Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 793 Wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de bevoegdheidsverdeling voor buitenlandse luchthavens
ARTIKEL I (WIJZIGING WET LUCHTVAART)
ARTIKEL II (INWERKINGTREDING)
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de bevoegdheden in
titel 8A.6 van de Wet luchtvaart ten aanzien van buitenlandse militaire luchthavens
bij de Minister van Defensie komen te liggen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I (WIJZIGING WET LUCHTVAART)
De Wet luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 8a.54, eerste lid, vervalt onderdeel b, onder verlettering van onderdeel
c tot b.
B
Artikel 8a.58 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Voorts is artikel 8.9, eerste, tweede en vierde lid, van overeenkomstige toepassing,
met dien verstande dat:
a. in plaats van «het luchthavenindelingbesluit» wordt gelezen: het besluit beperkingengebied
buitenlandse luchthaven;
b. als de verklaring van geen bezwaar betrekking heeft op het beperkingengebied van een
buitenlandse militaire luchthaven Onze Minister van Defensie in de plaats treedt van
Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
2. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.
C
Artikel 8a.59 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Onze Minister van Infrastructuur en Milieu» vervangen door
«Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat» en wordt «omtrent de wijze van meten,
berekenen en registreren van het externe-veiligheidsrisico» vervangen door «omtrent
het externe-veiligheidsrisico ten aanzien van buitenlandse burgerluchthavens».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Bij regeling van Onze Minister van Defensie, in overeenstemming met Onze Minister
van Infrastructuur en Waterstaat, worden regels gesteld omtrent de wijze van meten,
berekenen en registreren van de geluidbelasting, en kunnen regels worden gesteld omtrent
het externe-veiligheidsrisico ten aanzien van buitenlandse militaire luchthavens.
D
Na artikel 8a.60 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
8a.60a
Indien het besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven wordt vastgesteld in
verband met de nabijheid van een buitenlandse militaire luchthaven is artikel 10.19
van overeenkomstige toepassing.
E
Artikel 8a.61 komt te luiden:
8a.61
De artikelen 8.31 tot en met 8.33 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande
dat:
a. in plaats van «het luchthavenindelingbesluit of het luchthavenverkeerbesluit» onderscheidenlijk
«het luchthavenindelingbesluit» wordt gelezen: het besluit beperkingengebied buitenlandse
luchthaven;
b. indien het besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven betrekking heeft op een
buitenlandse militaire luchthaven Onze Minister van Defensie in de plaats treedt van
Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
F
Artikel 8a.62 komt te luiden:
8a.62
1. Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat of Onze Minister van Defensie kan
voor iedere buitenlandse burgerluchthaven, onderscheidenlijk buitenlandse militaire
luchthaven, aangewezen bij of krachtens artikel 8a.54, een commissie regionaal overleg
luchthaven instellen.
2. Indien een commissie wordt ingesteld, stelt Onze betrokken Minister regels omtrent:
a. de taak, samenstelling en werkwijze van de commissie;
b. de instelling van een secretariaat ter ondersteuning van de commissie; en
c. de mate waarin en de voorwaarden waaronder Onze betrokken Minister jaarlijks bijdraagt
in de kosten van de commissie.
3. Artikel 8.37 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat indien het
een commissie voor een buitenlandse militaire luchthaven betreft, Onze Minister van
Defensie in de plaats treedt van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
ARTIKEL II (INWERKINGTREDING)
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
De Staatssecretaris van Defensie,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.