Stenogram : Netcongestie en energie-infrastructuur
6 Netcongestie en energie-infrastructuur
Vergaderjaar 2024-2025
Vergaderingnummer 60
Te raadplegen sinds
2025-05-30Inhoudsopgave
Gerelateerde informatie
Toon alle stukken over dossier29023Toon alle items in vergaderingHandelingen TK 2024-2025, 60
Netcongestie en energie-infrastructuur
Aan de orde is het tweeminutendebat Netcongestie en energie-infrastructuur (CD d.d. 19/02).
De voorzitter:
Volgens mij kunnen we gelijk door met het tweeminutendebat Netcongestie en energie-infrastructuur, want dat debat is met dezelfde woordvoerders en met dezelfde bewindspersoon. Er zijn inmiddels acht leden die zich hebben ingeschreven. Als eerste geef ik het woord aan de aanvrager van dit debat, de heer Erkens van de VVD-fractie. Gaat uw gang.
De heer Erkens (VVD):
Dank u, voorzitter.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat ons stroomnet vol zit en het dus cruciaal is om de uitbouw hiervan te versnellen;
overwegende dat het doorlopen van het vergunningsproces voor de uitbreiding van het stroomnet nog steeds jaren duurt;
overwegende dat het dan ook noodzakelijk is om inzicht te krijgen of dit per regio goed verloopt of dat er zich knelpunten voordoen;
verzoekt de regering om alle juridisch houdbare versnellingsmogelijkheden in te zetten voor het versnellen van het vergunningsproces op het stroomnet;
verzoekt de regering om per regio te monitoren of alle mogelijke versnellingsopties worden toegepast, en om netbeheerders en lokale overheden aan te sporen versnellingsopties toe te passen als blijkt dat dit onvoldoende gebeurt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Erkens, Grinwis, Kröger, Postma en Vermeer.
Zij krijgt nr. 536 (29023).
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Grinwis. Hij voert het woord namens de fractie van de ChristenUnie. Gaat uw gang.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Motie één.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er komende jaren miljarden worden geïnvesteerd in netinfrastructuur, waarbij een aanzienlijk deel bedoeld is voor wind op zee;
overwegende dat deze netinfrastructuur vraagt om ruimtelijke inpassing in het landschap en dit derhalve ook wat vergt van provincies en hun inwoners;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe provincies tegemoetgekomen kunnen worden, bijvoorbeeld door mee te kunnen participeren bij wind op zee,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Postma, Kröger en Rooderkerk.
Zij krijgt nr. 537 (29023).
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Motie twee.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bestuurlijk aanjager "Slim met stroom" Schouw adviseert om in 2025 voor alle netvlakken in kaart te brengen waar systeemopslag nodig is om congestie te verminderen en met welke capaciteit;
overwegende dat hier nu nog onduidelijkheid over is en dat sommige regio's en gemeenten geen vergunningen verlenen in afwachting van een landelijk afwegingskader;
overwegende dat het cruciaal is om te weten welke locaties in Nederland wel en niet geschikt zijn voor systeemopslag, waarna provincies en gemeenten hierop hun beleidskader kunnen aanpassen;
verzoekt de regering om samen met TenneT en regionale netbeheerders geschikte opslaglocaties zo nauwkeurig mogelijk in kaart te brengen, en hierover de Kamer nog dit jaar te informeren;
verzoekt de regering tevens ọm op basis van deze informatie in overleg met gemeenten en provincies vergunningverlening voor wenselijke locaties op gang te brengen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Bontenbal en Erkens.
Zij krijgt nr. 538 (29023).
De heer Grinwis (ChristenUnie):
En de laatste motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de huidige transportkosten een grote belemmering vormen voor flexibele energietoepassingen, zoals energieopslag, terwijl deze een belangrijke rol dienen te vervullen in een stabiel en betaalbaar energiesysteem;
overwegende dat sommige landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, batterijen kwalificeren als opwekker en daarvoor met een verlaagd transporttarief rekenen;
overwegende dat deze en andere maatregelen zorgen voor een ongelijk speelveld voor opslagprojecten;
overwegende dat de ACM momenteel onderzoekt of een invoedingstarief ook in Nederland zou kunnen gelden voor opwekkers;
verzoekt de regering om de ACM te vragen te verkennen of opslag kan worden gekwalificeerd als opwekker, en de Kamer hierover voor 1 september 2025 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis en Bontenbal.
Zij krijgt nr. 539 (29023).
Hartelijk dank. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Postma, die het woord voert namens de fractie van Nieuw Sociaal Contract. Gaat uw gang.
Mevrouw Postma (NSC):
Dank, voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat woningen met een 3x35 ampère-aansluiting voorrang hebben bij een nieuwe aansluiting op het stroomnet, maar appartementen of zorginstellingen met een woonfunctie of woonwijken met een 3x80 ampère-aansluiting niet;
overwegende dat de woningnood in Nederland hoog is en dat elke woning telt;
verzoekt de regering om de ACM te vragen een voorstel uit te werken waarmee alle vormen van woningbouw in Nederland voorrang zullen krijgen bij het aansluiten op het elektriciteitsnet,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Postma, Kröger, Grinwis en Rooderkerk.
Zij krijgt nr. 540 (29023).
Mevrouw Postma (NSC):
Mijn volgende motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de piek in elektriciteitsverbruik van huishoudens verplaatst is van de dag naar de periode tussen 16.00 uur en 21.00 uur en in de winter ook tussen 7.00 uur en 9.00 uur;
overwegende dat we vroeger een simpel en effectief dag- en nachttarief hadden, waardoor gebruik van elektriciteit verspreid werd en bewuste gebruikers dus een minder dure energierekening hadden;
verzoekt de regering de ACM te vragen een dal- en piektarief te ontwikkelen dat bijvoorbeeld in de zomer een piek heeft van 16.00 uur tot 21.00 uur en in de winter een piek tussen 7.00 uur en 9.00 uur en 16.00 uur en 21.00 uur, en te wisselen tussen deze twee variaties bij het ingaan van de zomer- en wintertijd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Postma en Flach.
Zij krijgt nr. 541 (29023).
U krijgt daar een vraag over van de heer Erkens.
De heer Erkens (VVD):
Ik heb één vraag aan mevrouw Postma. In het debat hebben we het gehad over een nieuw tariefmodel. Er ligt een Berenschotstudie. Volgens mij is de Kamer bijna eensgezind dat dit veel te complex en onuitvoerbaar is voor de mensen thuis. Een alternatief model langs deze lijnen zouden wij goed kunnen steunen. De vraag aan mevrouw Postma is alleen: liggen de tijden, seizoenen en dat soort zaken dan ook per motie vast? Dat vind ik gewoon heel kwetsbaar. We zouden het kunnen steunen, maar dan misschien wel met de interpretatie dat de ACM kan invullen wat de beste tijden zijn om die netcongestie te verminderen.
Mevrouw Postma (NSC):
Dank voor deze vraag. Het ging inderdaad over het rapport van Berenschot, dat, meen ik, 48 verschillende tarieven voorstelde op één dag en ook nog eens wisselde tussen verschillende tijden. Het gaat mij er inderdaad om dat de ACM een simpel model uitwerkt dat voor mensen te begrijpen is en niet vanuit de techniek gestuurd wordt, zoals het idee van Berenschot. Ik heb dus een indicatie gegeven van tijden, maar zou de ACM willen vragen om te bekijken wat die piektijden zijn. Ik wil niet precies op die 16.00 uur en 21.00 uur zitten. Die heb ik genoemd omdat dat de piektijden zijn die ik van de netbeheerders en energieleveranciers doorkrijg.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng en de beantwoording van de vraag. We gaan door naar de heer Eerdmans. Hij voert het woord namens JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank u wel.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Nationaal Burgerberaad Klimaat intussen al ruim 6 miljoen euro heeft gekost voor onder andere hotelovernachtingen, tolken, psychische steun, een bidruimte en een kolfkamer;
verzoekt het kabinet per direct de stekker te trekken uit het Burgerberaad Klimaat,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 542 (29023).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Nationaal Burgerberaad Klimaat al ruim 6 miljoen euro heeft gekost en daarbovenop nog een claim heeft gedaan van een paar ton aan extra middelen;
verzoekt het kabinet te garanderen dat deze aanvullende middelen niet verstrekt zullen worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 543 (29023).
De heer Eerdmans (JA21):
Dit is in het debat aan de orde geweest, hoor.
De voorzitter:
Ja, maar volgens mij heeft het niet zo heel veel met netcongestie te maken. Dit roept nu weer een enorme discussie op. Maar goed, de moties zijn ingediend.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ja, dan zouden de moties hier niet moeten worden ingediend. Maar nu ze zijn ingediend: wat heeft de heer Eerdmans tegen kolfkamers voor vrouwen die hieraan deelnemen en dat kennelijk zelfs nog doen terwijl ze borstvoeding geven aan hun kinderen?
De heer Eerdmans (JA21):
Ik geloof niet dat wij daar met z'n allen voor moeten opdraaien, zeker niet in het kader van een burgerpanel dat het klimaat moet gaan redden. Er zitten overigens ook hotelovernachtingen en flyers in diverse Arabische talen bij. Wij hebben ons er zeer over verwonderd en verbijsterd dat dit blijkbaar nodig is om mensen betrokken te krijgen bij een klimaatbeleid waarvan de uitkomst eigenlijk al vaststaat. De idee is namelijk toch "we hebben mensen erbij georganiseerd om te doen alsof er draagvlak is", terwijl dat er minimaal is in Nederland, zoals we weten. Kijk naar de kosten die met het klimaatbeleid gepaard gaan. We moeten daar honderden miljarden in steken voor nauwelijks een klein stukje minder opwarming van de wereldtemperatuur. Wij passen ons aan het klimaat aan, maar kunnen als Nederland niet het klimaat aanpassen. Wij zijn daar heel kritisch op als JA21. We vinden dat dit geldverkwisting is.
De voorzitter:
Afrondend, mevrouw Rooderkerk.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ja, afrondend. Het lijkt erop alsof het debat niet gevoerd is. Mevrouw Hermans heeft heel duidelijk aangegeven dat zij best wil kijken waar geld aan wordt uitgegeven, maar wanneer je mensen vraagt om deel te nemen aan een burgerberaad en vraagt om daar tijd en energie in te steken, moet je dat ook op een nette manier doen. Dat lijkt me niet meer dan normaal. Dan wordt er een voorbeeld uitgepikt van kolfkamers. Ik zou de heer Eerdmans toch willen vragen om er even over na te denken of je op deze manier vrouwen tekort wilt doen om alleen maar een punt te maken dat helemaal voorbijgaat aan het debat waar we het hier over hebben.
De heer Eerdmans (JA21):
D66 probeert mij nu anti-kolfkamer te maken. Ik ben heel erg voor kolvende vrouwen, maar waarom moet dat op kosten van de belastingbetaler? Dat is de grote vraag. Dat geldt ook voor die hotelovernachtingen. Ik heb in Rotterdam als wethouder ook weleens panels bijeengeroepen. Dat gebeurde zonder kosten, ja, misschien voor een broodje en een kop koffie. Prima. Maar wat hier gebeurt, is absoluut extravagant geld uitgeven. Daar worden de kosten extreem mee opgejaagd. Er wordt 6 miljoen euro aan kosten gemaakt, buiten alles wat er al verder rondgaat. Er worden mensen met taxi's vervoerd om ze maar bij het klimaatberaad te krijgen. Dat is van de gekke. Gewoon van de zotte. Dat moeten we gewoon niet doen.
Mevrouw Postma (NSC):
Ik heb een punt van orde. Dit onderwerp is niet aan de orde geweest in het debat over netcongestie. U zag net dat veel Kamerleden er behoefte aan hebben om er met elkaar over te discussiëren. Dus ik wil u als voorzitter vragen om deze moties als niet-ingediend te beschouwen. Het staat namelijk niet in het Reglement van Orde dat dat hoeft, dus het is aan u, voorzitter, om te kijken wat u met deze moties doet.
De voorzitter:
De moties zijn ingediend. De bevoegdheid van de voorzitter om moties die ingediend zijn buiten de orde te verklaren, is beperkt.
Mevrouw Postma (NSC):
Dat is niet waar.
De voorzitter:
Jawel, dat is wel waar. Voorheen was er een regel dat vijf leden moesten instemmen met de indiening van een motie. Dat gaf ook een mogelijkheid om een motie echt buiten de orde te verklaren. Ik ga dat nu niet doen. De heer Eerdmans zegt dat hij het ook al in het debat heeft gezegd. Ik kan dat niet controleren, maar de moties zijn ingediend, dus ik kan nu niet eenzijdig de moties buiten de orde verklaren. Ik hoor wat u erover zegt, maar ik denk dat de minister er ook haar oordeel over moet geven.
Mevrouw Postma (NSC):
Dat is de reden waarom de griffier naast u zit. Die weet wat er besproken is in het debat. We hebben dit echt als regel. Ik heb gekeken naar het Reglement van Orde naar aanleiding van de initiatiefnota over moties van de heer Bontenbal. Daarin staat niet dat u die bevoegdheid niet heeft. Dus nogmaals mijn vraag om deze moties als niet-ingediend te beschouwen.
De voorzitter:
Ik overleg even met de griffier. Kijk, er is geen harde regel in het Reglement van Orde. Ik moet als voorzitter de orde handhaven. Maar ik constateer dat de moties zijn ingediend en dat er ook al vragen over zijn gesteld. Dan vind ik het ingewikkeld om die nu weer buiten de orde te verklaren, ook omdat er geen harde regel voor geldt. Mevrouw Kröger, heeft u nog een opmerking?
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Mijn vraag is dan of het misschien mogelijk is om als Kamer uit te spreken dat deze motie buiten de orde is.
De voorzitter:
Nee.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Nogmaals, dit is niet in het debat gewisseld. We hebben er geen fatsoenlijk debat over gevoerd. Er wordt nu een motie ingediend over een volstrekt ander onderwerp.
De voorzitter:
Nee, het is ook niet aan de Kamer om dit nu even bij meerderheid te besluiten. Wat u wel kunt doen, is aan de indiener vragen om de moties aan te houden en er op een ander moment op terug te komen, nadat u er wel over heeft kunnen spreken. Dat verzoek kunt u aan de indiener doen. Is dat wat u aan de indiener vraagt? Dan kan ik de indiener weer het woord geven.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Gegeven het feit dat we dit onderwerp niet fatsoenlijk hebben gewisseld in een debat, zou ik het richting de Kamer volstrekt normaal vinden dat de heer Eerdmans de motie aanhoudt. Eigenlijk vind ik het niet chic om een dergelijke motie in te dienen, waardoor het me moeite kost om hem te vragen om 'm aan te houden. Maar goed, dat moet dan maar.
De heer Eerdmans (JA21):
Deze motie gaat niet over Oekraïne, de gekozen burgemeester of de doodstraf. Laten we eerlijk zijn: de motie gaat over het klimaatberaad. We hebben het over netcongestie. We hebben het over gas gehad. We hebben het over de energieprijzen gehad. Het debat zwaaide naar allerlei zaken uit, binnen het onderdeel klimaat en energie. Dit gaat over het Burgerberaad Klimaat. Kom op. Dit past precies in het debat. Ik heb daar ook een vraag over gesteld. Iedereen zegt altijd bij de regeling: voorzitter, geen apart debat; dit kan allemaal in het energiedebat. Nou, dan stop je daar wat in en wordt het opeens buiten de orde verklaard omdat u het niet prettig vindt om hierover te moeten stemmen. Ik vind de kolfkamers van D66 buiten de orde. Ik ben blij met het optreden van de voorzitter.
De voorzitter:
Afrondend, mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Als er op deze manier gepraat wordt over burgerparticipatie ... Ik heb de heer Eerdmans gehoord als het bijvoorbeeld ging over wind op land en de noodzaak dat mensen echt betrokken zijn bij besluitvorming en hoe belangrijk dat is. Nou neemt deze minister een stap om mensen echt te betrekken, en dan zegt de heer Eerdmans: vrouwen die borstvoeding geven, moet het maar onmogelijk gemaakt worden om te participeren, net als mensen uit Oost-Groningen, en iemand die een andere taal spreekt, kan ook niet meedoen. Dat is toch geen inspraak? Dat is toch geen participatie? Ik vind deze motie echt op een heleboel manieren zeer problematisch. Maar nogmaals, we hadden een debat over netcongestie en daarbij heeft de heer Eerdmans het niet over dit onderwerp gehad. Ik vraag hem dus de motie aan te houden en dan hebben we later gewoon het debat. We hebben dinsdag een groot plenair debat over klimaat.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik denk dat mevrouw lekker tegen de motie moet stemmen. Dan is ze ook klaar.
Voorzitter. Dan heb ik er nog twee over gas. Voor de aanwezigen zijn die interessant.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de gasprijzen torenhoog zijn vanwege de enorme energiebelasting;
constaterende dat de verwachting is dat de gasprijzen bij onveranderd beleid nog verder zullen stijgen door bijvoorbeeld bijmengverplichtingen, het afschaffen van salderen en stijgende netkosten;
verzoekt het kabinet om bij de Voorjaarsnota een voorstel in te dienen om de gasbelasting structureel te verlagen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 544 (29023).
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Dan de volgende motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat dit kabinet het voornemen heeft om meer dan 8 miljoen huishoudens voor 2050 van het gas te halen;
constaterende dat in het huidige tempo deze doelstelling niet wordt gehaald vanwege de vele praktische problemen en de torenhoge kosten;
verzoekt het kabinet om de doelstelling volledig gasloos te zijn in 2050, te laten varen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 545 (29023).
De heer Eerdmans (JA21):
Met veel dank.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. Mevrouw Kroger is nu aan de beurt namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik heb een drietal moties in lijn met mijn inbreng in het debat.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Commissie met artikel 59 van de Electricity Directive voorschrijft dat netbeheerders op een slimme manier moeten meten of er sprake is van netcongestie;
overwegende dat dit op dit moment veelal op basis van modellen gebeurt, waardoor er te weinig inzicht is in waar en wanneer congestie plaatsvindt;
verzoekt de regering op korte termijn met de netbeheerders in gesprek te gaan over hoe Smart Readiness Indicators kunnen worden ingezet om netcongestie beter te gaan meten, en de Kamer hierover te informeren in de eerstvolgende stand-van-zakenbrief over netcongestie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Erkens.
Zij krijgt nr. 546 (29023).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat lokale opwek van schone elektriciteit kan bijdragen aan het verlichten van netcongestie;
overwegende dat het voor onze geopolitieke onafhankelijkheid cruciaal is om schone energie van eigen bodem op te wekken;
verzoekt de regering om in overleg met lokale overheden en netbeheerders in kaart te brengen op welke locaties lokale opwek netcongestieverlagend werkt en dit aan te jagen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger, Postma, Grinwis en Rooderkerk.
Zij krijgt nr. 547 (29023).
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Tot slot.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de aanpak van netcongestie grootschalige verzwaring van onze netten vraagt, wat ook een ruimtelijke impact zal hebben;
overwegende dat gebiedsfondsen een manier kunnen zijn om draagvlak te creëren voor netuitbreidingen;
verzoekt de regering om gebiedsfondsen dusdanig in te richten dat zij natuurinclusieve projecten bevoordelen ten opzichte van andere projecten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.
Zij krijgt nr. 548 (29023).
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank. Dan gaan we door met de heer Flach, die het woord voert namens de fractie van de SGP. Gaat uw gang.
De heer Flach (SGP):
Voorzitter, dank u wel. We hebben het in het debat gehad over de glastuinbouw. Die heeft veel capaciteit voor het balanceren van het net en het leveren van flexibel vermogen. De minister verkent, vertelde ze in het debat, of een sectordeal met netbeheerders een goed idee is. Dat klonk wat terughoudend. Gelet op het belang en de potentie vraag ik: moeten we dit niet gewoon gaan doen? Kan de minister dat toezeggen?
Voorzitter. Dan heb ik één motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat decentrale overheden, energiemaatschappijen en energiehubs meer inzicht nodig hebben in de beschikbare en toekomstige netcapaciteit, de benuttingsgraad, netprofielen en wachtlijsten om toekomstbestendige keuzes te maken en extra capaciteit te ontsluiten;
verzoekt de regering afspraken te maken met netbeheerders over adequate beschikbaarstelling van genoemde data richting decentrale overheden, energiegemeenschappen en energiehubs, en de Kamer hier binnen drie maanden over te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Flach, Grinwis, Erkens en Postma.
Zij krijgt nr. 549 (29023).
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Vermeer. Hij voert het woord namens de fractie van BBB.
De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de inzet van geothermie als energiebron bij warmtenetten goed mogelijk is in Nederland;
overwegende dat de financiële risico's bij het aanleggen van deze putten relatief groot zijn en dat dit een snelle uitrol beperkt;
verzoekt het kabinet met een voorstel te komen voor een revolverend fonds waarmee de overheid de initiële investering betaalt en warmtebedrijven na succesvolle boring de bron tegen kostprijs met opslag van een risicopremie overnemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.
Zij krijgt nr. 550 (29023).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat subsidies worden ingezet voor wind- en zonneparken zonder beschikbare netcapaciteit;
verzoekt de regering deze subsidies te pauzeren en in te zetten voor opslag, netverzwaring en stabiele energiebronnen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.
Zij krijgt nr. 551 (29023).
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Rooderkerk. Zij is de laatste spreker van de zijde van de Kamer en voert het woord namens de fractie van D66. Gaat uw gang.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dank, voorzitter. Ik zal een motie indienen die daadwerkelijk gaat over het tegengaan van netcongestie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat netcongestie tot grote maatschappelijke kosten leidt;
constaterende dat Europa op dit moment de zones van de elektriciteitsmarkt aan het herzien is;
van mening dat kleinere biedingszones zouden kunnen bijdragen aan een beter functionerende elektriciteitsmarkt;
verzoekt de regering na het verschijnen van het Europese advies op korte termijn, te besluiten over de wenselijkheid van meerdere biedingszones in Nederland, en de Kamer daarover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Rooderkerk en Grinwis.
Zij krijgt nr. 552 (29023).
U krijgt nog een vraag van de heer Erkens.
De heer Erkens (VVD):
Ja, over die meerdere biedingszones. Mijn vraag is of dat wel wenselijk is. Dat zou namelijk kunnen betekenen dat mensen in Limburg of Drenthe mogelijk twee of drie keer meer gaan betalen dan mensen in andere provincies, terwijl we op dit moment in Nederland eigenlijk een situatie hebben waarin iedereen hetzelfde betaalt.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dan zou u de motie volgens mij kunnen steunen. Daarin wordt namelijk gevraagd om een besluit te nemen over de vraag of dit wenselijk is. Een voordeel van biedingszones kan zijn dat dan niet meteen het hele land platligt op het moment dat er sprake is van congestie. Je zou het dan in zones kunnen verdelen, waardoor je elders wel nog door kunt gaan met de activiteit. Dat kan een voordeel zijn. De door de heer Erkens geschetste nadelen zie ik ook. Daarom denk ik dat het goed is om de minister te vragen om zich hierover te buigen en snel met een advies en een besluit daarover te komen.
De voorzitter:
Dank voor het antwoord en de inbreng. Dat was de termijn van de Kamer. We gaan een minuut of zeven schorsen. Daarna krijgen we een appreciatie van de zestien ingediende moties. O, het zijn zelfs zeventien moties; ik had de laatste nog niet meegeteld. Zeventien moties in een tweeminutendebat! Er wordt even geschorst.
De vergadering wordt van 11.32 uur tot 11.41 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat Netcongestie en energie-infrastructuur. We zijn toe aan de termijn van de zijde van het kabinet. Ik geef het woord aan de minister van Klimaat en Groene Groei.
Minister Hermans:
Voorzitter, dank u wel. Met het oog op de tijd zal ik zo snel mogelijk door alle moties lopen, te beginnen met de motie op stuk nr. 536 van de heer Erkens. Ik geef de motie oordeel Kamer. Er loopt een heel aantal versnellingstrajecten en we zullen ook via de energyboards in de gaten houden dat dat in het hele land wordt gebruikt en toegepast.
Dan de motie op stuk nr. 537 van de heer Grinwis. De motie is eigenlijk overbodig, want het kabinet is dit al aan het onderzoeken en aan het verkennen. Het is ook aangekondigd in het regeerprogramma. Met bijvoorbeeld de provincie Friesland kijken we of participatie ook een vorm zou kunnen zijn. Het is complex en technisch best ingewikkeld, dus ik zeg niet dat dat zomaar kan, integendeel zelfs. Maar we verkennen al hoe we via gebiedsgerichte aanpakken kunnen omgaan met de overlast die in provincies wordt ervaren. Dat zijn we aan het doen, dus daarmee is de motie overbodig.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dat is fijn om te horen, maar ons bereiken toch berichten, onder andere uit Friesland, dat er nog weinig schot in de zaak zit. Wanneer komt er boter bij de vis? Wanneer is er duidelijkheid over wat er wel of niet kan?
Minister Hermans:
Doelt de heer Grinwis dan specifiek op het type ondersteuning of het type tegemoetkoming? Of bedoelt hij het in het algemeen?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Inderdaad, specifiek met betrekking tot het participeren bij wind op zee.
Minister Hermans:
Ik zou zeggen dat we daar tegen de zomer wel duidelijkheid over moeten hebben. Het is voor beide kanten belangrijk: kan dit nou wel of kan dit nou niet en wat zijn dan andere vormen waarop je tegemoet zou kunnen komen?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dan incasseer ik dat als een toezegging en houd ik 'm aan.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Grinwis stel ik voor zijn motie (29023, nr. 537) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 537 is aangehouden.
Minister Hermans:
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 538, ook van de heer Grinwis. Die motie geef ik oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 539, ook van de heer Grinwis, over opslag kwalificeren als opwekker krijgt oordeel Kamer. Dat zou kunnen worden betrokken — dat zal ik zo bespreken met de ACM — bij het onderzoek over het invoedingstarief, waar ook de heer Grinwis naar refereerde. Ik moet één nuance maken bij de motie. De heer Grinwis vraagt mij in de motie om de Kamer voor 1 september te informeren, maar het ACM-onderzoek loopt wat langer en het conceptontwerpbesluit verwachten wij pas later in het jaar. Zodra dat er is, kunnen we u daarover informeren, maar 1 september zal ik niet halen.
De voorzitter:
De heer Grinwis knikt instemmend.
Minister Hermans:
Dan de motie op stuk nr. 540 van mevrouw Postma, over voorrang voor woningbouw. Ik geef de motie oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 541 van mevrouw Postma verdient wel even een nuance. De ACM is bezig met een voorstel. Dus dat aanpassen en daar allerlei hele specifieke richtlijnen en tijden aan meegeven, kan ik niet doen. Wat ik wel kan doen, is de ACM vragen, indachtig het debat en ook deze motie, om in de ontwikkeling van dat model te kijken naar wat nou begrijpelijk is, hoe je waarmee recht doet en wat piekmomenten zijn, maar ook naar vereenvoudiging van het model en de complexiteit van het ingediende voorstel. In het onderzoeksrapport hebben we het daar ook over gehad. Zo kan ik ermee uit de voeten, maar het echt heel specifiek stellen, met al die tijdstippen, gaat het te ver.
Mevrouw Postma (NSC):
Belangrijk daarbij is dat het Berenschotrapport waar de ACM nu mee bezig is, zoveel verschillende tarieven heeft neergezet. Er is ook gedacht vanuit de techniek en niet vanuit de mens, zeg maar. Deze motie geeft inderdaad aan waar het ook over ging in het interruptiedebat dat ik had met de heer Erkens: ga alsjeblieft op zoek naar iets wat echt heel simpel is en wat te doen is zonder techniek, dus echt naar wat mensen zelf kunnen. Ik noemde in het debat al de 2 miljoen laaggeletterden die Nederland kent. Die tijden zijn daarbij niet zo specifiek. Ik heb een voorbeeld willen noemen. Iedereen weet wanneer de zomer- en wintertijd ingaat, dus gebruik dat als moment en ga een beetje rond de pieken zitten die de netbeheerders aangeven. Die hoeven niet zo strak te zijn als daarin staat. Maar 48 verschillende tariefstructuren per dag, ook al zouden het er 20 of 10 zijn, zijn er gewoon te veel.
Minister Hermans:
Ik begrijp het punt van mevrouw Postma. Zelf hecht ik ook echt aan de begrijpelijkheid en de vereenvoudiging ten opzichte van de structuur die mevrouw Postma schetst. Dus ik zal dat nog eens onder de aandacht brengen en daar echt nadrukkelijk aandacht voor vragen.
De voorzitter:
En het oordeel?
Minister Hermans:
Als ik de motie dus op die manier mag lezen, kan ik die oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
Mevrouw Postma knikt daarbij instemmend.
Minister Hermans:
Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 542 van de heer Eerdmans, over per direct het burgerberaad afschaffen. De heer Eerdmans vraagt mij dan om per direct het gesprek te stoppen met mensen in Nederland, voor wie wij hier in de Tweede Kamer aan het werk zijn. Of dat nou in de rol als bewindspersoon is of als lid van het parlement: dat ga ik niet doen. Dus ik ontraad deze motie.
Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 543. Daarin verzoekt de heer Eerdmans mij de aanvullende middelen die door het burgerberaad gevraagd zijn niet te verstrekken. De motie is ontijdig. Het proces loopt nu. Ik heb al gezegd dat ik er kritisch over ben en er kritisch naar kijk, en dat ik niet op voorhand overtuigd ben van de noodzaak. Bij de voorjaarsbesluitvorming zal dat duidelijk worden.
De motie op stuk nr. 544 van de heer Eerdmans over de gasprijs is ontijdig. Het verzoek is om die aan te houden. De discussie over de hoogte van de energiebelasting loopt op verschillende momenten langs verschillende onderwerpen in het kabinet. Het zit ook in het ibo dat morgen verschijnt. Het speelt bij de klimaatbesluitvorming en bij de voorjaarsbesluitvorming een rol. Dus ik zou willen vragen deze motie aan te houden. Wij komen op een later moment nog veelvuldig te spreken over dit onderwerp, denk ik.
De voorzitter:
De heer Eerdmans schudt nee, dus blijft dan het oordeel "ontijdig" staan?
Minister Hermans:
Ja. "Ontijdig" betekent aanhouden, toch?
De voorzitter:
Nee, "ontijdig" is uw oordeel. Het is aan het Kamerlid om te besluiten of de motie wordt aangehouden. De heer Eerdmans houdt de motie niet aan. Dan blijft uw oordeel staan dat het ontijdig is.
Minister Hermans:
Ja, maar dan zal ik de motie ontraden. Dan wordt het een beetje een …
De voorzitter:
U heeft de optie om naast het oordeel "ontraden" apart het oordeel "ontijdig" te geven. Daarmee geeft u aan dat u nu, op dit moment, niet kunt instemmen met de motie. Dat is een ander oordeel. Dat is het nieuwe oordelenkader. Het is aan u om het oordeel te geven.
Minister Hermans:
Dan wil ik gewoon liever duidelijkheid en ontraad ik de motie.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 544 wordt ontraden.
De heer Eerdmans (JA21):
Als dit ontijdig is, zullen er vanmiddag bij het debat over de middenklasse heel wat ontijdige moties worden ingediend, denk ik. Als die allemaal … Ja, ik denk dat de heer Vermeer er al een paar heeft getypt. Dus ik vermoed dat het wel een bijzondere zaak wordt als die allemaal ontraden gaan worden, want ik denk dat er toch wat druk op de ketel gaat komen om die belastingen omlaag te doen. Maar dat gaan we vanmiddag wel zien. Ik houd deze motie in ieder geval niet aan.
De voorzitter:
Helder. Het oordeel van de minister over de motie op stuk nr. 544 is ontraden.
Minister Hermans:
Voorzitter. De motie op stuk nr. 545 van de heer Eerdmans, over de doelstelling gasloos in 2050 laten varen, ontraad ik ook, onder verwijzing naar het hele debat van vorige week daarover.
Voorzitter. De motie op stuk nr. 546 van mevrouw Kröger verzoekt om in gesprek te gaan over de Smart Readiness Indicators. Dat gesprek kan ik natuurlijk altijd voeren, dus deze motie geef ik oordeel Kamer.
De voorzitter:
Dat was de motie op stuk nr. 546, toch?
Minister Hermans:
Excuses. Zei ik dat het de motie op stuk nr. 547 was?
De voorzitter:
Nee, volgens mij zei u dat het de motie op stuk nr. 545 was. Maar dat is niet erg.
Minister Hermans:
Het is de motie op stuk nr. 546.
De voorzitter:
Het is de motie op stuk nr. 546, en die krijgt oordeel Kamer.
Minister Hermans:
Ja. Dan de motie op stuk nr. 547 van mevrouw Kröger, over lokale opwek. Deze motie is eigenlijk overbodig, net zoals ik net tegen de heer Grinwis zei, want het kabinet doet dit en is hiermee bezig. Als mevrouw Kröger daar een ander beeld van heeft of daar net iets anders mee bedoelt, dan hoor ik dat heel graag. Zoals ik 'm lees, is dit wat wij aan het doen zijn.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Zegt de minister dat zij met netbeheerders en lokale overheden bekijkt waar er extra lokale opwek op land gerealiseerd kan worden die netcongestieverlagend werkt? Zegt zij dat het gesprek nu plaatsvindt, zo van: hé, daar zou het helpen en dat willen we aanjagen? Vindt dat gesprek nu plaats? Als dat zo is, ben ik daar heel blij mee en hoop ik daar snel de resultaten van te zien.
Minister Hermans:
Als het kan bijdragen aan het verminderen van de netcongestie, dan vindt dat gesprek plaats. Op dit moment is dat in het bijzonder in Flevoland, Gelderland en Utrecht. Dat zijn de provincies waarin de situatie het meest nijpend is. Maar als we nu naar het kaartje kijken, dan zien we dat er in heel Nederland problemen zijn met de netcongestie. Samen met de provincies en de lokale netbeheerders kijken we naar wat de optimale inzet is van de bestaande opwek en wat de mogelijkheden zijn voor lokale opwek. Wind op land en batterijen worden daarbij betrokken. Dat doen we dus. Er komt nog een voortgangsrapportage aan over netcongestie. Wellicht kan ik daarin nog wat nadere toelichting of een stand van zaken over geven. Dan kunnen we bekijken of dat voldoende is wat mevrouw Kröger betreft, op basis van wat zij beoogt met deze motie. Misschien kan ze de motie tot die tijd aanhouden.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik wil de motie best aanhouden, maar mijn beeld is niet dat er op dit moment concreet gekeken wordt waar er extra wind op land, extra opslag of extra zon mogelijk is. Dat gesprek tussen de netbeheerders en lokale bestuurders moet heel concreet worden gemaakt. Ik wil heel graag dat dat gesprek gevoerd wordt en ik zou daar in die brief heel graag een update van willen krijgen.
Minister Hermans:
Dat doe ik.
De voorzitter:
Ja?
Op verzoek van mevrouw Kröger stel ik voor haar motie (29023, nr. 547) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Hermans:
Voorzitter. Ik kom op de motie op stuk nr. 548, over het gebiedsfonds. Dit gebeurt al. Wij verkennen nu of en hoe we met een gebiedsfonds de provincies op een goede manier tegemoet kunnen komen of kunnen helpen met de inpassing. Dat zei ik net ook al in reactie op de motie van de heer Grinwis. TenneT doet in zijn projecten al aan natuurinclusieve inpassing. Daarbovenop wilt u dat ook de manier waarop de problemen of overlast in de provincies worden verzacht, natuurinclusief is. Ik weet niet precies hoe dat uitpakt en of dit exact is wat mevrouw Kröger bedoelt. Als dat wel zo is, dan moet ik de motie ontraden. Maar als het een onderdeel is van hoe we de gebiedsgerichte inpassing vormgeven, dan kan ik het betrekken bij hoe we het nu verkennen en onderzoeken.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
De minister geeft aan dat TenneT dat al doet. Kennelijk doen de lokale netbeheerders dat niet. Mijn vraag is om bij de gebiedsfondsen en de inpassing natuurinclusief te werk te gaan. De kern is dat je probeert om dat te stimuleren.
Minister Hermans:
TenneT doet dat al bij de aanleg of bouw van hun projecten. Dat vinden we beiden goed. Nu is het verzoek: als je de provincies gebiedsgericht gaat helpen om de overlast te beperken, dan moeten natuurinclusieve toepassingen voorrang krijgen of bij voorrang gekozen worden. Dat gaat mij iets te ver. Ik zeg niet dat dat nooit zal gebeuren of dat daar geen aandacht voor is, maar ik weet niet of dat altijd de oplossing is voor de zorgen die leven of de overlast die ervaren wordt. Dat is mijn antwoord.
De voorzitter:
En welk oordeel krijgt de motie dan?
Minister Hermans:
Als mevrouw Kröger mij vraagt om altijd natuurinclusief te werken, ook bij de toepassing van het gebiedsfonds, dan moet ik de motie ontraden. Maar als het gaat om de inpassing en om wat TenneT al doet, dan ... Maar dat is eigenlijk niet waar de motie om vraagt. Op basis van hoe het in de motie wordt geformuleerd, moet ik die ontraden.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dat is jammer, want het lijkt me dat je juist met je eigen fondsen kunt sturen op wat je belangrijk vindt. Gezien de grote ruimtelijke impact van de aanpak van netcongestie, is het bijzonder belangrijk dat je natuurinclusiviteit echt probeert te borgen. Anders voorzie ik behoorlijke problemen, ook juridisch.
Minister Hermans:
Zoals ik al zei: het is niet zo dat hier geen aandacht aan voor is. Maar ik kan niet toezeggen dat we dit altijd zullen bevoordelen of dat we hier altijd voorrang aan zullen geven bij andere keuzes.
De voorzitter:
De minister vervolgt haar betoog.
Minister Hermans:
Voorzitter. De heer Flach vroeg mij om afspraken te maken met de glastuinbouwsector en netbeheerders. Dat kan ik toezeggen. Ik meende dat ook gedaan te hebben in het commissiedebat, maar als dat te terughoudend was, dan kan ik dat, bij dezen, toezeggen. Als onderdeel van de sectoraanpak vinden ook al verkennende gesprekken met de glastuinbouwsector plaats.
De voorzitter:
Dus "oordeel Kamer"?
Minister Hermans:
Zeker. Het was volgens mij een vraag van ...
De voorzitter:
Nee, het is de motie op stuk nr. 549, toch? O, nee, het is een losse vraag.
Minister Hermans:
Nee, de motie op stuk nr. 549 van de heer Flach komt nu.
De voorzitter:
O, oké.
Minister Hermans:
Die motie gaat over het delen van data en geef ik oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 550 van de heer Vermeer, over een revolverend fonds, ontraad ik. Geothermie wordt gestimuleerd via de SDE++. Ook is er het SCAN-programma van EBN. Ik ben nu niet voornemens nog iets aanvullends te gaan doen.
De heer Vermeer (BBB):
Erkent de minister hiermee dan niet juist dat dit achterblijft, en dat dit versneld zou kunnen worden als wij ervoor zorgen dat wij die grote financiële risico's bij het boren van die putten hiermee zouden opvangen? Want wij zoeken allemaal naar extra klimaatmaatregelen, die lokaal energie opwekken. Dit is een perfecte manier om dat te versnellen, zonder dat het ons geld kost. Want de risicopremie kunnen we de initiatiefnemers laten betalen. Die delen ze dan. Dat zou echt een gigantische versnelling geven.
Minister Hermans:
Er is een garantieregeling op dit moment, die het risico op bijvoorbeeld misboren afdekt. Daarnaast is er de SDE++ en het SCAN-programma van EBN. Ik vind dus dat er op dit moment voldoende instrumenten zijn. Om die reden ontraad ik deze motie.
Voorzitter. Dan de motie van de heer Vermeer op stuk nr. 551, die vraagt om de subsidie op zon en wind te stoppen en te verplaatsen naar opslag en geothermie. Ook deze motie moet ik ontraden. De SDE-regeling is zojuist opengesteld. De brief daarover is ook aan de Kamer gestuurd. Zon en wind zitten hierin en partijen moeten daarop kunnen vertrouwen.
Tot slot de motie op stuk nr. 552 van mevrouw Rooderkerk, over de biedzones. Ik begrijp haar motie, ook naar aanleiding van het interruptiedebat met de heer Erkens, als volgt: onderzoek de wenselijkheid of je dit wil doen, waarbij de voor- en nadelen, zoals ook even kort gewisseld in het debat, gewogen worden. Dat wil ik doen. Daar hebben we het in het debat volgens mij ook over gehad. Dus wat dat betreft "oordeel Kamer", maar het besluit of we het daadwerkelijk gaan doen, moet echt nog genomen worden. Bovendien zitten er serieuze nadelen aan, waar we niet van weg kunnen kijken.
Voorzitter. Tot zover.
De voorzitter:
Hartelijk dank.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan dinsdag stemmen over de ingediende moties. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat. We schorsen een enkel ogenblik, om daarna door te gaan met het tweeminutendebat Circulaire economie.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.