Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 725 VII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
36 725
XIII
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII)
voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
36 725
VI
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI)
voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 6
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 11 juni 2025
De vaste commissie voor Digitale Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van
dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst
van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 22 mei 2025 voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties. Bij brief van 10 juni 2025 zijn ze door de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De beantwoording van de vragen over de begrotingsonderdelen van Economische Zaken
en Klimaat (XIII) en Justitie en Veiligheid (VI) worden verstuurd door de daarvoor
verantwoordelijke bewindspersonen.
De voorzitter van de commissie, Wingelaar
Adjunct-griffier van de commissie, Muller
1.
Is in de suppletoire begroting al rekening gehouden met de prioriteiten die worden
gesteld in de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS)? Zo ja, hoe is dit terug
te zien?
Antwoord
Er is in deze suppletoire begroting geen rekening gehouden met de prioriteiten en
ambities van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie.
2.
Hoe is de dekking voor acties die voort zullen komen uit de NDS terug te vinden in
de begroting?
Antwoord
Vanwege de huidige politieke situatie zal over de voortzetting van de Nederlandse
Digitaliseringsstrategie conform de daarvoor bestaande procedures van de Kamer en
het demissionair kabinet worden besloten.
3.
Hoe worden de middelen vanuit het hoofdlijnenakkoord voor nationale veiligheid ingezet
en hoe is daarbij aandacht voor digitale veiligheid?
Antwoord
De Kamer wordt hierover conform de comptabiliteitswet artikel 3.1 binnen afzienbare
tijd geïnformeerd, indien noodzakelijk via de geëigende kanalen.
4.
Is er zicht op een datum waarop de Commissie zal overgaan tot een definitieve uitspraak
met betrekking tot de EU-boete voor de te late omzetting van de Europese Open Data
Richtlijn en hoe groot is de kans dat er wordt overgegaan op een boete?
Antwoord
Het Europees Hof van Justitie heeft op 22 mei het arrest uitgesproken in de zaak van
de Europese Commissie tegen Nederland betreffende de te late implementatie van de
Europese Open Data Richtlijn (Richtlijn 2019/1024). De boete is uitgekomen op een
bedrag van € 10 miljoen.
5.
In hoeverre worden de middelen uit de post «Verbinding inwoner en overheid» gebruikt
voor digitale dienstverlening, en zo ja, hoe worden die ingezet?
Antwoord
Er worden geen middelen uit de post «Verbinding inwoner overheid» gebruikt voor digitale
dienstverlening. Wel wordt circa € 1,7 mln gerealloceerd naar artikel 6 van de BZK-begroting
ten behoeve van digitaal burgerschap, vertrouwen in online content en positieve benutting
van generatieve AI.
6.
Naar welke overige begrotingshoofdstukken wordt de 2,4 miljoen euro die uit deze post
wordt gehaald, herverdeeld?
Antwoord
Er wordt € 2 mln overgeheveld naar begrotingshoofdstuk IIB ten behoeve van de Kiesraad.
Via het gemeentefonds ontvangt de gemeente Den Haag een extra bijdrage van € 0,2 mln
voor de verkiezing van de leden van het kiescollege niet-ingezetenen. Overige middelen
worden ingezet in het kader van burgerschap. Zo is een deel overgeheveld naar begrotingshoofdstuk
16 (VWS) voor bevrijdingsfestivals en een deel naar begrotingshoofdstuk 12 (I&W) voor
het Nationaal burgerberaad klimaat.
7.
Kunt u nader toelichten waarom een vermindering van een miljoen euro plaatsvindt op
een post die lijkt te raken aan de doelstelling van de NDS, namelijk «hoogwaardige
dienstverlening één overheid»?
Antwoord
De vermindering van een miljoen euro op de post «hoogwaardige dienstverlening één
overheid» betreft een overboeking naar EZ, die namens het Rijk opdrachtgever is van
het TNO-project rond «norm engineering». Dit project draagt, naast proactieve dienstverlening,
breder bij aan transparantie, traceerbaarheid en eenduidige interpretatie van regelgeving,
en ondersteunt daarmee via digitalisering de bredere doelstelling van goed bestuur.
8.
Kunt u toelichten hoe de 21 miljoen euro voor het nieuwe IT-platform voor de Rijksdienst
voor Identiteitsgegevens (RvIG) wordt ingezet?
Antwoord
Het huidige IT platform van de RvIG waar essentiële voorzieningen op draaien voor
onder meer de Basisregistratie Personen (BRP) en Reisdocumenten is «end of service»
(einde dienstverlening) en wordt per eind 2027 niet meer ondersteund, omdat de technologie
is verouderd. Om deze reden moet het platform uiterlijk eind 2027 zijn gemigreerd
naar een nieuw IT-platform. Als deze migratie wordt ingezet kan RvIG de basisdienstverlening
blijven garanderen. Voor het nieuwe IT platform zou dit bijvoorbeeld betekenen dat
RvIG vanaf 2028 in staat blijft om burgergegevens (op een veilige manier) te delen
met gemeenten die paspoorten willen uitgeven. Een ander voorbeeld is dat de Belastingdienst
blijft beschikken over actuele burgergegevens die gebruikt worden voor het innen van
belastingen. Tegelijkertijd wordt er, door het toegenomen dreigingsbeeld, verder geïnvesteerd
in de cybersecurity van deze kritieke dienstverlening.
9.
Leiden de subsidies voor de innovatiedoeleinden via de VNG niet tot tekorten bij de
taakstellingen voor onder andere een instelling als Logius?
Antwoord
Nee dat heeft geen gevolgen voor Logius. Het toekennen van middelen naar de VNG staat
los van de taakstelling. Het innovatiebudget wordt jaarlijks opnieuw toegekend aan
innovatieve projecten op voorstel van de Programmeringsraad Generieke Digitale Infrastructuur
(www.pgdi.nl). Zie ook het programmeringsplan GDI 2025 dat is aangeboden aan de Kamer.
10.
Hoe worden de middelen vanuit Werk aan Uitvoering ten behoeve van de identiteitsstructuur
in Caribisch Nederland verdeeld?
Antwoord
De middelen vanuit Werk aan Uitvoering ten behoeve van de identiteitsstructuur in
Caribisch Nederland komen in hun geheel ten goede aan invoering van het burgerservicenummer.
11.
Bevatten de middelen voor de identiteitsstructuur in Caribisch Nederland ook de uitvoeringskosten
voor de Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid op de BES?
Antwoord
Dat geldt wel voor de incidentele uitvoeringskosten, maar niet voor de structurele
uitvoeringskosten. De WAU-middelen voor de identiteitsstructuur in Caribisch Nederland
zijn namelijk incidenteel.
De structurele kosten zoals begroot voor deze wet (Kamerstukken II, 36 639, nr. 3) zijn jaarlijks circa € 43.000 en zullen worden ingepast binnen artikel 6 van de
BZK-begroting.
12.
Welke middelen zijn er nodig om het burgerservicenummer volwaardig op te nemen op
de ID-kaart BES? Kan dit eventueel bekostigd worden vanuit de middelen voor het uitrollen
van de identiteitsstructuur in Caribisch Nederland?
Antwoord
De kosten die het gevolg zijn van het amendement waar uw Kamer op 27 mei 2025 mee
instemde (Kamerstukken II 2024/25, 36 639, nr. 15) zijn thans niet begroot. Het bedrag dat daarmee gemoeid is, is naar verwachting
in de orde grootte van € 300.000 incidenteel. Deze zullen worden begroot zodra besloten
is in welk jaar dit kan worden ingevoerd. Bezien wordt op welke wijze deze kosten
gedekt kunnen worden.
13.
Welke specifieke activiteiten zijn bekostigd met de middelen die zijn gerealloceerd
van de post opdrachten overheidsdienstverlening naar opdrachten informatiesamenleving?
Antwoord
Het gaat om een reallocatie van middelen naar opdrachten informatiesamenleving om
deze uitgaven op de juiste regeling te begroten. Specifiek gaat het om (begrote) uitgaven
voor een campagne online kinderrechten, de campagne «Laat je niet interneppen» (waarschuwen
voor social engineering door criminelen in de digitale wereld), generatieve AI pilots
en opdrachten voor onderzoek naar AI bij de overheid.
14.
Welke specifieke activiteiten hebben plaatsgevonden voor doordacht gebruik van AI/algoritmen,
het weerbaar maken van de overheid en maatschappij tegen desinformatie en het tegengaan
van online discriminatie?
Antwoord
In de 1e suppletoire begroting worden er middelen beschikbaar gemaakt voor het doordacht gebruik
van AI via artikel 6.2. Hiermee zal het algoritmekader worden uitgebreid en geoptimaliseerd,
en worden er stappen gezet naar het verder auditeerbaar maken van het algoritmekader.
Ook zal voor het algoritmeregister gewerkt worden aan het verhogen van het aantal
algoritmes dat is opgenomen en de kwaliteit van de publicaties door Nederlandse overheidsorganisaties.
Daarnaast zullen er pilots uitgevoerd worden rondom algoritmische besluitvorming waarmee
kennis wordt opgedaan over het verbeteren van de transparantie rondom de algoritmische
besluitvorming met oog voor de verbetering van de praktijk en dienstverlening. Tevens
zullen er instrumenten worden ontwikkeld ten behoeve van het verbeteren van processen
rondom geautomatiseerde selectietechnieken, inclusief het ontwikkelen van standaarden.
BZK zal ook deelnemen aan een call van het SIDN fonds samen met partnerorganisaties.
Deze call richt zich op het versterken van de duurzame groei van alternatieve sociale
media, bouwen van verbindende algoritmes waaronder AI en het blootleggen van polariserende
algoritmes.
Wat ten slotte de aanpak van online discriminatie betreft, gaat het kabinet werk maken
van de aanpak tegen online discriminatie met aandacht voor meer samenwerking tussen
(overheids)organisaties, een betere registratie, meer toezicht en goede ondersteuning
van slachtoffers.
15.
Wanneer is het duidelijk of de Europese Unie wel of niet een forfaitaire som oplegt
voor het te laat implementeren van de Europese Open Data Richtlijn?
Antwoord
Zie antwoord vraag 4.
16.
Is de RvIG voornemens om de IT-diensten naar de cloud te migreren?
Antwoord
We blijven binnen Nederlandse overheids-datacenters, in dit geval ODC-Noord.
17.
Zijn de gealloceerde middelen voor de cloudmigratie van de RvIG toereikend om een
Nederlands-Europese leverancier aan te trekken?
Antwoord
Er is geen sprake van een migratie van of naar een cloud. We blijven binnen Nederlandse
overheids-datacenters, in dit geval ODC-Noord.
18.
Is het mogelijk om de middelen voor de RvIG aan te vullen, als dit betekent dat cf.
de aangenomen moties over digitale soevereiniteit de dienstverlening niet afhankelijk
wordt van Amerikaanse techbedrijven na de voorgenomen cloudmigratie?
Antwoord
Zie de antwoorden op vraag 16 en 17.
19.
Zijn er subsidies verstrekt aan de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) ter bevordering
van verdere standaardisatie en de digitale soevereiniteit?
Antwoord
Voor standaardisatie zijn er middelen ter beschikking gesteld aan Logius. Hiernaast
is het ontwikkelen en beheren van standaarden onderdeel van andere activiteiten en
programma’s, zoals digitoegankelijkheid. Ook voor digitale soevereiniteit zijn er
middelen toegekend, zoals Diginetwerk.
20.
Zijn er specifiek subsidies verstrekt aan de VNG ten behoeve van het centraliseren
van gemeentelijke ICT cf. de beloften van de NDS?
Antwoord
Nee, er zijn geen subsidies verstrekt ten behoeve van het centraliseren van gemeentelijke
ICT.
21.
Kunt u onderbouwen dat de vrijgemaakte middelen voor de Herbouw Digipoort toereikend
zijn, aangezien dit project kritisch is beoordeeld door het Adviescollege ICT-toetsing
(AcICT) en meermaals vertraagd is?
Antwoord
De toegekende middelen voor de herbouw van Digipoort zijn in lijn met het aangevraagde
budget. Middels voortgangsrapportages wordt bewaakt dat het toegekende budget toereikend
is om de uitvoering van de planning mogelijk te maken.
22.
Zijn er aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor de Herbouw Digipoort n.a.v.
het kritische rapport over dit project van het AcICT?
Antwoord
Zie antwoord vraag 21.
23.
Hoeveel middelen zijn er vrijgemaakt voor het ontwikkelen van eIDAS-voorzieningen
en hoe worden de middelen ingezet?
Antwoord
De eIDAS-verordening stelt burgers in staat om digitaal zaken te doen met overheidsorganisaties
in andere landen met hun eigen nationale inlogmiddel. In de BZK begroting is circa
€ 23 mln. opgenomen voor eIDAS. Hiervan is circa € 7 mln. beschikbaar voor beheertaken
door RvIG en Logius van eIDAS-voorzieningen. Het overige deel, ter hoogte van circa
€ 16 mln., betreft ontwikkeling van het Nederlandse stelsel rondom Europese digitale
identiteiten en de publieke NL-wallet, dat nodig is voor de implementatie van de herziene
eIDAS-verordening.
24.
Waarvoor wordt de 7,1 miljoen euro voor informatiehuishouding van het Rijk ingezet?
Antwoord
De € 7,1 mln. betreft een bijdrage aan agentschappen voor de uitvoering van verschillende
ICT projecten voor de verbetering van de informatiehuishouding van het Rijk.
25.
Heeft u rekening gehouden met de budgettaire gevolgen van het niet doorgaan van de
migratie van de diensten van SSC-ICT naar Microsoft, cf. de motie-Kathmann c.s. (Kamerstuk
26 643-1315)?
Antwoord
De motie stelt niet dat alle migraties stop moeten worden gezet, wel dat aan de juiste
waarborgen moet worden voldaan. Zoals aangegeven (kamerbrief 26 643, nr. 1243) heeft SSC-ICT, gezien de huidige (politieke) ontwikkelingen en veranderende zienwijze
op datasoevereiniteit, besloten de opslag van email en documenten bij de nieuwe werkplek
vooralsnog on premise te houden. De maatregelen hebben een verhogend effect op het
tarief van de werkplek. Deze zullen de departementen moeten inpassen in hun begroting.
26.
Welke middelen vanuit de post «Goed Bestuur en Sterke Rechtsstaat» zijn in totaal
beschikbaar gesteld voor digitale dienstverlening? Hoeveel middelen zitten nog vast
in deze post?
Antwoord
Bij de 1e suppletoire begroting 2025 is voor 2025 € 3,6 mln. en voor 2026 € 9,4 mln.
beschikbaar gesteld voor het vergroten van de toegankelijkheid en bereikbaarheid van
de overheidsdienstverlening. Voor ditzelfde onderwerp is op artikel 12 € 7,9 mln gereserveerd
vanaf 2027, oplopend naar € 9,2 mln structureel.
27.
Wat bedoelt u precies met «een overheid die anders werkt en ambtelijk vakmanschap
versterkt»?
Antwoord
Herstel van vertrouwen in de (rijks-) overheid lukt niet alleen met systeemverbeteringen
en juridische maatregelen. Het vraagt ook om een andere werkwijze waarin de overheid
meer mensgericht werkt, de maatschappelijke opgave vooropstelt en de bedoeling van
beleid en regelgeving steeds voor ogen heeft. Ambtenaren – op alle niveaus – hebben
daar een belangrijk aandeel in. Zij moeten echt contact (kunnen) maken met de samenleving,
over grenzen van organisaties heen samenwerken aan oplossingen, en oog houden voor
signalen dat iets misgaat, en deze signalen terugleggen. Om dit te bereiken wordt
een stevig impuls gegeven aan het ambtelijk vakmanschap, waarbij responsiviteit, rechtstatelijk
besef, burgerperspectief, waardengedreven werken en digitaal vakmanschap belangrijke
aspecten zijn. Er wordt langs meerdere sporen aan versterking gewerkt zoals een basisopleiding
voor elke ambtenaar, interventies op gedrag en houding, praktijk coaching bij grote
maatschappelijke opgaven en het opbouwen van leer- en ontwikkelcommunities.
28.
Hoeveel geld is er totaal beschikbaar voor het programma Beter Samen Werken (BSW)?
Kunt u tevens inzichtelijk maken wat ieder betrokken departement financieel bijdraagt?
Antwoord
In 2024 is er een business case vastgesteld waarbij de incidentele kosten m.b.t. het
programma Beter Samen Werken zijn vastgesteld, welke kosten zijn opgenomen in het
Rijks ICT dashboard, zijnde € 60,00 mln., waarbij de business case tweede helft 2025
wordt herijkt. De 4 kopgroepdepartementen dragen ieder ¼ van de kosten.
29.
Welke verschillende projecten voor de informatiehuishouding van het Rijk bedoelt u
onder «diverse bijdragen»?
Antwoord
Dit zijn onder andere projecten op het gebied van
• strategische personeelsplanning voor het domein informatiehuishouding
• voorzieningen voor E-mailarchivering
• voorzieningen voor Chatarchivering
• voorzieningen voor Sociale Media archivering
30.
Waarom wordt er in 2027 en 2028 6 miljoen euro gekort op de ICT van het kerndepartement?
Antwoord
De daling van het ICT budget van het kerndepartement komt door een neerwaartse bijstelling
op het budget van de NCG, verantwoordelijk voor de versterkingsoperatie in Groningen.
Jaarlijks worden bij de Voorjaarsnota de kosten voor de versterkingsoperatie herijkt,
waaronder de apparaatskosten van NCG. De afname van ICT kosten voor de jaren 2027
en 2028 wordt veroorzaakt door de voorgenomen uitfasering van oude systemen en een
forse afbouw van de ontwikkelingskosten voor het projectregistratiesysteem.
31.
Waarom is de inzet van middelen van de I-strategie niet opgenomen in een beleidsartikel,
zodat de Kamer de bestedingen beter kan volgen?
Antwoord
De i-strategie bevat maatregelen voor de digitale transformatie van BZK-VRO om de
weerbaarheid tegen nieuwe en/of toenemende dreigingen te verhogen, een inhaalslag
in de adoptie van nieuwe technologie te maken en om de executiekracht van de organisatie
te vergroten. Dit betreffen werkzaamheden door bedrijfsvoering ter ondersteuning van
het primaire proces. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften worden uitgaven met betrekking
tot de bedrijfsvoering op het niet-beleidsartikel Centraal Apparaat verantwoord.
32.
Kunt u nader toelichten hoe de 19,6 miljoen euro in 2025 wordt ingezet voor vaststelling
van producten en diensten?
Antwoord
De kosten die vallen onder deze post betreffen voornamelijk ICT uitgaven die benodigd
zijn om de modulaire diensten en innovatie- & vernieuwingsprojecten/programma’s binnen RvIHH uit te kunnen voeren. Daarnaast zijn er ook
ICT-kosten die we één op één doorbelasten aan onze afnemers en ICT-kosten die we maken
om bestaande dienstverlening binnen RvIHH door te ontwikkelen.
33.
Wat bedoelt u met de «digitale transformatie van BZK-VRO om de weerbaarheid tegen
nieuwe en/of toenemende dreigingen te verhogen, een inhaalslag in de adoptie van nieuwe
technologie te maken en om de executiekracht van de organisatie te vergroten»? Kunt
u exact uitleggen welke activiteiten hiertoe worden ondernomen?
Antwoord
In januari 2025 heeft het Ministerie van BZK-VRO een nieuwe i-Strategie vastgesteld.
Hierin staan drie thema’s centraal: weerbaarheid, innovatievermogen en executiekracht.
De activiteiten die het eerste jaar ten minste worden ondernomen:
• Weerbaarheid: we verdiepen onze inzichten in de hoog te beschermen belangen en geven
prioriteit aan hieruit voortkomende acties zodat de feitelijke weerbaarheid wordt
verhoogd. Er wordt structureel meer capaciteit vrijgemaakt om dit te bewaken. Aanvullend
verhogen we de kennis van alle medewerkers van het departement op het gebied van digitale
weerbaarheid.
• Innovatievermogen: we maken werk van de verantwoorde adoptie van AI in de ambtelijke
organisatie. We investeren in de AI-geletterdheid van ambtenaren en in technische
voorzieningen waarmee we op een verantwoorde manier gebruik kunnen maken van veilige
AI modellen.
• Executiekracht: we zetten nadrukkelijker in op hergebruik van IT-voorzieningen, de
inzet van open source en het ontwikkelen van schaalbare voorzieningen. Daarnaast worden
impactassessments gemaakt van het nieuwe sourcing beleid voor clouddiensten en voor
de ambities op het gebied van soevereiniteit.
34.
Welk aandeel van extern ingehuurde krachten betreft ICT-medewerkers? Welke middelen
zijn er beschikbaar om de vaste formatie van ICT-medewerkers te vergroten?
Antwoord
Per april 2025 kent het kerndepartement (incl. ABD, RIS, OBF en RvIHH) een aandeel
van 49% ICT-medewerkers binnen de totale externe inhuur. BZK-breed (kerndepartement
en de uitvoeringorganisaties excl. Logius en DHC) is dit 44%. De Rijksoverheid staat
voor een structurele uitdaging op het gebied van ICT-capaciteit. De toenemende digitalisering
vraagt om gespecialiseerde kennis, terwijl de arbeidsmarkt steeds krapper wordt.
In mijn brief van 18 april 2025 over het terugdringen van externe inhuur heb ik uw
Kamer geïnformeerd over mijn inzet om de externe inhuur van ICT-ers terug te dringen,
onder andere door in te zetten op het intern uitvoeren van taken (verambtelijking)
gelet op de toekomstbestendigheid van de Rijksoverheid. Daarbij leidt verambtelijking
per saldo tot een financiële besparing ten opzichte van externe inhuur. Binnen de
I-strategie Rijk wordt er aanvullend beleid ontwikkeld op het staande personeelsbeleid
van de rijksoverheid om deze uitdaging op te vangen en grip te krijgen op de instroom,
doorstroom en borging van cruciale digitale expertise.
35.
Hoeveel van de middelen uit de post Goed Bestuur en Sterke Rechtstaat worden gebruikt
voor de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de overheidsdienstverlening en voor
het doordacht gebruik van AI/ algoritmes?
Antwoord
Voor de middelen bereikbaarheid en toegankelijkheid van de overheidsdienstverlening,
zie het antwoord op vraag 26.
In de 1e suppletoire begroting is € 2,4 mln (aflopend naar € 1,9 mln structureel) beschikbaar
gesteld voor AI/algoritmen. We zetten daarbij in op onder ander het vergroten van
de transparantie bij het overheidsgebruik van AI en Algoritmen. Voor verdere toelichting
zie antwoord op vraag 14.»
36.
Kunt u alle activiteiten ten behoeve van digitale dienstverlening en digitale inclusie
die bekostigd worden vanuit de post Goed Bestuur en Sterke Rechtsstaat uiteenzetten?
Antwoord
Er wordt ingezet op het versterken van een dienstbare overheid en het vergroten van
de bereikbaarheid en toegankelijkheid van overheidsdienstverlening. Hiervoor wordt
onder andere onderzoek gedaan naar specifieke groepen die momenteel onvoldoende worden
bereikt, met als doel een stevige basis te leggen voor gerichte activiteiten om het
bereik van overheidsdienstverlening te vergroten. Daarnaast ligt de focus op het verbeteren
van de algemene informatievoorziening via een 24/7 beschikbare, betrouwbare digitale
assistent. En het vereenvoudigen van overheidscommunicatie met behulp van verantwoorde
technologische hulpmiddelen die publieke dienstverleners ondersteunen bij het toegankelijker
maken van overheidsbrieven.
37.
Kunt u toelichten waarom de Rijksorganisatie voor Ontwikkeling Digitalisering en Innovatie
(ODI) een negatief resultaat heeft geboekt over 2024? Heeft dit gevolgen gehad voor
de bedrijfsvoering van de Rijksorganisatie voor ODI?
Antwoord
ODI heeft in 2024 een negatief resultaat behaald, onder meer vanwege uitdagingen in
de arbeidsmarkt die hebben geleid tot personeelstekorten, met name op de terreinen
van AI en cybersecurity. Daardoor kon ODI niet aan de vraag voldoen en is minder omzet
gedraaid dan waarop is begroot. Deze factoren hebben echter geen gevolgen gehad voor
de bedrijfsvoering.
38.
Heeft het niet tijdig opnemen van aanvullende middelen voor Logius op de begroting
gevolgen gehad voor haar bedrijfsvoering?
Antwoord
Er zijn geen gevolgen voor de bedrijfsvoering geweest. In goed overleg met Logius
wordt bewaakt dat de toegekende budgetten toereikend zijn voor de bedrijfsvoering.
39.
Worden middelen uit de post Goed Bestuur en Sterke Rechtsstaat gereserveerd voor digitale
dienstverlening en digitale inclusie? Is het mogelijk om Informatiepunten Digitale
Overheid (IDO’s) hieruit te bekostigen?
Antwoord
Een gedeelte van de financiële middelen uit voor Goed Bestuur zijn gereserveerd om
het bereik van dienstverlening van de overheid te vergroten en de toegankelijkheid
van overheidsorganisaties te verbeteren. Hierbij gaat het om de bereikbaarheid aan
het loket, telefonisch en digitaal. Dat gebeurt zoveel mogelijk bij de bestaande loketten
en de logische plaatsen waar mensen op zoek gaan naar hulp.
Concreet geef ik met de middelen uitvoering aan mijn visie op lokale, fysieke dienstverlening
en ondersteuning. In mijn visie speelt de laagdrempelige dienstverlening en ondersteuning
voor burgers bij regelzaken met de overheid zoals deze wordt geleverd door bijvoorbeeld
wijkcentra en buurthuizen, maar ook de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO), een
belangrijke rol. Bij de uitvoering wil ik bestaande ingangen, waaronder overheidsbrede
loketten en IDO’s, beter inbedden in de lokale context.
Ik zet de middelen voor goed bestuur dus in om het (fysieke) ecosysteem voor publieke
dienstverlening, dat bestaat uit formele en informele plekken en helpers, beter te
faciliteren. De directe uitvoeringskosten van de IDO’s, één van deze plekken in het
ecosysteem, worden uit een andere post gefinancierd.
Overige/overkoepelende vragen die betrekking hebben op meerdere begrotingen
59.
Kunt u aangeven hoeveel middelen er (aanvullend) zijn gereserveerd voor de uitwerking
van de NDS?
Antwoord
Zie antwoord bij vraag 2.
60.
Wat is de budgettaire ruimte op de begroting van BZK, J&V, EZ?
61.
Welke middelen zijn juridisch verplicht, welke zijn bestuurlijk gebonden, welke zijn
beleidsmatig belegd en hoeveel middelen zijn nog vrij te besteden?
62.
Hoeveel bedraagt naar verwachting de onderuitputting in 2025 en hoeveel bedragen naar
verwachting de kasschuiven van 2025 naar latere begrotingsjaren?
Gecombineerd antwoord vraag 60 t/m 62
De budgetflexibiliteit geeft weer welke delen van de budgetten juridisch verplicht,
bestuurlijk gebonden en beleidsmatig belegd zijn. De budgetflexibiliteit wordt op
artikelniveau weergegeven in de individuele begrotingen.
Gedurende het begrotingsjaar zal onder andere op basis van uitvoeringsinformatie blijken
of er sprake is van meevallers. Indien meevallers zich voordoen kan dit conform begrotingsregels
worden ingezet voor tegenvallers. Dergelijke wijzigingen worden dan verwerkt in het
eerstvolgende begrotingsstuk. De september suppletoire zal meer inzicht geven in eventuele
kasschuiven in het betreffende begrotingsjaar. De ontwerpbegroting bevat een meerjarig
overzicht.
63.
Zijn er middelen vrijgemaakt voor de aanbesteding van een Rijkscloud, cf. de motie-Kathmann
(Kamerstuk 26 643-1316)?
Antwoord
In de Voorjaarsnota 2025 zijn geen middelen vrijgemaakt voor de aanbesteding van de
Rijkscloud.
64.
Zijn er middelen vrijgemaakt voor het ondersteunen van de Stichting Internet Domeinregistratie
Nederland (SIDN) in de zoektocht naar een Nederlandse leverancier voor haar DNS-infrastructuur,
cf. de motie-Kathmann c.s. (Kamerstuk 26 643-1317)?
Antwoord
Er zijn geen specifieke middelen vrijgemaakt voor het ondersteunen van de Stichting
Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) voor de uitvoering van motie-Kathmann c.s.
Wel heeft het Ministerie van Economische Zaken op het departement een bijeenkomst
georganiseerd, zoals de motie verzoekt, waarbij SIDN heeft toegelicht wat zij zoeken
in een cloudaanbieder. Hierbij waren zo’n vijftien cloudaanbieders aanwezig. Naar
aanleiding van deze bijeenkomst gaat SIDN nu verder in gesprek met diverse partijen.
Over de uitkomst van deze sessie en de vervolggesprekken wordt uw Kamer voor het zomerreces
per brief geïnformeerd.
65.
Zijn er middelen vrijgemaakt om alle ICT-diensten die de overheid nu afneemt van Amerikaanse
techgiganten te voorzien van een risicoanalyse en een exitstrategie, cf. de motie-Kathmann
(Kamerstuk 26 643-1318)?
Antwoord
Departementen zijn zelf verantwoordelijk voor hun cloudgebruik en de bijbehorende
risicoanalyses en exitstrategie. Dit is vigerend beleid en valt binnen de reguliere
begroting van de verschillende departementen.
66.
Zijn er middelen vrijgemaakt om lopende cloudmigraties die de afhankelijkheid van
Amerikaanse techgiganten doen toenemen stop te zetten, cf. de motie-Kathmann (Kamerstuk
26 643-1318)?
Antwoord
Er zijn geen centrale middelen vrijgemaakt. De afweging om lopende cloudmigraties
stop te zetten is een departementale verantwoordelijkheid, dit geldt ook voor het
vrijmaken van middelen hiervoor.
67.
Wat zijn de budgettaire consequenties voor de uitvoering van de aangenomen moties
ingediend bij het debat over migraties van overheids-ICT naar het buitenland van 13 maart jl.?
Zijn deze verwerkt in de Voorjaarsnota en zo niet, wanneer worden deze wel verwerkt?
Antwoord
De budgettaire consequenties zijn nog niet bekend en daarom ook niet verwerkt in de
Voorjaarsnota.
68.
Welke aanvullende middelen zijn beschikbaar gesteld voor de NDS?
Antwoord
Zie antwoord op vraag 2.
69.
Heeft u, zoals toegezegd, gesprekken gehad met bibliotheken over het op peil houden
van de dienstverlening van Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s) ondanks het
opheffen van specifieke uitkeringen aan gemeenten (SPUKs)? Heeft u mogelijke budgettaire
gevolgen verwerkt in de Voorjaarsnota?
Antwoord
Ja, er hebben op ambtelijk niveau gesprekken plaatsgevonden met de belangrijkste huidige
samenwerkingspartners rondom de IDO’s, te weten de Koninklijke Bibliotheek (KB), de
Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)
en de Manifestgroep (MFG) | Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD). De huidige
specifieke uitkeringen worden verstrekt aan gemeenten die deze besteden aan:
• De financiering van de lokale bibliotheek ten behoeve van de realisatie of de instandhouding
van de Informatiepunten Digitale Overheid;
• De promotie van de Informatiepunten Digitale Overheid bij haar inwoners;
• Het voeren van regie over het netwerk van organisaties rond de Informatiepunten Digitale
Overheid die voor de inwoners van de gemeente relevant zijn.
Met het opheffen van de SPUK’s en het met 10% korting overhevelen van de middelen
naar het gemeentefonds geef ik uitvoering aan het kabinetsbesluit. De budgettaire
gevolgen van het kabinetsbesluit zijn reeds verwerkt bij de Ontwerpbegroting 2025.
De regierol van gemeenten, die dus al bestaat sinds de inwerkingtreding van de SPUK,
wordt met dit besluit nog belangrijker. Hoe gemeenten verder invulling geven aan deze
rol, met als doel het op peil houden én juist het verder verbeteren van de laagdrempelige
empathische dienstverlening, wordt meegenomen in de uitvoering van de bij vraag 39
genoemde visie op lokale, fysieke dienstverlening en ondersteuning. Bij het opstellen
van deze visie zijn alle hiervoor genoemde partijen (en nog veel meer partijen) betrokken.
70.
Hoeveel middelen zijn er in totaal vrijgemaakt in de Voorjaarsnota voor het bevorderen
van de digitale soevereiniteit van Nederland?
Antwoord
Er zijn bij de Voorjaarsnota geen aanvullende middelen beschikbaar gesteld specifiek
voor het bevorderen van de digitale soevereiniteit van de Rijksoverheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
N.T.P. Wingelaar, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken -
Mede ondertekenaar
S.R. Muller, adjunct-griffier
Bijlagen
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Voor |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Tegen |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Tegen |
FVD | 3 | Voor |
PvdD | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.