Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 740 K Jaarverslag en slotwet Defensiematerieelbegrotingsfonds 2024
Nr. 8
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 1 juli 2025
De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel
van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met
de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 28 mei 2025 voorgelegd aan de minister en staatssecretaris van Defensie.
Bij brief van 10 juni 2025 zijn ze door de minister en staatssecretaris van Defensie
beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Kahraman
Adjunct-griffier van de commissie, Manten
1.
Kunt u toelichten of het klopt dat de steun aan Oekraïne vanuit onze eigen inzetvoorraden
het op peil brengen van deze voorraden vertraagt, zoals in diverse publicaties wordt
genoemd, en kunnen wij hierover meer concrete informatie krijgen?
Levering uit eigen voorraad kan een vertragend effect hebben op het aanvullen van
de eigen voorraad, maar dat is niet per definitie zo. Voor oudere types materieel
en munitie geldt bijvoorbeeld dat door levering aan Oekraïne ruimte wordt gecreëerd
om zelf nieuw materieel aan te schaffen. In algemene kan de geleverde steun, vooral
die uit (operationele) voorraad, resulteren in langdurige en significante effecten
op de gereedheid van onze krijgsmacht. Het kabinet houdt ook bij toekomstige verzoeken
aandacht voor de effecten op de gereedheid gezien de veranderende veiligheidssituatie
waarin de Nederlandse krijgsmacht haar operationele gereedheid moet verhogen.
2.
Kunnen wij meer informatie krijgen over de status van het opschalen van de Nederlandse luchtverdediging?
In het Defensie Projectenoverzicht (Kamerstuk 27 830, nr. 465) is toegelicht welk materiaal wordt gekocht met onder andere de financiële middelen
die met de Voorjaarsnota 2024 beschikbaar zijn gesteld. Zo verwerft Defensie tot en
met 2029 Patriot lanceersystemen ter vervanging van de aan Oekraïne gedoneerde systemen
en worden extra lanceersystemen gekocht. Hierbij is het budget verhoogd voor de upgrade
van alle lanceersystemen. Daarnaast schaft Defensie tot en met 2030 nog Fire Units met Medium Range capaciteit aan op de versterking van de geïntegreerde lucht- en raketverdediging (Integrated Air & Missile Defence, (IAMD)). De extra Medium Range Fire Units kunnen zelfstandig of in samenhang met Patriot capaciteit worden ingezet ter bescherming
van (nationale) kritieke infra, objecten of eenheden. Daarnaast wordt het ook mogelijk
om de huidige Patriot capaciteit op verschillende plaatsen in te zetten. Daarbij schaft
Defensie tot en met 2029 nog vier Nederlandse multi-missie radars aan naar aanleiding
van de aanvullende investeringen gericht op de versterking van de lucht- en raketverdediging.
Ook wordt «Combat Counter-UAS» capaciteit verworven met voorziene instroom tot en met 2030. Deze hoogmobiele
kinetische counter-UAS capaciteit kan optreden met manoeuvre-eenheden en kan ook statische objecten
beschermen tegen drones. Binnen het project «Initiële Counter-Unmanned Aircraft Systems (C-UAS)» wordt met steun van de Nederlandse industrie een High Energy Laser capaciteit tegen drones gerealiseerd, met doorontwikkel potentieel naar andere luchtverdedigingstoepassingen.
Ook verwerft Defensie een luchtwaarschuwingsradar voor het Caribisch gebied aan om
eventuele schendingen van dit luchtruim te detecteren (Kamerstuk 27 830, nr. 463).
Ook versterkt Defensie de operationele gereedstelling en interoperabiliteit op dit
gebied door deelname aan grote internationale oefeningen, zoals Formidable Shield, Rammstein Flag en Joint Project Optic Windmill.
3.
Kunt u toelichten welke specifieke factoren in het verwervingstraject van het project
Vervanging Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen
(WTB) tot de vertraging hebben geleid waardoor een gedeelte van de verplichtingen
niet in 2024 is gerealiseerd?
Het programma WTB bestaat uit verschillende deelprojecten. In 2024 werden de eerste
gunningen binnen dit programma een feit. Dit betreft de aanhangwagens, opleggers en
fysieke distributiemiddelen tranche 1. Voor het deelproject «Aanhangwagens en opleggers»
heeft het verwervingstraject langer geduurd dan initieel verwacht. Dit komt doordat
één van de verliezende partijen een kort geding heeft aangespannen. Deze juridische
procedure is begin 2025 in het voordeel van Defensie beslecht, waarna het contract
voor de middelzware en zware opleggers en aanhangers in maart 2025 is gesloten met
de Nederlandse firma Broshuis. De eerste opleggers worden in 2026 geleverd.
4.
Wat waren de concrete knelpunten in de contractvorming voor het project Geneeskundige
Keten die een vertraging en € 110,0 miljoen aan niet-gerealiseerde verplichtingen
in 2024 veroorzaakten?
De uitwerking van het project Geneeskundige Keten bestaat uit meerdere deelprojecten,
waaronder de uitbreiding van materieel en personeel, medische operationele logistiek
(bijv. laboratorium en bloedbank), geneeskundige voorraden en militaire geneeskundige
afvoer. Bij de complexe uitwerking loopt Defensie tegen verschillende knelpunten aan
zoals het bijstellen van de behoefte naar de eerste hoofdtaak, capaciteit voor opslag
van de middelen (vastgoed) en schaarste in personeel. Dit heeft zijn doorwerking in
de contractvorming.
5.
Welke oorzaken lagen ten grondslag aan de vertraging in de contractvorming voor K&I
Technologieontwikkeling, leidend tot € 54,8 miljoen aan minder aangegane verplichtingen?
Door een groot tekort aan personele capaciteit binnen verschillende betrokken afdelingen
zijn er grote vertragingen ontstaan. De beoogde projecten kwamen niet tijdig in contract
in 2024. Het budget is meerjarig en is bijgeschreven op het budget van 2025. Door
nieuwe capaciteit, o.a. bij inkoop, is een inhaalslag gestart en zijn de achterstanden
bijna weggewerkt.
6.
Kunt u verduidelijken welke criteria en overwegingen hebben geleid tot de conclusie
dat er meer tijd nodig was om voor scale-ups het juiste instrumentarium te vinden,
resulterend in € 35,0 miljoen minder aangegane verplichtingen?
In 2024 is er 25 mln. euro beschikbaar gesteld voor het SecFund, dit is in 2025 aangevuld
met 75 mln. euro vanuit middelen die met de Defensienota 2024 beschikbaar zijn gekomen.
Tevens zijn er stappen gezet hoe ander instrumentarium ingezet kan worden om vanuit
Defensie start- en scale-ups een doorgroei te maken. Zie hiervoor ook de Kamerbrief
«Financieringsknelpunten Defensie-industrie, oplossingen en actielijnen» (Kamerstuk 31125-133/12-3-2025).
7.
Welke specifieke onderdelen van het opzetten van een rechtmatig proces voor het European
Defence Fund (EDF) hebben meer tijd gekost dan verwacht, waardoor € 27,0 miljoen aan
verplichtingen doorschuift naar 2025?
De Europese Commissie laat het vrij aan de lidstaten om te bepalen op welke wijze
zij dit uitbetalen. Het financieringsinstrument voor de uitbetaling van EDF-cofinanciering
was vooraf niet bepaald. Dit verschilt per lidstaat. Na analyse is besloten tot contractvorming
voor de uitbetaling van de EDF-cofinanciering overeenkomstig met de doelstellingen
en de belangen van Defensie.
8.
Kunt u aangeven welke factoren hebben bijgedragen aan de langere levertijden dan verwacht
voor munitie, zowel bij instandhouding als bij projecten in de verwervingsfase, waardoor
betalingen in 2024 zijn uitgebleven?
Sinds 2022 verhogen veel landen de defensiebudgetten en neemt de vraag naar alle soorten
munitie toe. Ook Defensie heeft versneld munitie besteld door bij bestellingen te
plaatsen en gebruik te maken van productiecapaciteit binnen lopende raamcontracten.
Andere landen zetten eenzelfde stappen, waardoor de markt voor munitie verder verkrapt.
Dit is cfm DPO, materieelverslag en eerder verzonden kamerbrieven.
De toegenomen wereldwijde vraag naar munitie leidt tot langere levertijden en latere
leveringen. Dit geldt zowel voor de verwerving van de verschillende munitiesoorten
als de specifieke onderdelen benodigd voor de instandhouding. Hierdoor vinden betalingen
later plaats.
9.
Wat is de operationele en budgettaire reden geweest om de verwerving voor het project
BKI HT1 ESSM Block 2 op te delen, waardoor een deel van de verplichting naar 2025
is verschoven?
Het budget voor het project «BKI HT1 ESSM Block 2» is opgehoogd om de verdere doorgroei
van de inzetvoorraad munitie voor hoofdtaak 1 te faciliteren. Verplichtingsruimte
in 2025 is nodig om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheid op vrijvallende productieslots.
Hiervoor is een deel van de verplichting naar 2025 geschoven.
10.
Waarom heeft de verwerving via het NATO Support Procurement Agency (NSPA) voor het
project Verlenging levensduur Patriot niet meer in 2024 plaatsgevonden?
De offerte voor een gedeelte van dit project is niet meer gepresenteerd in 2024. Het
is de verwachting dat het contract voor dit deelproject in 2025 wordt gesloten.
11.
Welk deel van de behoefte voor het project Deep Strike capaciteit Air kon niet meer
in 2024 via het F-35 Lightning II Joint Program Office worden ingevuld en wat was
hiervoor de reden?
Het project Deep Strike Capaciteit Air omvat behalve de aanschaf van de langeafstandswapens zelf ook de integratie hiervan
op de F-35. Deze integratie-activiteiten worden samen met andere F-35 landen via het
F-35 JPO uitgevoerd. Voor dit deel van het project is Defensie afhankelijk van de
doorlooptijden die door de VS worden gehanteerd en wordt de gezamenlijke JPO planning
gevolgd.
12.
Wat zijn de specifieke redenen voor de vertraging in de verwerving via het Foreign
Military Sales programma van de Verenigde Staten voor het project MQ-9 Bewapening?
De vertraging voor de bewapening van de MQ-9 wordt niet zozeer opgelopen in de verwerving
van het project, maar in de levering. Daarnaast worden wapenrekken aangeschaft zodat
de munitie kan worden opgehangen. Ook hier is sprake van vertraging gezien de vraag
naar wapenrekken.
13.
Welke specifieke problemen hebben geleid tot vertraging bij het aangaan van de verplichtingen
voor de projecten Revitalisering vliegbasis Woensdrecht, Revitalisering Bernhardkazerne
in Amersfoort en Nieuwbouw EMC-meetfaciliteit en AMR LCW op vliegbasis Woensdrecht?
Voor het project «Revitalisering Vliegbasis Woensdrecht» heeft het verkrijgen van
de benodigde vergunningen in relatie tot de stikstofproblematiek geleid tot vertraging.
Voor het project «Revitalisering Bernhardkazerne» wordt de vertraging veroorzaakt
doordat de uitwerking van de plannen naar concrete projecten, vanwege de complexiteit
van deze casus, meer tijd kost dan initieel was voorzien. Voor het project «Nieuwbouw
Electromagnetische Compatibiliteit (EMC)-meetfaciliteit en antenne meetruimte (AMR)
Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW)» op de Vliegbasis Woensdrecht geldt dat het project
vertraging heeft opgelopen door een wijziging van de opdracht als gevolg van extra
maatregelen in het kader van duurzaamheid en stikstof (Emissieloos bouwen).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Kahraman, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
N.E. Manten, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.