuigenbelastingen
0
0
n.v.t.
376
‒
Afvalstoffenheffingbelasting
256
282
261
269
285
Toeristenbelasting
0
0
n.v.t.
147
‒
Motorrijtuigenbelastingen en toeristenbelasting2
271
434
551
‒
589
Onroerend goed exploitatie
415
124
248
437
300
Luchthaven
141
173
455
363
399
Zeehaven
1.967
2.028
2.084
2125
2.661
Leges
67
70
80
122
89
Vergunningen
227
96
88
162
146
Overige opbrengsten
278
403
211
135
148
Totaal
3.622
3.610
3.978
4.136
4.617
X Noot
1
De lokale heffingen worden in de jaarrekeningen niet uitgesplitst en kunnen als zodanig niet uit de jaarrekeningen worden herleid. De realisatiecijfers voor 2020 afkomstig uit de begroting 2022, de cijfers voor 2021 afkomstig uit de begroting 2023 en de realisatiecijfers over 2022 uit de begroting 2024. De motorrijtuigenbelasting, afvalstoffenheffing en afvalstoffenheffing zijn in de begroting 2020 opgenomen in één post.
X Noot
2
De realisatiecijfers voor de motorrijtuigenbelastingen en de toeristenbelasting zijn bij elkaar opgeteld.
Tabel 42 Overzicht opbrengsten lokale heffingen Saba (bedragen x USD 1.000)
Lokale heffingen
Realisatie
Begroot
2021
2022
2023
2024
2025
Motorrijtuigbelasting
192
175
170
175
185
Havengelden
41
107
112
119
110
Erfpacht/Verhuur gebouwen
83
87
14
9
14
Logeerbelasting
2
44
17
32
75
Kinderopvang
83
77
0
‒
‒
Luchthaventoeslag en landingsgelden
90
122
135
153
165
Afvalstoffenheffing
141
143
146
138
150
Burgerzaken
33
30
38
49
33
Verklaring omtrent gedrag
1
2
2
1
2
Bouwleges
12
6
5
5
10
Vervoer Studenten
1
1
0
‒
‒
Rijbewijzen
17
19
13
17
17
Handel en Industrie
80
85
91
87
86
Horecavergunningen
82
89
92
78
95
Totaal
858
987
835
863
942
Bijlage 6: Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland
Volgens lid 4 van artikel 89 van de Wet FinBES stelt de ministerraad jaarlijks vast welk bedrag ieder van de openbare lichamen verschuldigd is aan aflossing van de renteloze leningen. De tot op heden aan Caribisch Nederland verstrekte renteloze leningen zijn in onderstaande tabel weergegeven.
Tabel 43 Overzicht reeds aangegane leningen aan Caribisch Nederland (bedragen x USD 1 mln.)
Openbaar Lichaam
Leningverstrekkend departement
Onderwerp
Oorspronkelijke omvang lening
Looptijd lening
afgelost in 2025
Af te lossen in 2026
Openstaand ultimo 2025
Bonaire
OCW
Onderwijshuisvesting
25,0
2013-2037
1,0
1,0
11,0
Sint Eustatius
OCW
Onderwijshuisvesting
4,4
2013-2034
0,2
0,2
1,8
Sint Eustatius
BZK
Schikking klif Sint Eustatius
2,1
2025-2044
0,1
0,1
2,0
Saba
I&W
Infrastructuur
2,5
2015-2026
0,3
0,2
0,2
Totaal Caribisch Nederland
34
1,6
1,5
15,0
Onderwijshuisvesting
Met elk van de eilanden zijn door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) afspraken gemaakt om er voor te zorgen dat alle scholen in Caribisch Nederland kunnen beschikken over fatsoenlijke onderwijshuisvesting. Dat is een randvoorwaarde voor het realiseren van de basis onderwijskwaliteit. In 2013 zijn renteloze leningen door het ministerie van OCW aan elk van de drie eilanden verstrekt zodat de openbare lichamen de grote achterstanden in de huisvesting van het onderwijs op de BES-eilanden op termijn weg kunnen werken. Sindsdien is de aan Saba verstrekte lening volledig afgelost. De leningen aan Bonaire en Sint Eustatius zullen resepectievelijk in 2037 en 2034 worden afgelost.
Schikking klif Sint Eustatius
In 2024 is door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een renteloze lening (en bijzondere uitkering) verstrekt aan Sint Eustatius voor de financiering van een schikking tussen het openbaar lichaam en de eigenaar van een aantal percelen op Sint Eustatius. In verband met de eroderende klif aan de havenzijde van Sint Eustatius was er door de eigenaar een gerechtelijke procedure gestart. Onderdeel van de schikking is de overdracht van de percelen aan het openbaar lichaam Sint Eustatius. De lening heeft een looptijd van 20 jaar en zal in 2044 volledig zijn afgelost.
Infrastructuur Saba
In 2015 is door het toenmalige ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) een renteloze lening verstrekt aan Saba voor urgente infrastructurele werkzaamheden. Deze lening heeft een looptijd van 11 jaar. De lening is in 2026 volledig afgelost.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.