Stenogram : Val van het kabinet
8 Val van het kabinet
Vergaderjaar 2024-2025
Vergaderingnummer 91
Te raadplegen sinds
2025-07-23Inhoudsopgave
Gerelateerde informatie
Toon alle stukken over dossier36760Toon alle items in vergaderingHandelingen TK 2024-2025, 91
Val van het kabinet
Aan de orde is de voortzetting van het debat over de val van het kabinet.
De voorzitter:
Ik geef graag het woord aan mevrouw Yeşilgöz van de fractie van de VVD. Het woord is aan haar.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Voorzitter. Geert Wilders laat Nederland in de steek. In ongekend onzekere tijden waarbij een oorlog op ons continent dreigt te escaleren, misschien wel een economische crisis op ons afkomt, op het moment dat mensen thuis wakker liggen van hoge rekeningen, het feit dat er te weinig huizen worden gebouwd en er een te hoge asielinstroom is, gaat hij weg, loopt hij weg. Dat vind ik onvolwassen en onverantwoordelijk.
Het was ook niet nodig. Iedereen was het eens over strenge asielmaatregelen en migratiebeleid en over dat er minder mensen ons land in moeten komen. Deze coalitie is het daar vanaf het begin over eens. We hebben niet voor niets ruim 58 maatregelen met elkaar afgesproken in het hoofdlijnenakkoord om dit ook te bereiken. Er waren helemaal geen blokkades om daar maatregelen aan toe te voegen. Er was alle ruimte om nieuwe maatregelen die gesuggereerd werden uit te werken, zodat ze, als ze konden en ze de asielinstroom naar beneden zouden krijgen, ook uitgevoerd konden worden. Wij hebben met elkaar, met drie partijen, vol politiek commitment uitgesproken. Maar het werd ons vrij snel duidelijk dat het niet over de inhoud ging, niet over asiel ging, maar dat Geert Wilders er gewoon klaar mee was. Hij wilde nergens over praten, maar liever weglopen.
Voorzitter. Dit was de kans. We wilden als VVD al zolang het asielprobleem aanpakken. Dit was voor het eerst dat we een rechtse meerderheid hadden om ook daadwerkelijk het verschil te kunnen maken, niet alleen op dat onderwerp, maar ook op een aantal andere onderwerpen waarbij we met een rechtse meerderheid het verschil konden maken voor dit land, voor Nederlanders. U heeft mij gisteren gehoord. Ik vind het verschrikkelijk jammer — ik druk me nu heel mild uit — dat Geert Wilders daar zo onvoorzichtig mee omgegaan is. Hij laat alle kiezers, niet alleen zijn kiezers maar alle rechtse kiezers, keihard vallen — alweer.
Maar, voorzitter, we kijken vooruit. Want Nederland heeft er niets aan als we hierin blijven hangen. Dus ik moet ook verder. Ik moet voorbij mijn woede. Ik moet voorbij mijn teleurstelling. Ik wil ook graag vooruitkijken. Want wij gaan door met ons werk. Wij liberalen nemen altijd onze verantwoordelijkheid. Dat betekent dat de asielwetten die op de plank liggen, er gewoon moeten komen, dat we totdat die verkiezingen er zijn — wat ons betreft is dat zo snel mogelijk — vol aan de bak zijn om die asielwetten en -maatregelen voor elkaar te krijgen. Dat betekent dat ons land veilig gehouden wordt, dat we investeren in defensie, dat we het ongelofelijk goed doen als gastland bij de NAVO-top. Dat betekent dat we onafhankelijker worden op het gebied van onze energie en grondstoffen, dat we ons land sterk maken met verstandig financieel beleid. Ik wil aan het kabinet en aan de minister-president vragen hoe hij dat voor zich ziet en of het kabinet er echt voortvarend mee aan de slag kan blijven gaan, zodat we niet stilstaan. Want stilstand zou denk ik het allerergst zijn.
Voorzitter. Wij gaan vol, vol aan de bak daarmee. Ik hoop op samenwerking met de collega's hier in de Kamer, van links tot rechts, om ervoor te zorgen dat we stilstand met elkaar vermijden en — dit is mijn persoonlijke toevoeging — dat we dat rechtse liberale beleid voort kunnen zetten. Dat is het beleid waar wij zo voorstander van zijn, waar we misschien na de verkiezingen geen meerderheid meer voor kunnen krijgen. Voor de komende tijd heeft het land nu duidelijkheid en een sterk kabinet nodig. Ik zei het al: wat de VVD betreft komen er heel snel verkiezingen, zodat de kiezers, de mensen thuis, zich kunnen uitspreken over welke kant zij willen dat het land nu op gaat.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Een vraag van de heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Het is onverantwoord dat de PVV de stekker uit dit kabinet trekt terwijl er een oorlog op het continent is; dat is wat ik mevrouw Yeşilgöz hoor zeggen. Maar dit wisten we toch? We wisten toch dat de PVV een onbetrouwbare partner is? We wisten toch dat de PVV alleen maar uit is op chaos? Mevrouw Yeşilgöz zegt net ook dat hij helemaal niet bereid is om bij te dragen en die betere toekomst mogelijk te maken. Dus ik vraag me af: zijn dit dan niet een beetje krokodillentranen van de VVD, als we dit allemaal wisten en zagen aankomen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik zal de heer Dassen iets meer vertellen over wat democratie betekent. Ik geef hem even zijn moment om zich te herpakken. Daar gaan we. Op het moment dat we verkiezingen in ons land hebben en een partij de grootste wordt — niet alleen een partij die heel lang in de oppositie heeft gezeten krijgt nu een kans, maar ook andere nieuwe partijen krijgen echt mandaat van de kiezer — zegt de kiezer: jullie mogen aan de slag. Dat betekent dat de kiezer zich heeft uitgesproken — dit debat hebben we eerder gehad — en heel duidelijk heeft gezegd: dingen moeten anders gaan dan hoe ze gingen. Ik heb mij dat aangetrokken als leider van de VVD. Ik vind het ook mijn taak. Ik ben om tafel gegaan. We hebben met elkaar op papier hele duidelijke afspraken gemaakt over hoe het ook anders kon gaan, wat ik ook heel belangrijk vind. We zijn daar vervolgens mee begonnen.
De teleurstelling bij mij is zeer groot dat dat gisteren op deze manier is afgelopen. Dat was absoluut nergens voor nodig. Er was niet eens een conflict. We waren het gewoon eens. Maar als bij een van de partijen iemand zegt dat hij liever wegloopt, dat hij de verantwoordelijkheid niet meer trekt, dat zijn ministers niet leveren en dat hij het allemaal niet meer aankan, dan is dat waar we mee geconfronteerd worden. Maar het hoort ook in onze democratie dat partijen een kans krijgen. Geert Wilders heeft deze kans van de kiezer gekregen. Hij heeft diezelfde kiezer keihard laten vallen. Dus het is eerst de vraag aan de kiezer hoe die ernaar kijkt. Dat zullen we binnenkort horen.
De heer Dassen (Volt):
Ik zal mevrouw Yeşilgöz dan nu een lesje democratie geven. Al die 150 zetels zijn allemaal net zo veel waard. Het is niet zo dat de 37 zetels van de PVV meer waard zijn dan de andere zetels. 75% van de mensen heeft niet op de PVV gestemd. Je had ook andere samenwerkingsverbanden aan kunnen gaan in dit huis. Daar heeft de VVD absoluut niet voor gekozen …
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Klopt.
De heer Dassen (Volt):
… terwijl de VVD wist dat de PVV weer zou breken op het moment dat het lastig zou worden. De VVD wist ook dat op het moment dat je met de PVV aan de slag gaat het stikstofprobleem niet wordt opgelost, waardoor ondernemers niet aan de slag kunnen, en dat er niet wordt geïnvesteerd in innovatie, waardoor we juist de economie van de toekomst geen vorm kunnen geven. We zien ook dat veiligheid niet in goede handen is bij de heer Wilders. Die heeft gisteren nog gestemd tegen de NAVO-norm van 3,5%. Dat is volgens mij zeer belangrijk richting de NAVO-top. Dus mevrouw Yeşilgöz, is dit niet gewoon een gefaald experiment en een compleet verkeerde inschatting van de VVD geweest?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Nogmaals, ik neem de kiezer serieus. Vervolgens wordt hier gezegd dat bijvoorbeeld veiligheid niet in goede handen is bij de PVV. Dat is ook waarom het in handen van de VVD is. Dat is ook waarom we het afgelopen jaar 4 miljard hebben kunnen investeren in defensie. De motie waar u het over heeft, is ingediend door mijn collega van de VVD. We hebben ervoor gezorgd dat we Oekraïne blijven steunen. We hebben ervoor gezorgd dat we ondernemers en middeninkomens kunnen steunen. Dat deden we allemaal het afgelopen jaar.
En ja, ik had uitgekeken naar de komende jaren, waarin we nog meer van onze eigen ideeën als VVD voor elkaar hadden kunnen krijgen, en ik had ook gehoopt dat we echt werk hadden kunnen maken van die beperkende maatregelen op asiel. Zoals aangegeven zullen wij de komende tijd ons best doen om die alsnog erdoor te krijgen. Maar dit is hoe dat werkt. Degene die de verantwoordelijkheid draagt voor het feit dat dit allemaal stopt, zit daar. Die staat niet hier. Maar ik ga mijn verantwoordelijkheid vanuit elke plek pakken en wij gaan door met het realiseren van al die punten, waar ik Volt zelden als medestander op heb gezien.
De heer Dassen (Volt):
We hebben zitten kijken naar achttien maanden complete stilstand. Er is werkelijk waar niks gebeurd. Mensen zijn er niet op vooruit gegaan. Er zijn geen woningen bij gekomen. Op het gebied van klimaat hebben we geen stappen gezet. Als het gaat om de economie, is er alleen maar geconsumeerd in het nu en wordt er niet geïnvesteerd in de toekomst. Kortom, de VVD heeft alleen maar vanwege asiel al die andere belangrijke onderwerpen voor Nederland aan de kant gezet, in de hoop dat ze er zelf beter van zou worden. Daarmee heeft ze onze veiligheid, onze economie en onze toekomst op het spel gezet. Ik vraag nogmaals aan mevrouw Yeşilgöz of zij van plan is om na de volgende verkiezingen nogmaals met de PVV in een kabinet te stappen en Nederland nog langer stil te zetten.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
De heer Dassen gebruikt grote woorden, maar die kloppen niet. Kijk naar de investeringen die we juist wel hebben gedaan, alleen al het afgelopen jaar. Er zijn miljarden geïnvesteerd in onze veiligheid, de veiligheid van Nederlanders, onze defensie, onze nationale veiligheid. Er is een aanvalsplan om de industrie hier te behouden. Als je kijkt naar alle voorbeelden die ik zojuist noemde, dan is dat allesbehalve stilstand. Als de heer Dassen zegt "maar er had veel meer gekund" of "had je niet door willen gaan, zodat je meer had kunnen doen", dan zeg ik: ja, dat is absoluut waar. Maar er is wat de VVD en onze ministers betreft geen sprake geweest van stilstand. Ik ben ontzettend trots dat ze bereid zijn om de komende tijd, tot de verkiezingen, keihard door te werken op al die andere domeinen die nu vrij zijn gekomen omdat de PVV'ers eruit zijn gestapt.
De heer Stoffer (SGP):
Dat is een heldere bijdrage van mevrouw Yeşilgöz. Goed om te horen dat in ieder geval de VVD zich er ook de komende maanden hard voor inzet om Nederland een stukje vooruit te helpen. Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar het volgende. Er ligt ook een hoofdlijnenakkoord. Hoe wordt dat nu geïnterpreteerd? Worden daar delen uit gehaald? Wordt getracht om het geheel nog een stap verder te brengen? Ik wil daar heel specifiek één onderdeel uit halen. Dat gaat over iets wat ons in ieder geval erg aan het hart gaat, de boeren, de tuinders en de vissers. In het hoofdlijnenakkoord wordt gezegd dat er ook voor hen weer een toekomst moet komen. Die is nu best wel heel ongewis. Er staan onder andere uitspraken als: "Er wordt niet gestuurd op gedwongen krimp van de veestapel. Er komt geen gedwongen onteigening. De kritische depositiewaarde gaat uit de wet." Mijn vraag gaat natuurlijk over het hoofdlijnenakkoord in bredere zin, maar kan ik ervan uitgaan dat de VVD ook op deze specifieke onderdelen gewoon doorzet en er de komende maanden voor gaat zorgen dat er wel perspectief gaat komen voor boeren, vissers en tuinders? Dat hebben ze namelijk heel, heel, heel hard nodig.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat deel ik volledig met de heer Stoffer. Onze boeren, onze ondernemers, eigenlijk iedereen in dit land die erop wacht dat we dit probleem oplossen zodat we vooruit kunnen, heeft recht op perspectief. Dus ja, daar zullen we ook keihard aan blijven werken; dat is evident. De eerste vraag van de heer Stoffer was: hoe zit het precies met het hoofdlijnenakkoord? Een hele terechte vraag. Dit is allemaal net 24 uur geleden gebeurd, dus wij moeten ook met elkaar gaan zitten om te kijken wat dit betekent. Ik ben er in ieder geval blij mee dat we met drie partijen bereid zijn om die verantwoordelijkheid te blijven dragen tot de volgende verkiezingen. En zoals ik al aangaf, van alle zaken die wij belangrijk vinden — en daar zitten heel veel gedeelde uitdagingen bij, maar ook zaken die ik als VVD'er altijd specifiek naar voren heb gebracht zoals onze veiligheid en onze ondernemers, die de heer Stoffer nu aanhaalt — hoop ik dat we de afspraken overeind houden en er met elkaar mee doorgaan. Maar we moeten daar ook met z'n drieën heel eerlijk bij stilstaan. En zoals dat ook het geval was met z'n vieren, zullen we ook alle steun nodig hebben van andere partijen die die ideeën ondersteunen, zowel in de Tweede Kamer als Eerste Kamer. Dus ik vertrouw er ook op dat we heel snel weer bij de heer Stoffer terugkomen met: dit is hoe we verder willen gaan; kunt u ons op die onderdelen, of misschien wel op alles, steunen?
De heer Stoffer (SGP):
De deur staat altijd open en de koffie staat klaar. Goeie koffie.
Nog één specifieke vraag. Goed dat mevrouw Yeşilgöz ook die doorkijk maakt. Ik snap dat het nu te vroeg is, maar er zit natuurlijk ook een zomerreces aan te komen, met een week of vijf. Heeft mevrouw Yeşilgöz enig zicht op wanneer zij denkt dat ze met z'n drieën hiermee naar buiten komen? De VVD is nu natuurlijk de grootste partij in het overgebleven kabinet. Maar is dat met één week, met twee weken? Krijgt Nederland, zeg maar, voor de zomer helderheid over waar we in de komende periode nog naartoe koersen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Absoluut, wat mij betreft wel. Ik zei net al in mijn inbreng dat ik zou willen dat we zo snel mogelijk verkiezingen hebben. Nou, dat betekent dat de ruimte tot de volgende verkiezingen overzichtelijk is en dat je tempo moet maken, zeker als je dingen wilt bereiken waarvoor hier in het verleden geen meerderheid te vinden was, bijvoorbeeld maatregelen om migratie te beperken. Dat betekent gewoon dat we vaart moeten maken. Dus wat mij betreft zijn we daar met elkaar snel uit. Ik denk dat de collega's dat ook willen, maar we moeten ook met elkaar laten bezinken wat er gebeurd is en vooruitkijken. Maar dat vooruitkijken gaan we wat mij betreft vanaf nu met elkaar doen. Daarom sta ik hier ook met dit verhaal. Dus: zo snel mogelijk, absoluut.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Heeft de VVD overwogen om wél de handtekening te zetten bij het tienpuntenplan van de heer Wilders?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Nou, dat had prima gekund, als de heer Wilders bereid was geweest om ons, de coalitiepartners, iets meer mee te geven over wat hij per punt precies bedoelde, of een lichte uitwerking. Hij had het zelf kunnen doen; zijn woordvoerder Asiel had dat kunnen doen; minister Faber, zijn eigen minister, had dat kunnen doen. Dit is volgens mij week drie waarin we het over zo'n asielplan van de PVV hebben, dus wat mij betreft had het gewoon al deze week in de ministerraad kunnen liggen, vanuit minister Faber. Maar het is wel handig als iemand een idee heeft, als je van iemand iets meer dan één regel hoort over wat daar dan nog achter zit. Maar tot dat gesprek kwamen we niet eens. Ja, en dan ziet u nu het resultaat.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat snap ik. Maar je kan het ook omdraaien. Je kunt ook zeggen: "Hé, die maatregelen, daar zijn we het eigenlijk gewoon mee eens. We zetten als VVD die handtekening en gaan daarna eens kijken naar de uitvoering." Want je laat nu de hele boel klappen. Ik heb dat de heer Wilders verweten, maar ja, die bal kan je ook bij de VVD neerleggen. Zonde, want dan is alles wel van tafel. En dit waren punten waar jullie het eigenlijk volledig mee eens waren. Dus wat heeft het nou belet om het andersom te doen en te zeggen: "Oké, Wilders, jij krijgt je tien punten. En nota bene je eigen minister moet het ook gaan uitvoeren"? Ik begrijp dat dat best lastig is als je naar de beperkingen kijkt, maar dan had je in ieder geval nog een kabinet gehad.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Wat wij echt niet wilden, was weken onderhandelen. Dat heb ik heel vroeg in die drie weken al aangegeven: "Ik ga niet wekenlang in een hok zitten over dingen waar ik het al over eens ben. Alles wat kan bijdragen om de asielinstroom naar beneden te brengen — en dat kan je — gaan we gewoon doen." En dan ga je er ook niet lullig over doen. Als je zegt dat het had gekund als we andere wetten hadden gehad, zoals de twee statussen, dan had je al een paar van die punten van de heer Wilders kunnen doen, als minister Faber vaart had gemaakt en het nu in de Eerste Kamer lag en we daar een debat over hadden gehad. Dan hadden we alweer een hele stap verder kunnen zijn op een aantal van die punten. Want andersom hebben wij het wel degelijk gedaan; ik heb het in ieder geval geprobeerd gisterochtend. Ik heb gezegd: "Nou, laten we het dan op papier zetten en een motie indienen waarin we zeggen: hierbij commitment op die tien punten" — eigenlijk precies zoals de heer Eerdmans zegt — "en laat het kabinet dit dan zo snel mogelijk oppakken, uitvoeren, uitwerken." Ik kon mijn zin niet eens afmaken, ik kon de motie niet delen. De heer Wilders was wel duidelijk: ik ga gewoon weglopen. Dus de heer Eerdmans is denk ik terecht op zoek naar of hier inhoudelijk nog iets in had gezeten. Maar mijn taxatie — en dat heeft de heer Eerdmans de afgelopen 24 uur ook gehoord — was dit. In het begin van de week werd mij al heel duidelijk: dit gaat helemaal niet over inhoud; dit gaat over iemand die een uitweg zoekt.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik ben ontzettend op zoek naar een antwoord op de vraag hoe we dit hadden kunnen voorkomen. Volgens mij is het gewoon een faux pas. Als hij gewoon op zoek was naar een uitweg, dan had de VVD het hem verdomd moeilijk gemaakt — ik ga diezelfde vraag aan mevrouw Van der Plas en mevrouw Van Vroonhoven stellen — door te tekenen. Dan had hij namelijk helemaal geen verhaal gehad. Wat had hij dan moeten zeggen? Had hij dan moeten zeggen: ze willen allemaal meedoen, maar ik ga er toch mee stoppen? Dat is toch geen verhaal? Nogmaals, ik vind het echt een verkeerde inschatting om, als jullie het inhoudelijk met elkaar eens waren, die handtekening niet toch te zetten en daarna naar de vormgeving te kijken. Daar is zat tijd voor. Jullie hadden daar weken voor uit kunnen trekken om ook met NSC, met alles erbij, te kijken hoe jullie dat gaan vormgeven. Het is nota bene de eigen minister die het moet gaan uitvoeren. Ik snap het oprecht niet.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het stond op papier. We hadden die motie, waarover ik het net had, gewoon kunnen indienen. Geert Wilders wilde niet. Dus even de feiten: over precies die route waarover de heer Eerdmans het heeft, zei Geert Wilders dat hij dat niet gaat doen. Vervolgens zegt de heer Eerdmans dat wij daar weken voor hadden kunnen nemen. Ik wacht nu al ruim een jaar op de uitwerking van de ruim 58 maatregelen die gericht zijn op asiel, arbeid en studie. Ik wil geen tijd meer verliezen. Dit is voor mij geen politieke exercitie waarover we hier de hele dag met elkaar debatteren of ruzie kunnen maken. Ik wil het verschil maken voor de mensen thuis. Ik wil dat we dit gesprek over vijf jaar niet meer hoeven te hebben. We zijn dus geen klap dichterbij gekomen nu we nou net de kans hadden met een rechtse meerderheid. De heer Eerdmans vraagt of we niet nog meer hadden kunnen doen. Dan heb je dus te maken met iemand die weg wil lopen, met iemand die elke twee maanden met een nieuw trucje komt; als hij nu wil weglopen, dan wil hij dat volgende week namelijk nog steeds. Dan mag de heer Eerdmans mij uitleggen hoe dat de stabiliteit van het landsbestuur verder had geholpen. Ik heb stabiele, betrouwbare partners nodig om ervoor te zorgen dat we Nederland veilig en welvarend houden, dat er daadwerkelijk minder mensen hiernaartoe komen en dat we daadwerkelijk ruimte bieden aan ondernemers, aan de hardwerkende Nederlander. Als ik dat moet doen met iemand die de hele dag op zoek is naar een uitweg, als dat de situatie is, dan zal ik daar ook eerlijk over moet zijn. Dat zal de heer Eerdmans met mij eens zijn.
De heer Baudet (FVD):
Het gebeurt niet supervaak dat ik het zo eens ben met mevrouw Yeşilgöz, maar nu wel een beetje, geloof ik. Ik zat al even aan mezelf te twijfelen. Het is een buitengewoon merkwaardige situatie die is opgetreden. De tien punten van de heer Wilders moesten inderdaad nog worden uitgewerkt, maar in feite staan die ook al in het hoofdlijnenakkoord, dus er is eigenlijk niets nieuws. De partijen zijn daar ook mee akkoord gegaan. Ik snap dat er nog allerlei debatten en discussies op volgen, maar van een fundamenteel meningsverschil of iets … Ik kan het in ieder geval niet terugvinden in deze hele geschiedenis. Behalve over Israël-Gaza; daar zie ik wel een fundamenteel meningsverschil. Daarom was mijn vraag of het dat zou kunnen zijn. In een kort interruptiedebatje dat ik net met de heer Wilders had, zei hij dat het meningsverschil was dat de PVV bepaald beleid wil overnemen van België, Oostenrijk en Duitsland met betrekking tot een asielstop en het inperken van nareis, en dan niet over een aantal maanden, maar per direct. Toen heb ik gezegd dat dat nieuwe informatie voor mij is, die ik zo ga verifiëren bij mevrouw Yeşilgöz. Dat doe ik dus bij dezen. Zou u daarop willen reageren? Voor ons was dat namelijk nieuwe informatie.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
We hebben niet uitvoerig over die punten gesproken. Iedereen heeft zijn eigen deel daarvan op tafel gelegd, maar we hebben daar niet uitvoerig bij stilgestaan. Al zet ik mijn handtekening eronder, daarmee is het niet gebeurd. Dat vind ik er zo ingewikkeld aan. Ik heb geen toverstaf waarmee het in dit land geregeld is. We hebben dus ook gevraagd … Ik zeg "we", want we waren met z'n drieën. Het gebeurt niet vaak dat de drie anderen op één lijn zitten, zeg ik tegen de heer Baudet. Dat was opmerkelijk. Omdat er echt niet zo veel aan de hand was, hebben we gezegd: "Dat kan. Dan kijk je naar die andere landen. Hoe doen zij dat? Hoe ziet dat eruit? Kan dat binnen ons stelsel? Wat is daarvoor nodig?" Ik denk dat onder andere een tweestatusstelsel nodig is om onderdelen daarvan te bereiken. Had minister Faber vaart gemaakt, dan hadden we geweten hoe we ervoor stonden. Dat ga ik nu hopelijk wel met de overgebleven coalitiepartners voor elkaar krijgen. Maar als je dit gesprek niet één millimeter verder kunt brengen en er alleen maar tegen je wordt gezegd "ik heb nu commitment nodig, want het gaat dan nú in" … Zo werkt een democratie niet, zo werkt een rechtsstaat niet. Als je daarbinnen dingen wil realiseren, zul je toch moeten weten hoe je dat kunt doen.
Wij zijn met zijn drieën heel duidelijk geweest: voor alles wat kan en de instroom naar beneden brengt, heb je politiek mandaat; doe je ding. Maar daarvoor heb je uiteindelijk toch je eigen minister nodig, die verantwoordelijk is voor die uitvoering. Ik ben dat niet. Dus je kunt mij onder druk zetten en je kunt mij daar in dat kamertje gijzelen, maar het is je eigen minister die het moet doen. Ik sta hier politiek dus niet in de weg. Ik heb ook toegevoegd dat mijn ministers in het kabinet je niet achteraf in de weg gaan staan. Ik heb gezegd: doe dit gewoon degelijk en snel, dan hoef je niet wekenlang met mij in een hok; dat gaat namelijk het verschil niet maken in de praktijk. De vraag is dus of het echt over de inhoud gaat. Ik denk van niet, maar stel dat het daar wel over ging: wil je dan een politieke show of wil je echt het verschil maken? Als je echt het verschil had willen maken, dan had je drie weken geleden gezegd: dit is mijn plan en het kabinet kan ermee aan de slag. Het kabinet had het dan deze week in voltallige positie in de ministerraad kunnen bespreken. Dan hadden we het kunnen doen. Dat had verschil gemaakt voor de mensen thuis. Dat is waar mijn frustratie en boosheid gisteren ook vandaan kwamen. Daar ging het allemaal niet over. Dit ging over iemand die voor de tweede keer, terwijl het land in een moeilijke situatie zit, ook met zo veel chaos en ellende om ons heen, internationaal, zegt: "Weet je wat? Het is mij te moeilijk. Ik loop weg."
De voorzitter:
Uw laatste interruptie.
De heer Baudet (FVD):
Ik probeer het echt te begrijpen. Wat is hier nou gebeurd? Ik ben het geheel met mevrouw Yeşilgöz eens dat regeren per decreet, per tweet of per motie natuurlijk niet serieus is. Dat is niet hoe het gaat. Je moet het daadwerkelijk uitwerken en dat soort zaken. Maar tot op heden zag ik mezelf toch altijd als veel dichter bij de PVV staand, veel dichter bij Geert Wilders staand, dan bij veel andere partijen in dit parlement. Ik had ook wel het idee dat het een partij was die echt dezelfde dingen wil wat betreft immigratie en zoals wijzelf. Is het dan zo dat de heer Wilders, in uw analyse, teleurgesteld is geraakt in minister Faber en dat probleem uit de weg wilde gaan, dus het probleem dat mevrouw Faber het niet deed? Of is het zo dat mevrouw Faber tegen werd gehouden door de heer Wilders, omdat daar eigenlijk de politieke wil ontbreekt om daadwerkelijk iets in de praktijk te brengen? Als ik uw woorden hoor — dat is ook wat we hebben gezien en wat we in het hoofdlijnenakkoord hebben teruggevonden — lag het inhoudelijk eigenlijk al op een rijtje klaar. De bal lag voor het doel. De keeper zat hier ergens achter in de oppositiebankjes; daar hoefden we niets van te vrezen! Je hoefde de bal alleen maar in het doel te schieten. Waarom is dit nou niet gebeurd? Wat is uw analyse?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik snap de zoektocht naar wat hier nou is gebeurd. Misschien heeft de heer Baudet gezien dat ik daar gisteren ook nog naar op zoek was en dat een deel van de frustratie daar ook vandaan komt. Ik kan me voorstellen dat — sterker nog, ik heb het zelf meegemaakt — als er echt grote verschillen zijn tussen coalitiepartijen en je met elkaar constateert dat je er niet samen uit kunt komen, je dit met elkaar kunt besluiten. Dat is heel pijnlijk. We hebben het afgelopen jaar heel veel meningsverschillen met elkaar gehad, maar nu was dat net niet het geval. Het was heel erg duidelijk dat het was opgezet om maar af te haken. Wat daar verder intern … Ik kan niet analyseren hoe dat binnen de PVV werkt. Ik constateer wel dat de ministers die verantwoordelijk waren voor verschillende delen van het beleid, waaronder asiel, waarover we het nu hebben, niet hebben geleverd. Dit gebeurt in een tijd waarin, als we naar het hoofdlijnenakkoord kijken, überhaupt op migratie bijna 60 maatregelen in detail waren afgesproken. Een heleboel daarvan komen bijvoorbeeld uit mijn verkiezingsprogramma. We willen die al heel lang. Daar ligt dus al heel veel voorbereiding voor, bedoel ik maar. Je had dus makkelijke stappen kunnen nemen om daar snel werk van te maken. Bovendien was er een meerderheid, die zou zeggen: goed bezig; daar zijn we vóór! Dan heb je te maken met ministers die niet leverden. Dit is dan blijkbaar waar het hele land vervolgens mee zit. We moeten opnieuw naar de stembus. We raken die rechtse meerderheid nu misschien wel kwijt.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dit debat gaat natuurlijk niet alleen over vooruitkijken, maar ook over verantwoording afleggen over de afgelopen periode. Mevrouw Yeşilgöz verwijt de heer Wilders dat hij is weggelopen. Zij moet dan ook niet voor haar verantwoordelijkheid weglopen. In de eerste plaats stel ik vast dat zij wat zij de heer Wilders verwijt, exact hetzelfde heeft gedaan bij Rutte IV. Dat was ook omdat ze wilde breken. Er lag een akkoord op tafel dat eigenlijk bijna net zo ver gaat als wat er nu op tafel ligt. Ze heeft haar handen daarvan afgetrokken. Ze heeft daar — ik zeg het parlementair — niet de hele waarheid gesproken over nareis op nareis op nareis. Zo heeft ze de boel op scherp gezet en verkiezingen uitgelokt.
Vervolgens heeft ze aan het begin van de campagne de deur opengezet voor de PVV, een deur die ferm gesloten was door haar voorganger als partijleider, want die had de pyromaan al een keer in huis gehaald — die stak de boel in de fik — en zei: dat ga ik niet nog een keer doen. Mevrouw Yeşilgöz zet de deur open voor de pyromaan, haalt hem naar binnen en komt nu klagen dat hij de boel in de fik heeft gestoken. Mede door uw zet om Wilders tot de macht toe te laten, heeft hij de verkiezingen gewonnen. Dat is een factor geweest bij zijn verkiezingswinst. Ik vind dat u tegenover de Kamer best verantwoording mag afleggen over waarom u dat heeft gedaan, want uiteindelijk heeft dit geleid tot het rechtste kabinet ooit in de Nederlandse parlementaire geschiedenis, en tevens het allerslechtste kabinet dat in de Nederlandse parlementaire geschiedenis heeft bestaan. Daar bent u — daar is mevrouw Yeşilgöz, zeg ik via u, meneer de voorzitter — de hoofdverantwoordelijke voor. Ik vind het niet meer dan netjes dat u dan ook in deze Kamer uitlegt waarom u dat heeft gedaan.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik leg verantwoording af richting mijn leden en de kiezer, maar ik beantwoord graag de vragen van de heer Timmermans. Dat zijn dus wel even de verhoudingen. Laat ik er vervolgens mee beginnen dat ik geen enkele spijt heb dat ik dit rechtste kabinet in ben gegaan, omdat dit mijn enige kans was om beleid voor elkaar te krijgen waar de PvdA-GroenLinks nooit voor te vinden zal zijn. Dat gaat over het beheersbaar krijgen van het aantal mensen dat ons land binnenkomt, zorgen dat ondernemers weer ruimte krijgen, zorgen dat we niet nivelleren, het gegeven dat werken moet lonen, en zelfs over investeringen in defensie, waar de PvdA gisteren tegen heeft gestemd. Kijk, als je dan kijkt naar met wie we de coalitie zijn aangegaan en wat we op papier hebben afgesproken, zie je dat dat precies was waar de kiezer thuis op zat te wachten. Dat is ook de reden dat ik gisteren zo pissig was en dat dat nog wel in mij zit, namelijk dat we het vervolgens niet hebben kunnen afmaken.
Kijk dan naar het vorige kabinet. Ik zie mevrouw Bikker hier staan. Zij en ik waren erbij en het CDA was erbij. Meneer Timmermans was er niet bij, dus die praat anderen na, maar ik zal hem vertellen wat daar gebeurd is. Daar hadden we een fundament… Ja, de heer Jetten was er ook bij. Dat is waar. Daar hadden we uiteindelijk, als je het afpelt, een fundamenteel verschil van inzicht tussen de ChristenUnie en de VVD, waarin we samen hebben geconstateerd dat we daar niet uitkwamen. Het pakket dat daar voorlag — in alle ambtelijke adviezen kunt u dat teruglezen — had het verschil waar Nederland naar snakt niet gemaakt, namelijk de instroom beheersbaar krijgen. En wat houdt dat in voor mij? Dat we hier plek hebben voor mensen die ons echt nodig hebben en dat we het onderscheid eerder maken richting degenen die ons niet echt nodig hebben. Zo simpel is dat en zo ingewikkeld is het om dat beleid vervolgens voor elkaar te krijgen. Dat was een fundamenteel verschil van inzicht. Dat zei ik al. Dat is in het verleden ook gebeurd. Dat is in het vorige kabinet ook gebeurd. Dan kan je zeggen: we kunnen niet meer samen verder. Nu was er geen enkel verschil van inzicht, geen enkel verschil. Dan moet je een andere conclusie trekken. Dan moet je zeggen: dit ging niet over de inhoud, maar over iemand die een uitweg zocht en die hier gevonden denkt te hebben. Dan is dat wat ik benoem.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Mevrouw Yeşilgöz gebruikt nu dezelfde argumentatie die de heer Wilders net gebruikte om zijn stap te verklaren. Exact dezelfde argumentatie gebruikt mevrouw Yeşilgöz over haar stap om Rutte IV op te blazen, exact dezelfde. Het is dus echt "de pot verwijt de ketel" als ze dan de heer Wilders verwijt dat hij weg is gelopen.
Maar laat ik het in termen formuleren die deze maanden in Amsterdam wel bekend zijn, en zeker bij mevrouw Yeşilgöz: helemaal niets. Uw kabinet heeft helemaal niets bereikt, helemaal niets. U staat met uw rechtste kabinet ooit compleet met lege handen. Het enige wat u heeft bereikt, is dat de mensen in Nederland niet schouder en schouder staan, maar met wantrouwen naar elkaar kijken. Het enige dat u heeft bereikt, is dat de ondermijning van de rechtsstaat door de PVV door de VVD nog is gesteund ook. Als u waagt om hier anderen de les te lezen over democratie, dan moet u zelf heel goed opletten dat u de democratische rechtsstaat niet zelf ondermijnt door samen te werken met een partij die er echt geen enkel been in ziet om, als die dat kan, mensen hun staatsburgerschap af te pakken of om mensen op straat te laten slapen. Dat is de VVD onwaardig. Daar bent u verantwoordelijk voor. Daar is mevrouw Yeşilgöz verantwoordelijk voor. U heeft met dit rechtse kabinet, waar u zo over jubelt, niets bereikt voor Nederland. Kom tot inkeer en maak aan de Kamer duidelijk dat u never nooit meer met Wilders in zee zult gaan.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Helemaal niets doen zou nog steeds beter zijn geweest dan de plannen die de heer Timmermans voor Nederland heeft. Maar goed, ik denk dat de kiezer zich daar vrij snel over kan gaan uitspreken. Ik kijk daar echt naar uit, ik kijk daar echt naar uit.
Wat mij verbaast: vanaf de dag dat de heer Timmermans zijn weg terugvond naar de Nederlandse politiek, vanaf de dag van de verkiezingsuitslag, heb ik hem niet één keer, niet één keer gehoord over de onvrede bij de mensen thuis, over waarom mensen stemmen zoals ze stemmen, over wat hier nou echt gebeurd is, over waarom een partij als de PVV zo veel zetels heeft gekregen. Ik heb gezien dat heel veel andere partijen daarmee worstelden, daarover nadachten, zichzelf opnieuw uitvonden, probeerden een nieuwe koers in te slaan en een nieuw hoofdstuk te beginnen; noem alles maar op. Zij proberen in ieder geval te kijken: waar hebben wij als middenpartijen, zoals we nu hier staan, op deze manier de bal laten vallen? Die verantwoordelijkheid draag ik vanaf mijn eerste seconde in deze rol superzwaar.
De heer Timmermans is vanaf dag één alleen maar bezig met anderen de schuld geven. Hij geeft de kiezer de schuld, omdat die verkeerd heeft gestemd. Het is allemaal mijn schuld. De heer Timmermans en GroenLinks-PvdA zijn ook heel veel stemmen verloren aan bijvoorbeeld de PVV. Heeft u zich één moment afgevraagd hoe dat kan? Nee. Het is een arrogantie die gewoon niet te beschrijven is. Ik vind echt — ik snap dat het hard is — dat de mensen thuis wat beters verdienen. Dus, meneer Timmermans: we gaan het zien.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Zo kennen we mevrouw Yeşilgöz. Ze vlucht, als ze het moeilijk heeft, altijd in jij-bakken en persoonlijke aanvallen. Ik vind het jammer. Ik vind het ook niet nodig. We hebben in het afgelopen jaar herhaaldelijk gesproken over dingen die moeten gebeuren in het land. Wat Nederlanders willen, is een dak boven hun hoofd, een huis dat ze kunnen betalen en waar ze blij van worden. Ze willen een baan waarmee ze genoeg verdienen om rond te kunnen komen. Ze willen in een land leven waarin je naast elkaar staat en niet tegenover elkaar. Ze willen ook nog eens een keer wat optimistischer zijn over de toekomst.
Mevrouw Yeşilgöz en haar partij hebben in het afgelopen jaar alleen maar aan de rijkste Nederlanders gedacht, alleen maar gedacht aan de ondernemers, alleen maar gedacht aan de aandeelhouders en hebben niets voor elkaar gekregen voor het land. U moet hier verantwoording afleggen. Ik zit in de oppositie. U bent de architect van dit kabinet. U moet niet de oppositie in de positie brengen dat zij verantwoording moet afleggen voor de puinzooi die u ervan gemaakt heeft. Neem verantwoordelijkheid. Dat zou eindelijk eens een keer een beetje volwassen zijn, mevrouw Yeşilgöz.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dit is vaker gebeurd tussen mij en de heer Timmermans. Als de heer Timmermans twee rondes lang met allerlei persoonlijke aanvallen doorgaat en ik in derde instantie zeg "doe dit nou niet", zegt hij in zijn laatste interruptie "nou, nu krijg je een jij-bak". Dat werkt alleen als je niet zelf met jij-bakken begint, meneer Timmermans.
Vervolgens. Ik ben in Amsterdam politiek opgegroeid. Ik ben daar als ambtenaar begonnen, ik ben daar de politiek in gegaan en ik ken daar de oude PvdA. De oude PvdA had de laatste verkiezingsuitslag begrepen. De oude PvdA had begrepen wat ik hier net zei: snapt u wel waar die onvrede vandaan komt? De oude PvdA had zich dat aangetrokken. Dit is een arrogantie, zó elitair, zó ver van de mensen; ik zou niet eens weten hoe je daarop moet reageren. Het heeft niks te maken met wat al die mensen thuis ervaren.
De heer Jetten (D66):
Mevrouw Yeşilgöz zegt: ik wil vandaag vooruitkijken. Als je goed vooruit wilt kijken, helpt het soms om ook heel even te reflecteren. Ik ben gewoon heel erg benieuwd. Als mevrouw Yeşilgöz naar de afgelopen anderhalf jaar kijkt, had zij dan zelf iets anders kunnen doen om hier wel een succes van te maken?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
U kunt zich voorstellen dat ik deze vraag de afgelopen twee dagen veel heb gekregen. Ongetwijfeld had ik heel veel dingen anders kunnen doen, overigens. Ik ben ook maar een mens. Ik heb samen met mijn collega's in de Kamer en in het kabinet mijn best gedaan om dit kabinet overeind te houden. Dat heeft u ook gezien. Daar kan ik ook heel eerlijk over zijn. Wij hebben als VVD, zoals ik net zei, op papier meer voor elkaar gekregen dan ooit tevoren. Wij waren vastberaden, en zijn dat nog steeds zolang we in vak K zitten, om al die zaken die we zo belangrijk vinden ook uit te voeren en om echt te leveren voor onze kiezers. In die zin heb ik nergens spijt van. Je moet altijd leren van je lessen, maar ik heb nergens spijt van. Ik vind het wel zeer spijtig hoe dit is afgelopen. Ik vind het ongelofelijk frustrerend. Ik vind het een ongelofelijk gemiste kans voor heel veel kiezers en voor Nederland dus.
De heer Jetten (D66):
Dit is toch een beetje de grap van de spookrijder. Je wordt gewaarschuwd voor een spookrijder, kijkt door de voorruit en zegt: "Eén spookrijder? Ik zie er wel honderd." Mevrouw Yeşilgöz zegt: ik heb helemaal geen spijt van dit kabinet, ik heb heel hard gewerkt en al die VVD-ministers hebben ook heel hard gewerkt. Maar we zijn nu al 48 uur getuige van een partijleider van de VVD die werkelijk waar iedereen de schuld geeft van de situatie waar we nu inzitten. Dat gebeurt zelfs in dit debat. Het is de schuld van minister Faber, die haar werk niet deed. Het is de schuld van links, die nooit iets willen. Het is de schuld van Rob Jetten. Die komt vast ook nog wel een keer voorbij. Het is nu de schuld van Geert Wilders, omdat hij gister is weggelopen. Dat is wel tekenend voor het leiderschap van Yeşilgöz bij de VVD de afgelopen anderhalf jaar. Het ligt altijd aan een ander en het ligt nooit aan de keuzes die uzelf maakt. Die keuze ging niet alleen over meer grip op migratie krijgen en proberen dat met een rechtste coalitie beter te doen. Die keuzes gingen ook over het kapot bezuinigen van onderwijs en innovatie. Die keuzes gingen ook over een compleet kapot ondernemersklimaat, omdat de stikstofcrisis niet wordt opgelost. Die keuze ging ook over de verdere verharding in de samenleving door de manier waarop uw kabinet is omgegaan met Gaza, met demonstraties in Nederland en met een heel verhit maatschappelijk debat. Dus ik stel u eigenlijk nogmaals de vraag: als u nou terugkijkt op de afgelopen anderhalf jaar, was er dan geen enkel moment waarop u dacht "dit had ik anders kunnen doen"?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Bedoelt de heer Jetten dat ikzelf de stekker eruit had moeten trekken? Is dat wat hij zegt? Wat bedoelt hij met de vraag of ik het zelf anders had kunnen doen? Ik ben in een coalitie gestapt. Daar sta ik achter. Ik geloof er heel erg in dat je in een democratie ruimte geeft en vervolgens kijkt wat de kiezer vindt, daarvan leert en daarnaar luistert. Als er één partij is geweest die zich dat zeer heeft aangetrokken en daarvoor ongelofelijk veel shit over zich heen heeft gekregen, dan is dat de VVD. Dat is gebeurd omdat we hebben gezegd dat we dit op onszelf gaan betrekken, dat we ons gaan herpakken, dat we onze rol hierin gaan nemen door te kijken wat onze verantwoordelijkheid is. De heer Jetten was erbij toen ik die ladingen over me heen kreeg. Ik heb daar gestaan, want ik vond het belangrijk om die verantwoordelijkheid te pakken. Terwijl ik dat aan het doen was, werd er non-stop gezegd: het is de VVD geweest. Het is nu nog steeds de VVD. Dat mag. Dat is allemaal prima. Maar wij als VVD'ers zijn niet rücksichtslos in een kabinet gestapt en dachten: we doen het zoals we het altijd deden. We hebben het heel bewust anders willen doen voor de kiezer. Op papier hadden we ook goede hoop om te geloven dat dat zou lukken. Wat betreft de steun aan Oekraïne, steun aan onze defensie, steun aan onze ondernemers, waar ik D66 overigens nooit op heb gezien, steun aan hardwerkend Nederland, aan de middengroepen, hebben wij geleverd. We staan daar. Ik had daar zo veel meer op willen leveren. Ik weet dat al die onderwerpen, als er straks nieuwe verkiezingen zijn en hier een linkse meerderheid ontstaat, de prullenbak in kunnen. Dat doet mij pijn. Dat is wat het is. Daarom had ik gewild dat dit kabinet wel was doorgegaan, ondanks het harde werken in soms ontzettend moeilijke omstandigheden, waar iedereen getuige van is geweest.
De heer Jetten (D66):
Ik heb even niet de citaten bij me, maar we hebben gisteren echt een enorme rij aan VVD'ers gezien die ontzettend zware woorden gebruikten voor de kabinetsval en de situatie waarin we nu zitten. Mevrouw Yeşilgöz zegt hier nu eigenlijk gewoon doodleuk: "Ik had door gewild met dit kabinet. Ik had door gewild met dit kabinet van amateurs en ruziemakers dat nog helemaal niets voor elkaar heeft gekregen." U heeft zelf de keuze gemaakt om de deur voor Wilders open te zetten en u geeft hier toe dat u het morgen weer zou doen. Hier bij de interruptiemicrofoon staan drie partijleiders, van CDA, ChristenUnie en D66, die met de VVD samen meer grip op migratie wilden krijgen. Het waren misschien niet de 58 maatregelen uit uw hoofdlijnenakkoord, maar het waren er 56 of 55. Het waren 55 maatregelen om asociale asielzoekers aan te pakken, om sneller te beslissen of iemand hier mag blijven of terug moet, om ervoor te zorgen dat mensen die hier wel mogen blijven de taal leren en meedoen en dat we meer grip krijgen op arbeidsmigratie om die overlast in onze buurten aan te pakken. 55 van de 58 maatregelen had u met ons kunnen uitvoeren, maar u koos er bewust voor in een tijd van oorlog en dreigende economische crisis om een experiment aan te gaan met de heer Wilders en tot op de dag van vandaag bent u daar trots op.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Applaus, denk ik. Nee? Dat dacht ik. Ik dacht het echt. De handen gingen omhoog. Ik bedoel het niet lullig. Sorry, sorry, sorry.
Ik doe er heus aan mee dat de campagne begonnen is, maar ik denk wel dat het goed is om naar te kijken naar waar we nu voor staan. De feiten zijn dat er straks, wat mij betreft heel snel, nieuwe verkiezingen komen. De feiten zijn dat er ontzettend veel goede plannen op de plank liggen waarvan ik vind dat we er vaart mee moeten maken. Als de heer Jetten zegt dat we bij nader inzien aan hem de beste partner ooit hadden op migratie, dan is mij dat ontgaan in het verleden. Maar er komen nu heel veel maatregelen richting de Kamers om ervoor te zorgen dat we kunnen leveren. Ik verwacht van D66 volle steun, zeker na deze speech. Dit kabinet kan ook nog bezig zijn met het versterken van onze defensie, het trots staan tijdens de NAVO-top en allerlei andere zaken. Mijn betoog begon en eindigt met het volgende. Nou ja, het eindigt er niet helemaal mee, want er komen nog interrupties, maar ik zal het herhalen. Ik hoop dat we de samenwerking met elkaar gaan vinden, want behalve deze Kamer hebben we ook nog de Eerste Kamer. Ik vind echt dat mensen thuis het verdienen dat we het niet alleen in het debat over hen hebben — het is helaas nog niet echt over de mensen thuis gegaan — maar dat we daar ook zeker in ons handelen en leveren voor gaan. Nee, mevrouw Bikker, het is daar nog niet over gegaan. Dat komt zo, hoor ik. Oké.
De heer Bontenbal (CDA):
Mevrouw Yeşilgöz was complimenteus over partijen die zich heruitvinden. Ik zou dat de VVD eerlijk gezegd ook gunnen, zeker om het politieke midden weer sterker te maken. Mevrouw Yeşilgöz had het ook over fouten maken. Ze gaf toe dat er fouten worden gemaakt, maar ze zei dat ze geen spijt had. Er is een link tussen fouten maken en spijt hebben. Die link is namelijk dat je verantwoordelijkheid neemt voor de fouten. Dat is de link. Mensen die fouten maken en geen spijt hebben, denken dat ze niet verantwoordelijk zijn voor hun fouten. Wij hebben als partij, als fractie geleerd. Een van de dingen die we geleerd hebben, is om veel eerlijker te zijn over wat we vinden en wat we niet vinden, om dat eerlijker naar kiezers uit te leggen, ook als daar moeilijke maatregelen tussen zitten. Een van de dingen die ik niet eerlijk vind op het moment waarop het kabinet valt, is dat er gezegd wordt: wij waren het grotendeels met die maatregelen eens. Zou u niet eerlijk moeten zeggen dat u het met een heel aantal van die tien maatregelen gewoon niet eens kon zijn? U kunt ook niet zeggen dat het maar één zinnetje was, want collega Wilders heeft een hele pdf gemaakt met de maatregelen, met de uitleg erbij. U wist dus heel goed wat hij bedoelde, maar u was het er niet mee eens. Moet je dan niet eerlijk tegen kiezers zeggen: er zijn inderdaad tien maatregelen gepresenteerd, maar een heel aantal konden niet of gingen in tegen verdragen of tegen de rechtsstaat of willen we gewoon niet? Is dat niet een veel eerlijker verhaal naar kiezers?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Als dat het geval was, dan hadden we dat gezegd. Maar ik gaf net aan dat ik zelfs een motie bij me had. Ik heb die niet kunnen delen. Ik heb mijn zin niet eens af kunnen maken, want het was al besloten dat Geert Wilders weg zou lopen. In die motie stond: werk al deze tien punten uit en wij zijn voor alles wat kan en wat de instroom helpt beperken. Dat stond daar gewoon. Dat zijn wel de feiten. De heer Bontenbal kan ervoor kiezen om dat niet te geloven, maar het is niet helemaal fair om zijn mening daarover op mij te plakken en te zeggen dat wat ik zeg niet waar is. Die motie was er gewoon. Drie partijen hebben heel nadrukkelijk uitgesproken: wij staan de politiek niet in de weg. Hij kwam bij ons om te vragen of we die politiek in de weg stonden. Sterker nog, wij spraken commitment uit. Sterker nog, ik heb als VVD mijn commitment op papier gezet. Maar het werk moet wel gedaan worden. Dat is vrij logisch. Ik zei aan het begin al dat de heer Bontenbal gelijk heeft: als er dan dingen zijn die niet kunnen, dan kijk je of je het werkend kunt maken of je zegt dat het niet wenselijk is en dat je iets anders wilt. De heer Wilders gaf in zijn betoog in de pers en aan tafel aan dat het niet over alle tien de punten hoefde te gaan. Er was sowieso geen reden om weg te lopen, maar de gesprekken gingen helemaal niet in een discussiërende vorm alsof er een groot verschil van mening was, want dat was er niet.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik denk dat dat er wel was. Ik denk dat de motie een klassiek Haags trucje was. Wij weten hier allemaal dat het vaak gebeurt dat iets in een proces wordt geduwd, namelijk door een motie te maken om het uit te zoeken en tijd te kopen. Dan komt er vanzelf uit dat dingen niet kunnen. Dat is wat er gebeurt. Dat trucje wordt hier heel vaak uitgehaald. Misschien hebben wij er zelf ook weleens aan meegedaan. Maar dat is wat er feitelijk gebeurt. U weet dat u heel veel van die maatregelen waarschijnlijk niet voor de kap kon nemen. Wilt u azc's sluiten op het moment dat je de Spreidingswet en de voorrang voor statushouders niet in de lucht hebt gehouden, met als consequentie dat die mensen onder de brug gaan slapen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Nee, natuurlijk niet.
De heer Bontenbal (CDA):
Precies, die maatregel wilt u niet. Wilt u de grenzen direct dicht voor alle asielzoekers? Dat wilt u ook niet, want u weet dat er internationale verdragen zijn waardoor dat niet kan. Alle Syriërs terug zonder dat er een landenrapport is dat zegt dat Syrië veilig is? Wil de VVD de Syriërs nu zonder dat landenrapport terugsturen? Wees daar eerlijk over. U heeft die keuze nog niet gemaakt. Zeg dan gewoon eerlijk: "Er waren tien maatregelen en we wilden daar best wel naar kijken, maar er zaten ook dingen in die eerder waren afgeschoten, die niet konden, die tegen de rechter zouden oplopen. Ja, we willen een strenger migratiebeleid. Dat doen we via die twee asielwetten en via het Migratiepact, maar collega Wilders vraagt iets wat niet kan. Dat doet hij voor de bühne." Maar ga dan ook niet voor de bühne zeggen: we steunen het en er was geen probleem. Diezelfde vraag ga ik ook aan NSC en de andere partij stellen, want dit ging ook tegen de rechtsstaat in. Wees daar nou gewoon eerlijk over.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Wat een lang betoog. Stel mij gewoon de vraag hoe ik erin zat.
De heer Bontenbal (CDA):
Mijn tweede interruptie en de betogen van u waren een stuk langer. Dus succes!
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Er was geen fundamenteel verschil van inzicht. De heer Bontenbal haalt een aantal punten aan. Hij had niet alleen dat lijstje moeten lezen, maar ook mijn verkiezingsprogramma. Wij hebben zelf eerder gepleit voor een asielstop. We hebben zelf eerder gepleit voor een ambtsbericht. Wij hebben zelf eerder gezegd dat Syriërs terug moeten gaan naar veilige gebieden. Als je al die punten zo doorloopt, zit er in de kern alles in waar de VVD al eerder om heeft gevraagd of heel goed kan begrijpen waarom het gevraagd wordt. Maar terecht horen daar nadere vragen bij, bijvoorbeeld bij "alle grenzen dicht en er moeten overal militairen staan die daar de boel bewaken". Onze militairen, de KMar, de marechaussee, zijn doorgaans geen mensen die aan het breien zijn en ergens aan het wachten zijn totdat ze een opdracht krijgen. Mijn vraag zou dan ook zijn: ik snap het, maar waar vind je dan dat er ergens minder veiligheid kan, dat die mensen daar weg kunnen en vervolgens langs de grens moeten? Een ander punt van de VVD als het gaat over grenzen: wij snappen de maatregel, maar wat betekent het voor onze ondernemers? Als je zo'n gesprek wilt en de gesprekspartner zegt "daar wil ik het allemaal niet over hebben, want nu werk je me tegen", dan gaat het niet over de daadwerkelijke uitvoering van een maatregel. Dan gaat het erover dat je een aanleiding zoekt om weg te lopen. Wat mij tegenvalt, is dat de heer Bontenbal volledig in het frame van de PVV stapt en echt denkt dat het daarover ging. Eén ding: dit ging niet over asiel. Was het maar zo, dan was het kabinet niet gevallen.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik stap niet in het frame van de PVV, want de PVV is weggelopen voor de verantwoordelijkheid. Ik heb, net als mijn collega's, tientallen interviews gegeven. In elk interview heb ik gezegd dat het laf is om weg te lopen voor je verantwoordelijkheid. Dus ik snap wat er gebeurd was. De PVV was overduidelijk uit op een kabinetsval. Dat heb ik overal gezegd. Mijn punt is dat u niet eerlijk bent over die tien punten. U geeft zelf in uw beantwoording ook allerlei tegenvragen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat heb ik ook in de media gedaan.
De heer Bontenbal (CDA):
"Ik zou van meneer Wilders willen weten ..." enzovoorts. Zeg dan niet dat je het met die tien punten eens bent. Zeg dan gewoon: "We willen er misschien wel naar kijken, maar we zien wel wat bezwaren. Sommige zijn eerder al afgevallen, sommige zijn moeilijk omdat er nog zoiets als de rechtsstaat bestaat. Politiebewaking bij de grenzen, dat kun je moeilijk bij ruim 300 grensovergangen doen. O ja, de rechter in Duitsland vond er ook wat van." Wees eerlijk en zeg dat je niet zomaar achter die tien maatregelen staat, maar dat je ernaar wilt kijken. U zegt echter: er was niets aan de hand, we konden zo tekenen; we hadden ze via een motie kunnen indienen en klaar is Kees. Dat is geen eerlijke weergave van de feiten.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik begrijp dat de heer Bontenbal een verhaal hierover heeft bedacht dat het niet eerlijk is. Dit zijn allemaal dingen die ik de afgelopen 24 uur in de media heb gezegd, maar ook, ietsje belangrijker, aan die tafel. Dit is gewoon mijn verhaal. De heer Bontenbal kan ervoor kiezen om dat hele deel niet te horen en daarna triomfantelijk te zeggen dat ik niet eerlijk ben, maar dit is mijn verhaal. In essentie snap ik al deze punten. Ik zeg er letterlijk bij: alles wat kan en wat de migratie naar Nederland kan verminderen, daar ben ik voor. Laten we het daarover hebben. Een aantal van die punten staan in mijn eigen verkiezingsprogramma. Een aantal punten, zoals de heer Eerdmans of de heer Baudet aangaf, staan zelfs in het hoofdlijnenakkoord. Ik heb dus ook gevraagd: wat wil je dat ik doe, dubbel onderstrepen? Wat voor gesprek hebben we hier? Nogmaals, als de heer Bontenbal toch doet alsof het over asiel ging, mag dat, maar dat is dus niet aan de orde. Al deze randvoorwaarden en vragen heb ik genoemd aan tafel, in de media gisteren en in dit debat. Dat is helemaal geen geheim en dat heeft niets meer eerlijk of oneerlijk te maken. Dat is degelijk beleid vormgeven. Als je zegt dat je echt het verschil wilt maken in dit land, dan wil je ook weten hoe dat vervolgens kan. Als de heer Bontenbal dit allemaal zo ongelofelijk belangrijk vindt — en ik geloof hem — dan hoop ik echt op zijn steun. Want ik ga als een malle aan het werk om ervoor te zorgen dat we al die maatregelen die in het hoofdlijnenakkoord staan, gaan uitvoeren. Ik reken op steun van het CDA hier en in de Eerste Kamer. Niet alleen als het gaat over minder mensen hiernaartoe, maar ook als het gaat over je gedragen als je hier eenmaal bent. Dat zijn de momenten waarop ik het CDA het meest heb gemist de afgelopen tijd. Laten we hebben over een nieuwe wind, een nieuw hoofdstuk. We zijn allebei relatief nieuwe leiders. Ik reken op de heer Bontenbal. Want als je hier zo'n groot punt van maakt, dan verwacht ik straks steun.
De heer Bontenbal (CDA):
Dat is een klassiekertje van mevrouw Yeșilgöz. Dat doet ze de laatste tijd vaak. Ze gaat vertellen wat het CDA allemaal verkeerd doet. Wij hebben de afgelopen anderhalf jaar op cruciale momenten het kabinet gesteund. Ik was allang bezig met de voorbereiding van die asielwet. U heeft ons verkiezingsprogramma ook gelezen. Doe nu niet alsof wij geen grip op migratie willen. Dat weet u. U weet ook dat toen het pakket in het vorige kabinet werd samengesteld, dat de VVD samen met het CDA soms tegenover de andere twee partijen stonden. Maak hier nu geen frame van, waarvan u weet dat het niet klopt. Het verziekt ook de verhoudingen, die straks juist weer nodig zijn. Ik merk het ook in dit debat. Er wordt keihard op elkaar ingehakt, maar ik weet zeker dat u straks ook weer met de heer Timmermans moet gaan praten om wellicht een coalitie te gaan vormen. Waarom zijn we niet eerlijker tegen elkaar en zorgen we ervoor dat de verhoudingen een beetje goed blijven. Na een verkiezingscampagne zal er een kabinet moeten komen dat de rotzooi van het huidige kabinet gaat opruimen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik ben het helemaal eens met de heer Bontenbal. Dat zei ik ook al in mijn inbreng. Ik eindigde er zelf mee: ik hoop ook dat we breed gaan samenwerken, veel beter dan we de afgelopen tijd hebben gedaan, om dingen voor elkaar te krijgen. Als je eerst een heel betoog houdt over dat ik niet eerlijk ben en vervolgens moet aanhoren en toegeven dat het gewoon mijn verhaal was en dat het wel het eerlijke verhaal was, moet je daarna niet zeggen dat ik de mensen wegzet. Dan wordt het wel een beetje ingewikkeld. Je kunt niet heel vaak "eerlijk" en "fatsoen" zeggen en dan fatsoenlijk overkomen. Het moet ook in je antwoorden zitten.
Het gaat hier niet alleen over minder mensen deze kant op. Ik ben ontzettend blij dat we op dat punt nog steeds de steun van het CDA hebben, want het wordt straks ongelofelijk belangrijk of er in de Eerste Kamer een meerderheid is voor de wetten waar we nu heel hard aan gaan werken. Maar het er gaat ook over dat de mensen die hier zijn zich vervolgens goed aanpassen aan de vrije normen die we hier met elkaar hebben. Dat zijn de momenten waarop ik het CDA het meest heb gemist, bijvoorbeeld toen het ging om het toezicht op informeel onderwijs, gebedsoproepen en het aanpakken van demonstraties. Er zijn zo veel punten waar het CDA ons vervolgens niet hielp. Maar ik pak deze uitgestoken hand aan en ik ga het CDA de komende tijd heel vaak opzoeken als partner.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik heb een poos staan luisteren en ook al die interviews bekeken. Het is helder dat collega Yeşilgöz zegt: Wilders liep weg en dat is de oorzaak van de val van dit kabinet. Ik heb de balans opgemaakt van dit kabinet en ondertussen onder meer veel ondernemers gesproken. Die zouden niets liever willen dan weer kunnen investeren en zekerheid hebben over het beleid in de komende jaren als het gaat om stikstof, klimaat en het energienetwerk. Zij zien hoe dit spaak loopt in de samenwerking van deze partijen. We hebben gezien dat de PVV nooit een stevige economische agenda heeft neergelegd. Op defensie hetzelfde verhaal. Het is keihard nodig dat onze defensie wordt versterkt, want de NAVO staat onder druk. Maar in elk debat in de commissie Defensie hangen PVV en BBB achterover en zeggen zij: we zien nog wel of daar extra in geïnvesteerd moet worden. Hoe kan mevrouw Yeşilgöz trots zijn op dit rechtse kabinet, als op al deze punten juist die kerndingen, een gezonde economie en een stevige defensie, continu onder spanning stonden?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat die dingen in debatten onder spanning staan, herken ik. Ik weet dat er gisteren weer een motie over het investeren in defensie niet gesteund is door die kant van de Kamer. Als je naar de feiten kijkt, zie je dat we het in één jaar als VVD voor elkaar hebben gekregen, met steun van anderen, dat er 4 miljard euro is geïnvesteerd in defensie. Dan wil ik de vraag stellen: wanneer is dat eerder gebeurd?
Als het gaat om de steun aan Oekraïne: we hebben 3,5 miljard euro vrij kunnen maken dankzij steun van onze partners in de Kamer die dat belangrijk vonden. Laat het duidelijk zijn: in een democratie doe je nooit iets in je eentje, zeker niet in Nederland.
Als het gaat over de versterking van de economie: ik had die versterking graag doorgezet in het kabinet, zodat we daar harder aan hadden kunnen werken. Hier zit een vicepremier, Sophie Hermans, die met een heel actieplan is gekomen om de industrie te redden en om die hier te houden. Zij heeft daar heel veel tijd, moeite en geld in gestoken. Ik had het haar erg gegund om haar werk in de komende jaren af te kunnen maken.
Op belangrijke dingen die mevrouw Bikker en ik echt met elkaar delen, vind ik dat we fundamentele stappen hebben gezet, met dank aan partijen als de ChristenUnie. Ik had het graag af willen maken. Inderdaad, als je inzoomt op debatten en ziet wat de rollen van de verschillende partijen waren, zie je heel grote verschillen. Maar vanuit mijn perspectief heb ik die partijen gehouden — andere partijen zullen dat ook zeggen in mijn richting — aan de afspraken die ik heb gemaakt op mijn liberale basiswaarden. Die gaan over veiligheid hier, internationale veiligheid, welvaart en in vrijheid jezelf kunnen zijn. Daar heeft iedereen zich aan gehouden. Ik ben trots dat we dat voor elkaar hebben gekregen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Of het nou gaat over de economie of over defensie, het is te danken aan het vrolijke christelijke midden dat er vaart is gemaakt, niet omdat we een rechtse wind mee hadden, maar ondanks dat we een rechtse wind tegen hadden. Laten we er dus helder over zijn: het komt niet door het kabinet, maar doordat een deel van de Kamer de verantwoordelijkheid voelde om niet tegenover het kabinet te gaan staan. Ik weet nog hoe ik tegen minister-president Schoof heb gezegd: u heeft niet de steun van alle mensen in uw coalitie, maar wij zullen er staan vanuit de verantwoordelijkheid voor dit land. En dat blijft zo. Zo is mijn partij. Wij zijn constructief, zelfs als er in het verleden dingen zijn gebeurd waarvan je denkt: minder handig onderling.
Daarover een vraag. Op migratie is het nu gruwelijk mislukt met Wilders. Hij is weggefietst, als een haas ervandoor gegaan. In 2012 hebben we ook zoiets gezien. Toen ging hij zo snel dat zijn chauffeur nog niet eens klaarstond. Nu was dat wel het geval, denk ik. Maar in 2012 was de VVD wel helder: dit doen we ons land niet meer aan; dit gepruts nooit weer. Wat is het heldere antwoord van mevrouw Yeşilgöz op deze vraag? Dit gepruts nooit weer?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik vind dit een heel faire en terechte vraag van mevrouw Bikker. Ik heb daar vandaag voor u — dat heeft u mij ook overal horen zeggen, dus dat zal u niet verrassen — nog niet het antwoord op. Waarom niet? Dit is 24 uur geleden gebeurd. Ik vind het heel heftig. U heeft mij tweeënhalf jaar geleden, rond de verkiezingen, horen zeggen dat ik geen kiezers en geen partijen wil uitsluiten. Vervolgens heeft de kiezer gesproken en zijn we in deze coalitie gekomen. Ik neem de stem van de kiezer ontzettend serieus. Ik zie ook dat Geert Wilders die stem vervolgens wederom gewoon in de prullenbak gooit, wegloopt en al die mensen die op die 37 zetels hebben gestemd, gewoon in de steek laat. Wederom inderdaad. Voor ons was het een soort déjà vu. Tien punten: alles zie je terug. Ik wil daar goed over nadenken omdat het een grote stap is. Ik vind dus de vraag heel fair en ik snap dat die vandaag gesteld wordt, maar ik ga daar vandaag nog geen antwoord op geven, omdat we daarover gewoon goed met elkaar moeten nadenken en dat goed moeten wegen. Dat is oprecht waar ik nu sta.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank voor dat eerlijke antwoord. Maar het bevreemdt me wel. Waarom? Omdat ik zie dat mevrouw Yeşilgöz op defensie en economie — kernpunten die net zo goed keihard nodig zijn in dit land, zeg ik vanuit het rustige maar vrolijke christelijke midden — op verschillende plekken in de Kamer niet een-op-een haar programma terugvindt, maar daar verschillend op reageert. Aan de ene kant, waar meneer Timmermans zit, is ze glashelder en zegt ze: nee, nee, nee, alsjeblieft niet. Maar als Wilders op defensie niet levert, dan zegt ze dat nog niet en blijft haar deur openstaan voor verder gepruts. Ik snap dat gewoon niet na deze ervaringen! 2012 was helder. Toen was het ook heel duidelijk: geen populisten aan de macht, want wie wind zaait, zal storm oogsten. Maar nu laat Yeşilgöz opnieuw de deur op een kier. Dat kan toch niet? Dat zal ze toch binnen nu en vijf minuten zelf ook beamen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Mevrouw Bikker haalt hier nu, met alle respect, een paar dingen door elkaar. Ik heb met de coalitie die tot gisterochtend bestond, afspraken gemaakt. Daar heb ik zwart-op-wit afspraken mee gemaakt. Dat betekent dat mijn enige focus op die afspraken was. Als je dan zegt "de partijleiders blijven in de Kamer", dan kan elke leider in de Kamer het debat voeren zoals die zelf wil. Mij gaat het erom of je je houdt aan je afspraken. Over defensie zijn de afspraken ontzettend helder. Over Oekraïne zijn ze ontzettend helder. Over niet-nivelleren zijn ze ontzettend helder. Ik moet er elke keer voor knokken, maar ik kan erop terugvallen. Nu gaat het over een toekomstige constructie. Ik ben niet klaar om dit land aan links over te leveren. Ik heb gisteren gezien dat de heer Timmermans heel duidelijk was. "Ik ga mijn steun niet uitspreken voor 3,5% voor defensie." Dan zit ik dus weer met iemand aan tafel — zoals ik dat onlangs ook deed — die gewoon geen zin heeft om zich in te zetten voor onze veiligheid, nationaal en internationaal. Dat zijn dan de feiten. Dus zeg ik: we hebben straks verkiezingen. Dan gaan we weer kijken. De vraag van mevrouw Bikker hoe ik terugkijk, is heel fair. Voor het antwoord daarop heb ik even tijd nodig maar daar kom ik sowieso bij haar en bij de rest van Nederland op terug. Dat is logisch. Maar het verschil is: met de coalitie had ik afspraken gemaakt waar ik op terug kon vallen en dit gaat over de toekomst, terwijl je die afspraken nog niet hebt. Het is niet zo dat ik denk "die wel en die niet". Het lijkt me allebei geen feestje, kan ik u zeggen.
De voorzitter:
Ik wil korte vragen en korte antwoorden. Ik denk dat een hoop al gezegd is.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, ik ga mijn best doen. Still confused but on another level. Ik zal dat even vertalen voor mevrouw Van der Plas. Ik ben nog steeds enigszins verbaasd, maar ... Mevrouw Van der Plas vroeg vanuit de bankjes "mag ik een vertaling?" en licht nu van alles toe, maar daarover hebben we het later wel. Hoe dan ook, voor mij geldt "ik ben nog steeds verbaasd, maar op een ander niveau", zeg ik speciaal voor mevrouw Van der Plas en voor ons allemaal.
De voorzitter:
Ter zake.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Terug ter zake. Hoezo "Wilders is linkser dan die kant van de Kamer, op de SP na, als het gaat om het steunen van defensie of om het opbouwen van de economie"? Ik heb dat niet gezien. Ik snap de keuzes van de VVD op dit punt echt voor geen meter en ik zou zeggen: juist het vrolijke midden heeft de laatste tijd laten zien, ook als er wind tegen is en dit land gepolariseerd is, dat wij daar stevig voor gaan. Kom op, trek een been bij en word verantwoordelijk!
De voorzitter:
Kort antwoord.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ja, heel kort. Het is natuurlijk niet zo dat het VVD-keuzes zijn. Het is de kiezer die kiest. Vervolgens ga je kijken wat daar uitgekomen is, wat de kiezer heeft gezegd, wat mijn rol daarin is en of ik daar mijn plek in kan vinden. Dat is hoe dit allemaal werkt. Het is dus straks aan de kiezers om te zeggen welke wind ze hier in Nederland willen hebben. Ik denk dat de kiezer wederom zal vragen om een midden-rechtse stroming. Ik hoop dat we daar straks een meerderheid voor krijgen, met inderdaad mensen die de verantwoordelijkheid willen nemen en ook dragen voor een stabiel bestuur.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Korte vraag. Denkt mevrouw Yeşilgöz dat de kiezer op zijn achterhoofd gevallen is? Dat denkt ze niet. Denkt ze dan misschien dat de kiezer het zo druk heeft dat die niet doorheeft dat mevrouw Yeşilgöz maar met één ding bezig is, namelijk uitstralen dat zij de volgende premier van Nederland kan worden? Ze is immers zo voor de veiligheid! Denkt zij dat de kiezer even vergeten is dat mevrouw Yeşilgöz en de heer Rutte het vorige kabinet lieten klappen op een gezocht thema, leugens ook nog eens, nareis op nareis, overdrijving op overdrijving, in de hoop dat de verkiezingen over migratie zouden gaan en dat de VVD de grootste zou worden? Dat lijkt me een strategische misrekening; misschien kan je dat een keer toegeven. Maar vervolgens heeft de VVD door die strategische misrekening Wilders extreem groot gemaakt. De huidige demissionair minister van Defensie was de eerste die erover begon: we moeten samenwerken met Wilders. Het was allang bekend dat hij een Poetinvriend was. Daar spreekt mevrouw Yeşilgöz nú schande over. Ze heeft het nú over: "in deze tijden", "veiligheid" en "het belang van Nederland". Ze is gewoon willens en wetens in een coalitie gestapt, nadat ze Wilders zelf groot had gemaakt, met iemand op wie je niet kan rekenen in de strijd tegen het dictatoriale regime van Poetin in Rusland en de inval in Oekraïne. Denkt mevrouw Yeşilgöz misschien dat als ze zich maar laat fotograferen in een keurig wit bloesje met een straaljager op de achtergrond, heel Nederland dan gelooft dat de veiligheid bij haar in goede handen is, terwijl ze voor haar eigen belangen bereid is om Wilders groot te maken en in een coalitie met hem te stappen, terwijl ze daar zelf haar zorgen over uit omdat hij met Poetinvrienden op het podium staat?
Nou, en dan trekt ze dit gezicht. Denkt ze dat de kiezer daar intrapt? Want dit krijgen we altijd als je moeilijke vragen stelt.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Goed. Welkom terug, mevrouw Ouwehand. Ik heb u gemist.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, en deze zucht. Dank je wel.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat was 'm.
De voorzitter:
U mag nog een vraag stellen, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik krijg geen antwoord, geloof ik. Dit is het?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dit is het, ja.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Oké, oké. Nou, dan denk ik dat de kiezer genoeg heeft gezien.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ja, dank u wel. Dat denk ik ook.
De heer Van Baarle (DENK):
Mevrouw Yeşilgöz had het erover dat zij pal staat voor de liberale kernwaarden van jezelf kunnen zijn en dat zij gelooft dat er in de afgelopen tijd niks is gebeurd in de regering en in de coalitie dat die kernwaarden zou hebben geschonden. Alleen al in de afgelopen periode heeft Wilders gezegd dat de islam een gevaarlijke ideologie is en dat er minder islam moet zijn. Mevrouw Yeşilgöz wist dondersgoed dat de heer Wilders de Koran wilde verbieden en moskeeën wilde sluiten. Als je hier pretendeert te staan voor jezelf kunnen zijn, maar tegelijkertijd gewoon samenwerkt met een politieke partij die dit soort verschrikkelijke dingen zegt over meer dan 1 miljoen Nederlandse moslims en het ook nog betreurt dat die samenwerking is gestopt, dan vraag ik mevrouw Yeşilgöz: dan ben je toch geen liberaal, maar een nepliberaal, die geen haar beter is dan de PVV van Wilders?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Wij hebben met deze coalitie een hoofdlijnenakkoord gesloten. Daar hebben we onze liberale basiswaarden in kunnen verankeren. Daar hebben ook andere partijen overigens heel goed aan bijgedragen. Vervolgens zijn we daarmee aan de slag gegaan. Wat politieke leiders of Kamerleden in de Kamer zeggen, wat voor politiek debat zij voeren … Het is uiteraard vaak niet mijn tekst. Ik zeg "uiteraard", want ik hoor bij de VVD. Ik heb dus veel meningsverschillen met andere partijen. Zoals het hoort in een democratie, ga je vervolgens met elkaar het debat aan. Ik ben verantwoordelijk voor wat dit kabinet doet, voor wat ik heb afgesproken. Daar zijn de liberale basiswaarden over onze vrijheid en veiligheid ongelofelijk goed in verankerd. Daar ben ik zeker trots op.
De heer Van Baarle (DENK):
Er is helemaal niks verankerd in wat mevrouw Yeşilgöz en de VVD in de afgelopen periode hebben gedaan door gewoon te accepteren dat er ministers in het kabinet zaten die de racistische omvolkingstheorie hebben verspreid, dat binnen de coalitie gezegd werd dat de islam een gevaarlijke ideologie is, dat er minder islam zou moeten zijn, en dat er gewoon openlijk gepleit wordt voor maatregelen tegen het geloof van meer dan 1 miljoen Nederlandse moslims. Mevrouw Yeşilgöz heeft haat normaal gemaakt, heeft haat in de macht gebracht en heeft haat in de regering gezet. Ik vraag aan mevrouw Yeşilgöz om daar verantwoording voor af te leggen, want ik heb de afgelopen tijd geen enkele keer van de VVD gehoord dat ze daartegen in verzet kwamen. Ze hebben het allemaal geaccepteerd, over de rug van meer dan 1 miljoen Nederlandse moslims. Ik vind dat cynische, schaamteloze politiek, die er alleen maar op gebaseerd is om in vak K te kunnen zitten over de rug van mensen in Nederland.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Mijn antwoord is drieledig. Ten eerste. Ik heb net geprobeerd om het inhoudelijk te beantwoorden, gewoon door de interruptie serieus te nemen, zoals dat hier uiteraard hoort.
Vervolgens neem ik er aanstoot aan dat de heer Van Baarle altijd doet alsof hij namens 1 miljoen moslims spreekt. Ik kan hem verzekeren dat dat niet zo is. Dat zijn allemaal Nederlanders die zelf kunnen bepalen op wie ze stemmen en tot welke stroming ze behoren. Er zitten ongelofelijk veel liberalen tussen, die niks moeten hebben van de politiek van DENK. Dus misschien moet hij daar een beetje in matigen, want ik weet dat mensen er echt last van hebben dat de heer Van Baarle met zijn gedachtegoed doet alsof hij al die mensen vertegenwoordigt. Dat is niet aan de orde.
Ten derde. Ik heb eerder gezegd ... Daarom heb ik me bij de eerste interruptie bewust ingehouden en inhoudelijk antwoord gegeven, omdat ik niet sleets wil worden en het continu hiernaartoe terug wil brengen. Het doet mij wat dat DENK elke keer denkt een punt te kunnen maken van het feit dat zij vinden dat anderen racistisch zouden zijn, terwijl DENK de partij is die hier Kamerleden racistisch heeft bejegend, terwijl DENK de partij is die ervoor heeft gezorgd dat mensen in onveiligheid leefden door wie ze zijn, door hun identiteit, door waar ze geboren zijn. DENK is de partij die in dit huis haatdragende leuzen wil kunnen vertegenwoordigen en uiten. DENK is de partij die een verdienmodel heeft gemaakt van mensen uitsluiten, aanwijzen en er vervolgens voor zorgen dat zij in onveiligheid leven. DENK heeft meerdere malen in de bestaansgeschiedenis van DENK aangegeven: maar nu doen we het anders. Ik constateer tot en met vandaag dat dit allesbehalve waar is. U wast het iets beter wit, maar u doet het nog steeds.
De heer Van Baarle (DENK):
Allereerst: ik heb nooit gepretendeerd voor welke groep in Nederland dan ook te spreken. Dat heb ik nooit gepretendeerd. Wat ik constateer is dat mevrouw Yeşilgöz door samen te werken met de PVV, die de meest verschrikkelijke standpunten heeft over de islam en Nederlandse moslims, de rechten van moslims in Nederland bij het grofvuil heeft gezet in ruil voor de macht. Dan kan mevrouw Yeşilgöz met allemaal verwijten in de richting van mij komen, maar DENK werkt niet samen met racisten in dit parlement. Dat doet mevrouw Yeşilgöz. DENK werkt niet samen met moslimhaters en islamhaters in dit parlement. Dat doet mevrouw Yeşilgöz. DENK werkt niet samen met mensen die de omvolkingstheorie, een racistische theorie van de nazi's, verspreiden. Dat doen mevrouw Yeşilgöz en de VVD. Leid de aandacht daar niet vanaf. Ga u schamen. Ga u schamen voor de manier waarop u haat in dit land, in de regering heeft gebracht en heeft genormaliseerd.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dan ga ik toch iets terug, niet zo heel ver trouwens, in de tijd. DENK hoeft niet samen te werken met anderen. DENK doet het zelf. DENK is degene die hier, voor camera's van buitenlandse televisiezenders, zegt: "Weet je bij wie je eens verhaal moet gaan halen? Bij dat Kamerlid en dat Kamerlid en dat Kamerlid." Hij noemt vervolgens vijf Kamerleden die allemaal niet in Nederland zijn geboren, maar die toevallig in Turkije zijn geboren, en hij zegt in de camera tegen al die mensen: je moet eens verhaal halen, want zij zijn degenen die voor een motie hebben gestemd om de Armeense genocide te erkennen; hoe kunnen ze dat, hoe durven ze dat, terwijl ze in Turkije zijn geboren?
DENK zegt dus tegen Kamerleden, Nederlandse parlementariërs: gedraag je naar je kleur en anders weet ik je te vinden. En dat werkt ook zo. Vervolgens werden die vijf Kamerleden, waar ik er een van ben, jarenlang bedreigd door de achterban van DENK. Hoe weet ik dat? Het werd nogal helder gezegd. Ik kon in mijn eigen stad niet vrij over straat. DENK weet dat. Ik heb het gemeld. Ik heb het gezegd. Ik heb gezegd dat hij misschien eens richting zijn achterban moet zeggen: jongens, dit hebben we niet zo bedoeld. Nooit gebeurd. Dit is één voorbeeld. Ik kan fast forward naar nu en ik kan het vervolgens hebben over de gedachten van DENK, over hoe men bij DENK kijkt naar Joden, naar Joden hier in Nederland.
We kunnen dit verhaal rondmaken. Ik kom niet op voor het gedachtegoed van de PVV. De heer Wilders weet dat ik daar helemaal niks mee heb. Ik heb op papier afspraken gemaakt en daar houd ik iedereen aan. Iedereen kan mij deze vragen stellen. Als DENK nou dacht, als de heer Van Baarle nou dacht dat hij deze broek kon aantrekken: die tijd is echt nooit geweest.
De heer Stoffer (SGP):
Mevrouw Yeşilgöz krijgt nogal de vraag: gaat u na de verkiezingen nog eens met de PVV in zee? Ik werd wel getriggerd door het interruptiedebat tussen de heer Bontenbal en mevrouw Yeşilgöz, waarbij gezegd werd: mevrouw Yeşilgöz weet dat ze straks met de heer Timmermans in gesprek moet na de verkiezingen. Tja, ik concludeer: bij een stem op Bontenbal krijg je Timmermans erbij. Mijn vraag aan mevrouw Yeşilgöz: krijg je bij een stem op mevrouw Yeşilgöz ook de heer Timmermans erbij?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Nee, absoluut niet. Ik vond het een hele goede interruptie.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ja, zo hoor je nog eens wat! Mevrouw Yeşilgöz is ook van het weekend heel helder geweest over het optreden van de heer Wilders met "Poetinvrienden"; dat waren de woorden van mevrouw Yeşilgöz, als ik me niet vergis. De heer Wilders deelde het podium met mensen die zonder enige reserve omvolkingstheorieën verspreiden, die steun aan Poetin uitspreken, die graag vandaag nog Oekraïne zouden laten vallen et cetera, et cetera, et cetera. Dat deed de heer Wilders vorig jaar ook. Toen is het mevrouw Yeşilgöz misschien iets minder opgevallen, want ik heb haar daar toen geen veroordeling over horen uitspreken. Maar het is in mijn analyse wel duidelijk dat de veiligheid van Nederland bij Wilders niet in goede handen is als hij met dit soort mensen op een podium staat.
Mijn vraag aan mevrouw Yeşilgöz is dan ook deze. Zij bekritiseert GroenLinks-Partij van de Arbeid voor onze positie op veiligheid. Mevrouw Yeşilgöz weet heel goed dat we alles rond Oekraïne steunen. Ik zal straks ook een uitspraak van de Kamer vragen over een veiligheidsplan van het kabinet. Het kabinet weet ook dat als het om de nationale veiligheid gaat, ze op GroenLinks-Partij van de Arbeid kunnen rekenen. Ik heb maandag een rapport geschreven waarin ik de toekomst van onze defensie schets. Ik wil dat in de aandacht van de fractie van mevrouw Yeşilgöz aanbevelen, omdat dan misschien niet al te kort door de bocht wordt beweerd dat GroenLinks-Partij van de Arbeid geen steun zou verlenen aan wat nodig zal zijn in het verband van de NAVO. Daar zullen we zeker steun aan verlenen. Maar nu u toch zo aan het overwegen bent of u wel of niet de deur naar Wilders open moet laten, is mijn vraag of gezien dit cruciale vraagstuk van de nationale veiligheid — we zijn sinds het einde van de Koude Oorlog niet zo bedreigd als nu door Poetin — dit niet ook een gamechanger is voor mevrouw Yeşilgöz … Sorry, mevrouw Van der Plas. Betekent dit niet ook een verandering van koers waardoor je echt moet concluderen: Wilders kunnen we niet meer aan de macht laten, want dat is een bedreiging van onze nationale veiligheid?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik vond de interruptie van de heer Timmermans richting de heer Wilders zojuist, over afgelopen weekend en het congres, terecht. Daar heb ik me zelf ook over uitgelaten. Wellicht had ik dat ook eerder moeten doen. Dat delen we dus. Ik vind dat je zeker in deze tijd ongelofelijk kritisch moet zijn op met wie je je inlaat. Je ziet dat Poetin onze veiligheid op dit moment echt bedreigt in Nederland en hij doet dat direct. Ik gaf net bij een van de interrupties ook aan dat er een reden is geweest dat wij bij deze onderhandelingen als VVD — dat geldt overigens ook voor andere partijen — veiligheid een ongelofelijk belangrijk onderwerp vonden. Wij wilden graag dat wij daar de ministers op hadden, Defensie en Justitie en Veiligheid. Daar hebben wij hele concrete afspraken over gemaakt en we hebben deze coalitie ook aan die afspraken gehouden. Ik kan met geen enkele collega in welke coalitie en samenwerking dan ook alle aspecten van het leven vervolgens gaan beheersen en zorgen dat diegene alles doet zoals ik het zou doen. Zo werkt een democratie niet, en een liberaal al helemaal niet.
Ik heb dus aan de voorkant alles verankerd en vastgelegd, maar ik heb het ook gezien en ik heb het ook geconstateerd. Dat is waarom ik ook heel eerlijk antwoord. Als je alles optelt, moet je het ook gewoon zelf weer afwegen. Ik snap en vind het superterecht dat in zo'n debat die vragen komen, maar ik zal dat echt eerst zelf moeten doen met mijn club: hoe gaan we hiermee om? Onze internationale en nationale veiligheid staat voor de VVD echt op nummer één.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik wil alleen maar zeggen dat met alle grote verschillen in keuzes die we maken voor onze samenleving, hoe we de lusten en de lasten eerlijk verdelen, hoe we de toekomst zien, tussen GroenLinks-Partij van de Arbeid aan de ene kant en de VVD aan de andere kant, veiligheid niet een onderwerp is dat ons sterk verdeelt. Ik roep mevrouw Yeşilgöz dus ook op om te zien dat wij daarbij ook een grote verantwoordelijkheid voelen voor onze internationale positie, voor onze veiligheid en dat heel breed willen invullen, met sterkere defensie, meer geld voor diplomatie en meer geld voor ontwikkelingssamenwerking. Zo maken we Nederland veiliger. Op dat punt bied ik graag samenwerking aan.
De voorzitter:
Helder. Kort.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Die neem ik ook graag aan, maar er is een reden waarom ik onder andere naar die motie van gisteren verwijs. Laten we daar dan nog een keer naar kijken, want dat zijn wel de momenten dat je je inzet, dus er niet alleen maar over praat, maar ook wilt leveren. De defensiemotie.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil even een persoonlijk feit maken of een punt van orde, zo u wilt. De heer Timmermans deed net een beetje denigrerend toen hij het woord "gamechanger" zei, want hij keek naar mij en zei "sorry, mevrouw Van der Plas". Dit tekent de arrogantie, het dedain en het veraf staan van de samenleving. Want wat doe ik? Engelse woorden of afkortingen hier gebruiken. Wij vinden dat er ook mensen in Nederland zijn die de Engelse taal niet machtig zijn en niet weten wat die woorden betekenen. Daarom pleiten wij er altijd voor om zo veel mogelijk in het Nederlands te doen. Dat is waarom ik tegen mevrouw Bikker zei: vertalen. De heer Timmermans denkt dat ik dat doe omdat ik het zelf niet wil, maar ik doe dat voor mensen die gewoon de Engelse taal niet goed kunnen of überhaupt moeite hebben met taal en überhaupt moeite hebben met dingen te begrijpen. We hebben ook contact met mensen die het gewoon heel fijn vinden dat dingen heel simpel worden uitgelegd, omdat ze graag politiek willen volgen, maar vanwege bijvoorbeeld een verstandelijke beperking dat niet kunnen. Het is arrogant. Het is een enorm veraf staan van de samenleving als je zo'n opmerking richting mij maakt. Dat wilde ik hier wel even gezegd hebben.
De voorzitter:
No problem. De heer Jetten.
(Hilariteit)
De heer Jetten (D66):
Ik kan me voorstellen dat ook de voorzitter inmiddels een beetje melig aan het worden is. Het is u vergeven.
Voorzitter. Mevrouw Yeşilgöz heeft heel duidelijk aangegeven in dit debat dat ze geen spijt heeft van het feit dat zij deze coalitie zijn aangegaan. Ze gebruikt — dat begrijp ik — wel echt hele harde woorden over het gedrag van de heer Wilders de afgelopen dagen. Mevrouw Yeşilgöz vindt Wilders superonverantwoordelijk. Ze vindt dat Wilders alle kiezers keihard heeft laten vallen en in de steek heeft gelaten, dat hij een smoes heeft gebruikt om het kabinet te laten klappen en dat hij onvolwassen is. Eigenlijk vinden we, misschien wel samen, dat hij zich als leider van de grootste partij een beetje als een kleuter heeft gedragen. Toch is uw conclusie nu dat u nog moet nadenken of in een volgende ronde een samenwerking tussen de VVD en de PVV er nog in zit. Mijn vraag zou zijn: wat gaat voor de VVD de doorslag geven?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat is niet één ding. Daar ben ik ook heel eerlijk in. Ik vind het een heel zwaar besluit. Dat geldt volgens mij voor iedereen, maar de een is er wat sneller uit dan de ander. Ik zit sinds 24 uur in deze situatie. Dat is de reden waarom ik iets meer tijd nodig heb. Ik vind het iets heel zwaars, zoals wij dat met z'n allen vinden, om te zeggen dat je een partij uitsluit. Volgens mij zit in essentie niemand daarop te wachten. In een democratie hoort dat niet. Dus als je dat doet, dan is dat een hele grote, zware stap. Ik heb twee of drie jaar geleden, wanneer de verkiezingen ook waren — het zijn bijzondere tijden geweest — aangegeven: nieuwe rondes, nieuwe kansen; er zijn heel veel nieuwe leiders. Ik vind dat we eigenlijk iedereen een kans moeten geven. Ik zie ook dat het met de samenstelling waarin we de afgelopen jaren vaak in coalities zaten heel moeilijk is om dingen te bereiken die wij als VVD willen. Dus ik zet daarin een stap.
Maar ja, de heer Jetten heeft gelijk: als je dan kijkt hoe die stap geëindigd is, eigenlijk op dezelfde manier als in 2012 … Het is niet onvoorzien. Je had gewoon echt een verschil van inzicht, dat we hier hadden kunnen uitleggen, dat wij zelf hebben meegemaakt. Dat is ook vervelend en dat is ook geen lekker verhaal, maar dat past in een democratie. In mijn ogen kan je dat uitleggen. Als je het met z'n allen eens bent, maar iemand zegt dat het hem niet boeit en dat hij toch wegloopt, dan moet ik daar even van bijkomen, omdat je zo hard wegloopt van een verantwoordelijkheid die zo zwaar is, in een tijd met een oorlog, een potentiële economische crisis en alle problemen in ons land waar het de hele middag al over gaat. Dat moet ik herijken. Dus het is niet één ding. Het is niet: als hij dit doet of als hij dat zegt … Daar gaat het allemaal niet om. Maar het is gewoon een heel zwaar besluit om die reden. In een democratisch proces wil je dat eigenlijk niet.
De heer Jetten (D66):
Het gaat volgens mij niet zozeer om het uitsluiten van kiezers. Het gaat om duidelijk maken dat je met bepaalde partijen of bepaalde politieke leiders niet in een coalitie gaat zitten, omdat je weet dat ze onverantwoordelijk zijn, onbetrouwbaar zijn en niet de verantwoordelijkheid aankunnen van het maken van grote keuzes voor het landsbestuur. Ik hoop dat de VVD zich niet drie keer aan dezelfde steen gaat stoten. We hebben 2012 gehad: Wilders liep weg. We hebben het nu gezien: Wilders loopt weg. Het land snakt nu zo erg naar samenwerking in de volle breedte. Natuurlijk, op een dag als vandaag worden grapjes gemaakt — ik moet soms ook wel lachen, hoor — over het gezellige christelijke midden of over hoe links en verschrikkelijk ze wel niet aan die kant zijn. Maar er zitten nu ook mensen thuis mee te kijken. Zij vragen zich toch af: gaan we op korte termijn de defensie versterken zodat we Europa veilig houden? Gaan we die bouwbevriezing definitief schrappen en zorgen dat er meer woningen bijkomen? Gaan we die economie klaarmaken voor de opkomst van AI, zodat we hier over tien jaar ook nog geld verdienen? Dat vraagt om politiek leiders die bereid zijn om samen te werken en er vol voor te gaan. Dat kan met een nieuwe generatie politiek leiders. Dat kan niet als u, mevrouw Yeşilgöz, nog een keer de deur openzet voor Wilders, want dan geeft u weer ruim baan aan een politiek van haat en uitsluiting.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik denk — dat zei ik ook in mijn eigen verhaal — dat het inderdaad heel belangrijk is dat we samenwerken. Daarvoor hoeven we niet te wachten tot na de verkiezingen, want er liggen een heleboel voorstellen op de plank die nu eigenlijk geen vooruitgang konden vinden. Daar gaan we wat mij betreft heel hard aan werken. Ik hoop op meerderheden. Dat betekent per definitie: buiten de drie partijen die nog in de coalitie zitten. Ik denk uiteindelijk dat in ieder geval bij de vorige verkiezing, en ik vermoed ook bij de volgende verkiezing, de kiezer zich grotendeels heeft uitgesproken en zal uitspreken voor een centrumrechtse koers. Ik zou heel graag willen bekijken hoe je dat voor elkaar krijgt. In de volle breedte samenwerken op onderdelen is goed, maar het gaat er ook om wat de kiezer zegt, wat bepalend is voor de koers die men daarop graag zou willen zien. Op het moment dat dat een centrumrechtse koers is, moet je met elkaar bekijken hoe je dat voor elkaar krijgt. Dus het gaat uiteindelijk over wat de kiezer zegt en hoe wij daarmee omgaan. Dat wordt de puzzel voor de komende tijd.
De voorzitter:
Daar zien we naar uit. We gaan luisteren naar mevrouw Van Vroonhoven, Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Voorzitter. Politiek heeft ook zo zijn lelijke kanten. Gisteren hebben we daar een voorbeeld van gezien. Het is onnodig en onverantwoord geweest om uit dit kabinet te stappen, om Nederland nu in de steek te laten. Dat had niet gehoeven. Met dit kabinet hadden we een unieke kans om migratie over de volle breedte aan te pakken. Dan heb je het wat ons betreft over de arbeidsmigratie, studiemigratie en ja, ook over de asielmigratie. Dat was nodig ook. Er wordt in de grote steden soms niet meer je eigen taal gesproken. Starters kunnen geen huis meer vinden. In Ter Apel loopt het allemaal vast. Verbetering is echt noodzakelijk.
Met arbeidsmigratie en studiemigratie zijn we al ongelofelijk goed op streek. Er zijn ook al concrete resultaten geboekt. Kijk naar de arbeidsmigratie. De eerste migratiewet komt van dit kabinet, van onze minister van Sociale Zaken, juist om die malafide uitzendbureaus aan te pakken. Kijk ook naar het Engelse taalgebruik op de universiteiten. Door dat in te perken, zie je dat de instroom van internationale studenten al aanzienlijk is teruggenomen. Met stabiel beleid kun je migrantenproblemen aanpakken, niet met loze woorden.
Voorzitter. Ik zag bij sommige partijen na de kabinetsval opgebeurde gezichten. "Hèhè, fijn dat de PVV weg is." Daarover zeg ik: een partij kan het kabinet verlaten, maar de zorgen die daaronder zitten, de zorgen van de mensen die op de PVV gestemd hebben, blijven dan. De afgelopen tien jaar is de migratie historisch hoog geweest. De afgelopen twintig jaar zijn er veel te weinig huizen bijgebouwd. De afgelopen 30 jaar heeft de Nederlandse overheid de burgers als cliënten gezien, die gewantrouwd werden en gecontroleerd moesten worden. Deze zorgen van de Nederlanders blijven wel. Nederland kan zich daarom geen stilstand veroorloven.
Ik zag op veel dossiers dat het kabinet belangrijke stappen aan het zetten was. De armoedecijfers zijn flink aan het dalen. Ze zijn historisch laag. Er is zelfs een afname geweest van 20% van het gebruik van de voedselbank. De verhoging van het kindgebonden budget heeft daar deel van uitgemaakt. Ook het minimumjeugdloon gaat omhoog. Daardoor kunnen we de mbo'ers goed helpen.
Nu moeten we blijven doorpakken, met name op de onderwerpen die zien op bestaanszekerheid van mensen, wonen, toeslagen, schadeafhandeling in Groningen, en de aanpak van de WIA, waar we bij de Voorjaarsnota zo voor geknokt hebben. Maar we moeten ook blijven trekken aan de weerbaarheid van Nederland en haar burgers op het gebied van veiligheid en economie. We kunnen het ons niet veroorloven om Nederland vleugellam te maken. Met die onderwerpen moeten we echt doorgaan, zou ik zeggen.
Wat we wel achter ons moeten laten, is de manier van politiek bedrijven. Want laat ik het maar heel eerlijk zeggen: de manier van politiek bedrijven in deze samenwerking, was soms echt verschrikkelijk. Rellen, roddelen, retweeten: het gebeurde absoluut te vaak. Dit is geen manier van politiek bedrijven die bij ons past. Dit is ook niet de manier van samenwerken die we zoeken. Wat voor mij wel werkt, is overleggen, luisteren en elkaar ook dingen gunnen. Dat laatste heb ik zo ontzettend gemist. Als je dat niet in ogenschouw neemt, breng je Nederland niet verder.
Tot slot wil ik mij richten tot de afgetreden kabinetsleden. Ze zitten er niet meer. Maar de politiek heeft ook een mooie kant. De mooie kant is dat mensen zich geroepen voelen om verantwoordelijkheid te nemen en zich voor dit land in te zetten, welke kleur ze ook hebben en waar ze het ook voor doen. Daar dank ik ze van harte voor.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Een vraag van de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik had beloofd deze vraag ook aan mevrouw Van Vroonhoven te stellen. In haar eerste reactie zei ze bij een talkshow namelijk: ik heb al die punten eerder van tafel gekegeld. Dat was omdat een deel niet kon of omdat het inderdaad eerder al van tafel was geveegd. Later heeft u het verhaal gehouden dat jullie er eigenlijk prima mee konden leven. Dat zijn volgens mij twee verschillende verhalen. Welk verhaal is het nou? Ik denk dat we eerlijk moeten zijn als het gaat om dit soort onderwerpen.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik ga u dat zeggen. Toen de heer Wilders in Nieuwspoort zijn plannen presenteerde, was er voor ons niet veel nieuws bij. Ik heb het hoofdlijnenakkoord voor u meegenomen, want ik wist dat u me die vraag zou stellen. Pagina 4, 5, 6 en 7 van het hoofdlijnenakkoord staan vol met die asielmaatregelen. Dat biedt echt voldoende ruimte. Ik heb die voorstellen inderdaad ook voorbij zien komen, ook later dat najaar in het Catshuis. De manier waarop de heer Wilders dat zei in Nieuwspoort was vrij staccato en vrij hard. Dat zei hij op een manier waardoor ik dacht: weet je, op deze manier kunnen wij daar niet klakkeloos mee akkoord gaan. Die bewoordingen had ik al eerder gehoord. Als ik zeg "weggekegeld", dan bedoel ik echt de manier waarop hij dit soort voorstellen doet. Bovendien heeft de PVV een eigen asielminister. Je kan een nota van wijziging doen, je kan amendementen indienen. Wat zou de meest nette manier zijn om dit soort voorstellen in te brengen? Dan kunnen we het daar met elkaar over hebben. En nogmaals, over die tien punten heb ik uitdrukkelijk gezegd: "Ik wil er niet een voor een over onderhandelen, want het gaat om het geheel. Breng het over naar uw eigen minister, dan kan zij het in normale termen formuleren, kan ze het ook beargumenteren en dan kunnen we er verder over praten."
De heer Bontenbal (CDA):
Over de werkwijze van de PVV zijn wij het eens. Maar ik vind toch wel dat u nu geen duidelijk onderscheid maakt tussen het proces dat u wilde ingaan en de inhoud van die maatregelen. En NSC heeft zich ook steeds gepresenteerd als een partij die de democratische rechtsstaat overeind wilde houden. Er zit een aantal maatregelen in dat pakket, dat u inderdaad eerder heeft weg gekegeld omdat die niet konden, omdat ze niet pasten binnen de rechtsstaat of binnen internationale verdragen. Die internationale verdragen wilde u overeind houden. Dus mensen na veertien weken uit een azc zetten en op straat gooien als er geen onderdak is, strijdt gewoon met de verplichting van de Staat om mensen te huisvesten, zeker als je zelf de asielketen niet op orde brengt. Over acute grenscontroles heeft de rechter inderdaad ook al iets gezegd. En zo kan ik nog een aantal maatregelen noemen die op het eerste gezicht begrijpelijk lijken, want we willen allemaal meer grip op migratie, maar waar u later op gestrand zou zijn. Is het dan niet eerlijker om nu al te zeggen dat een aantal van die maatregelen gewoon inhoudelijk niet konden en dat u die inhoudelijk ook niet wilde steunen? Dat zou eerlijker geweest zijn dan een procesje te verzinnen met een motie, zodat dat in de uitwerking zou stranden. En ik snap die truc, want die wordt hier vaak uitgehaald, maar het is niet het meest faire naar je kiezers.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik denk dat als je het hebt over migratiebeleid, dit een punt is waarop wij en het CDA uit elkaar lopen, dat wij net een slagje verder durven te gaan dan het CDA. We hebben dat hoofdlijnenakkoord met die vier pagina's en 58 punten opgesomd. Die gaan hartstikke ver. Binnen dat hoofdlijnenakkoord kan heel erg veel. En binnen dat hoofdlijnenakkoord had ik graag gezien dat de heer Wilders zijn plannen integraal bij zijn eigen minister had gelegd, want dan hadden we dat uit kunnen werken, op een nette manier, in nette bewoordingen, met een goede toelichting, wat inderdaad ook paste binnen de rechtsstaatverklaring waar u en ik zo ontzettend aan hechten.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik vind het een beetje gek dat er nu op het verschil met het CDA wordt gewezen. De wetsbehandeling kwam nog en ik had precies voorbereid om u te gaan vertellen op welke punten we mee zouden kunnen en op welke niet. Het punt is: wilde u zich buiten de randen van de rechtsstaat begeven?
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Nee.
De heer Bontenbal (CDA):
Als u dat niet wilde, dan zijn er een aantal maatregelen waar u zelf dan ook moeite mee zou moeten hebben. Als u bijvoorbeeld weet dat een wet twee weken na ingang zou stranden omdat de rechter er een streep doorheen zou zetten, zou uw fractie dat ook niet willen. Voor een aantal maatregelen van die tien zou dat kunnen gelden.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Dat is een van de dingen ...
De heer Bontenbal (CDA):
Maar is het dan niet meer fair om toe te geven dat van die tien punten van Wilders misschien een deel al wel kon, maar een deel ook niet? En het is lastig om dat tegen de kiezer te zeggen — "tegen de burger", zou collega Dijk mij toefluisteren — of tegen mensen, maar u had daar ook ongemak mee. Eerlijk tegen de kiezer zeggen "van die tien punten konden wij niet alles meemaken", is denk ik eerlijker. En dat is namelijk wel waar u in het proces op uit was gekomen: als u de rechtsstaat had willen bewaren, had u een aantal maatregelen niet kunnen accepteren, omdat ze strijdig zijn met de rechtsstaat zoals we die hebben.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Nou, dat is precies de manier waarop wij om moeten gaan met de woorden die de heer Wilders kiest, ook in het tienpuntenplan zoals hij dat in zijn persconferentie heeft gepresenteerd. Neem je die woorden, zoals hij ze presenteert, met een korreltje zout, of zijn dat maatregelen zoals ze voorliggen? Daarom ook onze argumentatie. We zeiden: "Hevel de voorstellen die u hebt, die u eigenlijk zo ongezouten nu op tafel legt, over naar het kabinet; maak daar voorstellen van die houdbaar zijn en kunnen, waar we inhoudelijk met z'n allen mee verder kunnen, zodat we inderdaad met elkaar de migratie kunnen inperken en er grip op kunnen krijgen, dan kunnen we er wat mee." Maar zoals ze in Nieuwspoort werden gepresenteerd, konden we er echt helemaal niks mee.
De heer Bontenbal (CDA):
Mevrouw Van Vroonhoven is nu uit deze coalitie. Waarom heeft u dat dan ook niet duidelijk gezegd? Gewoon: "Een heel aantal maatregelen van die tien punten, daar kunnen we niks mee." Wat u feitelijk heeft gedaan, is een proces hier wegzetten en dan zeggen: eigenlijk vonden we het allemaal oké.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Nee.
De heer Bontenbal (CDA):
Maar ik weet zeker dat als wij een debat hebben over die tien maatregelen en we ze punt voor punt langsgaan, bij meerdere maatregelen bij de NSC-fractie een rode vlag omhooggaat. Dat weet ik zeker. En dat weet u ook. Zeg dan gewoon eerlijk: "Een deel konden wij niet meemaken en dat gaan we eerlijk aan mensen thuis uitleggen. Niet alles wat goed lijkt, is het ook, of stuit gewoon tegen grenzen. Wij zijn een partij die zich voor de rechtsstaat inzet."
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Hé, hé, hé! Wij zijn dat natuurlijk ook. Ik heb de heer Wilders de afgelopen anderhalf jaar heel goed leren kennen. Ik heb gemerkt dat je echt moet oppassen dat je niet in een bepaalde fuik zwemt. Ik heb me heel duidelijk voorgenomen dat ik niet een voor een op die plannen in zou gaan. Dat is precies waar de heer Wilders me wilde hebben. Over het geheel genomen is dat de manier waarop we gezegd hebben: laat het door deze minister uitwerken, dan kunnen we het goede gesprek hebben over het inperken van de migratie. Zo waren we echt ergens gekomen.
De heer Dijk (SP):
2 miljoen huurders is huurbevriezing beloofd. Dat plan lijkt nu in de prullenbak te verdwijnen. Daarmee worden huurders opgezadeld met de opdracht zelf de wooncrisis op te lossen van verschillende kabinetten, waaronder dit kabinet. NSC, de partij van goed bestuur en bestaanszekerheid, kan twee dingen doen. NSC kan de belofte aan huurders over de huurbevriezing nakomen, nadat ze vorig jaar de hoogste huurverhoging in 30 jaar tijd hebben gehad, en daarnaast extra investeren in woningbouw. Of NSC kan die belofte aan 2 miljoen huurders breken. Dit kabinet en deze coalitie hebben daar zelf een puinhoop van gemaakt. NSC kan die belofte breken en huurders daarmee zelf de wooncrisis, die ze niet hebben veroorzaakt, laten oplossen. Wat gaat u kiezen?
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik probeer aan de heer Dijk aan te geven dat tegenover het verlagen of bevriezen van de huren het bouwen van woningen staat. Hoe belangrijk is dat? In het hoofdlijnenakkoord hebben we daar heel hard voor gevochten. We hebben 5 miljard ter beschikking gesteld om extra te kunnen bouwen. We vinden niet dat je dat een op een moet versouperen. Je moet daar heel zorgvuldig mee omgaan, want huizen moeten gebouwd worden. We moeten het dus nu met elkaar bekijken. Als blijkt dat het bouwen van huizen door die huurbevriezing in de knel komt, moeten we goede afwegingen maken. U en ik willen net zo goed dat de huren gematigd worden. Absoluut. Maar het mag niet ten koste gaan van het bouwen van huizen. Dat is namelijk net zo belangrijk. Het gekke is: als je bestuurt, heb je dit soort dilemma's te overwegen en ook tegenover elkaar te zetten. We zijn aan het kijken. Ik weet zeker dat de minister van VRO het misschien ook allebei kan doen. Het is jammer dat de heer Wilders uit het kabinet is gestapt, anders had hij deze twee dilemma's met ons uit kunnen dragen.
De heer Dijk (SP):
Ik vind dit echt een onzinantwoord, sorry. Dit is gewoon een flauwekulantwoord. Er is een grote meerderheid in deze Kamer, van links tot het midden, en ik weet dat de PVV het eigenlijk ook wil maar niet voor elkaar kreeg, en NSC ook. Ú heeft die afspraak gemaakt bij het overleg over het Voorjaarsnotadebat. U had en passant nog even een half miljoen huurders vergeten. Die huren bij particulieren. O, hè, shit, vergeten. Die zouden geen huurbevriezing krijgen. De belofte, de boodschap naar buiten, was — vrij laat, overigens — dat 2 miljoen huurders een huurbevriezing zouden krijgen. Me dunkt dat er dan minder inkomsten bij woningbouwcorporaties komen. Dan zou een goed bestuurder erover nadenken tijdens die overleggen. Die zou ervoor zorgen dat het volledig gecompenseerd zou worden. Die zou ervoor zorgen dat het extra belangrijk werd om extra te investeren in nieuwe woningbouw. Dat heeft u niet gedaan. Maar u heeft wel die belofte gedaan aan die 2 miljoen huurders. Zij zouden huurbevriezing krijgen. Wat gaat u kiezen? Gaat u de belofte met die 2 miljoen huurders breken of gaat u extra geld investeren in nieuwe woningbouw? Die 1 miljard per jaar is dan echt veel te weinig, mevrouw Van Vroonhoven; dat weet u ook.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik ben blij dat de heer Dijk het met me eens is dat er inderdaad fors gebouwd moet worden. Zolang er een krapte is op de woningmarkt en er te weinig huizen zijn, kunnen juist die starters en jongeren geen woning vinden. Hoe meer woningen je hebt, hoe goedkoper het wonen ook wordt. Dat bent u met me eens, want de economische regels gelden voor ons allemaal.
Dan het verhaal van die huurbevriezing. Ja, dat is een maatregel, maar die zou voor twee jaar gelden. Dat hebben we in het Voorjaarsnotaoverleg met elkaar afgesproken. Ik ben ervan overtuigd dat onze minister van VRO erover nadenkt hoe ze hiermee verder gaat. Ik volg het en we helpen haar als het kan. We helpen haar met alles wat we in ons hebben. We moeten hier met elkaar uit komen. Dat ben ik helemaal met u eens.
De heer Dijk (SP):
Dan de laatste vraag die ik hieraan ga besteden. NSC gaat niet de belofte breken dat sociale huurders van particulieren en corporaties de komende twee jaar huurbevriezing krijgen. Die belofte gaat u niet breken; dat haal ik nu namelijk uit uw woorden. Die gaat door. Dat is heel fijn, want anders moeten ze per 1 juli namelijk een huurverhoging betalen. Die huurbevriezing voor sociale huurders in corporaties en particuliere woningen gaat volgens Nieuw Sociaal Contract dus door. Dat is een belofte die u nu maakt.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Het allerbelangrijkste is inderdaad dat er goed gebouwd gaat worden en dat de 5 miljard die we gereserveerd hebben, naar die extra woningen gaat. Dan heb je het over de huurbevriezing. Dat hebben we met elkaar afgesproken, dus daar staan we voor. Dat was een afspraak die we met elkaar hadden bij het Voorjaarsnotaoverleg. De heer Wilders heeft zich nu teruggetrokken, dus we gaan kijken hoe we ermee verdergaan. Maar ik ben het helemaal met u eens; wij willen ook graag dat de huren bevroren worden. Natuurlijk, want de huurlasten van mensen zijn te hoog. Daar zijn we voor aan het zoeken.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik voel me een beetje een bemiddelaar na de oorlog, dus je kan ook zeggen: laat maar zitten. Maar neem mij nou heel even mee. Nou zit je als NSC bij Wilders op de Kamer en zegt hij dat hij een tienpuntenplan heeft waar je het eigenlijk inhoudelijk wel over eens bent. Ik snap dat mevrouw Van Vroonhoven zegt: we willen per punt uitgedokterd hebben wat er kan en wat niet. Oké, begrepen. Dan is het toch geen enkel punt om je handtekening daaronder te zetten en te zeggen: ja, dan gaan we zien wat de minister daarop antwoordt en wat er wel kan? We leven volgens mij, zoals meneer Bontenbal zegt, in een rechtsstaat. Als de rechter ons terugfluit, dan kan het dus niet. Dat lijkt mij ook duidelijk. Daarom is JA21 nogal van het aanpassen van wetten of verdragen: dat is de bodem onder de alsmaar toenemende instroom in Nederland en Europa. Daar moeten we echt veel fundamenteler over gaan nadenken in plaats van op korte termijn. Maar goed, dat even aside — excuus: aan de zijkant. De vraag aan Van Vroonhoven is dus: wat was er nou zo moeilijk aan het onderstrepen van die tien punten?
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik ga het u zeggen, meneer Eerdmans, via de voorzitter. Die tien punten waren boude taal. Dat was soms ook "van dik hout zaag je planken". Ik ga daar mijn handtekening niet een-op-een onder zetten, vandaar het verzoek: hevel het over naar het kabinet, maak er goeie taal van en zorg dat het uitvoerbaar is. Op de manier waarop het in het tienpuntenplan verwoord was, was het namelijk nooit door de Tweede Kamer en Eerste Kamer gekomen. Wat ons betreft ga je niet een handtekening zetten onder punten voor de bühne om te laten zien: wuhoho, wat zijn we ongelofelijk stevig in ons migratiebeleid! Wij willen heel graag plannen en migratie inperken op een manier waarop dat kan en houdbaar is. En ja, we willen ook dat het houdbaar is voor de rechter. Dat had gekund, maar dat hangt allemaal af van de formulering. Daar heb je al die ambtenaren voor die dat op een goede manier kunnen neerzetten.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik blijf het warrig vinden, want dan waren jullie het dus niet eens met die tien punten.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik zeg u: die tien punten waren heel kort door de bocht. Dat was hele ruige taal en ik ben niet zo van die ruige taal, dus daaronder kon ik mijn handtekening niet zetten.
De heer Dassen (Volt):
We kijken vandaag natuurlijk veel terug, maar volgens mij is dit ook een moment om weer naar de toekomst te kijken. Daar heb ik NSC op dit moment nog heel weinig over gehoord. Ik heb het in mijn eigen bijdrage gehad over kweekvlees, een basisinkomen en een Europees leger. Dat zijn dingen waar ik heel enthousiast van word. Ik ben benieuwd waar NSC op dit moment enthousiast van wordt en mee naar de toekomst kijkt.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
De campagne is begonnen. Ik wil u heel graag meenemen in de campagneplannen die wij als Nieuw Sociaal Contract hebben, maar het zal er vooral op neerkomen dat we de mensen willen helpen die in de knel zitten. Dan gaat het vooral om mensen die in de knel zitten met de overheid, of het nou gaat over bestaanszekerheid — ik kan eindeloos doorgaan — of in hun relatie tot de overheid.
De heer Dassen (Volt):
Ik vraag het ook omdat ik mevrouw Van Vroonhoven heel veel hoor praten over asiel, asiel, asiel. Weet u, we hebben volgens mij nu heel veel partijen in het parlement die zich helemaal aan het vastdraaien zijn in asiel, terwijl er zo veel andere uitdagingen zijn in Nederland waar mensen zich zorgen over maken. Daarvoor snakken mensen ook naar nieuwe ideeën en oplossingen, die er juist voor zorgen dat we niet blijven hangen in al de oude politiek die we nu hebben. Maar dan moeten we wel verbeeldingskracht hebben met elkaar. Ik ben natuurlijk heel erg benieuwd naar die ideeën van NSC straks, maar ik hoop wel dat we dan ook bereid zijn om die status quo te doorbreken. Ik hoop dus dat NSC zichzelf dan uitdaagt, en niet mee gaat doen in het Haagse spel waar we vandaag weer allemaal met elkaar naar zitten te kijken.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik kan niet wachten op de bevlogen debatten die ik met u zal hebben.
De heer Dassen (Volt):
Dat is heel mooi om te horen. Een laatste vraag, want dan hoeven we dat in al die debatten niet meer te bespreken en dan kunnen we dat ook achter ons laten: als je naar de toekomst wilt — en volgens mij willen we dat met elkaar — dan kan dat niet met de PVV in een kabinet. Kan NSC hier dus nog één keer aangeven dat de partij inderdaad niet meer met de PVV in een kabinet zal stappen?
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Misschien heeft u mijn eerdere woorden gehoord. Ik heb gezegd dat de heer Wilders het werk eigenlijk onmogelijk heeft gemaakt.
De voorzitter:
Oké. We hebben nog zeven sprekers van de zijde van de Kamer te gaan. Ik geef graag het woord aan mevrouw Bikker van de fractie van de ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Wie wind zaait, zal storm oogsten. Die Bijbelse wijsheid wou ik maar boven het kabinet-Schoof schrijven, want ik kan me geen onderhandeling, geen weg naar de kamer van collega Wilders voor coalitiepartijen of andere partijen, zelfs geen debat over een regeringsverklaring of wat ook voorstellen, waarbij uiteindelijk niet weer die storm opstak.
Voorzitter. Ik heb het, geloof ik, nog niemand horen doen, maar ik wil toch minister-president Schoof danken dat hij de handschoen opnam in deze buitengewoon ingewikkelde situatie. Dank u wel.
Dan terug naar de situatie waarin we nu gekomen zijn. Die ligt namelijk niet aan de minister-president, maar wel aan die vier partijen die hier zitten. Wilders probeerde het een tijdje als Milders, maar al snel kwam de aap uit de mouw. Twitteren kan hij nog steeds als geen ander; complimenten, meneer Wilders. Een ander afbreken en afkraken gaat allemaal best goed, maar geduld hebben om op te bouwen was er niet. Hij doet een beetje zoals een boze coach langs de zijlijn: je hebt de verkeerde opstelling neergezet, je weet ergens dat deze wedstrijd echt niet lekker loopt, maar vervolgens ga je schelden op alles en iedereen — op de scheidsrechter, op de spelers, vooral die van de tegenstander — en je loopt weg en geeft de schuld van een verloren wedstrijd aan iedereen, behalve aan jezelf. Geen verantwoordelijkheid, geen plan voor de lange termijn. Wel twitteren, wel stampvoeten, wel boos weglopen.
Voorzitter. Leiderschap vraagt om verantwoordelijkheid en niet om vluchtgedrag. Wie wind zaait, zal storm oogsten. Ja, de VVD, NSC en de BBB hebben dit fiasco mede mogelijk gemaakt. Al voor de verkiezingen begon het met het openzetten van de deur voor het populisme. Ik zie ze vandaag vooral alleen naar Wilders wijzen. Is er nog enige reflectie? Moet dit niet een kantelpunt zijn? Kan deze Kamer het namelijk nog eens worden over de dingen waar heel Nederland zeker van is dat er een aanpak voor nodig is, waarvoor zo veel mensen thuis al heel lang zitten te wachten op echte maatregelen? Ja, ik kijk ook naar de collega's van de VVD als het gaat om migratie. We hadden namelijk een heel stuk verder kunnen zijn, ook op dat punt van migratie. Er hadden wetten al in uitvoering kunnen zijn. Ja, als er een oorlog woedt in het oosten van ons continent en de NAVO versterkt moet worden, dan kunnen we niet hebben dat we hier moties wegstemmen omdat links het weer niet eens is met rechts en andersom, terwijl er zo veel op het spel staat.
Voorzitter. Laat dit een kantelpunt zijn. Ik hoop dat het brede politieke midden op wil staan, met eigen kleur, met af en toe diepe verschillen van inzicht: over hoeveel overheid je toelaat, wat mij betreft bij links af en toe te veel, hoeveel samenleving je toelaat, hoeveel sterke ondernemers je wilt hebben — wat mij betreft: kies voor dat midden — en ook over hoe je zorgt dat de kerntaken van de overheid veel beter vervuld gaan worden dan dat in de afgelopen jaren is gedaan. Dat vraagt van ons allemaal wat. Maar door het weglopen van Wilders zijn de mensen in het land nu de dupe. Ons land zit op slot en veel mensen kunnen niet weer twee jaar wachten op effectief beleid. Daarom is het vandaag een dag om op te staan. De ChristenUnie kiest een andere weg. Wij geloven in een politiek die niet vlucht, maar die blijft staan, in leiderschap dat niet wordt ingegeven door peilingen of partijbelang of persoonlijk gewin, maar door waarden, in politiek die dienstbaar is, die recht doet en die vrede zoekt.
Voorzitter. Wie wind zaait ... Komend weekend is het Pinksteren. Er is een plek geweest waar de wind begon te waaien, waar het vuur begon te branden omdat er een Geest kwam die vrede bracht en vreugde. Dat wens ik u allen van harte toe.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Stoffer van de SGP.
De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. De kiezer staat in de kou, niet in het zonnetje. Die teleurstellende conclusie moet de SGP helaas trekken. Nog geen twee jaar geleden gaf de kiezer een glashelder signaal: geen ideologische spelletjes, geen verstikkende regelgeving en geen grote vergezichten meer, maar praktische oplossingen en een betrouwbare overheid. Nederland koos voor strenger asielbeleid, voor meer woonruimte, meer ruimte voor boeren en voor veiligheid.
Voorzitter. Dit jaar, 2025, zou het jaar van de uitvoering worden. In het regeringsvak zaten tot op het bot gemotiveerde bewindslieden die hun mouwen wilden opstropen voor een beter Nederland. De Kamer kon dit jaar de eerste wetsvoorstellen tegemoet zien en ook behandelen. Een aantal plannen en ambities van dit kabinet spraken de SGP best aan, voorstellen die rekening houden met de wensen en de wereld van de gewone Nederlander. Daar zitten burgers, boeren, ondernemers en zzp'ers echt op te wachten. Maar helaas lijkt die hoop in rook op te gaan. De vier coalitiepartijen hebben niet geleverd.
Voorzitter. Bij de regeringsverklaring heb ik gezegd dat het prille vertrouwen in het kabinet broos was. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Het is iets om heel erg zuinig op te zijn. Een Bijbelse spreuk luidt dat uitgestelde hoop het hart krenkt. Het staat in Spreuken 13, vers 12. Als u vanavond niets te doen heeft, kan ik u aanraden om nog eens het hele hoofdstuk na te lezen. Het gaat over wijsheid en dwaasheid. Ons land zou er goed mee af zijn als we die les tot ons zouden nemen. Uitgestelde hoop die het hart krenkt, dat is precies wat nu gebeurt. Veel mensen in ons land zijn teleurgesteld. De hoop op betere plannen is vervlogen. Wantrouwen in de politiek is verdiept en dat is een zorgelijke situatie.
De SGP waardeert de inzet van onze partijloze premier. Dat wil ik hier ook gezegd hebben. Vanaf deze plek wens ik hem en de andere kabinetsleden Gods zegen voor de komende periode. Het is belangrijk dat onze premier samen met de bewindslieden van drie partijen in demissionaire staat verder gaat. En het is onze verantwoordelijkheid om te werken aan de grote problemen rond migratie en integratie, aan woningbouw, aan perspectief voor boeren en aan de internationale veiligheid. Als wij kostbare tijd verloren laten gaan, dan heeft dat effect op het leven van miljoenen Nederlanders en dat is onverantwoord.
Voorzitter. Een demissionair kabinet moet ruimte krijgen om de genoemde urgente problemen aan te pakken. Daarom stelt de SGP voor om zeker de onderwerpen migratie, wonen, stikstof en internationale veiligheid niet controversieel te verklaren. Daarbuiten kunnen we niet doen alsof er niets gebeurd is. Eerst moet nu de kiezer geraadpleegd worden.
Voorzitter. De SGP is steeds constructief geweest, ondanks de kritische noten die we ook hebben gekraakt. U kunt ervan op aan dat we ook in de komende periode constructief zullen zijn. We zullen ons blijven inzetten voor gezinnen, voor het ongeboren leven, voor de veiligheid en zeker ook voor onze Joodse landgenoten. De SGP wil woord houden. Dat is waar het land behoefte aan heeft: mensen die aanspreekbaar zijn op hun woorden en een land dat zich houdt aan Gods goede geboden. Daar zouden we werkelijk goed mee af zijn.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Dijk van de SP.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Nederland is bevrijd, bevrijd van rechtse ruziepartijen die niks voor elkaar krijgen, maar die wel bezuinigen op onze zorg, ons onderwijs en onze sociale zekerheid. Staatssecretaris Jansen bezuinigt 335 miljoen op het stads- en streekvervoer. Door de bezuinigingen op het openbaar vervoer stijgen de prijzen met 12% en zal een op de vijf bushaltes worden geschrapt. Minister Beljaarts heeft elf maanden lang niets gedaan aan de torenhoge inflatie en de hoge boodschappenprijzen, terwijl supermarkten en voedselproducenten miljarden winsten maakten. Minister Agema heeft in elf maanden tijd niets gedaan aan het eigen risico, roofinvesteerders wel vrij spel gegeven in de zorg, het ziekenhuis in Heerlen in onzekerheid gelaten en honderden miljoenen op onze zorg voor ouderen en gehandicapten bezuinigd. Het was één grote PVV/VVD-polonaiseshow op de zorg.
Er is zo veel teleurstelling over de gebroken beloften en het verraad van mensen door de PVV. Het is zelfs niet gelukt om de huren te bevriezen, terwijl ze dat beloofde tijdens de onderhandelingen voor de Voorjaarsnota. Ze hebben huurders behandeld als voetveeg. Dit kabinet ging vechtend over straat en heeft geen enkel probleem opgelost. Niks, nakkes, nada! Eén grote nul.
Maar het grootste verraad van de heer Wilders is niet dat hij wegliep van dit kabinet en deze coalitie. Het grootste verraad is dat hij daarmee wegliep van alle mensen in de buurten en dorpen die problemen van ongereguleerde migratie ervaren. Zij hadden hun hoop gevestigd op de PVV, maar Wilders koos ervoor om bij deze mensen weg te lopen. Daarover zijn mensen diep teleurgesteld, en terecht. En daarom is het SP-plan voor het reguleren en fors beperken van migratie veel beter. Door alle verdienmodellen van migratie aan te pakken, verlagen wij het migratiesaldo met twee derde ten opzichte van dit kabinet.
En dat werkt een stuk beter dan steeds maar blijven weglopen. Want er is een partij die nooit wegloopt, die nooit wegloopt van de mensen in de buurten en dorpen die alle klappen van deze bezuinigingspolitiek opvangen. Of wij nou negen of vijf zetels hebben, de SP is en blijft altijd naast de gewone mensen staan, zeker nu. Zorg, wonen, onderwijs, boodschappen, energie en openbaar vervoer: het zijn basisvoorzieningen die voor iedereen betaalbaar moeten zijn. In een van de rijkste landen van de wereld is dit nu niet het geval.
Daarvoor moet je met het allergrootste taboe in de politiek van de afgelopen jaren breken. Het taboe waardoor de prijzen zo hoog zijn. Het taboe waardoor politici al jaren op onze zorg, ons onderwijs en de woningbouw bezuinigen. Dat taboe is niet integratie. Dat taboe is ook niet migratie. Maar over dit taboe kan en mag je het in Den Haag niet hebben. Het is namelijk het taboe van het belasten van de allerrijksten. Afgelopen jaar is er 3,3 miljard aan cadeautjes uitgedeeld aan grootvermogenden en grote winstmakende bedrijven, terwijl de vermogensongelijkheid in Nederland al gigantisch is. De achttien grootvermogenden bezitten meer dan de helft van al het vermogen.
Dit is het grootste taboe. We zien het taboe bij de PVV, we zien het taboe bij de VVD en bij de BBB, maar ook bij NSC, en zelfs bij andere partijen die nu de mond vol hebben over "verantwoordelijkheid nemen" en "staan voor moeilijke keuzes", maar die door de knieën gaan als het grote geld aangepakt moet worden en eerlijk belast moet worden. Partijen die buigen voor de macht van het grote geld en die gewone mensen in onzekerheid laten, werken mee aan een voedingsbodem voor asociale politici die verdeeldheid zaaien. Die kant moet ons land niet op. Dat is de kant van rancunepolitiek. De SP wil de andere kant op, de kant van sociale politiek. Juist nu, na het meest asociale kabinet, is het tijd voor het meest sociale kabinet. Dat kan alleen met de SP.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Van der Plas van de BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
U wilt uw excuses maken?
Voorzitter. Ik ben nog steeds heel erg teleurgesteld over wat er gisteren is gebeurd. Ik kies ervoor om vandaag niet in boosheid te gaan zitten maar om naar de toekomst te kijken. We moeten immers door. Mensen in Nederland snakken naar een betrouwbaar kabinet dat verder werkt aan de belangrijke problemen die moeten worden opgelost. Al is het kabinet demissionair — dat betekent zo veel als "ontslagen van de opdracht" — Nederland moet door. Er is geen plek meer voor politieke machtspelletjes. Asielmigratie moet worden aangepakt. De economische positie van Nederland staat op het spel. Nederland verliest in rap tempo de mensen die ons voedsel maken en ons prachtige landschap onderhouden: de boeren, de tuinders en de vissers. Onze nationale veiligheid moet op orde worden gebracht met een sterke krijgsmacht en een weerbare samenleving. En Nederland moet zo snel mogelijk van het stikstofslot om PAS-melders te legaliseren, huizen te bouwen, wegen te onderhouden en spoorrails aan te leggen. BBB wil en gaat hiermee verder aan de slag. Wat gisteren is gebeurd, is gebeurd. Wij moeten nu verder.
We moeten verder om Nederland sterk en weerbaar te maken. Verder om onze boeren, tuinders en vissers hun toekomst terug te geven. Verder om ervoor te zorgen dat onze kinderen een betaalbare woning kunnen krijgen en een gezinnetje kunnen stichten. Verder voor een ronkende economie, waar onze ondernemers worden geholpen in plaats van tegengewerkt.
We moeten door. Controversieel verklaren van deze belangrijke onderwerpen kan niet aan de orde zijn. Wie dit wel overweegt, brengt Nederland pas echt tot stilstand. Dat is pas echt onverantwoord. Het controversieel verklaren van dossiers betekent zo veel als dat deze niet meer in behandeling worden genomen, maar aan het nieuwe kabinet worden overgelaten. Ofwel, het blijft allemaal op de plank liggen. Nogmaals, dat is pas onverantwoord.
BBB koos voor regeringsdeelname, vanwege de problemen die ik heb benoemd en de luid en duidelijke wens van de kiezer voor sociaal, rechts beleid op 22 november 2023. Dat heeft voor ons tot die keuze geleid. Ook hebben wij ervaren hoe het is om tegengewerkt te worden. Wij hebben dat ook ervaren. Zo wordt er zowel voor als achter de schermen een keiharde strijd gevoerd om Nederland van het stikstofslot te halen, weer huizen te bouwen, perspectief te geven aan boeren en vissers, en de PAS-melders te legaliseren. Bij tegenwind op de fiets heb je twee keuzes: je gaat harder trappen of je gooit je fiets in de berm. Wij geven nooit op als het moeilijk is. Juist als het moeilijk is, gaan wij door.
Voorzitter, ik sluit af. Ik wil de heer Wilders toch bedanken voor de samenwerking in de afgelopen periode. Het schuurde soms, het knetterde soms, maar we moeten ook eerlijk zijn: we hadden ook echt wel plezier met elkaar. De mensen lachen erom, maar die waren er niet bij. Ik kan het in alle oprechtheid zeggen. Het is jammer dat de heer Wilders geen vertrouwen meer in ons had. Wij, als BBB, hebben gedaan wat we konden.
Het is zoals het is. Het gaat zoals het gaat. Nogmaals, wij kiezen vandaag niet voor boosheid, maar voor verantwoordelijkheid. Die verantwoordelijkheid hebben wij eerder ook genomen en die blijven we nemen. Nu gaan we verder aan de bak voor de mensen in Nederland.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Eerdmans, JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Ik zei het al, er heerst een beetje een begrafenisstemming, maar ik vind het ook een trieste dag. Het is echt een trieste dag. De zon zou gaan schijnen, maar die is inmiddels wel verdwenen. Ik baal er echt oprecht van. Een jaar geleden stond ik hier bij de aftrap van het kabinet-Schoof I. Ik begon mijn bijdrage met de woorden "verziek het niet". Dat weet u misschien nog wel.
Voor het eerst in jaren had de Nederlandse kiezer een kraakhelder signaal afgegeven: weg met het bestuurlijk dralen, weg met de linkse wolk. Men had gestemd op een rechtse meerderheid, er was mandaat om te hervormen. Migratie, stikstof, koopkracht, wonen, klimaat, Europa: een unieke kans om het land de goede kant op te sturen. Pak die kans! JA21 heeft het kabinet daarin gesteund, zowel in de Eerste als in de Tweede Kamer. Niet kritiekloos, maar zeker constructief, want wisten dat zo'n kans niet snel terug zou komen.
Het is toch gebeurd: de coalitie is gestruikeld en de plannen zijn gesmoord. De zon die zou schijnen, is in de mist verdwenen. Ik hoor vandaag vooral veel boosheid en cynisme. Ik denk dat dat op zich terecht is, want we zijn weer terug bij af. Dankzij de val van het kabinet komen er méér azc's. Méér azc's: hoe cynisch kan het worden? Dankzij de kabinetsval komen er meer azc's. Ik hoop oprecht dat het demissionaire kabinet zo veel mogelijk zaken zal voortzetten. Niemand zit te wachten op meer stilstand en weer een jaar wachten voordat er een nieuwe ploeg staat.
Komen er trouwens nieuwe ministers of staatssecretarissen bij? Of gaat de huidige ploeg het werk er gewoon bij doen? Graag een reactie van de premier.
Een voor ons heel belangrijke vraag gaat over de eurobonds. Mag ik erop rekenen dat ook onder het demissionaire kabinet de motie-Eerdmans heilig blijft? Geen Europese schuldenberg op onze nek!
Voorzitter. De eindconclusie na elf maanden kabinet-Schoof is: veel gedoe, veel lullen en weinig poetsen. Maar ik spreek hier wel mijn waardering uit voor het kabinet, de ministers en de staatssecretarissen. Ik had ze een veel langere tijd gegund, want er zijn plannen gesmeed, er zijn voorstellen geschreven en er zijn belangrijke ideeën in de steigers gezet. Ik wil hierbij ook absoluut een compliment geven aan premier Schoof. Hij heeft zijn nek uitgestoken en dat waardeer ik. In moeilijke tijden heeft hij zijn geduld bewaard, zijn ploeg door moeilijke stormen geleid en het hoofd koel gehouden. Dank daarvoor.
Voorzitter. Ik zeg het nog maar een keer: ik sta hier niet met een glimlach, zoals sommige PVV-ministers gisteren wel deden bij het afscheid van het Catshuis. Die leken opgelucht dat hun avontuur erop zit, in plaats van gefrustreerd. Dat vond ik raar. Mijn bijdrage is geen "zie je wel". Ik vind dit gewoon een politieke tragedie, een sprookje over het meest rechtse kabinet dat wreed eindigt. Ik weet dat ik niet de enige ben die dit zo voelt.
Als het niet gaat zoals het moet, zei Jan de Koning, dat moet het maar zoals het gaat. Nieuwe verkiezingen dus. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. JA21 is, denk ik, een alternatief voor de rechtse kiezer die rechts wil stemmen maar niet bij voorbaat langs de zijlijn wil staan, en niet wil dat er straks toch weer linksaf wordt geslagen met D66 en GroenLinks. Ik denk dat wij als JA21 straks degelijke mensen met bestuurservaring kunnen leveren, die niet weglopen als het moeilijk wordt.
Voorzitter. Het kabinet is gevallen over een tienpuntenplan waar NSC geen handtekening onder wilde zetten. Dat is mijn conclusie na het debat. Maar wat ik nou niet begrijp, is dat de VVD en BBB daarin mee zijn gegaan. Mevrouw Yeşilgöz zei: ik had geen zin om weken te moeten onderhandelen. Maar ik denk, mevrouw Yeşilgöz, dat Nederland geen zin had in nieuwe verkiezingen. Volgens mij was de val dus te voorkomen. Ik hoor heel graag of de premier dat met mij eens is.
Voorzitter, daarmee sluit ik af. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Ouwehand, Partij voor de Dieren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb één compliment: het is een grotere puinhoop dan na de LPF. Je kunt zeggen dat dat best een prestatie is. Maar verder valt er natuurlijk weinig te lachen. Als we één ding hebben geleerd — voor de mensen die het nog niet wisten — dan is het dat nu wel voor eens en voor altijd bewezen is dat zondebokpolitiek de reële problemen van mensen niet oplost. Er slapen in dit land noodgedwongen kinderen in garageboxen en auto's omdat er door jarenlang beleid van onder andere de VVD te weinig woonruimte is. Daar kun je kwetsbare mensen de schuld van geven. Maar je zou ook kunnen reflecteren en zeggen: dit hebben we niet goed genoeg gedaan en we gaan dit oplossen zonder mensen in dit land tegen elkaar uit te spelen, zonder mensen die hier geen schuld aan hebben als zondebok weg te zetten en daarmee grote verdeeldheid te zaaien in de samenleving. Het is maar één voorbeeld.
Ik deel de analyse die mijn collega's hebben gemaakt dat de problemen in Nederland niet zijn opgelost. Maar er is hier ook een heel fundamenteel probleem aan de orde geweest: zondebokpolitiek is verworden tot officieel kabinetsbeleid. Er zijn bewindslieden toegetreden, met instemming van de coalitiepartijen, waaronder de VVD, die er aantoonbaar een racistisch gedachtegoed op na hielden, wat niet is veranderd op de dag dat zij beëdigd werden door de Koning. De rechtsstaat is keihard aangevallen, terwijl we die nodig hebben omdat we in dit land met elkaar de problemen moeten oplossen. We hebben elkaar nodig. Dit betekent dat je investeert in rechtvaardigheid en in het oplossen van de problemen die zijn ontstaan, en dat je niet de aandacht daarvan afleidt door allerlei mensen die daar part noch deel aan hebben daarvan de schuld te geven en op die manier de hele samenleving tegen elkaar uit te spelen. Daar, zo moet ik eerlijk zeggen, is geen fundamentele grens getrokken. De coalitiepartijen dragen daarvoor natuurlijk de grootste verantwoordelijkheid, met de VVD voorop, want die heeft het hele probleem gecreëerd, maar het viel mij ook tegen van een aantal andere partijen. We moeten hier zeggen: democratie is niet alleen maar de uitkomst van verkiezingen en wie de meeste zetels heeft. Wij opereren hier binnen de kaders van de democratische rechtsstaat en die hebben we te verdedigen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld ook over de afspraak die we gemaakt hebben dat we ons best doen om te zorgen voor een stabiel klimaat, dus aanpakken, die klimaatcrisis! Zorgen voor herstel van de natuur! Dit zijn de problemen waar mensen zich zorgen over maken. We hebben een gezonde toekomst nodig voor ons land en voor onze kinderen.
Voorzitter. Nederland snakt naar verandering en dit kabinet was louter gebaseerd op boerenbedrog. De eerste slachtoffers waren de dieren, want nog voordat dit kabinet goed en wel geformeerd was, waren ze in de achterkamertjes al opgeofferd en is de wettelijke bescherming, die na jaren knokken voor de dieren geregeld was, met steun van de PVV weer uit de wet gehaald. Ja, wij vergeten dat dus niet. Vervolgens kwam de BBB in het centrum van de macht, die alles mag bepalen wat dieren raakt. Ik vergeet dat niet, hoor. Het was er een voorbode van dat de plannen van dit kabinet ook voor mensen weinig goeds in petto hadden. Dat we nu moeten geloven dat mevrouw Yeşilgöz als leider van de VVD hoogst verbaasd is over hoe Wilders zich heeft gedragen: dan kun je als politiek leider óf echt geen goede inschattingen maken, wat me geen aanbeveling lijkt, óf je staat gewoon te liegen en je neemt je kiezers niet serieus, wat me ook geen aanbeveling lijkt.
Voorzitter. Dan vraagt iedereen of mevrouw Yeşilgöz gaat zeggen dat ze nog een keer met Wilders gaat regeren. Daar gaat ze natuurlijk haar eigen strategische moment voor kiezen, want er is maar één ding dat ze wil: uitstralen dat zij wel een staatsvrouw is, terwijl ze de veiligheid van Nederland en Europa gewoon op het spel zet door met de PVV te gaan regeren. Wij gaan niet, omdat mevrouw Yeşilgöz zo nodig wil laten zien dat zij voor veiligheid is, achter steeds hogere opbiedingen voor de NAVO-norm aanlopen. Ja, er zijn investeringen nodig in onze eigen defensie, maar dan gaat het wel over de echte veiligheid, en dus ook over een stabiel klimaat en ook over investeren in ontwikkelingssamenwerking, en niet het partijpolitieke belang dat jij degene bent die de hoogste budgetten weet te organiseren. Dat is niet kiezen voor de veiligheid van Nederland.
Dank u wel.
De voorzitter:
De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Baudet, Forum voor Democratie.
De heer Baudet (FVD):
Voorzitter. De tien punten waarop volgens de heer Wilders het kabinet zou zijn gevallen, de tien punten over migratie, stonden grotendeels in het hoofdlijnenakkoord. De drie andere partijen hebben ook verklaard ze te ondersteunen en te willen implementeren. Dus wat is er nou eigenlijk gebeurd? Waarom is het kabinet gevallen? Het is volstrekt onbegrijpelijk. Het is compleet mysterieus.
Ik loop die tien punten nog wel even langs. Geen Spreidingswet, geen voorrang sociale huurwoningen voor statushouders. Die staan beide in het regeerprogramma. We hebben eerder vandaag bevestigd gekregen dat zowel Faber als Mona Keijzer dit samen aan het realiseren waren. Twee maanden geleden zagen we overigens dat Faber nogal achterliep op schema, maar goed, dat is dan de PVV aan te rekenen en niet de coalitiepartners.
Een azc-stop, lees ik in het tienpuntenplan. Dat hangt samen met het intrekken van de Spreidingswet en volgt dus ook gewoon uit het hoofdlijnenakkoord. Criminele vreemdelingen uitzetten. Daarover lees ik in het hoofdlijnenakkoord, en ik citeer, "dat zou worden geregeld dat vergunningen van criminele vreemdelingen kunnen worden ingetrokken en zij kunnen worden uitgezet". Steun voor harder optreden van de politie en fors meer grensbewaking. Ook geen probleem. Gewoon in overeenstemming met de afspraken.
Dan staan er ook nog wat dingen in het tienpuntenplan van de heer Wilders die nogal vaag zijn geformuleerd en waarvan onduidelijk is wat er precies de juridische betekenis van is. Bijvoorbeeld "Syriërs terug naar Syrië" of "grenzen dicht voor alle asielzoekers". Dat laatste kan problematisch zijn als je het VN-Vluchtelingenverdrag niet wil opzeggen. En daarover is niets opgenomen in het coalitieakkoord, dus dan had je dat akkoord maar niet moeten ondertekenen en had je dat toen moeten doen, een jaar geleden, en niet na een jaar ineens gaan roepen dat je dat toch eigenlijk wil en dat anderen zich niet aan de afspraak houden en er niet met anderen te werken valt.
Het is mysterieus. Voor de duidelijkheid: ik vond dat er een heleboel dingen in het coalitieakkoord, in het hoofdlijnenakkoord stonden waar ik het niet mee eens was. Ik was teleurgesteld in het onderhandelingsresultaat. Als je 37 zetels haalt, vind ik het een veel te hoge prijs als je daarvoor op de foto moet met Zelensky, een paar prikken moet nemen, het nexitstandpunt moet laten varen en noem het allemaal op. Maar als je dat dan doet, die afspraken maakt en zo diep door het stof gaat, dan is het onbegrijpelijk dat je vervolgens een jaartje later de boel laat klappen. Dan heb je ofwel spijt van je onderhandeling en heb je compleet zitten te slapen toen de afspraken gemaakt werden, of zoek je gewoon een flauwe aanleiding om het kabinet te laten vallen, omdat je bang bent dat je door mand valt of omdat je bang bent dat heel Nederland ziet dat je niet de juiste mensen op ministersplekken hebt kunnen laten komen en er niet doorheen komt met concrete afspraken enzovoorts.
Wat in elk geval volstrekt onaannemelijk is, wat ik echt niet geloof en wat ik de PVV voor lange tijd zal blijven aanrekenen, is het volgende. Als deze coalitiepartners in dit eerste, eindelijk een beetje fatsoenlijk rechtse kabinet in een lange geschiedenis niet betrouwbaar zouden zijn geweest, dan had je het op stemmingen moeten laten aankomen. Was dan daadwerkelijk met een intrekkingswet van de Spreidingswet naar de Kamer gegaan. Laat dan maar zien dat NSC, de VVD enzovoorts geen woord houden en dat zij niet betrouwbaar zijn. Dan had ik gezegd: oké, ik begrijp dat je de boel laat klappen. Dan hadden ze zich niet aan de afspraken gehouden en was er daadwerkelijk een breuk van het hoofdlijnenakkoord geweest. Maar dat is allemaal niet gebeurd. Het is in achterkamertjes gegaan, op een ondemocratische wijze. Het heeft er echt alle schijn van dat de PVV te kwader trouw is geweest en ik neem dat de heer Wilders en vooral al zijn kiezers enorm kwalijk. Het spijt me zeer. We zijn bondgenoten. Ik mag je graag. Je bent een leuke vent, maar dit is gewoon vreselijk slecht voor Nederland.
De voorzitter:
Dat was tegen mij, neem ik aan? Ik schors twintig minuten en dan gaan we luisteren naar de minister-president.
De vergadering wordt van 15.16 uur tot 15.36 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen. Het woord is aan de minister-president.
Minister Schoof:
Voorzitter. Velen van u hebben in diverse vormen gevraagd op welke manier het demissionaire kabinet zijn werk graag zou willen voortzetten. Dat is gerelateerd aan verschillende onderwerpen, van defensie tot stikstof en van wonen tot andere onderwerpen. Ik heb in het begin van mijn verklaring en van het debat de hoop uitgesproken dat Kamer en kabinet samen blijven werken aan onderwerpen die niet kunnen wachten. Ik heb vandaag in de Kamer die bereidheid ruimschoots gevoeld. Het kabinet heeft goed geluisterd naar de onderwerpen die hierbij vandaag in de Kamer werden genoemd, bijvoorbeeld asiel, bijvoorbeeld stikstof, bijvoorbeeld woningbouw en bijvoorbeeld perspectieven voor boeren.
Ik hoorde ook onderwerpen terug die ik heel expliciet zelf noemde, namelijk veiligheid, zowel nationaal als internationaal, waaronder de steun aan Oekraïne en alles wat nodig is voor defensie, inclusief de NAVO-top. Ik noem de internationale economische verhoudingen en de belangrijke hersteloperaties alsook de begrotingen van 2026. U mag erop rekenen dat het kabinet dit gevoelen in de Kamer ter harte neemt bij zijn werkzaamheden in het overleg met het parlement.
De heer Eerdmans vroeg of er nieuwe ministers of staatssecretarissen in het demissionaire kabinet bij komen of dat het bij de huidige ploeg blijft. Daar zullen we ons de komende dagen op beraden, zeg ik via de voorzitter aan de heer Eerdmans. Voor de korte termijn en voor de komende dagen hebben we de taken onderling verdeeld, zoals u heeft gezien.
De heer Eerdmans vroeg ook of hij erop mag rekenen dat de motie-Eerdmans inzake eurobonds onder het demissionaire kabinet heilig blijft. De motie is toentertijd aangenomen en heeft toen van mij ook oordeel Kamer gekregen. Ik voel het als mijn verantwoordelijkheid om met uw Kamer samen te blijven werken op dit onderwerp. Er ligt op dit moment geen voorstel voor eurobonds en over de inhoud kunt u natuurlijk het gesprek met minister Heinen aangaan, in aanloop naar de eerstvolgende Ecofin.
Dan ben ik bij een onderwerp dat door velen van u genoemd is — dat is ook mijn laatste onderwerp — namelijk de komende verkiezingen. Uit de bijdragen van de Kamer werd duidelijk dat er steun is voor vervroegde verkiezing van de Tweede Kamer. Staat u mij toe daar nog kort wat over te zeggen. Het kabinet zal zo spoedig mogelijk een besluit nemen over wanneer de verkiezingen plaatsvinden. De minister van BZK zal in overleg met de Kiesraad en gemeenten nagaan welke data in aanmerking komen voor de verkiezingen en hiervoor een voorstel doen aan het kabinet. Vervolgens zal de regering op basis van artikel 24 van de Grondwet een besluit tot ontbinding van de Tweede Kamer nemen.
Voorzitter, daarmee ben ik aan het einde van mijn bijdrage gekomen.
De voorzitter:
Ja, dank u wel. Ik begrijp nu best dat u daar even twintig minuten over na moest denken.
(Hilariteit)
De voorzitter:
De heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik had deze minister-president in mijn bijdrage uitgebreid bevraagd over de situatie in Gaza. Deze minister-president heeft nu geen enkel politiek excuus in de vorm van een samenwerking met de heer Wilders meer om geen maatregelen te nemen tegen Israël. Als we zien wat Israël nu doet, dus de misdaden in Gaza, en we tegelijkertijd de conclusie trekken dat het vele dat Nederland pretendeert te doen, nog geen deuk in een pakje boter slaat, vraag ik deze minister gewoon: kunnen wij verwachten dat hij komt met sancties tegen Israël? Kunnen we verwachten dat hij gaat pleiten voor scherpe Europese maatregelen tegen Israël of blijft hij de koers varen die hij nu vaart?
Minister Schoof:
Zoals u zelf ook al zei, is dit niet een debat over Israël-Gaza maar een debat over de val van het kabinet. De vragen zoals nu gesteld, ook door de heer Van Baarle, zullen in de komende debatten, bijvoorbeeld rondom de Europese Raad van 17 en 18 juni, ongetwijfeld nog aan bod komen. Dan zal het kabinet ook staat zijn geweest zich daarop opnieuw te beraden en met een opvatting te komen.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Van Baarle (DENK):
Dit is niet zomaar een onderwerp. Dit is voor heel veel Nederlanders een onderwerp dat door de ziel snijdt. Al die mensen die in Den Haag stonden, zeiden tegen dit kabinet: pas de koers aan. Deze minister-president heeft daar vandaag gewoon geen boodschap aan en zegt dat hij daar nog maar even rustig over na gaat denken, terwijl al die mensen in Gaza op dit moment lijden. Ik zeg tegen deze premier en deze regering: "U bent medeplichtig door het nietsdoen. U heeft nog de mogelijkheid om ervoor te zorgen dat Nederland een greintje zelfrespect kan hebben op het internationale toneel. U kunt in relatie tot het internationaal recht nog iets doen. Doe iets."
Minister Schoof:
In de eerste plaats is het, als ik even snel reken, 32 uur geleden dat het kabinet gevallen is. We zijn vervolgens bezig om te kijken hoe we demissionair verder kunnen gaan. Dat betekent dat we ons op een aantal vraagstukken echt moeten beraden. Ik deel met de heer Van Baarle — dat heb ik ook vaker gezegd — dat ik in alle opzichten absoluut meevoel met de mensen die zorgen hebben over alles wat er in Gaza gebeurt en de beelden die men daarvan ziet. Maar om dit binnen 32 uur van een demissionair kabinet te verwachten, terwijl ik hier in het parlement sta in het kader van de val van het kabinet, is echt een vraag die wat mij betreft op dit moment veel te vroeg komt.
De heer Eerdmans (JA21):
Was de val van het kabinet te voorkomen geweest?
Minister Schoof:
Dat vind ik een heel ingewikkelde vraag. Ik heb gezegd dat ik het onnodig en onverantwoord vond en ik heb de dagen voorafgaand aan gisterochtend ten opzichte van alle vier de fractievoorzitters gesprekken gevoerd of appjes gewisseld et cetera. Ik ben op allerlei manieren in contact geweest om te proberen de val te voorkomen, maar uiteindelijk was het een vraagstuk dat lag bij de vier fractievoorzitters.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb het geprobeerd op te helderen in het debat en ik heb toch de indruk dat het lek boven is. Ik denk dat NSC echt de grootste problemen had met dat tienpuntenplan en dat op voor mij onbegrijpelijke wijze de VVD en BBB daarin zijn meegegaan. Klopt die analyse of ziet de premier dit anders?
Minister Schoof:
Hoe ik het zie is, denk ik, niet zo interessant. Wat volgens mij belangrijk is, is het debat dat u net onderling heeft gehad met de vier fractievoorzitters die het op dat moment nog missionaire kabinet steunden. Die zijn met elkaar tot de conclusie gekomen — dat wil zeggen, één partij, de partij van de heer Wilders — dat ze het kabinet niet meer zouden steunen. Dat was een gesprek, een overleg dat zij met elkaar hadden.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Eerdmans (JA21):
Afrondend. Ziet de premier in de recente geschiedenis, deze week, enig moment waarop hij anders had kunnen of moeten handelen als premier, als vader van deze hele constellatie om deze wat mij betreft totaal onnodige crisis te voorkomen?
De voorzitter:
Leuk muziekje, meneer Timmermans.
Minister Schoof:
Muziekjes, niezen ...
Even serieus, voorzitter. Ik heb mij de laatste dagen, voor de val van het kabinet, intensief tot de vier fractievoorzitters gewend om te kijken wat ik kon doen om een val van het kabinet te voorkomen. Achteraf heb ik geconstateerd: onnodig en onverantwoord.
De heer Baudet (FVD):
Wat ik heel goed zou kunnen begrijpen, is een kabinetsval op basis van een inhoudelijke, fundamentele onenigheid. Het kan dat je zegt: hierover zijn wij het echt niet eens, hier kunnen wij niet uit komen. Dat vind ik ook legitiem. Dan moet je opnieuw naar de kiezer en dan schrijf je nieuwe verkiezingen uit enzovoort. Maar wat zo mysterieus is aan wat we nu meemaken, is dat de heer Wilders zegt "er viel op migratie niks te bereiken met dit kabinet", terwijl op al die punten die hij noemt, de andere coalitiepartijen zeggen "maar dat wilden wij ook". In een speech heb ik net ook laten zien dat de basis daarvan, het overgrote deel, ook in het hoofdlijnenakkoord stond en in uitvoering was. De minister van Asiel en Migratie kwam van de PVV en had alle vrijheid om op dat ministerie zelf te komen met allerlei voorstellen, wetsvoorstellen, beleidsnotities en noem maar op. Wat wij, en ik denk heel veel mensen in Nederland, heel graag willen weten is hoe de premier of, vanaf vandaag, de demissionair premier deze breuk nou beoordeelt. Is dit een menselijke tragedie, waren er gewoon botsende karakters waardoor het toch, op dat niveau, niet werkte? Is dat het verhaal? Of lag er een inhoudelijk meningsverschil? Zo ja, kan hij dan toelichten wat dat inhoudelijke meningsverschil was? In de afgelopen drie, vier dagen is de minister-president bezig geweest om het te lijmen; dan kom je dat toch tegen? Waar ging het nou om? Wat is er nou gebeurd?
Minister Schoof:
Aan een weging van de voorstellen is het kabinet niet toegekomen omdat er bij het kabinet geen voorstellen van dien aard zijn ingediend. Het gesprek heeft zich volstrekt beperkt tot de vier fractievoorzitters. Zij hebben dat debat gevoerd. En voor de achtergronden, de analyses en wat het ook is, moet ik echt verwijzen naar het debat dat u hiervoor heeft gehad, ook onderling, met de vier fractievoorzitters die tot voor kort dit kabinet steunden. Daar zult u uw conclusies aan moeten ontlenen. Als ik me daaraan ga wagen, dan ga ik aan ernstige speculatie doen, en dat lijkt mij niet verstandig.
De heer Baudet (FVD):
Dat is heel interessant ... Dus u zegt eigenlijk dat u niet betrokken was bij dit gesprek, dus dat u het eigenlijk ook niet weet. Ze hebben dit buiten u om besloten en besproken.
Minister Schoof:
Nee, de vier fractievoorzitters hebben op initiatief van de heer Wilders het gesprek met elkaar gevoerd over het tienpuntenplan. Dat was een gesprek van de vier partijleiders die dit kabinet steunden. Het lijkt me ook de enige juiste plek waar dat gesprek kon plaatsvinden, gelet op het feit dat de fractievoorzitter van de VVD dat plan heeft gelanceerd. Vervolgens constateer ik dat we als kabinet die plannen niet hoeven wegen, want ze zijn nooit aan ons voorgesteld.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Baudet (FVD):
Dit is toch wel een novum, wat hier nu naar voren komt. Dus de premier van dit opmerkelijke kabinet, en ook de ministersploeg als zodanig, is volstrekt niet betrokken bij de besprekingen over deze tien punten, die grotendeels gewoon voortkwamen uit het hoofdlijnenakkoord en waar niet zo veel mee aan de hand was. En het besluit om de boel te laten klappen, is dus ook buiten de ministersploeg als zodanig en buiten u als premier genomen. Is dat een correcte samenvatting?
Minister Schoof:
Gelet op het feit dat ik niet partijgebonden ben en daarmee ook geen partijleider ben, is het logisch dat de vier partijleiders eerst met elkaar het gesprek hadden over de inhoud, ook refererend aan het hoofdlijnenakkoord dat ook van die vier partijleiders was. Vervolgens hebben die vier partijleiders met elkaar gesproken en is er één van de vier tot de conclusie gekomen dat hij het kabinet niet meer steunt. Dat is ook aan de partijleiders. Het is niet aan het kabinet om daarover te beslissen. En daarover heeft de heer Wilders mij gisterochtend geïnformeerd.
De heer Jetten (D66):
Voorzitter. De minister-president en een groot aantal van de ministers gaan de komende tijd demissionair door. Ik spreek uit ervaring: dat is niet per se een dankbare taak, maar het is wel belangrijk dat het gebeurt. Ik ben heel erg benieuwd hoe, of eigenlijk met welk kompas, dit kabinet de komende tijd dat demissionaire werk gaat doen. Is daarbij het hoofdlijnenakkoord leidend, met nog een grote invloed van de PVV op de afspraken? Of kijkt het kabinet vooral naar welke meerderheden er per onderwerp hier in dit huis zijn te vinden?
Minister Schoof:
Ik denk dat de heer Jetten een terecht punt aangeeft als hij het terugkoppelt aan het parlement, en ook naar het debat van vandaag, omdat u de ruimte bepaalt die dit kabinet heeft. In die zin moet ik daar dus bescheiden in zijn. Tegelijkertijd heb ik in mijn bijdrage gezegd dat de ministers die nu het kabinet vormen, nog steeds met grote passie en betrokkenheid het werk voor Nederland willen doen. Dat wordt dus met elkaar uitzoeken waar we elkaar gaan vinden. Ik praat de komende dagen met de drie fractievoorzitters, samen met de collega's zoals die hier aan tafel zitten, met de drie vicepremiers, om te kijken wat we kunnen doen, indachtig datgene wat u ons als Kamer meegeeft over wat de ruimte is die we ons daarin van u als Kamer mogen veroorloven.
De heer Jetten (D66):
Wat D66 betreft hoeft er niet heel veel controversieel te worden verklaard en kunnen we de komende tijd gewoon op de inhoud het debat met elkaar voeren. Wij zullen telkens beoordelen of we een voorstel van het demissionair kabinet een stap in de goede richting vinden; dan steunen we het, en anders niet. Maar laat ik als voorbeeld een onderwerp nemen waar ook de demissionair premier intensief bij betrokken is: die ministeriële commissie op stikstof. Ondernemers staan echt te trappelen om helderheid en voorspelbaarheid te krijgen over de vergunningverlening en over het terugdringen van de stikstofuitstoot, maar PVV en BBB willen echt iets anders ten aanzien van stikstof dan de rest van de Kamer. Het demissionaire kabinet zou de komende tijd dus hele grote stappen kunnen zetten op stikstof, maar niet als het hoofdlijnenakkoord daarvoor het kompas blijft. Dus ja, het is voor een deel aan de Kamer, maar ik ben benieuwd in hoeverre het kabinet zelf nog met nieuwe voorstellen wil gaan komen om af en toe een doorbraak te forceren.
Minister Schoof:
Met betrekking tot de stikstofaanpak: de ministeriële commissie zal in ieder geval absoluut blijven bestaan. Dat onderwerp is te belangrijk om er niet geïntegreerd, op alle onderdelen die het stikstofvraagstuk raken, mee aan de slag te gaan. Maar ik denk dat het tegelijkertijd ook fair is om te zeggen dat een aantal specifieke punten die in het hoofdlijnenakkoord wat betreft dat punt zijn genoemd, met name waar het gaat over gedwongen krimp, ongewijzigd zullen blijven, tenzij daar allemaal heel andere besluiten over worden genomen, maar dat verwacht ik op dit moment niet. Dat betekent dat we in het kabinet dus volle kracht vooruit zullen gaan werken aan de stikstofaanpak, maar dat doen we op dat punt wel grotendeels in lijn met wat er in het hoofdlijnenakkoord over is gezegd.
De heer Jetten (D66):
Afrondend. Volle kracht vooruit kan natuurlijk alleen als het kabinet voldoende rekening houdt met de nieuwe dynamiek die hier in de Tweede Kamer is ontstaan, maar ook met mogelijke meerderheden in de Eerste Kamer. Door het vorige demissionaire kabinet is er nog best wel wat wetgeving door beide Kamers heen geloodst, maar dat kan nu niet als je op dezelfde route doorgaat als voor de kabinetsval. Dat geef ik dus graag aan de premier mee.
Minister Schoof:
Met dank.
De heer Dassen (Volt):
Daar wil ik op doorgaan, want er zijn inderdaad nieuwe verhoudingen. Dat betekent dat het kabinet niet meer gebonden is aan de wensen van Geert Wilders en de PVV. Dat betekent ook dat er ruimte komt. Ik ben benieuwd waar de minister-president de ruimte ziet om juist met een groter gedeelte van de Kamer op te trekken en hoe hij van plan is om die de komende tijd te gaan benutten.
Minister Schoof:
Ik gaf eerder aan dat we nog maar 32 uur verder zijn, dus we moeten ons echt nog intern op dat punt beraden. Ten tweede moeten we er ons met de drie fractievoorzitters ook op beraden. Ik heb in mijn openingsstatement ook gezegd dat we ons zeer bewust zijn van het zoeken van meerderheden voor datgene wat we willen bereiken. Dat gaan we de komende periode doen.
De heer Dassen (Volt):
Dan heb ik daar misschien één vervolgvraag over. Stel dat de minister-president hier nog een halfjaar of misschien zeven maanden zit. Laten we hopen dat we snel nieuwe verkiezingen hebben. Wat zou hij nog heel graag voor Nederland willen bereiken? Dat mag even iets verder gaan dan wat er in het hoofdlijnenakkoord of in het regeerprogramma staat. Wat zou deze minister-president nou in het komende halfjaar willen bereiken? Noem dan even niet asiel, want dat hebben we volgens mij wel genoeg gehoord.
Minister Schoof:
Ik neem niet aan dat nu gevraagd wordt naar een politiek manifest van een partij-ongebonden premier die bovendien demissionair is. Dat zou wel alle wetten tarten die hier in het parlement gelden, volgens mij. Toen ik een jaar geleden ben gevraagd, heb ik ja gezegd omdat ik echt iets wil doen voor Nederland en echt geloof in de publieke zaak. Ik heb daar goed over nagedacht. Het was voor mij een onverwachte en volgens velen een ongebruikelijke stap. Daar heb ik me met hart en ziel voor ingezet. Dat wil ik ook de komende periode met de collega's doen, niet alleen met de collega's die hier zitten, maar ook met de andere collega's. Natuurlijk zetten we ons in voor de grote onderwerpen waar we toen ook voor hebben gekozen. Dat gaat over wonen, dat gaat over bestaanszekerheid, dat gaat over het oplossen van de stikstofproblematiek, dat gaat overigens ook over veiligheid, dat gaat, gelet op de veranderende geopolitieke omstandigheden, ook heel nadrukkelijk over de economie en dat gaat natuurlijk over de bestaanszekerheid van mensen. Dat blijft dus echt een vol pakket, maar we doen het in het volle, volle bewustzijn dat uw Kamer de marges van dit demissionaire kabinet bepaalt.
De voorzitter:
Tot zover de eerste termijn. Ik geef graag in tweede termijn het woord aan de heer Timmermans van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Het woord is aan hem.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik kies ervoor een motie in te dienen, omdat ik merk dat het gevoel van urgentie om zo snel mogelijk verkiezingen te kunnen organiseren groot is in de Kamer. Daarom deze motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Nederland zo snel mogelijk een nieuwe regering nodig heeft die grote problemen kan oplossen;
overwegende dat er volgens de Grondwet maximaal drie maanden zitten tussen het ontbindingsbesluit en de samenkomst van een nieuwgekozen Kamer;
verzoekt de regering de Kamer zo snel als mogelijk te ontbinden en op de kortst mogelijke termijn die de Kieswet toelaat verkiezingen uit te schrijven;
verzoekt de regering daarvoor financiële middelen beschikbaar te stellen aan gemeenten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Timmermans, Jetten, Bontenbal, Dijk, Bikker, Dassen en Yeşilgöz-Zegerius.
Zij krijgt nr. 3 (36760).
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik wil hier met uw permissie nog een punt van orde aan toevoegen. Het is mij een lief ding waard als we vandaag nog fractiegewijs over deze motie zouden kunnen stemmen, gelet op het gevoel van urgentie. Met uw permissie en hopelijk met steun van de collega's kunnen we hierover misschien meteen na het einde van het debat stemmen.
De voorzitter:
Ik begrijp uw verzoek. Ik denk ook even aan de motie-Hamer. We hadden het net over moties die heilig verklaard waren. De motie-Hamer is ook heilig. Daarin staat namelijk: wij zullen op dinsdag stemmen. U wilt blijkbaar nu al stemmen. Dan moet ik gewoon even kijken of daar een meerderheid voor bestaat. U doet het voorstel om aansluitend aan dit debat, neem ik aan, te stemmen?
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Fractiegewijs, ja.
De voorzitter:
Fractiegewijs. Dus niet hoofdelijk, maar fractiegewijs. Goed dat u dat even toevoegt. Ik ga even kijken of daar een meerderheid voor bestaat.
De heer Dassen (Volt):
Dat lijkt me een goed idee. Laten we dat straks meteen doen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Prima.
De heer Baudet (FVD):
Over alle moties dan, toch?
De voorzitter:
Nee, alleen over deze motie.
De heer Baudet (FVD):
Dan wil ik het graag verbreden.
De voorzitter:
Het voorstel gaat alleen over deze motie.
De heer Baudet (FVD):
Kan de heer Timmermans daar niet mee akkoord gaan?
De voorzitter:
Nee, het voorstel gaat over deze motie. Ik probeer het even simpel te houden.
De heer Baudet (FVD):
Maar kan ik zijn voorstel niet amenderen?
De voorzitter:
Nee, dat kunt u niet amenderen. U steunt het niet.
De heer Bontenbal (CDA):
Eens. Goed.
De heer Jetten (D66):
Steun.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Wijs. Steun.
De heer Van Baarle (DENK):
Logisch verzoek. Steun.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Steun.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Steun.
De heer Wilders (PVV):
Steun.
De voorzitter:
Ik denk dat we er wel zo'n beetje zijn.
De heer Dijk (SP):
Steun.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Steun, maar volgens mij is de steun niet meer nodig.
De voorzitter:
Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat u een meerderheid heeft, dus dan gaan we aansluitend aan dit debat — dat zal heel snel zijn — erover stemmen.
Een aantal leden ziet af van de spreektijd. Daarom is de heer Jetten de volgende spreker, als hij dat wil tenminste. Dat wil hij. Het woord is aan hem. O, de heer Jetten heeft plankenkoorts, zegt hij. Nee, hoor. Hij wacht op een printje. We hebben een motie altijd in papieren vorm nodig.
Dan de heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Als je doet wat je deed, dan krijg je wat je kreeg. Vandaag zagen wij veel oud-Haags gekibbel over het verleden in plaats van nieuwe ideeën voor de toekomst. "Jij bent een schandvlek." "Nee, jij bent een schandvlek." Mensen zijn klaar met deze stemmen van het verleden en snakken naar een stem van de toekomst. Ik voelde aan dat de toekomst die ik schetste wat deed in de zaal. Vooral bij "kweekvlees" dacht ik bij mevrouw Van der Plas even wat lichte paniek te zien.
Voorzitter. Ik snap dat oude partijen lachen om onze vergezichten. Die zijn namelijk zeldzaam geworden in Den Haag. Maar terwijl de status quo lacht, kunnen we bouwen aan de toekomst. Dat is volgens mij ook wat Nederlanders van ons mogen verwachten. Nieuwe problemen hebben nieuwe ideeën nodig, die de oude politiek nog niet aandurft. Dan kunnen we aan de toekomst bouwen. Dat is volgens mij waar de campagne straks over moet gaan, dus op naar nieuwe verkiezingen.
De voorzitter:
De heer Bontenbal van het CDA ziet af van zijn spreektijd. De heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Dank, voorzitter.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Israël de toevoer van humanitaire hulp naar Gaza blokkeert;
overwegende dat er een nijpend tekort aan medicijnen en voedsel is in Gaza;
overwegende dat er 930.000 kinderen in Gaza risico lopen op acute hongersnood, volgens de Integrated Food Security Phase Classification;
overwegende dat een groeiend aantal landen en internationale organisaties het handelen van de Israëlische regering veroordelen;
verzoekt de regering om sancties te bepleiten tegen de Israëlische regering,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 4 (36760).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat "een levensvatbare Palestijnse staat" al decennia het streefpunt van de Nederlandse regering is, maar dat Israël openlijk zegt die levensvatbaarheid tegen te zullen werken;
constaterende dat het Palestijnse zelfbeschikkingsrecht hiermee bedreigd wordt en dat steeds meer Europese staten daarom de Palestijnse Staat erkennen;
verzoekt de regering om de Palestijnse Staat te erkennen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 5 (36760).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering terstond en definitief het onderzoek te staken over wanneer de Nederlandse ambassade naar Jeruzalem verplaatst kan worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 6 (36760).
De heer Van Baarle (DENK):
En tot slot, voorzitter.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering om een algeheel wapenembargo, zowel offensief als defensief, in te stellen tegen Israël, en alle militaire samenwerking en uitwisseling van militaire technologie met Israël te staken, zowel offensief als defensief,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 7 (36760).
De heer Van Baarle (DENK):
Als deze premier niet bereid is aan te geven wat de regering doet op het gebied van maatregelen tegen Israël, dan moeten wij hem als Kamer maar gaan bijsturen.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Mevrouw Yeşilgöz van de VVD.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil de minister-president danken voor al zijn inzet van de afgelopen tijd en in de tijd die nu gaat komen. Dat geldt ook voor de vicepremiers en de andere bewindslieden. Ongelofelijk veel dank dat jullie op deze manier door blijven gaan en je blijven inzetten voor Nederland en alle belangrijke onderwerpen. In het belang daarvan en in het belang van je in blijven zetten voor alle belangrijke onderwerpen, heb ik één motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland nationaal en internationaal voor grote uitdagingen staat, waarbij besluitvaardigheid meer dan ooit noodzakelijk is;
overwegende dat het onverantwoord is om tot aan de volgende verkiezingen stilstand te krijgen;
verzoekt het kabinet vol door te gaan met cruciale onderwerpen voor Nederland die niet kunnen wachten, waaronder ten minste asiel en migratie, defensie en weerbaarheid, steun aan Oekraïne, veiligheid, stikstof, ruimtelijke keuzes, woningbouw, hersteloperaties, verdienvermogen en de portemonnee;
verzoekt het kabinet daarvoor draagvlak te vergaren in het parlement,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Yeşilgöz-Zegerius, Van der Plas, Van Vroonhoven, Bontenbal, Bikker en Eerdmans.
Zij krijgt nr. 8 (36760).
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Het goede nieuws is dat de printer van de heer Jetten het weer doet. We zijn erg benieuwd wat er uit het apparaat is gekomen.
De heer Jetten (D66):
Dank, voorzitter. Na twee jaar stilstand, chaos en geruzie wil D66 zo snel mogelijk verkiezingen, want de problemen — de woningnood, het klimaat en de verdeeldheid — zijn gebleven, maar de oplossingen zijn uitgesteld. Wat na vandaag misschien nog wel het meest wringt, is dat er vooralsnog geen enkel lerend vermogen is van dit mislukte experiment. De VVD blijft nog altijd, ondanks alle harde woorden over Wilders, de deur richting de PVV openhouden voor een nieuwe poging. Maar de opluchting over de kabinetsval bij de mensen in het land is groot en voelbaar. Ze snakken namelijk naar politiek die wel werkt. Laat het demissionaire kabinet niet stilzitten, maar doorwerken. Wij zullen daarbij steeds de plannen beoordelen op de inhoud. Om ze daarbij een klein beetje te helpen, heb ik de volgende motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de secretaris-generaal voorstelt om op basis van de capaciteitsdoelstellingen te groeien naar een NAVO-norm van minimaal 3,5% voor defensie-investeringen;
overwegende dat Nederland als gastland van de NAVO-top een bijzondere verantwoordelijkheid heeft in het vormgeven van de discussie over de nieuwe NAVO-norm;
verzoekt het kabinet zich te committeren aan het verhogen van de defensie-uitgaven tot 3,5% van het bbp,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Jetten en Bikker.
Zij krijgt nr. 9 (36760).
De heer Jetten (D66):
Voorzitter. Deze motie is gisteren nog weggestemd, maar na alle mooie woorden van vandaag, hoop ik dat we hierop in ieder geval een doorbraak voor elkaar kunnen krijgen.
De voorzitter:
Mevrouw Van Vroonhoven, Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Voorzitter. Nu, in de tweede termijn, staan we op het punt: hoe nu verder? Wat dat betreft heeft mevrouw Yeşilgöz een motie ingediend, ook namens mevrouw Van der Plas en mij. Ik zou daar eigenlijk nog even een paar puntjes uit willen lichten.
In die motie staat benoemd dat we inderdaad voort moeten gaan met het migratiebeleid. Dan heb je het wat ons betreft ook uitdrukkelijk over de arbeidsmigratie en de studiemigratie. Er staat dat we ons moeten richten op defensie en de weerbaarheid. Ik wil vooral dat laatste goed benadrukken. Het gaat echt om hoe we de Nederlanders hier in Nederland ook gewoon weerbaar maken voor de onzekere toekomst.
Als het gaat over de hersteloperaties, wil ik in het bijzonder ook de WIA noemen. We hebben ons daar bij de onderhandelingen over de Voorjaarsnota hard voor gemaakt. We zijn ontzettend blij dat we de perikelen bij het UWV omtrent arbeidsongeschiktheid nu bij de kop hebben. Het zou gewoon doodzonde zijn als we dat niet kunnen verderzetten. Als er iets staat over de portemonnee, gaat dat wat ons betreft echt uitdrukkelijk over de bestaanszekerheid.
Voorzitter, tot slot. Hoe nu verder de komende tijd? Ik kijk naar meneer Dassen. Laten we er een hele bevlogen campagne van maken met elkaar. Laten we dat fair en open met elkaar doen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Mevrouw Bikker van de ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Helder is: de Kamer is de komende maanden aan zet. Het land moet nog steeds van het slot, want mensen zitten te wachten op dat nieuwe huis dat ze wél kunnen betalen en de ondernemer wil wél kunnen investeren. Dat alles en meer.
Voorzitter. Daarom uiten wij van harte onze steun, ook aan het kabinet-Schoof, om weer op te staan om het goede te doen, te beginnen bij de NAVO-top. Laten we zorgen dat de minister-president daar met een stevig en vol mandaat kan staan, want dat is heel hard nodig.
Ik wil het kabinet ook wijsheid wensen, ook in de komende tijd. Demissionair zijn is niet makkelijk, maar weet dat in ieder geval voor mijn fractie geldt dat we altijd constructief en kritisch met u aan de slag willen gaan om goed te zorgen voor ons land.
Voorzitter. Ja, er mag een frisse wind gaan waaien in Nederland, want te lang zitten we al in een moeras, waarin de politiek elkaar wel de maat neemt, maar niet de oplossingen brengt. Ik zet mij er graag voor in, naar de verkiezingen toe, dat we die frisse wind meer in dit parlement gaan brengen.
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Dijk van de SP.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb goed geluisterd in de eerste termijn, met name naar de woorden van Nieuw Sociaal Contract over de huurbevriezing. Daarom de volgende motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat alle sociale huren op 1 juli 2025 met maximaal 5% stijgen;
spreekt uit dat de huurlasten te hoog zijn en de belofte in de Voorjaarsnota voor een huurbevriezing moet worden nagekomen;
verzoekt het demissionaire kabinet dit per ministeriële regeling te doen door alle sociale huren, zowel bij corporaties als bij private verhuurders, vanaf 1 juli te bevriezen en de corporaties hiervoor te compenseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 10 (36760).
Een vraag van mevrouw Van Vroonhoven.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik kijk even naar de heer Dijk. We hebben een interruptiedebatje met elkaar gevoerd. Ik wil het nog even nalezen in het stenogram, maar volgens mij heb ik echt gezegd dat we moeten kijken hoe we met elkaar de huren gaan matigen. Dat hoeven we wat mij betreft niet te doen op basis van die oude plannen die we toen hadden voorliggen, maar we moeten wel met elkaar kijken hoe we dat allemaal in het kader van de bestaanszekerheid — zo heb ik dat echt gezegd — recht moeten houden; dat zeker.
De heer Dijk (SP):
Ik heb de woorden van mevrouw Van Vroonhoven letterlijk uit het stenogram gehaald. U heeft letterlijk gezegd dat u de belofte die u bij de Voorjaarsnota heeft gedaan gestand wilt houden. Als u terugkijkt, dan ziet u ook het vrolijke gezicht van de heer Wilders en het wat minder vrolijke gezicht van mevrouw Keijzer. Er is dus een reden. Ik hoop dat u zich aan uw belofte gaat houden. Het is bijna 1 juli. Laten we dat gaan doen en dan ook met genoeg geld voor woningbouwcorporaties om te kunnen investeren in genoeg woningen voor jonge mensen en gezinnen. Ook dat is een vorm van bestaanszekerheid. Wie a zegt, moet ook b kunnen zeggen.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik ga het stenogram even nalopen. Ik meen echt dat ik heb gezegd dat het erom gaat dat we met elkaar de huren moeten matigen.
De heer Dijk (SP):
Ik app u de letterlijke tekst zo meteen. Geen enkel probleem.
Voorzitter. Motie twee. De vorige keer dat we een demissionair kabinet hadden werden bezuinigingen op de zorg ook geschrapt. Het lijkt me ongelooflijk goed om dat te doen.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat vanaf 2026 bijna 500 miljoen aan bezuinigingen op de ouderenzorg en ruim 150 miljoen op de gehandicaptenzorg en de ggz gepland staan;
constaterende dat dit jaar al 350 miljoen wordt weggehaald bij de ouderenzorg, gehandicaptenzorg en de ggz;
constaterende dat vanaf volgend jaar 450 miljoen wordt bezuinigd op de jeugdzorg, wat oploopt tot 1,8 miljard, en dat ook een eigen bijdrage wordt ingevoerd;
constaterende dat vanaf 2027 een bezuiniging van 225 miljoen ingeboekt staat op de Wmo en de eigen bijdragen stijgen;
verzoekt de regering om deze bezuinigingen te schrappen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 11 (36760).
De heer Dijk (SP):
Tot slot nog één motie. Er zitten hier mensen die beslissen over andermans WW en zelf op een torenhoge wachtgeldregeling zitten.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Kamerleden zelf kunnen rekenen op 38 maanden WW met een totaal van €334.000 aan wachtgeld;
constaterende dat deze Kamerleden nu in meerderheid hebben besloten om de WW-duur te verkorten van 24 naar 18 maanden voor gewone mensen;
spreekt uit dat de WW-duur niet verkort moet worden;
verzoekt de regering de voorgenomen WW-verkorting terug te draaien bij het opstellen van de Miljoenennota 2026,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 12 (36760).
Mevrouw Van der Plas, BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Dank aan de minister-president voor zijn woorden in het debat en de aanwezigheid van de andere vier … andere drie bewindspersonen. Ik zit nog helemaal in de viermodus. Ik heb twee moties.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de noodzaak groot is om door te gaan met de inzet van het kabinet om de vergunningverlening weer op gang te krijgen;
overwegende dat Nederland zo snel mogelijk van het stikstofslot moet om ruimte te krijgen voor onder andere boeren, vissers, woningbouw, infrastructuur en defensie;
overwegende dat het kabinet hiervoor een goede start heeft gemaakt met de brief van 25 april;
verzoekt de regering voortvarend door te gaan met de uitvoering van alle vier sporen zoals die zijn geformuleerd in de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.
Zij krijgt nr. 13 (36760).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de asielmigratie naar Nederland moet worden aangepakt;
overwegende dat landen als Duitsland hun grensbewaking hebben geïntensiveerd;
overwegende dat dankzij de extra controles aan de Duitse grens 47.000 mensen bij de grens zijn tegengehouden, onder wie 1.900 mensensmokkelaars;
overwegende dat het aantal asielaanvragen in Duitsland sindsdien flink is gedaald;
verzoekt de regering zo snel als mogelijk, bijvoorbeeld via het dienjaar bij Defensie, extra capaciteit te creëren voor de marechaussee voor taken zoals grenstoezicht,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.
Zij krijgt nr. 14 (36760).
Mevrouw Van der Plas (BBB):
"Gaat over tot de orde van de dag" zet ik er even bij.
De voorzitter:
Daar hechten we aan. Dat wordt gewaardeerd. De heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Een interruptie voor mevrouw Van der Plas. Ik zou bijna zeggen "merci", maar dat mag dan weer niet.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Jawel, hoor. Ik noem het alleen "tralala".
De heer Bontenbal (CDA):
In de motie van mevrouw Yeşilgöz c.s. wordt een aantal thema's genoemd waar het kabinet voortvarend mee door moet gaan. Daar staat stikstof ook gewoon bij.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja.
De heer Bontenbal (CDA):
De eerste motie van u lijkt me dan overbodig, want die zit geïncludeerd in die van de VVD. Kunnen we die dan niet gewoon schrappen? Dat scheelt bij de stemmingen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nee. Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Eerdmans, JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Dank aan de premier voor de gegeven antwoorden. Ik ben niet helemaal gerust op het eurobondsantwoord, maar het was wel goed. Ik had gevraagd of de motie-Eerdmans heilig is. Ik hoop dat die heilig blijft.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt het kabinet het tienpuntenplan over asiel van Wilders uit te voeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 15 (36760).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt het kabinet de Spreidingswet uiterlijk op 1 februari 2026 in te trekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 16 (36760).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
spreekt uit het asielbeleid niet controversieel te verklaren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 17 (36760).
De heer Eerdmans (JA21):
Dank u wel.
De voorzitter:
De laatste spreker is de heer Baudet van Forum voor Democratie. O nee. Sorry, meneer Baudet, ik ben mevrouw Ouwehand vergeten.
De heer Baudet (FVD):
Ja, dat gebeurt mij ook weleens.
De voorzitter:
U bent een heer. Excuses, mevrouw Ouwehand. U bent net terug en ik zie u nu al over het hoofd. Dat is ook niet aardig.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik zal maar zeggen: er komen nieuwe verkiezingen, dus misschien ook een nieuwe Kamervoorzitter.
De voorzitter:
Oóh, wat bent u hard vandaag.
(Hilariteit)
De voorzitter:
U bent terug en ik dacht dat u wat softer was geworden.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Niks ervan. Ik wilde in mijn tweede termijn benoemen dat er ook positief nieuws was. Deze had ik echt niet zien aankomen en dus ook niet voorbereid.
De voorzitter:
Het kwam wel uit de grond van uw hart, volgens mij.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Wel een beetje, ja.
Voorzitter. Nieuwe verkiezingen. Er is positief nieuws. Er zijn heel veel puinhopen gecreëerd en de schade die is ontstaan, is niet zomaar weg. Maar we krijgen een kans om met z'n allen opnieuw te gaan werken aan goede oplossingen. Want Nederland snakt naar een kabinet dat de problemen aanpakt waar mensen zich zorgen over maken. We hebben schone lucht nodig, een groene omgeving, gezond en betaalbaar voedsel voor iedereen, en een rechtvaardige aanpak van de klimaatcrisis, waarbij niet de grote vervuilers worden beloond maar de gewone burgers worden geholpen.
Mensen snakken ook naar een consequent buitenlandbeleid. Ik moet toch wel zeggen dat de antwoorden van de minister-president over de genocide in Gaza niet bepaald geruststellen. De minister-president zegt net letterlijk: het is 32 uur geleden dat het kabinet viel, dus we hebben nog geen tijd gehad. De urgentie is als volgt. Er zijn al 50.000 onschuldige burgerslachtoffers gevallen. De honger is er nu. Het gebrek aan water is er nu. Het gebrek aan medicijnen is er nu. Het demissionair kabinet had gisteravond makkelijk even de koppen bij elkaar kunnen steken en kunnen bedenken: wat kunnen wij op dit moment doen om die genocide daar te stoppen? Dus ik druk de minister-president op het hart: doe dit nu alsnog. We kunnen geen seconde langer wachten.
De voorzitter:
De laatste spreker. Een vraag van mevrouw Yeşilgöz, een mededeling.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik loop achter. Ik had een vraag aan de heer Eerdmans, voordat u helemaal afsluit. Die gaat over zijn motie. Onhandig, maar zou het toch nu mogen?
De voorzitter:
De heer Eerdmans is geweest. Zijn termijn is voorbij.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat weet ik, maar …
De voorzitter:
Kunt u hem niet zelf even aanschieten?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Jawel, maar ik wil vragen of hij zijn motietekst iets wil verduidelijken, zodat het voor ons makkelijker wordt om voor te stemmen.
De voorzitter:
Schiet hem zelf even aan, zou ik zeggen. Als we daaraan beginnen, blijven we aan de gang met het terugroepen van mensen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dan zal ik het hier zeggen, voor de collega's die dat horen. Ik zal zo aan de heer Eerdmans vragen om aan zijn verzoek inzake de tien punten de woorden "uitwerken en uitvoeren" toe te voegen.
De voorzitter:
Ja.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik zie hem knikken. Dan heb ik het hierbij gezegd.
De voorzitter:
De heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
We zijn getuige van een politieke whodunit. Het is een buitengewoon merkwaardig spelletje. Wie loopt er nou te jokkebrokken? Is het zo dat Geert daadwerkelijk achter de schermen is dwarsgezeten en dat VVD, NSC en BBB daarover nu aan het liegen zijn? Of is het zo dat Geert er eigenlijk helemaal geen zin meer in had en een aanleiding heeft gezocht om het te laten klappen op een onderwerp waarop hij de meeste credibility heeft onder de bevolking, namelijk migratie? Er is maar één manier om daarachter te komen. Dat is door heel simpel een motie in stemming te brengen die als volgt luidt:
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt het demissionaire kabinet om alsnog met de tien punten van Wilders betreffende inperking van de immigratie aan de slag te gaan, en deze zo veel mogelijk uit te werken tot realistische, concrete voorstellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.
Zij krijgt nr. 18 (36760).
De heer Baudet (FVD):
Voorzitter. We zullen bij de stemmingen zien wie er gelijk heeft. Ik wil net als de heer Timmermans … Ik vraag de voorzitter om de orde te handhaven in het hart van de democratie. Wel opletten!
De voorzitter:
Ik verzoek u om gewoon door te praten.
De heer Baudet (FVD):
Ik verzoek, net als de heer Timmermans, om dit vandaag in stemming te brengen. Het is evident in het belang van de democratie en de beraadslaging. We gaan zo meteen toch al fractiegewijs stemmen. Het is volgens mij geen enkel probleem om ook deze motie in stemming te brengen. En het is in het belang van Nederland en van de democratie dat we direct uitsluitsel hebben.
De voorzitter:
Zeker. Maar we hebben net een besluit genomen over die ene motie. Daar gaan we inderdaad aansluitend over stemmen. Ik breng het voorstel van de heer Baudet in stemming en hoor graag van de geachte leden of zij willen dat er over deze motie ook meteen wordt gestemd. Meneer Dijk?
De heer Dijk (SP):
Sorry voorzitter, maar ik heb ook een verzoek. Dat gaat over de motie die ik heb ingediend over huurbevriezing. Die gaat over de datum 1 juli …
De voorzitter:
Ja, maar laten we …
De heer Dijk (SP):
Ja, maar 1 juli is wel een datum die vrij belangrijk is voor huurders. Ik heb net een meerderheid aan partijen gehoord die dat willen.
De voorzitter:
Wacht even, Baudet! Uw microfoon staat niet aan. Mag het even rustig? Ontspan! Ik breng nu het verzoek in stemming van de heer Baudet. Dat gaan we eerst even doen. Daarna gaan we over de motie over huurbevriezing praten, als u dat wilt. En ik ga even kijken of er een meerderheid is voor het verzoek om zijn motie toe te voegen aan de stemmingslijst. De heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Volgens mij is er geen haast mee. Dat kan gewoon dinsdag, dus geen steun.
De voorzitter:
Dat is geen steun. De heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Wij willen alleen over de motie-Timmermans stemmen en over de rest niet.
De voorzitter:
Dat is geen steun. De heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Wij steunen het verzoek om snel te stemmen over de motie over verkiezingen, omdat die snel voorbereid moeten worden. Als er al een verzoek is om ook over de andere moties in stemming te brengen, zou mijn voorstel zijn om over alle moties te stemmen. Ik vind mijn motie ook heel erg belangwekkend. We kunnen niet alleen over de motie van de heer Baudet stemmen omdat hij zijn motie inhoudelijk van belang vindt. Ik zou zeggen: laten we dan alles doen. Geen steun om er één uit te pikken.
De voorzitter:
Dat is geen steun. Dat is het enige wat ik wilde horen, met alle respect. Meneer Baudet, ik stel vast dat behalve uzelf niemand uw voorstel steunt. Ik ga nu uw microfoon aanzetten. Let op!
De heer Baudet (FVD):
Ik ben verbijsterd! Ik ben werkelijk verbijsterd.
De voorzitter:
Sterkte met het verwerken van dit verlies. Ik schors vijf minuten. Ik schors tot 16.30 uur. Dan gaan we luisteren naar de minister-president.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen. Het woord is aan de minister-president. Graag stilte. Meneer Van der Burg en meneer Bontenbal, wilt u gaan zitten?
Minister Schoof:
Dank, voorzitter. De motie op stuk nr. 3 over het houden van verkiezingen op de kortst mogelijke termijn krijgt oordeel Kamer, met daarbij wel een korte toelichting mijnerzijds. De motie verzoekt op de kortst mogelijke termijn die de Kieswet toelaat verkiezingen uit te schrijven. Deze motie kan in haar gevolgen feitelijk onuitvoerbaar blijken te zijn omdat dit onvoldoende ruimte laat voor afwegingen ten aanzien van onder meer: de termijn voor registratie van partijen en hun namen, de kandidaatstelling en de verklaringen die daarvoor nodig zijn, de logistieke en personele voorbereiding door gemeenten, de registratie voor kiezers in het buitenland via de ambassades en de feestdagen en de vakantieperiodes voor kiezers, zoals de herfstvakantie en/of de zomervakantie. Een zorgvuldige voorbereiding van de verkiezingen is essentieel voor onze parlementaire democratie. Daar zullen we het ongetwijfeld allemaal over eens zijn. Maar met deze uitleg en hetgeen ik hier in de eerste termijn over heb gezegd, laat ik het oordeel aan de Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 4 van de heer Van Baarle, over sancties tegen de Israëlische regering. Deze ontraad ik onder verwijzing naar hetgeen ik gezegd heb.
De motie op stuk nr. 5 van de heer Van Baarle gaat over het erkennen van de Palestijnse Staat. Deze ontraad ik onder verwijzing naar hetgeen ik gezegd heb.
De motie op stuk nr. 6 van de heer Van Baarle gaat over het staken van het onderzoek voor het verplaatsen van de ambassade. Deze ontraad ik onder verwijzing naar hetgeen ik in het debat gezegd heb.
De motie op stuk nr. 7 over het wapenembargo ontraad ik eveneens, onder verwijzing naar hetgeen ik in het debat heb gezegd.
De motie op stuk nr. 8 over het vol doorgaan met asiel, defensie et cetera krijgt oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 9 gaat over het committeren aan de NAVO-norm. Deze motie is ontijdig. Het kabinet is zich op dit moment nog aan het beraden op het voorstel van de sg van de NAVO.
De motie op stuk nr. 10 van de heer Dijk gaat over een ministeriële regeling voor de huurbevriezing en het compenseren van corporaties. Ik verwijs naar de brief van de minister van VRO van gisteren. Daarmee is de motie ontraden.
De motie op stuk nr. 11 over het schrappen van bezuinigingen: ontraden, want er is geen dekking.
De motie op stuk nr. 12 is eveneens van de heer Dijk en gaat over het terugdraaien van de WW-verkorting. Deze motie is eveneens ontraden, want er is geen dekking.
De motie op stuk nr. 13 van Van der Plas gaat over het doorgaan met de vier sporen zoals die zijn geformuleerd in de MC Economie en Natuurherstel. Deze krijgt oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 14 gaat over het creëren van extra capaciteit voor de KMar ten behoeve van grenstoezicht. Deze motie krijgt oordeel Kamer, met de uitleg dat het kabinet uitvoering geeft aan deze motie met het reeds genomen besluit tot invoering en financiering van grenstoezicht en Defensie onder meer met het Dienjaar Defensie reeds werkt aan werving van extra capaciteit. Dit komt onder meer ten goede aan de KMar, en daarmee aan grenstoezicht.
Dan de motie op stuk nr. 15 over het uitvoeren van het tienpuntenplan. Er was even discussie over de letterlijke tekst van de motie. Op dit moment staat er "uit te voeren" en daarmee is de motie ontraden. Als het gaat over "uitwerken", dan kan de motie oordeel Kamer krijgen.
De voorzitter:
Maar er staat "uitvoeren".
Minister Schoof:
Ja, er staat "uitvoeren". Als dat er blijft staan, is de motie ontraden. De consequenties kunnen we namelijk niet overzien.
De heer Bontenbal (CDA):
Wat betreft de motie op stuk nr. 14 over de extra capaciteit voor de marechaussee: moet daar dan niet ook financiële dekking voor zijn?
Minister Schoof:
Ik heb verwezen naar …
De heer Bontenbal (CDA):
Als die er niet is, dan zou die ontraden moeten worden.
Minister Schoof:
Ik heb in mijn toelichting verwezen naar het reeds genomen besluit tot invoering van grenstoezicht en de daarbij behorende financiering. Daar zijn eerder dus besluiten over genomen.
De heer Bontenbal (CDA):
Dan is dit een overbodige motie, want dan wordt dit al gedaan.
De voorzitter:
Daar sluit ik me een beetje bij aan.
Minister Schoof:
Dan mag de motie ook overbodig zijn.
De voorzitter:
Dan krijgt de motie op stuk nr. 14 de appreciatie overbodig.
De heer Bontenbal (CDA):
Helder.
De heer Eerdmans (JA21):
In de motie op stuk nr. 15 wil ik van het woord "uitvoeren" graag "uitwerken" maken, conform de afspraak. Dan kan de motie worden uitgevoerd, denk ik.
Minister Schoof:
Als er "uitwerken" staat, kan de motie oordeel Kamer krijgen.
De voorzitter:
Dan krijgen we van u een bijgewerkte motie, meneer Eerdmans. Dan krijgt die versie van de motie oordeel Kamer.
De heer Van Baarle (DENK):
De motie op stuk nr. 13 vraagt om dat tienpuntenplan uit te werken. Dat tienpuntenplan bevat gewoon heel veel maatregelen die in strijd zijn met rechtsstatelijke principes, die in strijd zijn met de beginselen van hoe je een democratische rechtsstaat bestuurt. Dat deze minister-president hier in een debat nu gewoon zegt "we gaan het als kabinet uitwerken" en de motie oordeel Kamer geeft, vind ik echt veel te ver gaan. Ik vind het veel te ver gaan om als kabinet te zeggen "we gaan mee in die drek die de heer Wilders heeft opgesteld". Hoe kan de minister-president dat doen?
Minister Schoof:
"Uitwerken" betekent dat we deze consequenties doorzien ten aanzien van de juridische aspecten, de financiële aspecten en de organisatorische aspecten, et cetera, et cetera, et cetera. Daarover komen we dan vanzelf hier in de Kamer terug en dan is het aan de Kamer om een oordeel uit te spreken.
De heer Van Baarle (DENK):
Als de minister-president zegt "we gaan dat plan uitwerken", dan zegt hij eigenlijk: ik ga braaf het plan van de heer Wilders … Dat is het werk dat de heer Wilders eigenlijk zelf zou moeten doen, namelijk zijn plannen goed onderbouwen en uitwerken. En dan gaat deze minister-president dat plan braaf voor de persoon die hem heeft laten zitten, nog eventjes netjes uitwerken, terwijl we weten dat heel veel van die punten gewoon niet kunnen! Ik vind dat de minister-president dan op de inhoud aan zou moeten geven wat hij ondersteunt en wat niet. En anders zou hij deze motie gewoon moeten ontraden. Hij moet deze motie, dat plan, niet uitwerken, want die voorstellen kunnen niet.
Minister Schoof:
Ik heb onderscheid gemaakt tussen uitvoeren en uitwerken. De redenen die u zojuist noemde, zijn precies de redenen waarom ik heb gezegd dat ik "uitvoeren" ontraad. "Uitwerken" betekent dat we het uitwerken en dan komen we vanzelf uit bij de financiële, organisatorische, juridische en weet ik veel wat voor aspecten en daarover rapporteren we aan de Kamer.
De heer Wilders (PVV):
Dit is precies de reden waarom wij de coalitie hebben verlaten. Wij vinden dat het niet moet worden uitgewerkt maar uitgevoerd, want "uitwerken" betekent dat we over een halfjaar een briefje krijgen van de minister van Binnenlandse Zaken waarin wordt gezegd dat het niet kan. Dus als er niet staat "uitvoeren" maar "uitwerken", dan stelt het geen bal voor. Wij zullen dan met overtuiging tegenstemmen.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Soms denk ik dat ik in een aflevering van Jiskefet ben beland. Maar ik moet wel zeggen: hier is het kabinet op gevallen en dan ga je dat toch niet nog eens een keer uitwerken, terwijl je weet dat het kabinet erop gevallen is en het kabinet bovendien demissionair is? Kom op, zeg, laten we onszelf ook een beetje serieus nemen. Deze motie moet gewoon worden ontraden.
De heer Jetten (D66):
Het is niet alleen Jiskefet, want ook bij De Speld maken ze vandaag overuren! Maar dat is …
Ik heb een vraag over de motie op stuk nr. 9, over zich committeren aan de verhoogde NAVO-norm. De minister-president zei daarover zojuist dat die motie ontijdig is, maar die NAVO-top is dus al over drie weken. Als die motie nu ontijdig is, wanneer gaat het kabinet dan in godsnaam in de komende drie weken wel een standpunt innemen over de NAVO-norm? Ik ben des te verbaasder over dit advies van de minister-president, omdat de minister van Defensie een uur geleden in een interview heeft gezegd: ik verwacht brede steun voor verhoogde defensie-uitgaven. Zullen we dus maar gewoon zakendoen vandaag? Dan kunnen we u ook op pad sturen naar die NAVO-top met een concreet Nederlands standpunt.
Minister Schoof:
Ik dacht dat we over twee weken een debat over de NAVO-top hebben. Ik durf dat niet helemaal zeker te zeggen, maar ik zeg de Kamer graag toe dat de inzet ten behoeve van de NAVO-top voor die tijd aan de Kamer is toegestuurd.
De heer Bontenbal (CDA):
Nog even over de motie op stuk nr. 15. Is het niet gewoon verstandig dat de premier toezegt een brief te sturen met een reactie op dat actieplan? Dan reageert hij daarmee inhoudelijk op wat er wel en niet kan. Dan kan er later door de Kamer besloten worden wat wel en niet te doen. Maar nu ligt er een motie die allerlei fracties dwingt, terwijl iedereen er een andere uitleg aan gaat geven. Ik weet wat er gebeurt: dit wordt op Twitter gebruikt om elkaar de maat te nemen. Dus ik zou zeggen dat de meest redelijke optie een brief is waarin die tien punten worden bekeken en beoordeeld. Dan kan de Kamer later bekijken welke punten zij zelf in het debat wil gaan inbrengen.
Minister Schoof:
Ik denk dat met de uitwerking ... De motie luidt nu dus: uitwerken. Ik denk dat we daarom uiteindelijk met een brief naar de Kamer komen met daarin een uitwerking, inclusief — ik zei het al eerder — de financiële, juridische, organisatorische en andere aspecten. Het is dan vervolgens aan de Kamer om daar een oordeel over uit te spreken.
De voorzitter:
Prima. De motie op stuk nr. 16.
Minister Schoof:
De motie-Eerdmans op stuk nr. 16 vraagt de Spreidingswet per 1 februari 2026 in te trekken. Die motie moet ik ontraden. In de contourennota van de voormalig minister van Asiel en Migratie is vermeld dat de Spreidingswet bij voorkeur wordt ingetrokken in de eerste cyclus, die eindigt op 31 januari 2026.
Dan de motie op stuk nr. 17, over asiel niet controversieel verklaren. Dat lijkt me een spreekt-uitmotie.
Dan de motie op stuk nr. 18.
De voorzitter:
Ik mis nog even een oordeel over de motie op stuk nr. 16. U heeft er wel het een en ander over gezegd, maar …
Minister Schoof:
Sorry. "Ontraden" had ik gezegd.
De voorzitter:
Sorry.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 17 was wel een spreekt-uitmotie, hè? Dus …
De voorzitter:
Ja. Nu de motie op stuk nr. 18.
Minister Schoof:
Ik checkte het even.
Dan de laatste motie, op stuk nr. 18, over het uitvoeren van het tienpuntenplan. Gelet op de eerdere discussie over de motie-Eerdmans op stuk nr. 15 zal duidelijk zijn dat het "ontraden" is.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil nog even terugkomen op mijn motie die van "oordeel Kamer" naar "overbodig" gaat. Dat de financiën er al zijn, betekent niet dat het kabinet prioriteit kan geven aan het uitwerken van de vulling bij de Koninklijke Marechaussee. Ik vind het dus een beetje raar dat deze motie "overbodig" krijgt, want er kan gewoon prioriteit aan worden gegeven, bijvoorbeeld door het versoepelen van regels of het aanscherpen van plannen. Het is heel gek om deze motie nu opeens overbodig te verklaren omdat er hier wat mensen in de weerstand gaan. Dit gaat gewoon over prioriteiten stellen om zo snel mogelijk de capaciteit te creëren. Daar kun je allerlei dingen voor bedenken, bijvoorbeeld het versoepelen van regels. De motie had met een reden oordeel Kamer gekregen, neem ik aan. Ik zou graag willen dat u weer teruggaat naar dat oordeel, met deze toevoeging van mijzelf erbij.
Minister Schoof:
Ik denk dat het belangrijkste in mijn toelichting staat, namelijk dat het kabinet eerder reeds besluiten had genomen tot intensivering van grenstoezicht en dat daarvoor ook middelen beschikbaar zijn gesteld. Dat er in die gedachtegang ook met prioriteiten wordt gewerkt, spreekt voor zich. Ik had de motie in eerste instantie oordeel Kamer gegeven, maar mede naar aanleiding van de woorden van de voorzitter, die volgens mij meer verstand heeft van de orde der dingen dan ik, heb ik daar "overbodig" van gemaakt, maar we hebben geen enkel verschil van mening over het feit dat de middelen er zijn en dat er hard wordt gewerkt door Defensie met de KMar om te zorgen dat dit wordt uitgevoerd.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Tja, "dank u wel", zeggen we dan. Maar ik blijf toch bij mijn standpunt. Als ik hier een toezegging op kan krijgen, kan ik de motie terugtrekken. Dan hebben we toch de toezegging die het dictum — dat is het deel "verzoekt de regering om" — verlangt. Als ik een toezegging krijg dat er prioriteit wordt gegeven aan het creëren van die capaciteit vind ik dat ook goed. Een toezegging is dan voor mij voldoende, want dan weet ik dat ermee aan de slag wordt gegaan en de motie dus eigenlijk gewoon uitgevoerd wordt.
Minister Schoof:
Die toezegging zit besloten in mijn toelichting dat het geld er is, dat het besluit al eerder is genomen en dat er dus met prioriteit aan wordt gewerkt.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Maar het verzoek zoals dat er staat, krijgt nu de toezegging? Ik vind het allemaal een beetje vaag en ook een beetje een gekke gang van zaken.
Minister Schoof:
Maar u vroeg om een toezegging.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dus ik krijg een toezegging dat deze motie wordt uitgevoerd met de opmerking die de minister-president in eerste instantie maakte? Die toezegging wil ik.
Minister Schoof:
Ja, die toezegging heeft u …
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Oké. Dank u wel.
Minister Schoof:
… omdat het een reeds genomen besluit is ten aanzien van de invoering en de financiering en het dus ook kan.
De voorzitter:
Trekt u dan uw motie in, mevrouw Van der Plas? Ik zie dat dat zo is. Dan wordt de motie-Van der Plas op stuk nr. 15 ingetrokken. Klopt dat niet? Is het de motie op stuk nr. 14? Dan wordt die ingetrokken.
De voorzitter:
Aangezien de motie-Van der Plas (36760, nr. 14) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
We komen er wel. De heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
Ik hoorde het oordeel "ontraden" geveld worden over mijn motie, maar juist qua formulering laat mijn motie veel meer ruimte voor een specifieke invulling en een realistische, juridische inkadering enzovoorts dan de motie van de heer Eerdmans, die juist vanwege die formulering oordeel Kamer kreeg. Ik kan de minister-president hier niet volgen.
Minister Schoof:
Onder verwijzing naar de discussie die we hadden bij de motie op stuk nr. 15 heb ik gezegd dat als het "uitwerken" wordt, de motie oordeel Kamer kan krijgen. Dit was de motie van de heer Eerdmans met het subtiele verschil — althans, het belangrijke verschil, niet het subtiele verschil — tussen uitwerken en uitvoeren. Uw motie spreekt over "aan de slag te gaan" en dat is nu net precies het verschil. Wat mij betreft blijft het oordeel dus "ontraden", indachtig datgene wat ik bij de motie van de heer Eerdmans heb gezegd over de uitwerking.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Baudet (FVD):
Volgens mij is dat heel semantisch, want "aan de slag gaan" is een buitengewoon breed begrip. Heeft de minister-president een suggestie voor een alternatieve formulering die hem meer zal gerieven?
Minister Schoof:
Als die aansluit bij de motie-Eerdmans, dan hebben we volgens mij overeenstemming.
De heer Dijk (SP):
Kent de minister-president de uitdrukking "belofte maakt schuld"?
Minister Schoof:
Zeker.
De heer Dijk (SP):
Dan is het toch onbegrijpelijk dat hij de belofte voor huurbevriezing ontraadt, dat hij die motie ontraadt? Er is gewoon door partijen hier een huurbevriezing beloofd aan 2 miljoen huurders. Dan mag ik toch verwachten dat hier een minister-president staat die gewoon zegt: ja, dat gaan we uitvoeren? Waarom ontraadt hij dan deze motie?
Minister Schoof:
Omdat de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening gisteren een brief aan uw Kamer heeft gestuurd waarin ze duidelijk heeft gemaakt dat de huurbevriezing niet wordt doorgezet.
De heer Dijk (SP):
Dat raakt dus echt kant noch wal. Het is gewoon een politiek trucje om hier een wet van te maken waarvan de minister ook wist dat die niet door de Eerste Kamer heen zou komen. In 2021 is het wel gelukt — daarom heb ik een andere motie geschreven — om dit via een ministeriële regeling te doen. Daar heb je geen wet voor nodig; dan kun je het meteen fiksen. Dit kabinet moet zich gewoon aan zijn belofte houden. Dat doet ú nu ook niet. U draait gewoon 2 miljoen mensen eerst een rad voor de ogen door te zeggen: we gaan de huren bevriezen. Vervolgens zegt u een paar weken later, met een brief aan de Kamer: we gaan het toch niet doen. Dat is toch geen manier van werken?
Minister Schoof:
Gisteren is deze brief namens het kabinet naar de Kamer gestuurd door de minister van VRO. Dan is het volstrekt logisch dat ik vandaag deze motie ontraad.
De voorzitter:
Afrondend, kort.
De heer Dijk (SP):
Fijn. Die brief gaat gewoon tegen de belofte in. Ik vroeg net aan u of u achter de uitdrukking "belofte maakt schuld" staat en of u weet wat die betekent.
Minister Schoof:
Nee, u vroeg of ik die ken.
De heer Dijk (SP):
U weet dat dus niet. Dat weet deze minister-president niet. Het interesseert hem geen snars dat mensen eerst een brief in de bus kregen van de corporatie dat de huren bevroren werden en dat er daarnaast hier hoog van de toren werd geblazen dat er een huurbevriezing zou komen. Ook u laat nu al die huurders weer in de steek. U behandelt ze als voetvegen.
Minister Schoof:
Mensen die huurwoningen hebben en in sociale problemen zitten, zijn in alle opzichten, ook voor dit kabinet, een groot punt van zorg. We willen op alle manieren kijken hoe we hen kunnen ondersteunen. We zijn nu tot een conclusie gekomen — vandaar de brief van gisteren van de minister — over de huurbevriezing. Daarom heb ik vandaag, in lijn met die brief, de motie ontraden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Tot zover dit debat. Dank aan de minister-president en de vicepremiers voor hun aanwezigheid.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik schors enkele minuten, en dan gaan wij stemmen over die ene motie-Timmermans.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.