Brief commissie : Brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake de beëindiging van het parlementair behandelvoorbehoud bij het EU-voorstel: vereenvoudigingspakket verordeningen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid COM (2025) 236
36 749 EU-voorstel: vereenvoudigingspakket verordeningen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid COM (2025) 236
Nr. 3
BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR EUROPESE ZAKEN
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2025
Hierbij meld ik u dat de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur heeft geadviseerd het parlementair behandelvoorbehoud zoals vastgelegd voor
het EU-voorstel vereenvoudigingspakket verordeningen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
COM (2025) 236, met de volgende afspraken formeel te beëindigen:
1. De Minister informeert de Kamer maandelijks, via de geannoteerde agenda van de (informele
en formele) Landbouw- en Visserijraad, over de voortgang van de onderhandelingen.
Dit betreft zowel de voortgang van de inhoudelijke discussies in de Raad en Raadswerkgroepen
voor de totstandkoming van de algemene oriëntatie alsook die in en met het Europees
Parlement (inclusief de triloogfase).
2. In deze maandelijkse voortgangsrapportage gaat de Minister in ieder geval in op de
volgende onderwerpen:
– Vereenvoudigingsmaatregelen voor kleine boeren;
– Vereenvoudigingsmaatregelen voor jonge boeren;
– Vereenvoudigingsmaatregelen voor biologische boeren;
– Vereenvoudigingsmaatregelen voor gangbare boeren;
– De uitzonderingen op en of aanpassingen aan het conditionaliteitssysteem en de Goede
Landbouw- en Milieucondities (GLMC’s);
3. De Minister informeert de Kamer tijdig wanneer zij voorziet in de onderhandelingen
te moeten afwijken van het kabinetsstandpunt zoals weergegeven in het BNC-fiche en/of
nadien vastgelegd met de Kamer (bijvoorbeeld in toezeggingen, moties en nadere brieven).
4. De Minister informeert de Kamer tijdig wanneer er substantiële nieuwe elementen aan
de oorspronkelijke voorstellen lijken te worden toegevoegd tijdens de EU-onderhandelingen
(zowel door de Raad als door het Europees Parlement).
5. De Minister informeert de Kamer tijdig zodra een akkoord aanstaande is, zodat dit
indien mogelijk in concept kan worden bestudeerd alvorens een formeel besluit wordt
genomen. Het betreft hier zowel de algemene oriëntatie in de Raad als het akkoord
volgend uit de triloogonderhandelingen met het Europees Parlement.
6. De Minister stuurt een appreciatie naar de Kamer van het bereikte onderhandelingsakkoord
tussen de Raad en het Europees Parlement. Daarin gaat de Minister ook in op hoe het
bereikte akkoord zich verhoudt tot de oorspronkelijke Nederlandse onderhandelingsinzet
en de gevolgen van het bereikte akkoord voor de uitvoering van het Gemeenschappelijke
Landbouwbeleid in Nederland in de komende jaren.
De vastgestelde afspraken zijn in bijgaande conceptbrief aan de regering vastgelegd.
Namens de vaste commissie voor Europese Zaken verzoek ik u dit advies en de bijgaande
conceptbrief ter besluitvorming aan de Tweede Kamer voor te leggen.
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Van der Plas
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A.M. van der Plas, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken