Amendement : Amendement van de leden White en Kathmann over het expliciet als authentieke gegevens aanwijzen van gegevens uit de Basisadministraties Persoonsgegevens BES
36 639 Wijziging van diverse wetten in verband met het invoeren van het burgerservicenummer en de voorzieningen van de digitale overheid in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES)
Nr. 11
AMENDEMENT VAN DE LEDEN WHITE EN KATHMANN
Ontvangen 15 mei 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel II wordt na de aanhef een onderdeel ingevoegd, luidende:
aA
Na het opschrift van hoofdstuk I wordt een paragraafopschrift ingevoegd, luidende:
«Paragraaf 1. Algemeen»
II
In artikel II, onderdeel A, tweede subonderdeel, wordt in de aanhef «wordt een onderdeel»
vervangen door «worden twee onderdelen», en wordt onder vervanging van de punt aan
het slot van onderdeel q door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
r. een authentiek gegeven:
een in de basisadministratie opgenomen gegeven dat op grond van artikel 4d als authentiek
wordt aangemerkt.
III
Na artikel II, onderdeel A, worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:
Aa
Na artikel 4c wordt aan hoofdstuk 1 een paragraaf toegevoegd, luidende:
Paragraaf 2. Verplicht gebruik
Artikel 4d
Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke van de algemene gegevens, bedoeld
in de artikel 10, worden aangemerkt als authentieke gegevens.
Artikel 4e
1 De afnemer of het overheidsorgaan dat bij de vervulling van zijn taak informatie
over een ingeschrevene nodig heeft die in de vorm van een authentiek gegeven beschikbaar
is in de basisadministratie, gebruikt voor die informatie dat gegeven.
2 Het eerste lid is niet van toepassing indien:
a. bij het gegeven een aantekening als bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel is
e, is geplaatst;
b. de afnemer of het overheidsorgaan ten aanzien van het gegeven een mededeling als bedoeld
in artikel 12b, eerste lid, doet;
c. bij wettelijk voorschrift anders is bepaald;
d. een goede vervulling van de taak van de afnemer of het overheidsorgaan door de onverkorte
toepassing van het eerste lid wordt belet.
Ab
Na artikel 4e wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4f
Een ingeschrevene aan wie door de afnemer of het overheidsorgaan een gegeven wordt
gevraagd, waarop artikel 4e, eerste lid, van toepassing is, behoeft dat gegeven niet
mede te delen, behoudens voor zover het gegeven naar het oordeel van de afnemer of
het overheidsorgaan noodzakelijk is voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit
van betrokkene.
Ac
Aan het slot van hoofdstuk 1, paragraaf 2, wordt een artikel toegevoegd. luidende:
Artikel 4g
1. De afnemer of het overheidsorgaan dat in verband met de verstrekking van een authentiek
gegeven uit de basisadministratie gerede twijfel heeft over de juistheid van dat gegeven,
doet hiervan mededeling aan het bestuurscollege van het bijhoudende openbaar lichaam.
2. Onze Minister wijst de afnemers of overheidsorganen aan die tevens mededeling doen
in verband met de verstrekking van andere dan authentieke gegevens.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de gevallen waarin en de wijze
waarop de mededeling wordt gedaan geregeld, evenals de kennisgeving van het bestuurscollege
aan de afnemer of het overheidsorgaan naar aanleiding van een mededeling.
4. Het bestuurscollege kan nadere regels stellen omtrent het doen van mededeling door
en de kennisgeving aan afnemers of overheidsorganen die een orgaan zijn van het openbaar
lichaam en kan een of meer van deze afnemers of overheidsorganen aanwijzen om tevens
mededeling te doen in verband met de verstrekking van andere dan authentieke gegevens.
5. Voor zover een mededeling als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een gegeven
dat op grond van een andere wet is overgenomen uit een andere registratie, zendt het
bestuurscollege die mededeling door aan de verantwoordelijke voor de verwerking van
dat gegeven in die andere registratie.
Toelichting
Dit amendement wijst gegevens uit de Basisadministraties Persoonsgegevens BES (BAP
BES) expliciet aan als authentieke gegevens, wat betekent dat afnemers of overheidsorganen
verplicht zijn deze gegevens te gebruiken. Omdat afnemers en overheidsorganen hierdoor
zelf niet langer persoonsgegevens mogen verzamelen, vereist dit dat gegevens in de
BAP BES juist, actueel en volledig zijn. Daarom wordt ook een terugmeldplicht ingevoerd:
afnemers en overheidsorganen moeten vermoedens over onjuiste gegevens melden aan het
verantwoordelijke bestuurscollege.
Aanwijzing van gegevens in de BAP BES sluit aan bij de recente kabinetsreactie op
het rapport van de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland. Daarin benadrukt
de regering dat een betere gegevenshuishouding essentieel is voor effectieve dienstverlening
en vermindering van administratieve lasten. Door de BAP BES aan te wijzen als authentieke
bron, hoeven burgers in Caribisch Nederland voortaan persoonsgegevens alleen nog bij
Burgerzaken aan te passen. Dat voorkomt fouten, verhoogt rechtszekerheid en verlaagt
administratieve lasten.
De regering heeft aangegeven voorzichtig te willen zijn met het aanwijzen van de BAP
BES als authentieke bron, vanwege complexiteit, absorptievermogen en twijfels over
gegevenskwaliteit. Tegelijkertijd maakt de regering niet duidelijk hoe ze voorbij
deze knelpunten wil komen. Zolang niet een begin wordt gemaakt met de aanpak hiervan,
zullen deze knelpunten blijven bestaan. Volgens de indieners worden twijfels over
gegevenskwaliteit het beste bestreden door als gezamenlijke overheden, in duidelijke
stappen, tot één hoogwaardige bron te komen. Met dit amendement zetten de indieners
daarom een duidelijke stip op de horizon en wordt de wettelijke basis hiervoor gecreëerd.
Tegelijkertijd wordt ruimte geboden voor een stapsgewijze aanpak.
De stapsgewijze aanpak kan op basis van de volgende bepalingen worden uitgewerkt.
Ten eerste kan de inwerkingtreding van de bepalingen bij koninklijk besluit worden
geregeld, door middel van artikel VI van de onderhavige wet. Daarbij kan verplichte
terugmelding zelfstandig in werking treden ten opzichte van authentiekverklaring.
Ten tweede kan, zonodig, aan afnemers en overheidsorganen ruimte geboden worden om
terugmelding voorlopig ook schriftelijk te doen, als zij dit nog niet elektronisch
zouden kunnen. Dit kan worden geregeld in de AMvB, bedoeld in artikel 12b, derde lid.
Ten derde kan de set authentieke gegevens geleidelijk worden uitgebreid, middels de
AmvB bedoeld in het voorgestelde artikel 4d. Zo zouden de gegevens over burgerlijke
staat, kinderen, curatele gezag, nationaliteit, etc. als eerste authentiek worden
verklaard. Hierover bestaat weinig twijfel over de kwaliteit, mede omdat dit op hoog
niveau gehouden wordt vanwege paspoortuitgifte en het kiesrecht. Iemands woon- of
verblijfadres bestaat vermoedelijk de meeste twijfel over, mede door het ontbreken
van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen. Dit gegeven kan later authentiek verklaard
worden, op het moment dat de Basisregistratie Adressen en Gebouwen op de BES-eilanden
als authentieke bron is ingevoerd en met de BAP BES is gekoppeld. Ten slotte is het,
via het voorgestelde artikel 4e, tweede lid, onderdeel d, aan afnemers en overheidsorganen
toegestaan dat zij afwijken van het verplichte gebruik van authentieke gegevens voor
zover de goede vervulling van de taak van de afnemer of het overheidsorgaan de onverkorte
toepassing belet, op dezelfde voet als het gelijkluidende artikel 1.7, tweede lid,
onderdeel d, van de Wet BRP. Dit kunnen dringende redenen in de bedrijfsvoering zijn,
die de transitie naar het gebruik van authentieke gegevens verhinderd hebben binnen
de termijn van de inwerkingtreding.
Indieners van dit amendement geven mee om bij dit amendement ook de ervaringen met
de landelijke aanpak adreskwaliteit (LAA) van het BRP te betrekken. In Europees Nederland
heeft de LAA in de praktijk succesvol uitgepakt en positief bijgedragen aan de adreskwaliteit
in de BRP. Gebleken is dat een opzet waarbij terugmeldingen van afnemers en overheidsorganen
op een centraal punt ontvangen en geanalyseerd worden, het onderzoek naar de juistheid
van het adresgegeven in de BRP bevordert. Het vergt veel capaciteit per individuele
gemeente wanneer zij zelf iedere terugmelding van gerede twijfel omtrent de juistheid
van een adresgegeven op haar merites moet beoordelen, categoriseren en eventueel aanvullen
met eigen informatie. Voor de openbare lichamen is dit niet anders, wat pleit voor
opname van de LAA in de Wet BAP BES. Tegelijkertijd is de LAA in Europees Nederland
begonnen op basis van vrijwilligheid en verwerkingsovereenkomsten. De aanpak is pas
later verplicht en wettelijk geregeld voor alle gemeentes. Indieners gaan ervan uit
dat de Minister van BZK de LAA beschikbaar zal maken voor de openbare lichamen om
hen te ondersteunen in de vervulling van hun taken. De indieners willen hieraan ruimte
bieden.
Met dit amendement wordt een concrete, noodzakelijke stap gezet richting een effectieve
en duurzame gegevenshuishouding in Caribisch Nederland, waarmee ook de digitale dienstverlening
en het vertrouwen van burgers in de overheid blijvend worden versterkt.
White Kathmann
Indieners
-
Indiener
Raoul White, Kamerlid -
Medeindiener
Barbara Kathmann, Kamerlid