Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 725 K Wijziging van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 4
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 1 juli 2025
De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel
van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met
de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 22 mei 2025 voorgelegd aan de Minister en Staatssecretaris van Defensie.
Bij brief van 17 juni 2025 zijn ze door de Minister en Staatssecretaris van Defensie
beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Kahraman
Adjunct-griffier van de commissie, Manten
1
Wat is de budgettaire ruimte op de begroting van Defensie Materieelfonds?
De begroting van het Defensie Materieelbegrotingsfonds heeft met de stand van de eerste
suppletoire begroting 2025 een budget van € 10.617,1 miljoen. Dit is enkel het deel
op hoofdstuk 66 Defensie Materieelbegrotingsfonds. De begroting van Defensie heeft
met de stand van de eerste suppletoire begroting 2025 een budget van € 15.155,4 miljoen.
Beide begrotingen samen telt op tot een stand van € 25.772,5 miljoen.
2
Welke middelen zijn juridisch verplicht?
De begroting van het Defensie Materieelbegrotingsfonds heeft met de stand van de eerste
suppletoire begroting 2025 een stand van € 9.173,2 miljoen juridisch verplicht.
3
Welke middelen zijn bestuurlijk gebonden?
Het Defensie Materieelbegrotingsfonds heeft geen bestuurlijk gebonden budget.
4
Welke middelen zijn beleidsmatig belegd?
De begroting van het Defensie Materieelbegrotingsfonds heeft met de stand van de eerste
suppletoire begroting 2025 een stand van € 1.443,9 miljoen beleidsmatig belegd. Juridisch
verplicht omvat onder anderen salarissen en contracten. Beleidsmatig belegd is alles
wat niet juridisch verplicht is binnen het DMF.
5
Hoeveel middelen zijn nog vrij te besteden?
Er zijn in de begroting 2025 geen middelen die niet juridisch verplicht, bestuurlijk
gebonden of beleidsmatig belegd zijn.
6
Hoeveel bedraagt naar verwachting de onderuitputting in 2025?
Op dit moment wordt niet voorzien dat budget wordt doorgeschoven naar volgende jaren.
Sterker nog, de krijgsmacht staat in de hoogste versnelling om het toegewezen budget
om te zetten in gevechtskracht voor onze militairen. Indien er onderuitputting dreigt,
zijn maatregelen geïdentificeerd om alsnog tot besteding te komen bijvoorbeeld door
versneld voorraden op te hogen.
7
Hoeveel bedragen naar verwachting de kasschuiven van 2025 naar latere begrotingsjaren?
Zie antwoord op vraag 6.
8
Kunt u specificeren welk type materieel met de additionele middelen en kasschuiven
binnen het DMF aan Oekraïne wordt of zal worden geleverd?
De middelen op het DMF die zijn gekoppeld aan de steun voor Oekraïne betreffen de
compensatie voor geleverd materieel uit eigen voorraad. Het betreft een breed palet
aan materieel, waarvan de Patriots, mijnenjagers en F-16s al eerder publiek gecommuniceerd
zijn. De leveringen worden periodiek met de Kamer gedeeld middels de leveringenbrief,
die ook een vertrouwelijke bijlage bevat over diverse soorten geleverd materieel.
De laatste leveringenbrief dateert van 17 februari jl.
9
Wat betekent de levering van materieel aan Oekraïne en de vervanging daarvan voor
de eigen voorraden en de beoogde versterking van de Nederlandse krijgsmacht?
Zoals vermeld in de leveringenbrief militaire goederen Oekraïne van 17 februari jl.
worden de effecten van de geleverde steun op de gereedheid van de Nederlandse strijdkrachten,
gezien de omstandigheden, door Defensie als significant, maar acceptabel beoordeeld.
De voortdurende ondersteuning van Oekraïne en met name leveringen uit (operationele)
voorraden hebben voor de langere termijn consequenties voor de eigen gereedstelling
en inzet, en de noodzaak te voldoen aan de NAVO capaciteitsdoelen. Daarnaast heeft
de voortdurende militaire steun aan Oekraïne een vertragend effect op verwervingsprojecten.
Defensie neemt maatregelen om deze gevolgen zoveel mogelijk te mitigeren. Zo zijn
er maatregelen om de aankoop van vervangend materieel te versnellen en wordt project-
en inkoopcapaciteit versterkt. Tevens levert Defensie minder uit eigen voorraad. De
markt voor defensiematerieel blijft echter onder druk staan en de prijzen voor verschillende
soorten materieel stijgen daardoor snel. Defensie moet een intensievere inspanning
leveren om de organisatie op sterkte te brengen en de noodzakelijke groei in personeel
op te leiden en trainen. De inzet van defensie personeel gericht op instructie, opleiden
en trainen dient hierbij gewogen te worden tegenover de strategische belangen.
10
Kunt u een gedetailleerd overzicht geven van de projecten binnen het DMF die de grootste
vertraging en/of kasschuif vanuit 2024 laten zien?
Zie antwoord op vraag 11
11
Wat waren de specifieke knelpunten per project bij de grootste vertragingen en/of
kasschuiven vanuit 2024 binnen het DMF?
Voor de meest recente informatie over verschuivingen op product, tijd of geld op individuele
materieel en wapensysteemgebonden-IT projecten verwijs ik u naar het Defensie Projectenoverzicht
(DPO) van 21 mei 2025 (Kamerstuk 27 830, nr. 465). Of een project de oorspronkelijke planning volgt, is afhankelijk van verschillende
factoren. Ook speelt de nauwkeurigheid van de beschikbare informatie ten tijde van
de raming een belangrijke rol in de tijdigheid van het voorzien-in proces.
12
Welke concrete maatregelen treft het kabinet om de realisatiekracht van het DMF in
2025 te verbeteren en herhaling van grootschalige onderuitputting en doorschuiven
van budgetten te voorkomen en welke rol ziet u hierbij voor ondernemers?
Om de realisatie van het DMF te vergroten is onder andere versneld inkopen een belangrijke
succesfactor. De kamerbrief over verminderen administratieve lastendruk en versnellen
inkoopproces geeft hier duiding aan. Defensie breidt ook haar inkoopcapaciteit uit.
Daarnaast zet Defensie zowel nationaal als internationaal in op opschaling van de
defensie-industrie. Ook zoeken we naar synergie met de behoeftes uit Oekraïne en we
kijken hierbij naar nationale vraagbundeling.
13
Wat is de impact van de vertragingen binnen het DMF op de operationele gereedheid
van de krijgsmacht?
Het op orde brengen van de operationele en materiele gereedheid van de krijgsmacht
blijft onze voornaamste drijfveer. Defensie houdt hier rekening mee in de planning
en (her)prioritering van projecten. Daarbij speelt mee dat niet ieder investeringsproject
hetzelfde effect op de versterking van de gereedheid heeft. Waar mogelijk worden de
meest dringende verbeteringen als eerste gestart en grijpt Defensie nieuwe kansen
en mogelijkheden voor versnelling aan. Uw Kamer wordt over de ontwikkelingen in de
operationele gereedheid geïnformeerd met de Stand van Defensie.
14
Wat is de impact van de vertragingen binnen het DMF op de leveringszekerheid voor
ondernemers?
De gemelde vertraging heeft betrekking op voorgenomen of lopende verwervingstrajecten,
waarvan de financiële effecten nu worden gemeld. Dit betekent niet dat de betreffende
behoefte niet meer bestaat of dat de betreffende leverancier geen contract meer krijgt.
Het betekent alleen dat er ergens in het – vaak complexe – traject van behoeftestelling
tot contract er omstandigheden zijn opgetreden bij producent of Defensie die leiden
tot een vertraging. Overigens leidt dat er in sommige gevallen ook toe dat er daardoor
ruimte ontstaat tot versnelling van andere behoeftes. De impact op de leveringszekerheid
in algemene termen voor ondernemers is daarmee relatief beperkt.
Anderzijds heeft Defensie € 1,15 miljard beschikbaar om te investeren in productie-
en leveringszekerheid. Vanaf 2024 wordt specifiek geïnvesteerd in het verbeteren van
leveringszekerheid van de defensie-industrie. Met deze extra gelden maakt Defensie
bestedingsplannen die in het DMF en in de personeelsplannen langjarig worden weggezet.
Bovendien wordt mede dankzij de 2% initiatiefwet met het schetsen van langjarige zekerheid
en robuuste toename van orders aan de industrie, gemakkelijker voor de industrie om
te investeren in hun productiecapaciteit. Op de lange termijn worden langere doorlooptijden
zo gemitigeerd.
Ook treft het kabinet concrete maatregelen om de realisatiekracht van het DMF te verbeteren,
zoals vermeld bij vraag 12.
15
Gezien het feit dat het kabinet structureel 737 miljoen euro extra investeert in Defensie,
klopt het dan dat tegelijkertijd hetzelfde bedrag in mindering wordt gebracht door
het schrappen van de loon- en prijsbijstelling? Hef dit elkaar netto op? Wat is er
precies extra aan deze investering? Kunnen de mutaties nader worden toegelicht?
Vanaf 1e suppletoire begroting 2025 ontvangt Defensie naast prijsbijstelling ook volumebijstelling
als gevolg van de ontwikkeling van het bbp. Hiermee bedraagt de input voor de defensie-uitgaven
steeds minimaal 2% van het bbp, ongeacht de hoogte van de groei van het bbp. Hier
staat tegenover dat Defensie geen separate loonbijstelling meer ontvangt en vanaf
2026 vervallen ook de huidige afspraken over valutakoerscompensatie. Defensie dient
prijsontwikkelingen, loonontwikkelingen en valutakoersontwikkelingen voortaan te dekken
binnen de 2%.
Met 1e suppletoire begroting 2025 heeft Defensie nog eenmalig valutakoerscompensatie ontvangen
voor het jaar 2025, een prijsbijstellingstranche (o.b.v. prijsontwikkeling bbp) en
voor het eerst een volumebijstelling. Deze laatste bedraagt structureel zo’n 420 miljoen
euro. Met deze bijstellingen worden eerst prijs- en valutakoersontwikkelingen gedekt
en wordt de benodigde loonreservering vastgelegd. Ook worden mogelijk middelen ingezet
voor het op sterkte brengen en houden van bestaande investeringsprojecten binnen het
Defensie Lifecycle Plan (DLP). De exacte besteding volgt na de actualisatie van het
DLP, die op dit moment plaatsvindt, en zal verwerkt worden in Ontwerpbegroting 2026.
Voorgaande werkwijze voor verdeling middelen uit volumebijstelling is conform hetgeen
beschreven in bijlage 5 bij VJN25.
Bovenop de 420 miljoen om op 2% uit te komen heeft het kabinet besloten 737 miljoen
euro extra aan defensiebegroting toe te voegen. Deze middelen kunnen geheel worden
aangewend voor investeringen in nieuwe en aanvullende capaciteiten Het klopt dus niet
dat hetzelfde bedrag in mindering wordt gebracht.
16
Waar wordt de extra 737 miljoen euro in geïnvesteerd?
Uw Kamer wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd over de investeringen naar aanleiding
van de Voorjaarsnota.
17
Hangt de additionele intensivering samen met de capaciteiten die de NAVO aan Nederland
toegewezen heeft? Zo ja, hoe?
Voor investeringen in gevechtskracht zijn de NAVO-capaciteitendoelstellingen richtinggevend, maar wordt ook gekeken naar behoeftes voor de uitvoering
van additionele (nationale) taken en verplichtingen van Defensie.
18
Hoe waarborgt u dat Nederlandse ondernemers, met name het MKB en startups, daadwerkelijk
en laagdrempelig toegang krijgen tot het EZK Security Fund?
Het SecFund is een initiatief vanuit Defensie met ondersteuning vanuit het Ministerie
van Economische Zaken (EZ). Het wordt beheerd door de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij
(BOM). Hier is voor gekozen om zo goed mogelijk voort te bouwen op bestaande, landelijk
dekkende, infrastructuur, kennis en expertise op het gebied van het stimuleren van
innovatie en de aanpak van venture building. Via de regio’s worden ook MKB en start-ups
bereikt en wordt SecFund onder de aandacht gebracht als instrument bij hen.
Er is veel animo: Aanmeldingen voor het SecFund stromen inmiddels binnen en verlopen
via een publiek toegankelijke website, waar bedrijven na het invullen van een korte
test weten of zij mogelijk in aanmerking komen voor financiering vanuit het SecFund.
Op de website is ook uitleg van dit proces te vinden: www.secfund.nl.
19
Welke soorten technologische innovaties worden met het EZK Security Fund specifiek
gestimuleerd?
De doelstelling van het SecFund is om de toegang tot risicokapitaal voor innovatieve
start-ups, scale-ups en innovatieve MKB’ers, die zich richten op het ontwikkelen van
dual-use technologieën te verbeteren en om zo de financieringskloof te verkleinen.
Het instrument richt zich daarmee op hoogtechnologische ontwikkelingen die van toepassing
kunnen zijn voor Defensie, onder meer op prioritaire technologiegebieden bekend als
de «5 Nederland (NLD) gebieden». Dit betreft de aandachtsgebieden «Quantum, Sensoren,
Intelligente Systemen, Ruimtetechnologie en Slimme Materialen».
20
Welke concrete doelstellingen en Key Performance Indicators (KPI's) zijn verbonden
aan de bijdrage van € 75 miljoen aan het EZK Security Fund?
Het doel van het SecFund is om toegang tot risicokapitaal te verbeteren en start-ups,
scale-ups en innovatieve MKB’ers sterker te positioneren. Het SecFund heeft een omvang
van € 100 miljoen. Eens in de vier jaar zal de werking van het fonds geëvalueerd worden.
Er wordt twee keer per jaar een voortgangsrapportage opgesteld door de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij
die het fonds beheert. In de voortgangsbrief over de STRAIIK-D 2025 begin 2026 zal
de eerste voortgang van het fonds gedeeld worden met uw Kamer.
21
Hoe verhouden de met de intensivering beoogde materieelcapaciteiten binnen het DMF
zich tot de NAVO-doelstellingen en de huidige veiligheidssituatie?
Voor investeringen in gevechtscapaciteiten zijn de NAVO-capaciteitendoelstellingen richtinggevend, maar wordt ook gekeken naar behoeftes voor de uitvoering
van bredere (nationale) taken en verplichtingen van Defensie, in het licht van de
huidige veiligheidssituatie en mogelijke toekomstscenario’s.
22
Hoe wordt in 2025 voorkomen dat het DMF-budget voor Kennis en Innovatie opnieuw niet
volledig tot realisatie komt?
De inkoop- en begeleidingscapaciteit is versterkt, dit zal ertoe bijdragen dat innovatie
programma’s sneller kunnen starten.
23
Hoe beperkt de hoge verplichtingsgraad binnen het DMF de flexibiliteit van Defensie
om in te spelen op nieuwe, onvoorziene dreigingen of technologische ontwikkelingen?
Er zijn technische mogelijkheden binnen het DMF om in te spelen op nieuwe, onvoorziene
dreigingen en of technologische ontwikkelingen, ondanks een hoge verplichtingengraad.
Door het instrument overprogrammering is het mogelijk om gedurende een aantal jaar
meer projecten na te streven dan dat er aan kas aanwezig is. In latere jaren wordt
deze programmering gecompenseerd, waardoor over de gehele planperiode van het DMF
(15 jaar) de programmering aansluit op het totaal beschikbare meerjarige budget. Als
de ruimte in de overprogrammering nog niet volledig is belegd dan biedt dit instrument
enige flexibiliteit. Ook als de ruimte in de overprogrammering volledig is belegd
zijn er mogelijkheden. De hoge verplichtingsgraad is namelijk een optelsom van reeds
gerealiseerde kasuitgaven dit jaar en geraamde kasuitgaven voor dit jaar voortkomend
uit reeds aangegane verplichtingen. Die laatste categorie biedt op het oog meer zekerheid
op realisatie dan projecten waarvan de verplichting nog niet is aangegaan. Desalniettemin
is ook deze categorie juridische verplichte kasuitgaven afhankelijk van externe factoren
zoals de beschikbare productiecapaciteit van de industrie. Gedurende het jaar kan
bijvoorbeeld op basis van actuele informatie afkomstig van producenten het project
alsnog vertragen (of versnellen). Dit biedt dan ruimte gedurende het jaar – in combinatie
met nog niet verplichte budgetten in latere jaren – om urgente en nog onvoorziene
uitgaven te financieren. Het budget voor de vertraagde projecten, wordt vervolgens
bij het volgende begrotingsmoment aangevuld vanuit de nog niet verplichte budgetten
in het DMF in latere jaren. De Kamer wordt hierin meegenomen.
24
Hoe wordt de vervanging van aan Oekraïne geleverd materieel, zoals de Patriot-systemen,
ingepast in de huidige en toekomstige DMF-begrotingen?
Van het geleverde materieel uit eigen voorraad wordt de vervangings- of boekingswaarde
berekend. Deze waardes worden gecompenseerd vanuit de middelen die voor de steun aan
Oekraïne beschikbaar zijn gesteld. De compensatie wordt vervolgens begroot in het
DMF conform het meest aannemelijke ritme van de vervanging.
25
Hoe worden de geïdentificeerde knelpunten of risico's bij de vastgoedprojecten Huisvesting
MIVD, Versnellen verduurzamen vastgoed, en Huisvesting KMAR geadresseerd?
Bij vastgoedprojecten van Defensie wordt omgegaan met risico’s door een combinatie
van risicomanagement, veiligheidsmaatregelen en intern toezicht. Een goede inbedding
van risicomanagement op alle niveaus is onderdeel van goed vastgoedmanagement. Er
wordt gestreefd naar een veilige omgeving en een bewust en zorgvuldig omgaan met bekende
risico’s. Dit vraagt om voortdurende en zorgvuldige afstemming tussen alle stakeholders
om risico’s direct af te dekken.
26
Hoe wordt in de IT-projecten van het DMF omgegaan met de afhankelijkheid van externe
ondernemers en de snel veranderende technologische omgeving?
IT is een belangrijk onderdeel van de gevechtskracht van de krijgsmacht. De digitale
transformatie van Defensie is cruciaal voor de geoefendheid en gereedheid van Defensie.
Daarom gaan we hier de komende jaren in investeren en op sturen. Om afhankelijkheden
te voorkomen werkt Defensie vaak met meerdere leveranciers. Daarbij worden contracten
afgesloten met daarin duidelijke afspraken over eigenaarschap en verantwoordelijkheden.
Verder investeert Defensie in het op peil houden van interne technologische kennis
en capaciteit, onder meer bij het eigen IT-bedrijf (het Joint IV Commando). Deze kennis
is nodig om technologische ontwikkelingen snel op te volgen. Daarbij wordt ook samengewerkt
met de markt, waarbij personeel wordt ingehuurd en slim wordt ingezet. Het doel daarbij
is altijd om nieuwe toepassingen samen door te ontwikkelen, zodat Defensie over de
kennis blijft beschikken.
Om in te spelen op de snel veranderende technologische omgeving worden projecten ingericht
volgens een kort-cyclische werkwijze met Agile-methodieken, zoals Scrum en Scaled
Agile Framework (SAFe). Dit maakt het mogelijk om tussentijds te evalueren en bij
te sturen. Daarnaast wordt in de budgettering en projectbeheersing rekening gehouden
met mogelijke onverwachte kosten als gevolg van technologische vernieuwingen, zodat
flexibiliteit en wendbaarheid binnen de projecten worden geborgd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Kahraman, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
N.E. Manten, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Voor |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Tegen |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Tegen |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.