Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport : Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
36 759 Wijziging van de Wet medische hulpmiddelen in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2024/1860 betreffende de verplichting tot informeren in geval van onderbreking of stopzetting van de levering
Nr. 4
ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 14 mei 2025 en het nader rapport d.d. 27 mei 2025, aangeboden aan de Koning door
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het advies van de Afdeling advisering
van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 16 april 2025, no. 2025000860,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 14 mei 2025, no. W13.25.00082/III, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft u hieronder cursief aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 16 april 2025, no.2025000860, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de Afdeling advisering
van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende
wijziging van de Wet medische hulpmiddelen(opent in nieuw venster) (verwijst naar
een andere website) in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2024/1860 betreffende
de verplichting tot informeren in geval van onderbreking of stopzetting van de levering,
met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in het voorstel van wet en de memorie van
toelichting te expliciteren dat niet enkel bepaalde informatie afkomstig uit een melding
van een fabrikant in Nederland openbaar wordt gemaakt, maar ook informatie van een
uit een andere lidstaat afkomstige melding van een fabrikant (artikel I, onderdeel
B, van het wetsvoorstel en pagina 4 van de memorie van toelichting). In de memorie
van toelichting zijn tevens enkele wijzigingen van ondergeschikte aard doorgevoerd
ter verduidelijking.
Ik verzoek U het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie
van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. Agema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State -
Mede ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.