Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng van een schriftelijk overleg over de Geannoteerde agenda Milieuraad d.d. 17 juni 2025 te Luxemburg (Kamerstuk 21501-08-999)
2025D27260 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over de geannoteerde agenda van de Milieuraad op 17 juni 2025 (Kamerstuk
21 501-08, nr. 999), het verslag van de Milieuraad van 27 maart 2025 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 994), het verslag van de informele Milieuraad van 28 en 29 april 2025 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 998) en het Fiche: Richtlijn Behoud en duurzame gebruik van de mariene biodiversiteit
van gebieden voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht (BBNJ) (Kamerstuk 22 112, nr. 4072).
De voorzitter van de commissie,
P. de Groot
Adjunct-griffier van de commissie,
Coco Martin
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Inleiding
PVV-fractie
GroenLinks-PvdA-fractie
NSC
D66
BBB
Inleiding
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de stukken voor dit schriftelijk
overleg en hebben de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
geannoteerde agenda voor de Milieuraad op 17 juni.
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda en hebben daarover nog een aantal vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda omtrent de Milieuraad op 17 juni aanstaande. Deze leden hebben nog een aantal
vragen. Deze leden benadrukken hierbij het belang en de onomkeerbaarheid van schade
aangebracht aan het milieu en de natuur.
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
Milieuraad van 17 juni.
Deze leden hebben nog enkele vragen.
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie nemen kennis van de agenda, maar vragen tegelijkertijd
ook of de Minister rekening houdt met de principes haalbaar, betaalbaar en realistisch.
De leden van de PVV-fractie willen weten hoe Nederland bijzondere aandacht voor belangrijke
onderwerpen als de verplichte toepassing en herkomst van plastic recyclaat gaat toepassen.
De leden van de PVV-fractie willen weten hoe dit uitgevoerd gaat worden, gezien het
feit dat Europa wordt overspoeld met zowel nieuw als hergebruikt recyclaat en dat
Nederlandse bedrijven die zich bezighouden met het recyclen en produceren van recyclaat
hier niet tegen op kunnen concurreren door het goedkopere geïmporteerde plastic.
De leden van de PVV-fractie willen weten hoe Nederland het door de Europese Commissie
voorgestelde percentage voor de verplichte toepassing van plastic recyclaat gaat uitvoeren.
Uit het impactassessment en ervaringen uit de praktijk blijkt dat dit een haalbaar
en realistisch percentage is, maar ontbreekt hier het principe betaalbaar?
De leden van de PVV-fractie vragen of het Nederlandse standpunt om zich ervoor in
te zetten om in de uiteindelijke compromistekst vast te houden aan het percentage
plasticrecyclaat rekening houdt met haalbaar, betaalbaar en realistisch, zeker gezien
de risico’s dat dit vanuit het oogpunt van circulariteit, het versterken van de markt
voor recyclaat en het concurrentievermogen van de Europese plasticrecyclingindustrie
zeer onzeker is. Zij vragen ook of dit scenario vanuit alle hoeken is onderzocht.
De leden van de PVV-fractie hebben al eerder de waanzinnige tripjes benoemd in het
kader van klimaat en milieu. Vanaf 1995 worden er al snoepreisjes georganiseerd en
betaald door de belastingbetaler naar Dubai, Azerbeidzjan, Colombia, Zuid-Korea en
binnenkort naar Saudi-Arabië, Thailand, Namibië, Slovenië en Brazilië. Nu wordt er
dwars door een beschermd deel van de amazone een snelweg aangelegd ten behoeve van
de dertigste klimaattop. Of het nog niet genoeg is, wordt de luchthaven uitgebreid,
de haven vergroot voor cruiseschepen en nieuwe hotels gebouwd allemaal voor een paar
dagen kletsen over het klimaat. De leden van de PVV-fractie zijn benieuwd of de Minister
de mening deelt dat dit soort gekkigheid, zoals de halve wereld rondvliegen om een
paar dagen te kletsen over het klimaat en milieu, niet veel schadelijker is.
De leden van de PVV-fractie willen vasthouden aan het principe «meten is weten» en
vragen of Nederland zich kan inzetten om af te stappen van computermodellen.
De leden van de PVV-fractie willen weten of de Groene Overeenkomst door de Minister
nog steeds wordt gezien als haalbaar, betaalbaar en realistisch.
De leden van de PVV-fractie willen weten of Nederland zich nog blijft inzetten voor
het behoud van producten waar PFAS in zit waar nog geen vervangers voor beschikbaar
zijn. Zo heeft de nieuwe Duitse regering al eerder op de rem getrapt naar aanleiding
van een voorstel van Frankrijk met betrekking tot het verbod op PFAS. Duitsland wil
dat er een goed onderscheid wordt gemaakt in de soorten PFAS die er zijn. Deze leden
willen weten of Nederland dit ook kan volgen.
GroenLinks-PvdA-fractie
Circulaire voertuigenverordening
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn positief over het voorstel van de Europese
Commissie betreffende circulariteitseisen voor voertuigen, omdat het een goede stap
voorwaarts is met betrekking tot de verduurzaming van de industrie. Deze leden vinden
het belangrijk dat er ambitie wordt getoond met betrekking tot de hoogte van het percentage
voor de verplichte toepassing van plastic recyclaat. Zij vinden het daarom goed dat
Nederland zich blijft vasthouden aan het percentage uit het Commissievoorstel. Gaat
Nederland zich tijdens de Milieuraad actief verzetten richting lidstaten die afzwakking
van het voorstel bepleiten?
EU op COP30
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat er tijdens
de Milieuraad wordt gesproken over de COP30, maar dat er geen besluitvorming over
de inzet voor de COP is voorzien. Wanneer vindt deze besluitvorming plaats? Wanneer
wordt de Kamer geïnformeerd over de Nederlandse inzet voor de COP30? Kan de Minister
nader toelichten wat de Nederlandse inzet wordt?
PFAS in bestrijdingsmiddelen
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben eerder vragen gesteld over de verlening
van het middel flutolanil. Dit is een pesticide met de PFAS-stof trifluorazijnzuur
(TFA) erin. De Europese Commissie heeft voorgesteld om deze stof niet te verlengen.
Deze leden zijn daar erg positief over, omdat het spuiten van PFAS over weilanden
volgens hen zo snel mogelijk moet stoppen. In de eerdere reactie werd aangegeven dat
de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur nog een standpunt moest
innemen en de Kamer hierover zou worden geïnformeerd. Dat is niet gebeurd, maar in
de tussentijd schijnt Nederland samen met elf andere lidstaten het voorstel van de
Europese Commissie niét gesteund te hebben zonder het standpunt te verduidelijken.
Klopt deze informatie? Zo ja, hoe staat dit standpunt in het verhouding tot de Nederlandse
inzet voor een PFAS-restrictie? Zo nee, wat is nu precies het standpunt van het kabinet
met betrekking tot flutolanil? Is de Minister het met deze leden eens dat PFAS in
pesticiden zeer onwenselijk is?
NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie vragen in welke verhouding het Zeerechtverdrag van de
Verenigde Naties (VN) uit 1982 (een internationaal juridisch kader voor internationale
wateren, inclusief de Internationale Zeebodemautoriteit (ISA), die over het reguleren
van diepzeemijnbouw gaat), met de bijbehorende Overeenkomst inzake het behoud en het
duurzame gebruik van de mariene biologische diversiteit van gebieden voorbij de grenzen
van de nationale rechtsmacht (dat besproken wordt bij de Milieuraad) enerzijds, en
het Oceaanverdrag uit 2023 anderzijds (dat als doel heeft om de mariene biodiversiteit
in de volle zee te beschermen), tot elkaar staan. Wordt de biodiversiteit in internationale
wateren nu effectief en op sluitende wijze beschermd naar de mening van de Minister?
Zet de Minister zich in voor ratificatie in het komende halfjaar van beide verdragen
(beide verdragen zijn ondertekend door Nederland, maar nog geen van beide is geratificeerd
door de Tweede Kamer)? Hoe zorgt de Minister ervoor dat er tijdig een juridisch kader
wordt vastgesteld voor diepzeemijnbouw, gezien de activiteiten die de Verenigde Staten
(VS) op dat front willen ondernemen, zonder dat dat regulerende kader er is?
De leden van de NSC-fractie lezen voor wat betreft de implementatie van de Richtlijn
dat de Minister voornemens is om van de termijn van zes maanden die de Europese Commissie
voorstelt voor nationale implementatie van de Richtlijn, ten minste twee jaar te maken.
Wat deze leden betreft duldt de (regulering van) bescherming van biodiversiteit in
internationale wateren, inclusief regulering van diepzeemijnbouw, echter geen vertraging.
Zij verzoeken de Minister om zich daarom aan te sluiten bij de door de Europese Commissie
voorgestelde implementatietermijn van zes maanden, inclusief regulering van diepzeemijnbouw
door de ISA, gezien de urgente situatie vanwege de plannen van de VS.
De leden van de NSC-fractie lezen voorts dat Nederland voorstander is van de verplichte
toepassing van plastic recyclaat in de auto-industrie, maar dat er twijfels zijn of
de Wereldhandelsorganisatie (WHO) regelgeving zou dulden die recyclaat met als herkomst
de EU normeert. Om redenen van duurzaamheid en gezien de moeilijke situatie waarin
(ook Nederlandse) bedrijven die plastic recyclen zich bevinden, willen deze leden
de Minister vragen om zich bij de Milieuraad in te zetten voor een overleg tussen
de Europese Commissie en de WHO om zo’n regeling over verplicht gebruik van recyclaat
afkomstig uit de EU (toch) uit te werken.
Ten slotte vragen de leden van de NSC-fractie de Minister conform de motie-Erkens
(Kamerstuk 31 793, nr. 257) om een stevig uitvoeringspakket om knelpunten in de transitie aan te pakken, zoals
netcongestie, door energie-infrastructuur te verbeteren en door het harmoniseren van
de methodologie van netwerktarieven, het versnellen van vergunningprocedures en het
vergroten van de beschikbaarheid van financiering, duurzame energie en grondstoffen.
Deze leden vragen de Minister om bij de Milieuraad na te gaan in hoeverre elektriciteitsinfrastructuur/
het Europese stroomnet (dus inclusief dat van Nederland) volgens de Raad onder de
infrastructuurgelden zal vallen waarop (na de Milieuraad) bij de NAVO-top zal worden
besloten. Zonder een goed functionerend Europees stroomnet/ elektriciteitsinfrastructuur
is het immers moeilijk een effectieve Europese defensiestructuur op te bouwen.
D66-fractie
Percentage plastic recyclaat auto’s
De leden van de D66-fractie constateren dat er discussie is omtrent de hoogte van
het percentage plastic recyclaat in auto’s. Zij zijn van mening dat Nederland zich
moet positioneren als een leider in ontwikkelingen binnen de circulaire economie.
Zij vragen daarom of het percentage plastic recyclaat in auto’s hoger kan worden ingezet.
Europese inzet COP30
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat Nederland ook op het gebied van klimaat
een ambitieuze inzet kan hebben. Wat betreft mitigatie, dat een van de belangrijkste
onderwerpen zal zijn, benadrukken deze leden het belang van de beperking van temperatuurstijging.
De gevolgen voor de aarde bij een stijging van de globale temperatuur van 1,5 graden
Celsius zijn uitgestrekt. Deze leden vragen hoe de Minister de huidige Europese wetgeving
beoordeelt op de aanpak van knelpunten.
BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie lezen dat Nederland bij de Circulaire Voertuigenverordening
positief staat jegens dit voorstel, waardoor de Richtlijn betreffende autowrakken
en de (Replace, Reduce, and Refine (3R)-richtlijn worden ingetrokken. Deze leden vragen
wat de gevolgen zijn voor onze oldtimers, zodra deze verordening van kracht wordt,
en welke ruimte er is om oldtimers in het straatbeeld te houden.
Daarnaast lezen de leden van de BBB-fractie dat de eerste gedachtewisseling over de
COP30 zal plaatsvinden, waarbij mitigatie en adaptatie belangrijke thema’s zullen
zijn. Dit jaar nog moet er een besluit genomen worden over indicatoren waarmee de
voortgang op adaptatie goed bijgehouden kan worden. Deze leden vragen wat voor indicatoren
Nederland zal inbrengen en wat voor adviezen daarover zijn binnengekomen.
De leden van de BBB-fractie vragen ook hoeveel draagvlak er is voor een tussendoel
van 2040 en of de economische gevolgen in relatie tot het vestigingsklimaat en toenemende
regeldruk goed zijn meegewogen en zullen worden meegenomen in de Milieuraad.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
A.B. Coco Martin, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.