Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de initiatiefnota van de leden Boswijk en Diederik van Dijk: Gegokt en verloren (Kamerstuk 36628)
2025D26572 Inbreng verslag van een schriftelijk overleg
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd over de volgende stukken:
• Initiatiefnota van de leden Boswijk en Diederik van Dijk: Gegokt en verloren (Kamerstuk
36 628, nr. 2);
• Visie op kansspelen en beleidsreactie op de evaluatie van de Wet kansspelen op afstand
(Kamerstuk 24 557, nr. 245).
De voorzitter van de commissie,
Pool
Adjunct-griffier van de commissie,
Meijer
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
1. Vragen en opmerkingen vanuit de PVV-fractie
2. Vragen en opmerkingen vanuit de GroenLinks-PvdA-fractie
3. Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie
4. Vragen en opmerkingen vanuit de NSC-fractie
5. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie
6. Vragen en opmerkingen vanuit de BBB-fractie
7. Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie
8. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie
II. Reactie van de initiatiefnemers
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
1. Vragen en opmerkingen vanuit de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de initiatiefnota, getiteld «Gegokt
en verloren» van de leden Boswijk en Diederik van Dijk (hierna: de initiatiefnota).
Deze leden waarderen de inzet van de initiatiefnemers om problematisch gokgedrag tegen
te gaan, maar plaatsen tegelijkertijd fundamentele kanttekeningen bij de voorgestelde
koerswijziging.
De leden van de PVV-fractie hechten groot belang aan vrijheid, verantwoordelijkheid
en effectieve regulering. In een vrije samenleving past ook de ruimte om – binnen
grenzen – een gokje te wagen, net zoals men zelf kan beslissen om alcohol te drinken
of op een andere manier risico's te nemen. Het criminaliseren of drastisch inperken
van legale kansspelen is in de ogen van deze leden niet de weg vooruit.
Gereguleerde markt versus illegaal aanbod
De initiatiefnemers pleiten in de kern voor een beweging richting afbouw van het legale
kansspelaanbod, met een nadruk op repressie. De leden van de PVV-fractie vragen of
de initiatiefnemers erkennen dat dit het risico met zich brengt dat gokkers juist
zullen uitwijken naar het illegale circuit, waar geen verslavingspreventie, toezicht
of zorgplicht bestaat. Daarmee vragen deze leden hoe het voorgestelde beleid zich
verhoudt tot ervaringen in andere landen waar het verbod op online gokken leidde tot
groei van crimineel aanbod, witwaspraktijken en verlies van toezichtmogelijkheden.
Verslavingspreventie en zorgplicht binnen de legale markt
De leden van de PVV-fractie zijn juist voorstander van een model waarin aanbieders
onder strikte voorwaarden opereren, met een stevige zorgplicht en handhaving door
de Kansspelautoriteit (hierna: Ksa). De Wet Kansspelen op afstand (Wet Koa) stelt
hiervoor duidelijke kaders. Erkennen de initiatiefnemers dat binnen het legale stelsel
spelers kunnen worden beschermd, gemonitord en desnoods uitgesloten, iets wat in een
illegaal circuit onmogelijk is? Wat vinden de initiatiefnemers van de recente versterking
van het preventiebeleid door de Kansspelautoriteit? Wachten zij deze effecten nog
af?
Keuzevrijheid en individuele verantwoordelijkheid
De leden van de PVV-fractie willen niet toe naar een samenleving waarin de overheid
bepaalt welke vormen van ontspanning of vermaak wel of niet zijn toegestaan, zolang
deze niet onmiskenbaar schadelijk zijn voor anderen. Deze leden vragen waarom de initiatiefnemers
kiezen voor een paternalistische koers, waarin de eigen verantwoordelijkheid van burgers
ondergeschikt lijkt aan het idealistische streven naar een «gokvrije samenleving».
Is er enige onderbouwing dat een verbod op legale kansspelen leidt tot minder verslaving,
of juist tot meer maatschappelijke schade?
Gevolgen voor sport, media en kansspelbelasting
De voorgestelde maatregelen raken ook andere sectoren, zo stellen de leden van de
PVV-fractie. Zo ontvangt de sportwereld momenteel aanzienlijke inkomsten uit sponsoring
en levert de legale gokmarkt belastingopbrengsten op. Hebben de initiatiefnemers onderzocht
wat de economische en maatschappelijke gevolgen zijn van het afbouwen van de legale
gokmarkt? Wat gebeurt er met de circa 200 miljoen euro aan kansspelbelasting die nu
jaarlijks aan de schatkist wordt toegevoegd?
Illegaal aanbod en handhaving
De aanpak van illegaal gokken vergt volgens de leden van de PVV-fractie niet zozeer
méér verboden, maar betere handhaving. Erkennen de initiatiefnemers dat illegaal aanbod
– dat nu al lastig blijkt aan te pakken – zal toenemen als legaal aanbod verdwijnt?
Op welke wijze denken de initiatiefnemers illegaal aanbod tegen te gaan als legale
alternatieven wegvallen? Zien de initiatiefnemers ook het risico van verdringing van
legale aanbieders door buitenlandse, niet controleerbare platforms?
Afsluitend
De leden van de PVV-fractie zijn van mening dat de initiatiefnota oprecht van intentie
is, maar zich te veel baseert op morele overtuigingen in plaats van feiten en uitvoerbaarheid.
Deze leden blijven inzetten op een strenge, gereguleerde markt waarin ruimte is voor
ontspanning, bescherming voor kwetsbaren en toezicht door de overheid. Een terugkeer
naar een verbodsmodel brengt vooral schijnveiligheid, verlies van toezicht en een
grotere rol voor de onderwereld met zich. Deze leden zien de reactie van de initiatiefnemers
met belangstelling tegemoet.
2. Vragen en opmerkingen vanuit de GroenLinks-PvdA-fractie
Inleiding
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met grote belangstelling kennisgenomen
van de initiatiefnota. Deze leden spreken hun grote waardering uit voor de inspanning
die de initiatiefnemers en vooral ook de ondersteunende fractie- en Kamermedewerkers
hebben geleverd om een groot maatschappelijk probleem te helpen oplossen. Deze leden
delen de grote zorgen van de initiatiefnemers over de tekortschietende naleving van
de zorgplicht van aanbieders van online kansspelen. Deze leden constateren dat de
Kamer, naar het oordeel van deze leden terecht, al enkele jaren voorstellen doet om
strengere voorwaarden te verbinden aan de online kansspelmarkt. Zij zijn, met alle
mitsen en maren, van mening dat legalisering van het online kansspelaanbod nog steeds
een wezenlijke bijdrage kan leveren aan een verantwoord online kansspelaanbod, aan
het voeren van een effectief preventiebeleid en aan het bieden van adequate psychosociale
zorg aan kansspelverslaafden. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (i.c.
Rechtsbescherming) heeft inmiddels voorzien in een «Visie op kansspelen». Het roept
bij deze leden de vraag op hoe de initiatiefnemers zich tot de voornemens van de Staatssecretaris
Rechtsbescherming verhouden en waarin, vanzelfsprekend zonder onaardig te willen overkomen,
de toegevoegde waarde van deze initiatiefnota schuilt vanuit de veronderstelling dat
een legaal online kansspelaanbod nog steeds, zij het in substantieel gewijzigde vorm,
beter bijdraagt aan het voorkomen en bestrijden van evidente negatieve effecten dan
het tot het illegale aanbod veroordelen van problematische gokkers en kansspelverslaafden.
Deze leden hebben daarom nog de navolgende vragen.
De opening van de onlinegokmarkt
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie constateren dat de Wet Koa destijds hoofdzakelijk
met pragmatische overwegingen is aangenomen. De opkomst van illegale online kansspelaanbieders
liet zich niet bestrijden zolang het aanbod in het verborgene bleef en niet werd voorzien
in een legaal kansspelaanbod. De initiatiefnemers stellen voor om het besluit tot
legalisering van online gokken terug te draaien. Deze leden horen graag van de initiatiefnemers
hoe zij onder die omstandigheden de effectieve bestrijding van online kansspelaanbieders
voor zich zien en hoe zij zich verhouden tot de vervolgvraag hoe een effectief preventiebeleid
moet worden vormgegeven in de welbewuste wetenschap dat het illegale aanbod zich simpelweg
niet eenvoudig laat bestrijden.
De Nationaal Rapporteur Verslavingen en de Kansspelautoriteit
De initiatiefnemers benoemen de toezichthoudende rol van de Ksa. Voor zover de leden
van de GroenLinks-PvdA-fractie het kunnen overzien, doen de initiatiefnemers geen
voorstellen aangaande de Ksa. Deze leden vragen de initiatiefnemers om een appreciatie
van de wijze waarop de Ksa toezicht houdt op de online kansspelaanbieders en van het
juridische instrumentarium dat de Ksa ten dienste staat. Welke verbeteringen kunnen
naar het oordeel van de initiatiefnemers in het toezicht worden behaald? Hoe kan er
volgens de initiatiefnemers worden gezorgd voor effectief en efficiënt toezicht waarin
legale online kansspelaanbieders gedwongen worden tot het naleven van de zorgplicht
voor hun spelers, het maximaliseren van de kanalisatie naar legaal aanbod en het maximaliseren
van de bestrijding van illegale online kansspelaanbieders? De initiatiefnemers veronderstellen
dat er geen (aanvullende) financiële middelen nodig zijn. Dat betwijfelen deze leden.
Het verscherpen van toezicht vraagt immers om meer toezichthouders. Het verlagen van
drempels voor gokkers naar de hulpverlening leidt op korte termijn bovendien tot meer
zorgkosten. Geeft dit aanleiding voor de initiatiefnemers om hun veronderstelling
te herzien? Zo nee, waarom niet?
Vergunning en zorgplicht online kansspelaanbieders
De initiatiefnemers bespreken de constateringen van de Ksa dat online gokbedrijven
te weinig doen om spelers te beschermen en de maatregelen die wél worden genomen,
ook nog eens vaak ineffectief blijken, zo lezen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie.
Zijn er online kansspelaanbieders bekend bij de initiatiefnemers die zich wél en gecommitteerd
houden aan de uitvoering van de zorgplicht die als best practices aan de overige online kansspelaanbieders kunnen worden voorgehouden? Zo ja, waaruit
bestaan die best practices precies?
Gokreclames
De leden van de GroenLinks-PvdA-fracties begrijpen de wens van de initiatiefnemers
om een totaalverbod op reclame voor onlinegoksites in te stellen. Daarbij vragen deze
leden een nadere toelichting hoe zo’n totaalverbod zich verhoudt tot de gedeelde wens
om de kanalisatiegraad te maximaliseren. In hoeverre zou reclame daarbij een rol kunnen
vervullen? Indien dit niet het geval is, waarom niet? Zo ja, welke voorwaarden zouden
aan een zekere reclameruimte verbonden moeten worden?
Verslavingszorg en preventie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie delen de wens van de initiatiefnemers om de
toepassing van het Centraal Register Uitsluiting Kansspelen (hierna: Cruks) te versterken.
De initiatiefnemers stellen voor om het anonimiteitsbeginsel lager te plaatsen dan
het belang van het beschermen van de gokker. Deze leden vragen hoe de voorstellen
van de initiatiefnemers zich verhouden tot de grondwettelijke en mensenrechtelijke
erkende bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Kunnen de initiatiefnemers voorzien
in een juridische analyse hoe zich dit tot elkaar verhoudt en waar naar het oordeel
van de initiatiefnemers de begrenzing van beschermende maatregelen zich horen te beperken
met het oog op de handelingsbekwaamheid van meerderjarige personen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen ook aandacht voor de risico’s van de
voorgestelde publiekscampagne. Hoe schatten de initiatiefnemers het risico in dat
een ongerichte publieksvoorlichting averechtse gevolgen sorteert door niet-gokkers
nieuwsgierig te maken naar kansspelen? Hoe zou naar het oordeel van de initiatiefnemers
een publiekscampagne worden ingezet? Delen de initiatiefnemers de opvatting van deze
leden dat het de voorkeur verdient om dit soort campagnes in te zetten voor een afgebakende
doelgroep?
3. Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de initiatiefnota en willen hun
waardering uitspreken voor de initiatiefnemers voor het nemen van het initiatief.
Zij hebben nog enkele vragen naar aanleiding van de initiatiefnota.
Allereerst lezen de leden van de VVD-fractie dat de initiatiefnemers het besluit tot
legalisering van online kansspelen zo spoedig mogelijk terug willen draaien. Deze
leden zien ook de negatieve bijgevolgen van het reguleren van online kansspelen, maar
betwijfelen zeer of het naar de illegaliteit duwen van spelers, waar geen enkele vorm
van toezicht plaatsvindt, een adequate oplossing is voor de problemen die de initiatiefnemers
constateren. Deze leden denken niet dat het weer illegaal maken van online kansspelen
daadwerkelijk zal leiden tot een afname van het gokgedrag, ook gezien het zeer grote
aanbod van illegale onlineaanbieders. Kunnen de initiatiefnemers hierop reflecteren?
De leden van de VVD-fractie vrezen dat een verbod juist op termijn meer gokverslaving
in de hand werkt en vragen of de initiatiefnemers deze zorgen delen. Ook maken deze
leden zich zorgen over het verliezen van de mogelijkheid tot toezicht op gokkers en
zijn zij benieuwd hoe de initiatiefnemers hierop reflecteren. De initiatiefnemers
stellen dat hun verwachting is dat na een algeheel verbod in combinatie met aanvullende
maatregelen de nieuwe aanwas van online gokkers zal verminderen. Kunnen de initiatiefnemers
aangeven op grond waarvan zij deze aanname hebben gedaan? Zijn er landen bekend bij
de initiatiefnemers die aanvankelijk online kansspelen hebben gereguleerd, maar later
toch weer volledig overgingen tot het instellen van een verbod? En is vervolgens het
aantal online gokkers verminderd?
De leden van de VVD-fractie vragen ook in hoeverre Europese lidstaten andere of betere
vormen van gereguleerd toezicht op kansspelaanbieders hebben vormgegeven en of de
initiatiefnemers van mening zijn dat we juist van andere landen kunnen leren.
De leden van de VVD-fractie vragen of de initiatiefnemers bij het opstellen van de
initiatiefnota hebben gesproken met vertegenwoordigers van de kansspelaanbieders,
brancheorganisaties en de Ksa en, zo niet, of zij bereid zijn dat alsnog te doen.
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat de Ksa meer mogelijkheden krijgt
om toezicht te houden op de naleving van wettelijke verplichtingen van online kansspelaanbieders.
Welke concrete mogelijkheden zou de Ksa wat de initiatiefnemers betreft moeten krijgen
aanvullend op de maatregelen die op dit gebied al zijn aangekondigd door de Staatssecretaris
Rechtsbescherming?
Aanbevelingen
De leden van de VVD-fractie lezen dat de initiatiefnemers zorgplicht voor online kansspelaanbieders
willen aanscherpen en vragen een nadere toelichting hoe de initiatiefnemers deze aanscherping
concreet voor zich zien. Ook vragen zij de initiatiefnemers of het direct intrekken
van de vergunning bij het onvoldoende uitvoeren van de zorgplicht niet een te rigoureuze
maatregel is. Zij zijn benieuwd of de initiatiefnemers heil zien in een trapsgewijze
aanpak, die ruimte laat aan de aanbieder om inzichtelijke verbeteringen door te voeren.
De leden van de VVD-fractie zien het totaalpakket aan aanvullende maatregelen dat
de initiatiefnemers willen opleggen aan legale aanbieders van online kansspelen en
vragen de initiatiefnemers of de eisen die worden gesteld, niet zullen leiden tot
de ondergang van legale bedrijven en dat daarmee een groei wordt veroorzaakt richting
de illegaliteit. Hoe zien de initiatiefnemers dit, ook in het scenario dat het besluit
tot legalisering van online kansspelen niet wordt teruggedraaid?
De leden van de VVD-fractie lezen bij de financiële consequenties dat voorstel 5 kan
leiden tot uitgaven als het toezicht op gokbedrijven geïntensiveerd gaat worden. Hoewel
zij onderschrijven dat ook maatschappelijke baten kunnen toenemen na intensivering
van het toezicht, vragen zij de initiatiefnemers om deze uitgaven verder in kaart
te brengen. Ook zijn deze leden benieuwd of de initiatiefnemers de effecten van hun
initiatiefnota hebben laten doorrekenen.
4. Vragen en opmerkingen vanuit de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de initiatiefnota.
Deze leden zijn van mening dat door te ruimhartig beleid online gokken is geëxplodeerd
en dat dit heeft bijgedragen aan het ontstaan van verslavingen en problematische schulden.
Deze leden staan daarom welwillend tegenover de aanbevelingen uit de initiatiefnota.
Zij hebben hierover nog een aantal vragen.
Inleiding
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van hetgeen de initiatiefnemers heeft
aangespoord deze initiatiefnota op te stellen. Deze leden zijn het met de initiatiefnemers
eens dat de ervaringen en cijfers omtrent online gokken duidelijk maken dat verandering
noodzakelijk is, onder meer ter bescherming van kwetsbare burgers. Het valt deze leden
op dat de initiatiefnemers veel aandacht besteden aan de positie van jongvolwassenen.
De initiatiefnemers schrijven bijvoorbeeld dat met name jongvolwassenen beter beschermd
moeten worden tegen de risico’s van online gokken. Deze leden onderschrijven dit.
Hebben de initiatiefnemers overwogen te pleiten voor een minimumleeftijd voor online
gokken in plaats van een algeheel verbod? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunnen zij nader
onderbouwen waarom zij uiteindelijk opteren voor een algeheel verbod?
Verslavingszorg en preventie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de overwegingen van de initiatiefnemers
over verslavingszorg en preventie. De initiatiefnemers schrijven bijvoorbeeld dat
een van de punten waar het nog schuurt, is dat het ontbreekt aan een overkoepelend
preventiebeleid van de verslavingszorg. Deze leden vragen de initiatiefnemers of zij
bij het opstellen van de initiatiefnota en het doen van aanbevelingen experts op verslavingsgebied
hebben geraadpleegd om hen mee te laten denken. Zo ja, kunnen de initiatiefnemers
hierop reflecteren?
Aanbevelingen
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de aanbevelingen. Deze leden
staan hier welwillend tegenover. Het terugdraaien van de legalisering zal niet van
de ene op de andere dag zijn gerealiseerd en daarom begrijpen deze leden dat ook minder
vergaande aanbevelingen worden gedaan door de initiatiefnemers. Deze leden vragen
de initiatiefnemers of zij van oordeel zijn dat de minder vergaande voorstellen (aanbeveling
2 tot en met 6) in afdoende mate zijn geprobeerd om na te gaan of hier een oplossing
in zou kunnen liggen. Met andere woorden: kunnen de initiatiefnemers nader onderbouwen
waarom het volgens hen de aangewezen route is om nu over te gaan tot een algeheel
verbod op online gokken?
De leden van de NSC-fractie wijzen op het risico van illegaliteit als een algeheel
verbod op online gokken wordt ingevoerd. Het risico bestaat dat online gokken na een
verbod doorgang vindt, maar dan buiten het zicht, waardoor de overheid minder goed
kan ingrijpen en hulp kan verlenen. Kunnen de initiatiefnemers hier nader op reflecteren
en dit risico wegen?
De leden van de NSC-fractie vragen aandacht voor handhaving van een algeheel verbod
op online gokken. Deze leden denken dat dit problematisch zou kunnen worden, mede
gelet op de overbelasting van toezicht, handhaving en opsporing. Deze leden vinden
dat ervoor gewaakt moet worden dat het verbod om deze reden een wassen neus wordt.
Kunnen de initiatiefnemers aangeven hoe zij de handhaving voor zich zien? Kunnen zij
daarbij nader toelichten hoe zij de rol van de Digital Services Act hierbij zien?
De leden van de NSC-fractie vragen, in aanloop naar een eventueel algeheel verbod
op online gokken, hoe de initiatiefnemers kijken naar de waarde van betrouwbare en
privacyvriendelijke online leeftijdsverificatie in het kader van de handhaving van
de huidige wettelijke minimumleeftijd. Zijn zij het met deze leden eens dat dit essentieel
is om jongeren te beschermen? Hoe kijken de initiatiefnemers aan tegen ontwikkelingen
in bijvoorbeeld Frankrijk, waar online leeftijdsverificatie afgedwongen wordt voor
pornosites en de sites anders op zwart moeten? Zou een vergelijkbare aanpak in hun
ogen ook in Nederland voor gokwebsites uitgerold moeten worden?
5. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie
Inleiding
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de initiatiefnota.
De aan het woord zijnde leden vinden het een onwenselijke ontwikkeling dat het aantal
personen met een gokverslaving toeneemt. Personen met een gokverslaving moeten kunnen
rekenen op adequate hulp om een verslaving het hoofd te bieden en hun leven weer op
de rails te krijgen. Wel hebben deze leden hun twijfels over het geheel intrekken
van de Wet Koa. In dat kader hebben zij nog een aantal vragen.
De opening van de onlinegokmarkt
De leden van de D66-fractie zijn blij met de hoge kanalisatiegraad. 90% van de spelers
speelt alleen via de legale markt. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van de
illegale naar de legale markt. De initiatiefnemers pleiten voor het terugdraaien van
de Wet Koa. Dit zal als gevolg hebben dat deze groep personen zich weer verplaatst
naar de illegaliteit en meer nieuwe spelers die toetreden tot de illegale markt. Kunnen
de initiatiefnemers aangeven in hoeverre zij dit een wenselijke ontwikkeling vinden?
Hoe denken zij deze verplaatsing naar de illegaliteit te voorkomen?
De leden van de D66-fractie zijn het met de Staatssecretaris Rechtsbescherming eens
dat het volledig voorkomen van kansspelen niet mogelijk is. Er zullen immers altijd
mensen zijn die willen deelnemen aan (online) kansspelen. In een vrije samenleving
moet de mogelijkheid bestaan om uit vrije wil deel te nemen aan legaal gereguleerde
kansspelen, mits er voldoende bescherming en toezicht is. Door het intrekken van de
Wet Koa verplaatsen online kansspelen zich in grote mate weer naar de illegaliteit,
waar juist enige vorm van toezicht en handhaving ontbreekt. Dit brengt de nodige risico’s
met zich. Kunnen de initiatiefnemers aangeven welke gevolgen zij met betrekking tot
de handhaving en toezicht verwachten na het intrekken van de Wet Koa? Vinden zij dat
een wenselijke ontwikkeling?
Vergunning en zorgplicht online kansspelaanbieders
De leden van de D66-fractie lezen dat de initiatiefnemers de zorgplicht van kansspelaanbieders
wil aanscherpen. De initiatiefnemers roepen daarbij de Staatssecretaris Rechtsbescherming
op om de zorgplicht van aanbieders met betrekking tot verslavingspreventie op een
andere manier in te vullen. Deze leden missen daarbij echter welke specifieke aanscherping
de initiatiefnemers voor zich zien. Kunnen de initiatiefnemers toelichten welke extra
maatregelen zij nodig achten bij het aanscherpen van de zorgplicht?
Illegale buitenlandse online gokbedrijven
De leden van de D66-fractie zijn het met de initiatiefnemers eens dat buitenlandse
online casino's zich aan dezelfde regels zouden moeten houden als Nederlandse kansspelaanbieders.
Zoals de initiatiefnemers aangeven, is bij buitenlandse casino's vaker sprake van
aantrekkelijke bonussen, meer betaalmethodes en minder restricties. Het terugdraaien
van de Wet Koa zou personen mogelijk juist meer richting deze buitenlandse aanbieders
drijven. Kunnen de initiatiefnemers aangeven in hoeverre zij deze verplaatsing wenselijk
achten en hoe zij dit willen voorkomen?
6. Vragen en opmerkingen vanuit de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de initiatiefnota. Deze leden
hebben hier nog een aantal vragen over.
Allereerst willen de leden van de BBB-fractie de initiatiefnemers danken voor de inzet
en betrokkenheid bij dit onderwerp. De initiatiefnota benoemt serieuze problemen op
het gebied van online kansspelen. Deze leden delen die zorgen in belangrijke mate,
maar zijn daarnaast van mening dat de initiatiefnemers te voorbarig zijn met het indienen
van deze initiatiefnota.
De leden van de BBB-fractie plaatsen kanttekeningen bij het moment en de aanpak van
de initiatiefnemers. Op 14 februari 2025 heeft de Staatssecretaris Rechtsbescherming
een uitgebreide visie op het kansspelbeleid gepresenteerd. In deze Kamerbrief kondigt
hij ingrijpende maatregelen aan, waaronder de verhoging van de minimumleeftijd, invoering
van centrale speellimieten, aanscherping van de zorgplicht, strengere regels rond
reclame en verregaande bevoegdheden voor de Ksa. Een wetsvoorstel dat deze maatregelen
wettelijk zal verankeren, wordt eind 2025 verwacht, waarbij de mogelijkheid wordt
bekeken om bepaalde onderdelen al eerder te implementeren.
De leden van de BBB-fractie zien dat veel van de door de initiatiefnemers voorgestelde
aanbevelingen overlappen met deze voornemens. Dat roept de vraag op waarom de initiatiefnemers
ervoor kiezen om nu met een eigen initiatiefnota te komen in plaats van deze problematiek
te betrekken bij de aangekondigde wetgeving. Kunnen de initiatiefnemers toelichten
waarom zij hiervoor gekozen hebben?
De leden van de BBB-fractie willen ook benadrukken dat een totaalverbod op online
kasspelen, zoals wordt voorgesteld in de initiatiefnota, in dit stadium te ver gaat.
Is het niet verstandiger om de effectiviteit van de nieuwe wetgeving te evalueren,
voordat we overgaan tot het volledig verbieden van de online kansspelen?
Daarnaast constateren de leden van de BBB-fractie een tegenstrijdigheid in de initiatiefnota.
Enerzijds stellen de initiatiefnemers dat zij een totaalverbod op online kansspelen
en gokreclames willen. Anderzijds wordt gepleit voor het versterken van de zorgplicht
van online aanbieders. Deze leden vragen hoe deze twee zaken zich tot elkaar verhouden.
Als de legale online markt wordt verboden, voor welke aanbieders zou deze aangescherpte
zorgplicht dan nog gelden? Kunnen de initiatiefnemers toelichten hoe zij dit zien?
De initiatiefnota stelt voor om de legalisering van online kansspelen terug te draaien,
zo lezen de leden van de BBB-fractie. Dit betekent dat alle vergunningen van legale
aanbieders (zoals Holland Casino Online, TOTO, BetCity) zouden vervallen. Bedrijven
die nu legaal opereren, zouden hun activiteiten moeten staken, met grote financiële
en personele gevolgen. Hoe kijken de initiatiefnemers hiernaar? En hebben zij ook
voorstellen om deze problemen te ondervangen?
De leden van de BBB-fractie maken zich verder ook zorgen over de verschuiving naar
de illegale markt bij een verbod op de legale markt. Als de initiatiefnemers online
kansspelen willen verbieden, zien de initiatiefnemers dan geen problemen in de groei
van de illegale markt? En hoe zijn de initiatiefnemers dan voornemens hier (extra)
toezicht op te houden?
Tot slot onderstrepen de leden van de BBB-fractie dat zij de zorgen over de online
kansspelen delen. De focus moet liggen op de bescherming van kwetsbare spelers, op
het terugdringen van excessen en op de bestrijding van de illegale markt. Wat deze
leden betreft gebeurt dat via wetgeving die de Staatssecretaris Rechtsbescherming
eind 2025 naar verwachting in consultatie laat gaan.
De leden van de BBB-fractie zien dus graag dat de aangekondigde wetgeving eerst zorgvuldig
behandeld wordt en vervolgens geëvalueerd wordt, voordat wordt overwogen om over te
gaan tot vergaande maatregelen zoals een totaalverbod op online kansspelen, zoals
wordt voorgesteld in de initiatiefnota.
7. Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van de initiatiefnota.
Deze leden onderschrijven dat de legalisering van online gokken desastreus heeft uitgepakt
en teruggedraaid moet worden. Zij hebben nog enkele vragen aan de initiatiefnemers.
Gokreclames
De leden van de CDA-fractie steunen het voorstel om gokreclames verder aan banden
te leggen. Deze leden vragen of de initiatiefnemers het ermee eens zijn dat het onderscheid
tussen gerichte en ongerichte online reclames niet altijd duidelijk is, dat dit ook
de handhaving moeilijker maakt en dat dit een extra argument is om ook gerichte gokreclames
te verbieden.
De leden van de CDA-fractie vragen verder hoe de initiatiefnemers kijken naar het
verder beperken of volledig verbieden van reclame voor fysieke kansspelen. In het
verlengde hiervan vragen deze leden ook of de initiatiefnemers hebben overwogen voorstellen
te doen op het gebied van fysieke kansspelen. Deze leden hebben bijvoorbeeld eerder
gepleit voor het afstoten van Holland Casino als staatsdeelneming en vragen of de
initiatiefnemers dit voorstel steunen.
8. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben de initiatiefnota met bijzondere aandacht gelezen.
Deze leden willen de initiatiefnemers bedanken voor de scherpe inhoudelijke punten
op een onderwerp dat ook voor deze leden van groot belang is: het voorkomen van gokverslavingen
en het nemen van maatregelen om dit te beperken en de gokbedrijven verantwoordelijkheid
te laten nemen voor hun verdienmodel, waarin mensen verslaafd worden gemaakt zodat
hier meer geld aan kan worden verdiend. Deze leden zijn momenteel ook aan het schrijven
aan een initiatiefwetsvoorstel samen met de leden van de ChristenUnie-fractie waarin
grotendeels dezelfde doelen worden nagestreefd als in de voorliggende initiatiefnota.
Deze leden willen daarmee onderstrepen dat zij dezelfde problemen constateren als
de initiatiefnemers. Desalniettemin hebben deze leden nog een aantal verduidelijkende
vragen.
De leden van de SP-fractie lezen in algemene zin dat de initiatiefnemers zich terecht
zorgen maken om het verband tussen gokverslavingen en suïcidaliteit. Daarbij geven
de initiatiefnemers aan dat er meerdere signalen zijn gekomen dat gokverslavingen
in sommige gevallen leiden tot zelfdoding. Zijn de initiatiefnemers het met deze leden
eens dat er moet worden onderzocht hoezeer het aantal suïcides is toegenomen in Nederland
sinds de legalisering? Zijn de initiatiefnemers het met deze leden eens dat het feit
dat de gokbranche gebaat is bij gokverslavingen voor hun verdienmodel, pervers is?
In welke zin maken de initiatiefnemers hierbij onderscheid tussen gokbedrijven in
private handen of (deels) in publieke handen? Zijn de initiatiefnemers het met deze
leden eens dat een gokbedrijf dat in publieke handen is, een verbetering is ten opzichte
van een gokbedrijf in private handen, omdat hiermee meer controle zou zijn op de negatieve
effecten van gokken, maatregelen snel kunnen worden genomen en winst geen prikkel
zal zijn?
De leden van de SP-fractie lezen dat de initiatiefnemers de aanbeveling doen om het
besluit tot legalisering van online gokken volledig terug te draaien. Hebben de initiatiefnemers
ook nagedacht over het handhavingsaspect van websites die hiermee voortaan illegaal
gokken aanbieden? Hoe zou deze handhaving eruitzien en welke partijen zouden hierbij
betrokken worden? Zijn de initiatiefnemers het met deze leden eens dat het op zwart
zetten van sites momenteel een traag en frustrerend proces is en dat er moet worden
toegewerkt naar een systeem waarin snellere DNS1-blokkades mogelijk zijn?
De leden van de SP-fractie lezen dat de initiatiefnemers de aanbeveling doen voor
een volledig verbod op alle online gokreclames. De initiatiefnemers geven aan dat
wij hiermee het voorbeeld van Italië en België zullen volgen. Zijn hiervan gegevens
of onderzoeken beschikbaar van het effect van het verbieden van de gerichte reclames?
Of is de situatie anders geweest in deze landen, omdat er nooit sprake is geweest
van legalisering in eerste instantie?
De leden van de SP-fractie lezen dat de initiatiefnemers de aanbeveling doen voor
een aanscherping van de zorgplicht voor aanbieders. Kunnen de initiatiefnemers aangeven
met wie de Staatssecretaris Rechtsbescherming in gesprek moet om deze zorgplicht aan
te scherpen? Deze leden zijn het ermee eens dat dit niet moet gebeuren met de gokbedrijven,
maar juist met experts op het gebied van verslaving en preventie. Zijn de initiatiefnemers
het hiermee eens?
De leden van de SP-fractie lezen dat de initiatiefnemers de aanbeveling doen om de
drempels voor gokkers om aan te kloppen bij hulporganisaties te verlagen. Kunnen de
initiatiefnemers in meer detail treden welke barrières hier nu precies zijn en welke
maatregelen zij willen zien die genomen moeten worden om de barrières te verlagen?
Zit dit enkel in bewustwording of zitten hier ook een financieel aspect en een maatschappelijk
aspect aan? Wordt er bij de voorgestelde publiekscampagne, zoals aangeraden door de
geestelijke gezondheidszorg (ggz), gefocust op een afgebakende doelgroep waarin de
focus met name ligt op de gokker? Zijn de initiatiefnemers het eens met de zorgen
van de ggz dat je juist mensen kan enthousiasmeren voor gokken als het zich op de
gehele samenleving richt?
De leden van de SP-fractie lezen dat de initiatiefnemers de aanbeveling doen om het
toezicht op buitenlandse online casino’s te intensiveren. De initiatiefnemers geven
aan dat hogere boetes kunnen helpen. Deze leden zijn het hiermee eens, net als het
feit dat dit inderdaad ook niet volledig effectief is. Aan welke boeteverhoging denken
de initiatiefnemers in dit geval? Op welke manier kan de regering er volgens de initiatiefnemers
voor zorgen dat landen zoals Malta zich gaan houden aan de Nederlandse wensen omtrent
maatregelen tegen gokbedrijven?
De leden van de SP-fractie constateren dat de Nederlandse ggz nog een aantal vragen
heeft die zij delen. Er wordt in de initiatiefnota gesproken over de inschatting dat
er geen (aanvullende) financiële middelen nodig zijn. Wel wordt er gevraagd om verscherpt
toezicht en er zal bij goed beleid ook meer instroom zijn van verslaafden naar de
zorg. Hoe kijken de initiatiefnemers naar deze beide zorgen, dus over de financiën
en de zorgkosten?
Ten slotte zien de leden van de SP-fractie dat de initiatiefnemers de aanbeveling
doen om de bescherming van Cruks sterk uit te breiden. Vinden de initiatiefnemers
ook dat de termijnen waarin iemand vrijwillig of onvrijwillig in het Cruks ingeschreven
staat, moeten worden verhoogd? Maken de initiatiefnemers qua beleid nog een onderscheid
in vrijwillige en onvrijwillige inschrijvingen in het Cruks?
II. Reactie van de initiatiefnemers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J. Pool, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S.F.F. Meijer, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.